geplaatst worden want dat heeft meer effect. Maar ik denk dat die dingen wel gecorrigeerd worden. Waar het mij in eerste instantie om is gegaan is dat hier, gelet op de beperkte middelen, voorstellen op tafel komen die weinig of geen effect zullen hebben. (De Voorzitter: Volgens u!) Ja, volgens mij, mijnheer de voorzitter. Ik heb reeds gezegd - mevrouw Brandenburg heeft dat op 11 oktober 1982 ook naar voren gebracht - dat de schare supporters van de bezoekende vereniging op de slechtste plaats was gestationeerd, namelijk op de onoverdekte staantribuneDat blijkt ook nu weer het geval te zijn. Ik kan mij best voorstellen dat de overdekte zittribune moeilijk beschikbaar gesteld kan worden voor een groep supporters die op de door de voorzitter geschetste wijze de stad binnenkomt. Aan de andere kant geeft de overdekte staantribune natuurlijk ook problemen, omdat daar in het algemeen veel supporters van Cambuur staan. Dit voorstel blijft dan dus over, waardoor er toch weer problemen ontstaan door de mensen in die richting te lozen. Blijft nog over het punt van hoe wij de supporters bij het stadion krijgen. Wij gaan ervan uit dat zij met het speciale vervoer komen en niet een trein eerder komen. Op 11 september 1982 is men ook niet allemaal met dezelfde trein gekomen. Hoe regelt men een en ander in Groningen? Ik heb weieens ver halen gehoord dat er in Groningen een heel kordon op het perron staat en dat de mensen naar een be paalde uitgang worden geleid om zo in de bussen te komen. Mijn vraag is wie de veiligheid van de chauffeurs garandeert, want die moet natuurlijk gewaarborgd zijn. Hoe wordt de eventuele schade gere geld? Als de voorzitter vraagt om suggesties dan denk ik dat men, als men van tevoren inschat dat er problemen zullen komen bij wedstrijden, na moet gaan wat het ons kost om zo'n wedstrijd zonder pu bliek te spelen. Als dat laatste het geval is dan moet dat ver van tevoren worden aangekondigd zodat men dan geen reis hoeft te maken in deze richting. Deze dingen moet men tegenover elkaar stellen want de problemen zullen zich bij een eventuele promotie, daar is al op gewezen, vaker voordoen dan in de divisie waarin men nu speelt. Met name de FC Den Haag heeft nog een bepaalde naam hoog te houden op dit terrein. In de eredivisie zijn echter natuurlijk wel wat meer verenigingen. Wil men adequate maatregelen nemen binnen het stadion dan zullen die meer geld kosten. Datgene wat hier wordt voorgesteld levert nagenoeg niets op en dat is voor mij een reden om te zeggen: doe dan maar niets, want het is weggegooid geld. De heer Boelens: De voorzitter noemt enkele onderzoeken die de werkgroep betrokken heeft bij haar overwegingen, onder anderen het rapport van de Commissie Veiligheid Voetbalbezoek van de KNVB. Wij moeten de conclusies uit dat rapport zwaar laten wegen. Als wij het stadion Galgewaard bekijken dan is dat volgens de eisen van dat rapport ingericht. Wil men de situatie in de hand houden, dan zal men toch iets aan het stadion moeten doen. Mevrouw De Jong van D'óó heeft gezegd dat de voorgestelde oplossing wel een beetje een duur antwoord is, want het is volgens haar gooien met geld. Volgens mij moeten wij echt iets doen aan het stadion. Wij zullen de politie-agenten niet moeten blootstellen aan deze vorm van vandalisme en ik ver wacht toch ook van met name de PvdA en PAL dat zij ten aanzien van het veranderen en het aanpassen van de accommodatie positief meewerken. Als men dat niet doet dan dwingt men de politie, wil men de zaak in de hand houden, tot een harder optreden of tot meer politie-inzet en dat vind ik toch ook een negatieve kant van de zaak. Ik kan mij herinneren dat hier in Leeuwarden ook uitspraken gedaan zijn zoals: wie tanks inzet zal revolutie oogsten. Dat wil ik in ieder geval voorkomen, met andere woorden wij staan positief tegenover veranderingen aan het stadion. De gemeente heeft met betrekking tot haar accommodatiebeleid ook altijd gekozen voor goede accommodaties. Wij hebben met deze situatie te maken en wij hoeven de kop niet in het zand te steken. Er schijnt toch nog een gat in het plan te zijn, namelijk het vervoer met de bussen. De voorzitter begint op een gegeven moment in zijn toelichting met de stelling ten aanzien van de toegang tot het stadion: "In bijzondere gevallen, dus in geval van bezoekende clubs met een moeilijkheden veroorza kende supportersschare, zouden bussen de bewuste supportersgroep moeten aanvoeren naar het stadion." De voorzitter zet hierbij nu meteen al zelf een vraagteken, want hij zegt dat het overleg met de FRAM nog niet is afgerond omdat de FRAM een regeling eist en voorwaarden stelt aan het vervoer. De conclu sie van dat gesprek is nog niet bekend, dus kan ik mij voorstellen dat wij als raad eerst zekerheid willen hebben voordat wij ter zake beslissingen nemen. De voorzitter kan de verantwoordelijkheid wel weer bij de raad leggen, maar er blijkt nu een voorstel op tafel te liggen dat nog niet voldoende is voorbereid en waar nog geen zekerheid over is. De vraag blijft dus hoe men het vervoer gaat regelen. De heer De Beer: Het klinkt altijd wat arrogant, mijnheer de voorzitter, als je zegt: u hebt argu menten aangevoerd, u hebt een werkgroep aan het werk gehad en u zegt dat deze maatregelen beslist noodzakelijk zijn om te voorkomen dat wij in de toekomst weer