18 mische aspecten, de sociaal-wetenschappelijke aspecten en de werkgelegenheidsaspecten die samenhan gen met de universitaire vestiging in Leeuwarden. Het lijkt nauwelijks nodig om hierover verder uit te weiden Tenslotte, mijnheer de voorzitter, merk ik in dit verband wel op dat de vraag zich zou kunnen aan dienen of de regio op dit terrein voldoende alert is geweest op ontwikkelingen rond het SHFEen hogere graad van activiteit dienaangaande had wellicht een deel van de problemen kunnen voorkomen dan wel zodanig kunnen nuanceren dat Leeuwarden op dit moment relatief gezien niet een groter deel van de kar moet trekken dan anders het geval zou zijn geweest ten aanzien van het SHFJammer, maar helaas, meer valt daarover nu niet te zeggen. Mijn fractie stemt van harte in met het voorstel van het college. De heer De Beer: Het besluit van de landelijke Taakverdelingscommissie Wetenschappelijk Onder wijs van de universiteiten en hogescholen, om de Friese universitaire vestiging in Leeuwarden te sluiten, heeft mijn fractie in hoge mate verontrust. Wij vonden en vinden een evenwichtig pakket van hoger on derwijs voor Friesland van wezenlijk belang en zien in de vestiging van een dependance van de facul teit van de sociale wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Groningen in Leeuwarden een eerste stap in de realisering van deze wens. Wij waren dan ook zeer verheugd met de destijds in het kader van het ISP gedane toezegging over de vestiging van een algemene faculteit in Leeuwarden en hebben deze toe zegging serieus genomen. Ook anderen waren van mening dat een man een man, een woord een woord, een minister past gezien de reeds gestarte 40 miljoen kostende nieuwbouw voor het SHF in Leeuwarden. De motivering van de TVC valt buiten de taakopdracht van deze commissie en is voorbarig en erg zinle dig. Zo zinledig zelfs dat met dit argument elke vorm van beroepsonderwijs in Friesland wegbezuinigd zou kunnen worden. De schade hierdoor aangericht zou weieens vele malen groter kunnen zijn dan de bezuinigingen. In 1976 startte het experiment Sociaal Hoger Onderwijs Friesland en als er geen drin gende redenen zijn om het experiment te onderbreken dan maak je het af. Wij onderschrijven dan ook de acties vanuit het SHF. Via de ons ten dienste staande politieke kanalen zullen wij alles proberen om in gunstige zin invloed op de procedure uit te oefenen. De heer Siemonsma: Nog maar een paar jaar geleden werden bezuinigingen op het wetenschappe lijk onderwijs verdedigd met een verwijzing naar hetgeen er moest gebeuren in het voortgezet onderwijs en vooral in het basisonderwijs. Het elitaire hoger onderwijs zou moeten inleveren voor de vernieuwing die in het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs moest plaatsvinden. De plannen die minister Deet- man deze week gepresenteerd heeft hebben dat fabeltje nu onderhand al volledig de grond ingeboord evenals het fabeltje rondom de inlevering op het salaris van 1,65%. Opnieuw dreigen bijna 9.000 ba nen in het onderwijs te verdwijnen waarvan de helft in het kleuteronderwijs en lager onderwijs. Als wij een en ander voegen bij de bezuinigingen in het wetenschappelijk onderwijs dan is er sprake van af braak van een crisisbeleid overeenkomstig de jaren dertig. Dat is mede de context waarin wij de ont wikkelingen rondom het SHF volgens ons moeten bekijken. Het is daarom terecht dat het college een initiatief heeft genomen naar de raad. Wij zijn daar bijzonder blij mee. Dat initiatief geeft tegelijker tijd al meteen de bijzondere betekenis aan van de zaak waarover wij nu praten, omdat het college niet elke dag in dergelijke kwesties met een initiatief komt. Ik wil ook een woord van waardering uitspreken voor de inzet en de activiteiten die door het college en de afdeling Onderwijs in deze kwestie zijn on dernomen De kernvraag is eigenlijk of er in Leeuwarden nog enig universitair onderwijs zal blijven in de toe komst. Daarbij zijn twee ontwikkelingen, buiten de ontwikkelingen die ik zonet genoemd heb, van be lang. De eerste ontwikkeling is de taakverdeling en concentratie. De tweede ontwikkeling is het licht op rood houden voor de besteding van de gereserveerde ISP-gelden. Deze twee ontwikkelingen treffen elkaar en versterken elkaar ten aanzien van de situatie van het universitaire onderwijs, hetgeen de situ atie ook zo gevaarlijk maakt. Niet alleen het bestaan van het SHF wordt bedreigd, maar daardoor ook de uitbreiding van de universitaire vestiging in het kader van het ISP. Voor uitbreiding tot Algemene Faculteit liggen de plannen klaar; de uitvoering van deze plannen is echter door de minister afhankelijk gesteld van de uitkomsten van de TVC. De uitbreiding van de universitaire vestiging in Leeuwarden heeft daardoor ook als prooi kunnen dienen voor andere bedreigde universiteiten. Een en ander had voorkomen kunnen worden. Wij willen toch wel spreken van een ramp als de plannen niet doorgaan. Zonder uitbreiding lijkt de handhaving van het huidige SHF een moeilijke of misschien zelfs wel een onmogelijke opgave te worden, gezien de beeldvorming rond dit experiment