10
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punt 17 (bijlage nr. 60).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Verlenen financiële medewerking aan de bouw van 36 wonin
gen in de binnenstad in opdracht van de Woningbouwvereniging Beter Wonen. Ook voor dit raadsvoor
stel geldt de door mij bij agendapunt 15 gedane toezegging.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punten 18 en 19 (bijlagen nrs. 76 en 77).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 19a (bijlage nr. 81).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanvaarding van een schenking van 50.000,van de ABN-King-
ma's Bank ten behoeve van de realisering van een kunstwerk op de Prins Hendrikbrug.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik zou u, mijnheer de voorzitter, namens de raad willen vragen
of u, wanneer vrijdag a.s. het kunstwerk aan de gemeente wordt overgedragen, de dank van de ge
meente aan de ABN-Kingma's Bank wilt overbrengen. Bij degenen die in het verleden weieens gepleit
hebben voor iets anders op deze brug heb ik geverifieerd of zij het met deze dank eens zijn. Zij zijn
het daarmee eens, dus is de dank namens de gehele raad.
De Voorzitter: Ik zal die dank vrijdag a.s. graag overbrengen, mevrouw Brandenburg.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De heer Sterk is inmiddels ter vergadering gekomen.
Punt 20 (bijlage nr. 72).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanleg voetbalveld en trainingsveld in het noordelijke deel van het
sportpark De Greuns.
De heer Niemeijer: Dit raadsvoorstel is ook onderwerp van gesprek geweest in de Commissie voor
Openbare Werken. Het principiële karakter van een aantal zaken noopt mij toch om die hier nog eens
aan de orde te stellen. Wat is er aan de hand? De Coöperatieve Condensfabriek Friesland (CCF) heeft
gronden nodig ten behoeve van industrievestiging. De gemeente draagt grond van het sportpark De
Greuns over aan de CCF onder de voorwaarde dat van de inkomsten van deze overdracht opnieuw sport
terreinen worden aangelegd. Voorwaarde is bovendien dat deze aanleg met gesloten beurs voor de ge
meente moet plaatsvinden. Als ik het voorliggende voorstel bekijk dan is dat niet gelukt. Ik heb begre
pen dat er fouten zijn gemaakt bij de calculatie, dat kan gebeuren, dat kan iedereen overkomen. Maar
het feit dat er fouten zijn gemaakt is niet de reden waarom ik het voorstel zo uitdrukkelijk aan de orde
wil stellen, alhoewel hetgeen hier gebeurd is wel hardstikke pijnlijk is.
Een reden waarom ik deze kwestie hier aan de orde wil stellen is dat wij ons bij het maken van de
calculatie hebben laten adviseren. Ik heb dienaangaande de brief nog eens gelezen die ons als commis
sie heeft bereikt. Daarin staat dat tijdens de onderhandelingen met de CCF bij herhaling door de Dienst
voor Sport en Recreatie en het Grondbedrijf een beroep is gedaan op de Grontmij voor het maken van
schetstekeningen en kostenberekeningen. Op elk gewenst moment was de Grontmij bereid de gevraagde
informatie te leveren. Op zich lijkt dat erg handig, het is alleen jammer dat een aanzienlijk tekort dan
het resultaat is. Daarover zegt de schrijver van de genoemde brief dat hij helaas moet constateren dat
ook nu weer blijkt dat deze overschrijding van de oorspronkelijke begroting vooraf voorzienbaar moet
zijn geweest door ter zake deskundigen. Ik neem aan dat de Grontmij ter zake deskundig is, want daar
om hebben wij de Grontmij ook ingeschakeld. Men kan wel zeggen dat er sprake is van een hoogst on
gelukkige combinatie, maar dergelijke dingen gebeuren. Nogmaals, dit voorstel zou hier nauwelijks
11
aan de orde zijn geweest, ware het niet dat voorgesteld wordt - en dan gaat het toch wel even ramme
len - om het betreffende project onderhands aan te besteden aan de Grontmij. Kortweg betekent dat dus
dat de Grontmij, die is ingeschakeld omdat de deskundigheid bij de gemeente niet aanwezig is, zelf
voorwaarden kan maken en zichzelf rijk kan rekenen zonder dat er voldoende controle is bij de voorbe
reiding, op de prijsvorming en bij de uitvoering. Mijn fractie heeft daartegen grote bezwaren. Wat is
het argument dat hiervoor wordt gehanteerd? Voor de werkzaamheden die de Grontmij verricht heeft
zijn geen kosten in rekening gebracht. Wel zijn hierdoor bij de Grontmij verwachtingen gewekt die
mijns inziens overigens niet behoeven te worden nagekomen.
