6 een beleid ingaat dat een verstandig beleid is, wil ik er toch iets over zeggen. (De heer Pruiksma: Men kan het beleid beter omschrijven als een beleid van verpaupering!) Er is een gezegde dat men het huis van de buurman maar eenmaal kan kopen. Dat is natuurlijk geen argument voor de aankoop van het pand Eewal 60, maar men mag het er wel bij betrekken. Het is bijzonder verstandig van de wethouder dat hij met de door hem genoemde argumenten naar voren is gekomen. De heer Geerts (weth.): Ik wil geen herhaling van de eerste instantie geven, mijnheer de voorzit ter. De heer Pruiksma zegt dat wij hadden kunnen weten wat de gevolgen zouden zijn toen de andere panden door dezelfde eigenaar aan ons werden verkocht. (De heer Pruiksma: De term "dezelfde eige naar" heb ik niet gebruikt!) Die term gebruik ik even ter invulling. (De heer Pruiksma: Dan zijn het uw woorden.) In het vervolg van zijn betoog weerspreekt de heer Pruiksma een en ander, want hij zegt dat men de plicht heeft om ervoor te zorgen dat men geen geluidsoverlast heeft. Maatregelen om geluids overlast tegen te gaan moet men regelen via de bouwvergunning en via de eisen die zijn afgeleid van de Wet op de geluidhinder. Voor de glijdende schaal ben ik in dit geval niet zo bang, want volgens mij heeft specifiek het pand Eewal 60 geluidsoverlast. De andere panden liggen op een zodanige afstand van de MPA - er zit zelfs een ruimte tussen het gebouw van de MPA en de andere panden - en zijn ook van een zodanig bouwtechnische kwaliteit dat wij niet hoeven te vrezen dat daarmee hetzelfde zal ge beuren als wat met het pand Eewal 60 het geval is. De glijdende schaal zal niet voorkomen, want de aankoop van dit pand is in dit kader de laatste aankoop. De heer Bijkersma zegt dat het huis van de buurman maar eenmaal te koop is. Als men dat argument consequent zou toepassen, dan zou de gemeente natuurlijk alle huizen in de stad moeten kopen, maar dat lijkt mij niet juist. Het algemene principe moet zijn dat wij ervoor moeten zorgen dat de woonbe stemming in de binnenstad zoveel mogelijk gehandhaafd blijft. Alleen in bijzondere omstandigheden kan van dat principe worden afgeweken. Het college acht die bijzondere omstandigheden hier aan de orde. De Voorzitter: Dan breng ik nu het raadsvoorstel in stemming. Ten aanzien van de besluiten nrs. 3250 en 3251 wordt z.h.st. besloten overeenkomstig de voorstel len van b. en w. Het voorstel van b. en w. ten aanzien van besluit nr. 3252 wordt aangenomen met 27 tegen 9 stem men (Tegen het voorstel stemmen van de CDA-fractie mevrouw Willemsma-de Jong en de heren Boelens, Jansma, De Jong, Pruiksma, Sterk, Sijbesma en Visser alsmede de fractie van D'66.) Punten 4 t.e.m. 9 (bijlagen nrs. 84, 86, 83, 82, 96 en 102). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 10 (bijlage nr. 103). De Voorzitter: Dit punt luidt: Maatregelen met betrekking tot de verkeersafwikkeling in het gebied Voorstreek en omgeving. Er is ondertussen een brief binnengekomen van 7 maart 1983 van de Willem Lo- dewijkschool die bij de discussie kan worden betrokken. De heer Janssen: Het eerste gedeelte van het raadsvoorstel betreft de afsluiting van de Korfmakers- straat in westelijke richting tussen de Korfmakerspijp en de Herestraat. Het collegevoorstel wijkt af van het meerderheidsadvies van de Adviescommissie voor VerkeersaangelegenhedenIn het rapport Voor- streek-Verkeer wordt een aantal argumenten aangevoerd voor het afsluiten van de Korfmakersstraat in westelijke richting tussen de