maar ook de ware bezuini gingswoede op het onderwijs. Dat is onaanvaardbaar voor ons vanwege de investeringen die zijn gedaan en de consequenties die op allerlei terrein voelbaar zullen worden in de regio en in de stad. Het ISP— beleid heeft nauwelijks iets opgeleverd. Het onderuit halen van het SHF en de Algemene Faculteit betekent het plukken van een achterge stelde regio en er is immers nog maar een piepjong universitair kuikentje waar nog geen veer aan zit. Een dergelijke manier van inleveren, om misschien één veer van de kippen in de sterkere regio's te spa ren, is onaanvaardbaar. Het gaat te ver om de vergelijking door te trekken naar hetgeen zich heeft af gespeeld in de TVC. Wij zullen de minister en de Tweede Kamer op alle mogelijke manieren duidelijk moeten maken dat de eerder gedane toezeggingen recht overeind moeten blijven. Wij zijn ook van me ning dat de raad, zoals b. en w. voorstellen, zijn zorg door middel van een brief aan de ministers en de Tweede Kamer moet overbrengen. Zorg is voor ons gevoel wat zwak uitgedrukt; anders gezegd, onze zorg is veel groter dan de toon van de brief doet blijken. Naast de brief zouden wij dan ook graag die zorg, die bij ons allemaal even diep zit, in persoonlijke gesprekken met vooral Tweede Kamerleden willen overbrengen. Ik wil nog zeggen - de heer Pruiksma heeft dat ook al gezegd - dat elke in deze raad aanwezige fractie ook via de eigen interne kanalen initiatieven moet nemen. Ook wil ik ervoor pleiten dat elke bundeling van krachten die regionaal tot stand gebracht kan worden benut moet worden. Naar mijn idee verdienen ook de activiteiten van het SHF en in het bijzonder ook de activiteiten van de vakbond voor studenten zoveel mogelijk concrete ondersteuning. Mevrouw De Jong: Er is door Leeuwarden in de loop der jaren, op grond van afspraken van verschil lende regeringen, nogal wat gedaan om de universitaire vestiging vorm te geven. Er zijn veel investe ringen gepleegd, er is met een dergelijke vestiging rekening gehouden in de bestemmingsplannen enz. Kortom, een heel stuk beleid is gebaseerd op afspraken en toezeggingen. Wat kunnen wij eigenlijk zeg gen van hetgeen hier dreigt te gebeuren? Verontrusting is zwak uitgedrukt. Ook zorg is een veel te zwakke uitdrukking. Wrange bitterheid dekt ook niet volledig de lading, mijnheer de voorzitter. Ik zou met Job willen zeggen: ik ben verstomd, ik kan mijn mond niet opendoen. Gelukkig hebben b. en w. zich bij deze kreet niet neergelegd, want zij hebben een brief opgesteld die zal worden gezonden naar de ministers en de Tweede Kamer. Ik ben gelukkig met dit initiatief van b. en w. en ik wil dat van har te ondersteunen. Ook wil ik de acties ondersteunen die worden ondernomen door het SHF. Ik zou ervoor willen pleiten om ook op gemeentelijk niveau, waar mogelijk, deze acties te ondersteunen. Het gaat hier uiteindelijk om een zaak die ons aller steun waard is, want een en ander raakt niet alleen het SHF maar heel Leeuwarden. Daarom, mijnheer de voorzitter, hoop ik dat wij met elkaar als politieke partijen onze krachten kunnen en willen bundelen - dat moet kunnen in deze zaak - om gezamenlijk een heel sterk geluid naar Den Haag te laten horen dat hetgeen hier dreigt te gebeuren beslist niet kan. Bovendien hoop ik dat el ke fractie de ingangen bij de eigen partij weet te vinden. De heer Buurman: Ik ben Job niet, dus ik kan mijn mond nog wel even opendoen, hoewel ik niet zo breedsprakig ben als Job. Ik stem in met de aard, de strekking en de redactie van het voorstel van het col lege. De Voorzitter: Ik stel voor eerst te gaan koffiedrinken. De Voorzitter schorst, om 2115 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergadering. De heer Ten Hoeve heeft inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij onze werkzaamheden hervatten. Naar aanleiding van hetgeen de raad in eerste instantie heeft opgemerkt wil ik de volgende reactie geven. Wij mogen allereerst vast stellen dat alle sprekers nogal wat zorgen hebben uitgesproken en dan zeg ik het heel voorzichtig. De zorg is unaniem en naar mijn mening terecht. Wij moeten ons op het ogenblik heel grote zorgen maken over de ontwikkelingen met betrekking tot het wetenschappelijk onderwijs, voor zover consequenties hebbende voor Friesland. Het college is erg verheugd over het feit dat de raad zo unaniem achter het voorstel staat dat wij hebben voorgelegd om als reactie kenbaar te maken aan regering en parlement. Het lijkt ons nu het juiste moment om in dit stadium namens de raad op de in gang zijnde ontwikkelingen te reageren. Er zijn bepaalde standpunten waarover de minister zich moet beraden. Daarna zal hij tot beslissingen moeten komen. In de onderhandelingen die met Den Haag worden gevoerd en die naar ik aanneem de komende weken en maanden in toenemende hevigheid gevoerd zullen moeten worden, is het ook voor ons van uitermate veel belang dat wij kunnen spreken namens een unanieme raad. Ook politiek gezien is dat erg belangrijk. Het is de raad bekend dat wij tot dusverre in nauwe samenwerking met het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 10