allerlei ellende en rellen zullen krijgen. Ik ben daar echter niet zo van overtuigd, vandaar dat ik zeg dat een en ander misschien wat arrogant 27 klinkt. De voorgestelde maatregelen geven geen enkele garantie dat in de toekomst, dat heeft de voor zitter zelf toegegeven, dergelijke situaties kunnen worden voorkomen. Ik ben dan ook van mening dat het geen enkele zin heeft om de voorgestelde maatregelen uit te voeren, want daarmee wordt in feite weinig opgelost en dat is mij de prijs niet waard. Wij blijven dus tegen het voorstel van het college. Ik zie alleen maar mogelijkheden in datgene wat ik zojuist al heb gezegd en anders niet. De heer Siemonsma: Ook wij zijn best onder de indruk van het betoog van de voorzitter. Wij heb ben ook niet per definitie gezegd dat er niet zo'n soort voorziening zou moeten komen, alleen wij moe ten ons er bijzonder van bewust zijn dat de maatregelen binnen het stadion in repressieve zin een be perkte oplossing zullen geven. De hele benadering van het voorkomen van dergelijke gebeurtenissen omvat geen maatregelen buiten het stadion. Voor ons gevoel moet en kan men dit niet enkel laten aan komen op beoordeling van geval tot geval. Als de voorzitter dat zo stelt dan krijg ik het idee dat daar in repressieve zin op gereageerd zal worden. Ik mis een beschouwing over hoe wij met vermijding van zoveel mogelijk repressieve reacties van openbare kant toch het maximum aan rendement kunnen halen uit de maatregelen die wij treffen. Ik heb eens een keer in een artikel gelezen hoe de spoorwegen deze kwestie benaderen. Het schijnt dat door het laten meereizen van bepaalde mensen de vernielingen in de trein ontzettend terugnemen. Men zou ook treinstellen kunnen maken die op ijzeren kooien lijken, dus zonder enige zachte voorziening daarin, maar daarvoor hebben de spoorwegen kennelijk niet gekozen. Er zijn dus ook wel andere mogelijkheden en in dit verband vragen wij het college om te komen met een totaalpakket aan maatregelen waarin ook best, als het niet anders kan, een voorziening kan zitten die hier wordt voorgesteld. De heer Pruiksma: Beter iets dan niets, mijnheer de voorzitter. Gelet op de toezegging die de voorzitter heeft gedaan aan mijn fractiegenoot Boelens, namelijk om de zaak wat de hoogte van de kre dieten betreft nog eens aan de orde te stellen in de Commissie voor Openbare Werken, gaat mijn fractie na enig intern beraad akkoord met het voorstel. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Wij willen graag even schorsen, mijnheer de voorzitter, want ik kan niet zo snel intern beraad houden als de heer Pruiksma. De heer Bijkersma: Er is uitvoerig over deze zaak gesproken voor wat betreft de technische kant daarvan. De voorzitter heeft in zijn antwoord naar voren gebracht dat hij perplex staat van de reactie van de raad. Ik denk dat dat toch ook een beetje aan de voorbereiding van het voorstel ligt. Ik praat dan vanuit de zienswijze zoals wij die in de Commissie voor de Openbare Orde hebben besproken. De voorzitter doet het hier voorkomen - volgens mij is daarover een vergissing - alsof de voorgestelde maatregelen de enige maatregelen zijn die de problematiek kunnen oplossen. Zo staat het wel in de raadsbrief en daarover is volgens mij de grote verwarring ontstaan. Er moeten natuurlijk veel meer maat regelen worden genomen want het hier voorgestelde is misschien een gedeelte daarvan. Ik ben het met mevrouw Brandenburg eens dat een en ander nog even in de fracties besproken wordt. Er zit natuurlijk meer aan vast en dat wil ik graag van de voorzitter horen. De Voorzitter: Ik ga ermee akkoord dat wij, voordat de raad tot een eindbeslissing komt, schorsen. Ik wil nog wel een paar kanttekeningen maken die de raad mee kan nemen bij die beslissing. In de eerste plaats wil ik een opmerking maken over wat de heer Boelens zei over de bussen. Ik meen dat ik daarover niet onduidelijk ben geweest, want de bussen moeten blijven rijden. Ik heb er al leen maar op gedoeld dat wij ook ten aanzien van dat feit voor financiële consequenties zullen komen te staan. De raad zal de verantwoordelijkheid niet nemen, ik neem die liever ook niet om de mensen maar hun gang te laten gaan van het station naar het Cambuurstadion en weer terug. Ook elders in den lande worden deze mensen allemaal met bussen vervoerd, dus wij hebben geen enkele keus. Ik twijfel totaal niet, ik heb alleen gezegd, toen wij het over de financiële consequenties hadden, dat die ons ook nog boven het hoofd hangen. De eerste keer heeft de FRAM namelijk de risico's genomen. Met de FRAM zoeken wij uit waar de verantwoordelijkheden precies liggen. Op dit moment moeten wij er reke ning mee houden dat wij bepaalde financiële consequenties moeten nemen om de zaak zo goed mogelijk te kunnen laten lopen. Ik wil ook nog een opmerking maken over wat de heer Bijkersma heeft gezegd. Ik heb onder geen beding gezegd dat de zaak met de voorgestelde maatregelen is opgelost. In mijn betoog heb ik erg dui delijk gezegd dat naar onze mening, die ik baseer op de werkgroep die werkelijk intensief aan het werk is geweest, de hier voorgestelde maatregelen de minimale eisen zijn waaraan voldaan zou moeten wor den om enigszins redelijk de kans te hebben de zaak in het Cambuurstadion te kunnen beheersen, want

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 14