22 Mocht het college of de meerderheid van de raad het met deze zienswijze van onze fractie niet eens zijn, dan wil ik toch een paar bezwaren noemen die volgens mij - ik sta daarin niet alleen - tegen dit voorstel zijn in te brengen. Het eerste bezwaar is dat er bij dit voorstel van wordt uitgegaan dat de bezoekers bij het station worden opgevangen en met bussen naar het Cambuurstadion gebracht kunnen worden. Hoe zit het met de supporters die op een ander tijdstip aankomen of met eigen vervoer komen? Die komen dus niet bij het station terecht. Dat probleem heeft men ook op 11 september 1982 kunnen signaleren. Het tweede bezwaar is - mevrouw Brandenburg heeft dat bij de behandeling op 11 oktober 1982 ook al naar voren gebracht - dat er nogal wat agressie ontstond, voor zover die al niet aanwezig was, over de slechte plaatsen die men kreeg toegewezen. Men kreeg namelijk plaatsen op de onover dekte staantribune toegewezen. Het voorstel zoals dat nu voor ons ligt heeft ook weer betrekking op datzelfde gedeelte. Deze agressie kan dus terugkomen omdat men weer slechte plaatsen krijgt toegewe zen. Willen wij naar een oplossing die zin heeft - ik denk dat de oplossing zoals die hier is uitgewerkt niet veel zoden aan de dijk zet - dan zullen wij moeten naar een gedeeltelijke afbouw van het stadion. Een gedeeltelijke afbouw in die zin dat de onoverdekte staantribune een overdekte staantribune wordt met daaraan gekoppeld een verandering van de structuur van het stadion qua ingangen. Het minimale aantal ingangen moet op drie worden gebracht. Op dat moment is men ook in staat om de bezoekende vereniging kaarten toe te wijzen die voor een bepaald deel van het stadion bruikbaar zijn en waarvoor men via de geëigende ingang toegang heeft. Met deze oplossing zal men binnen het stadion een aantal problemen de baas kunnen, iets wat men nu niet kan. Verder wordt er in het voorstel helemaal niet gesproken over de problemen die buiten het stadion complex zullen optreden. De schadepost van de gebeurtenissen op 11 september 1982 had grotendeels betrekking op hetgeen buiten het stadion is gebeurd. Worden er dienaangaande ook aanbevelingen ge daan of staan die al in het rapport? De oplossing zoals die nu voor het stadion wordt voorgesteld is geen goede oplossing. Die oplossing levert niets op en realisering daarvan is dus weggegooid geld. De oplossing is de door mij voorgestelde afbouw van het stadion, maar dan voldoen wij niet aan de voorwaarden zoals de voorzitter die op 11 oktober 1982 heeft verwoord. Ten aanzien van het voorstel moeten wij met beide benen op de grond staan, maar dat is zeer zeker niet het geval met het voorstel dat ik net heb geformuleerd. Resumerend, mijnheer de voorzitter, ik stel voor het raadsvoorstel terug te nemen en in de daartoe geëigende commissie te behandelen. Als de voorzitter dat niet wil en daarvoor bepaalde redenen heeft, dan ben ik tegen het voorstel zoals dat hier is uitgewerkt. De heer Boelens: Namens mijn fractie wil ik stellen dat wij in principe positief staan tegenover het nemen van maatregelen om de veiligheid in het Cambuurstadion te verhogen. Ik heb nog enkele vragen die ik ook al gesteld heb in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie waarin dit voorstel ook aan de orde is geweest. Hoe kan het college garanderen dat de supporters die per trein aankomen ook inderdaad in het bedoelde vak van het stadion terechtkomen? Ik neem aan dat de werkgroep een en an der bij het maken van het rapport over het Cambuurstadion en het vandalisme in de overwegingen heeft betrokken. In andere plaatsen is het gebruikelijk dat supporters, die met een speciale trein komen en die zich, zoals in Leeuwarden het geval is geweest, buiten proporties gedragen, onder pol itie-escorte van het station worden gehaald, in bussen worden geladen en het stadion in worden gereden. Ik begrijp dat dat ook hier de bedoeling is. Heeft het college ook contact gehad met de spoorwegen en met de po litie hoe men een en ander wil aanpakken? Daarover is mij niets duidelijk geworden. Wij hebben trou wens het hele rapport niet gezien, het lag ook niet ter inzage. Wat dat betreft ben ik het met de heer Meijerhof eens dat wij hier weer iets aangereikt krijgen zonder dat wij als raad in de gelegenheid zijn gesteld om dat in een aantal commissies te kunnen bestuderen en te kunnen bespreken. In de raadsbrief staat ook dat de Commissie voor de Openbare Orde is geïnformeerd. Ja, die com missie is inderdaad geïnformeerd. De discussie over het voorstel zou plaatsvinden in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie, maar daarin konden wij op een aantal vragen helemaal geen toelich ting krijgen. Dan wil ik nog het een en ander zeggen over de kosten van aanpassing van het stadion. Aan het voorstel van de heer Meijerhof zou ik willen toevoegen het raadsvoorstel niet alleen aan de orde te stellen in de Commissie voor de Openbare Orde maar ook in de Commissie voor Openbare Werken. In de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie zat een specialist die de begroting eens na ploos. Volgens hem kon de begroting ƒ40.000,lager, maar ja, dat konden wij in die commissievergadering ook niet meer bekijken. Dit is weer zo'n voorbeeld waarvan ik zeg dat wij, wanneer daarover een stu die gedaan is, een en ander op een fatsoenlijke wijze in de commissie aan de orde moeten laten komen. Vooralsnog staan wij positief tegenover de voorstellen om iets aan de verbetering van