Het is nu ook wel duidelijk wat het bezwaar is van onze fractie. Beslissingen omtrent aanbestedin
gen horen uiteindelijk in de raad thuis. Beslissingen horen genomen te worden op concrete zaken en niet
op verwachtingen die bij de Grontmij zijn gewekt door ambtenaren. Deze gang van zaken, waartegen
ik overigens in de commissie mijn bezwaar al heb aangetekend, is niet juist. Mijn fractie heeft grote
bezwaren tegen een dergelijke gang van zaken en wij willen uitdrukkelijk stellen dat beslissingen in de
raad genomen moeten worden en niet gesuggereerd moeten worden door ambtenaren. Als dat wel zo is
dan kunnen wij een en ander op dit moment corrigeren en daarom wil ik de raad vragen om tegen dit
voorstel te stemmen.
Mevrouw De Jong: Ik kan mij volledig aansluiten bij hetgeen de vorige spreker heeft gezegd. Ook
ik vind dat dergelijke beslissingen in de raad thuishoren. Wij moeten tegen onderhandse aanbestedingen
zijn, hoewel de mogelijkheid daartoe wel moet openblijven, maar dat moet dan een uitzondering zijn.
Bovendien hik ik een beetje aan tegen het feit dat het werk onderhands wordt aanbesteed aan de Gront
mij. Er is in deze tijd van grote problemen en werkloosheid toch ook wel een andere firma in Friesland
en dan het liefst in Leeuwarden te vinden die dit werk kan uitvoeren? Ik zal tegen het voorstel stem
men, mijnheer de voorzitter.
De heer Bijkersma: Mevrouw De Jong en de heer Niemeijer hebben een aantal bezwaren naar voren
gebracht over dit agendapunt. Bezwaren die ik niet helemaal deel, maar toch wel voor een gedeelte.
Destijds is uit het vooronderzoek gebleken dat de kosten voor de in het voorstel genoemde werkzaamhe
den ongeveer 600.000,zouden bedragen. De kosten zouden gedekt kunnen worden door het bedrag
dat wij zouden krijgen van de toenmalige koper van de grond. Ik heb er al vaker op gewezen dat voor
onderzoeken nogal eens slecht voor de gemeente uitvallen. Ik wil dan toch weer naar voren brengen dat
dat met het dak van de Beurs is gebeurd, ergens in het verre verre verleden met de riolering bij het
Triotel en met nog een aantal zaken. Steeds heb ik gezegd dat er meer zorgvuldigheid moet zijn bij het
vooronderzoek. De zorgvuldigheid komt ook hier weer naar voren. Ik wil de integriteit van de mensen
die het vooronderzoek hebben verricht helemaal niet aantasten, maar toch zeg ik dat er zorgvuldiger op
moet worden toegezien dat er een goed vooronderzoek plaatsvindt. Het vooronderzoek moet uiteindelijk
zo uitkomen dat het de gemeenschap geen geld kost. Nu blijkt gewoon dat de werkzaamheden de ge
meenschap een aantal guldens kost, wat ik niet terecht vind. Dit bezwaar deel ik met de vorige spreker
en spreekster.
Mevrouw De Jong doet aan protectie en daar ben ik het helemaal niet mee eens. Als wij werk
zaamheden alleen maar laten uitvoeren door mensen uit Leeuwarden dan komen wij bij protectionisme
terecht en kan er niets meer in de wereld gebeuren. Dat is niet liberaal en daarom ben ik tegen hetgeen
mevrouw De Jong dienaangaande heeft gezegd.
De heer Timmermans: Dit raadsvoorstel is inderdaad in de Commissie voor Openbare Werken aan de
orde geweest. De in deze commissie aanwezige leden van mijn fractie hebben zich op dezelfde wijze
opgesteld als de heer Niemeijer heeft gedaan. Wanneer wij te maken hebben met cultuurmaatschappijen
cultuurmaatschappijen hebben de capaciteit om het ontwerp te maken, om de uitvoering te regelen en
om toezicht te houden -, dan is het van groot belang dat wij ons zelf als gemeente niet in een positie
manoeuvreren waardoor wij bij aanbesteding eigenlijk aan zo'n cultuurmaatschappij gebonden zijn. In
het advies van de Commissie voor Openbare Werken is tot uitdrukking gekomen dat wij het inhoudelijk
eens zijn met de argumentatie die gegeven is. Wij vinden het niet opportuun om naar aanleiding van dit
geval tegen het voorstel te stemmen, maar wij stellen het wel op prijs dat wij niet weer met dit soort
voorstellen worden geconfronteerd.
De heer De Vries (weth.): In de zaak van het sportpark De Greuns hebben wij af en toe achter de
feiten aan moeten hollen om geïnformeerd te raken over alles wat er aan de hand was. Wij hebben eerst
onderhandeld over de verkoop van het totale sportpark, later ging het om verkoop van een gedeelte van
het park. Bij elke fase is de Grontmij ingeschakeld geweest om ons te adviseren met betrekking tot de