het stadion te doen. Wij wachten graag het antwoord van het college af. 23 De heer De Beer: Ik ben eigenlijk zeer verbaasd over het feit dat dit punt, dat ook al in discussie is geweest in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie, nu op de agenda prijkt. Uit deze dis cussie, die vanwege de beperkte tijd enigszins haastig is verlopen, is duidelijk gebleken dat er nogal bezwaren bij de commissie bestaan tegen dit plan en zeker ook tegen de financiële achtergronden ervan. Er werd getwijfeld aan de geleverde financiële opstelling. Het was logisch dat daarop op dat moment geen antwoord kon worden gegeven. Ik zou het echter correcter hebben gevonden als nadien toch meer informatie was gegeven over de financiën die met het plan gepaard gaan. Bovendien werd er nogal ge twijfeld aan de resultaten van het geheel. Wat dat betreft ben ik het eens met de heer Meijerhof die zegt dat men, wanneer men dit probleem echt wil oplossen - de voorgestelde maatregelen zijn uiteinde lijk ook maar lapmiddelen -, de noordtribune moet afbouwen en meer ingangen moet creëren. Wij zijn er dus niet van overtuigd, mede doordat wij verdere informatie missen, dat de in de raadsbrief voorge stelde maatregelen afdoende zijn. In de beschrijving van de technische maatregelen staat onder A: "In bijzondere gevallen, dus in geval van bezoekende clubs met een moeilijkheden veroorzakende suppor- tersschare, zouden bussen de bewuste supportersgroep moeten aanvoeren naar het stadion." Ik heb in de betreffende commissie ook al gezegd dat men deze ellende kan oplossen door voor het woord "moeten" het woord "niet" te zetten. Als men op voorhand weet dat er een grote puinhoop aankomt dan zou men deze niet moeten aanvoeren, maar dat schijnt helaas niet meer te kunnen. Kortom, mijnheer de voorzitter, wij zijn het niet eens met dit voorstel omdat wij geen enkele ga rantie hebben dat onheil en rellen worden voorkomen door het nemen van de voorgestelde maatregelen. De heer Siemonsma: Ik wil mij in grote lijnen aansluiten bij het betoog van de heer Meijerhof en ook bij hetgeen de heer De Beer heeft gezegd. Ook wij hebben moeite met de voorgestelde maatrege len, want die geven op korte termijn maar ten dele een oplossing in repressieve zin tegen gevechten binnen het stadion. Buiten het stadion blijft in principe van alles mogelijk. Ten aanzien van het nemen van maatregelen, om gebeurtenissen zoals wij die hebben meegemaakt te voorkomen, is het vaak een kiezen uit kwaden zolang er geen structurele oplossing in zicht komt voor dergelijke gebeurtenissen. Wij hebben behoefte aan een breder pakket maatregelen dan hier wordt voorgesteld en daarom willen wij het verzoek van de heer Meijerhof ondersteunen. Mevrouw De Jong: Wij hebben in de raad de nodige kritiek geuit op het uitblijven van optreden van de politie tijdens de gebeurtenissen op 11 september 1982. Wij hebben als raad ook gevraagd om een antwoord om herhaling van dergelijke gebeurtenissen te voorkomen. Dit antwoord is nu gekomen, een antwoord dat bijna 190.000,-- kost en dat is niet niks. Er wordt een oplossing gegeven, een lapmid del, om de schade in het stadion te beperken. Ik vind deze oplossing een vrij duur antwoord. Het is al eerder opgemerkt dat de grootste schade buiten het stadion is aangericht. Als men met een dergelijk hoog bedrag gooit is het zeker noodzakelijk dat een en ander in de verschillende commissies uitvoerig aan de orde komt. In een tijd van bezuiniging mag men zich er wel diepgaand over buigen of het geld, dat men wil besteden, misschien anders besteed moet worden of dat er op bepaalde punten bezuinigd moet worden of iets dergelijks. Er is een rapport dat wij niet ter inzage hebben gehad. De heer Meijer hof heeft al gezegd dat dit voorstel ook in de Commissie voor de Openbare Orde behandeld moet wor den. Ook ik ben van mening dat deze zaak teruggekoppeld moet worden naar de Commissie voor de Openbare Orde en dat wij als raad inzage krijgen in het rapport, zodat wij weten op grond waarvan dit voorstel is gedaan. Mocht de voorzitter daar niets voor voelen, dan zal ik tegen het voorstel stemmen. De heer Buurman: De te treffen technische voorzieningen wekken de indruk dat een stap in de goe de richting wordt gezet. Ik sta positief tegenover deze voorzieningen. Ik zou één opmerking willen ma ken over de zwakke plek in het geheel. De zogenaamde "harde kern" van Cambuursupporters neemt nor maliter plaats op het middengedeelte van de overdekte staantribune z.z. Wat gebeurt er als deze groep die plaats niet inneemt? Een moeilijkheden veroorzakende supportersschare van de bezoekende club wordt met bussen aangevoerd naar het stadion. De praktijk moet uitwijzen of men het al of niet vertikt zich in en uit te laten laden. Wat gebeurt er als deze schare geen genoegen neemt met de aan hen toe gedachte plaatsen? Voorzitter: Wij staan in ieder geval quitte, want de raad is verbaasd maar ik ben het ook. Ik zal proberen om helderheid te brengen in datgene waarop de sprekers nogal negatief reageren. Na de Cambuurrellen wisten wij dat wij ook in Leeuwarden een aantal maatregelen zouden moeten treffen om in de toekomst spektakels, zoals wij die hier nu hebben meegemaakt, beter in de hand te kunnen houden. Naar aanleiding van de evaluatie van hetgeen zich heeft voorgedaan en de door mij gegeven uiteenzetting over het gebeurde, hebben b. en w. onmiddellijk een werkgroep ingesteld die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 12