Korfmakerspijp en de Herestraat. Mijn fractie kan zich hierbij in grote lij nen aansluiten. Het hoofdargument waarom wij het collegevoorstel steunen is echter de gevaarlijke situ atie die zal ontstaan op de hoek Voorstreek-Korfmakersstraat met kruisend verkeer op een onoverzichte lijke kruising. Voor fietsers is het hier nu al gevaarlijk genoeg, laat staan dat er ook nog autoverkeer bij komt. Daarnaast speelt het verkeersluw houden van de binnenstad een rol, want er wordt nu geen onnodig verkeer naar de Voorstreek toegehaald. Het tweede gedeelte van het raadsvoorstel betreft het terugbrengen van het aantal buslijnen door de binnenstad. Ook met dit voorstel van het college kan mijn fractie instemmen. Als wij aan een van de hoofddoelstellingen van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan willen voldoen, namelijk het bevor deren van het openbaar vervoer, dan zullen wij met de stadsbus de mensen zo dicht mogelijk bij of in de binnenstad moeten brengen om daardoor het gebruik van de auto terug te dringen. Tijdens de over dit punt gehouden hoorzitting bleek dat men een zekere angst had voor verkeersstremmingen op de Voor streek w.z. Mochten zich hier stremmingen voordoen dan zullen de oorzaken daarvan opgeheven moeten worden terwille van het openbaar vervoer. Het bestuur van het protestants-christelijk basisonderwijs Leeuwarden laat door middel van een brief een protest aan de raad horen tegen de door het college voorgestelde stadsbusroute. In deze brief worden enkele argumenten aangevoerd tegen de route Druif streek-Turfmarkt v.v. Het eerste argument is dat de kinderen van de Willem Lodewijkschool het trottoir gebruiken als speelplaats. Het gebruik van een trottoir is op zich geen vreemde situatie voor een school in de binnen stad. Ik kan mij echter de zorg van de ouders en van de leerkrachten wel voorstellen. Overwogen zou kunnen worden om het trottoir ter plaatse te verbreden, maar het lijkt mij niet juist de buspassagiers, gezien de betrekkelijk korte tijden per dag dat het trottoir als speelterrein dient, te belasten met een langere loopafstand naar de winkels. Het tweede argument betreft het feit dat kinderen vanuit het Molenpad of de Oranjewijk de busrou te moeten kruisen via het zebrapad tussen de Oosterstraten. Dit argument is volgens mij niet erg steek houdend, want dezelfde categorie kinderen zal bij de alternatieve busroute deze moeten kruisen bij de Oosterkade. Het derde argument is het optreden van geluidshinder. Nu er met kleinere bussen gereden wordt lijkt mij de geluidshinder niet hoog. Ik woon al jaren aan een busroute, maar ik moet u zeggen dat met de invoering van de kleine bussen de geluidshinder vrijwel geheel teruggedrongen is. Samenvattend wil ik zeggen dat wij als fractie alle begrip hebben voor de zorgen van het schoolbe stuur, maar dat de argumenten niet zwaar genoeg zijn om het collegevoorstel af te wijzen. Uit het rapport Voorstreek-Verkeer is mij gebleken dat er overleg gevoerd is met de FRAM en met de Rijksverkeersinspectie over mogelijke halteplaatsen van stadsbussen. Mijn fractie zou graag zien dat er een halteplaats komt nabij het hoofdpostkantoor en de Korfmakersstraat. De heer De Jong: Ik wil beginnen met vast te stellen dat het een misvatting is dat wij door het voorgestelde de oude route weer gaan instellen. De busroute naar de buitenwijken liep vroeger namelijk via de Turfmarkt-Tuinen-Voorstreek, maar de route naar het centrum liep over de gehele Voorstreek via de Korfmakersstraat naar de Tweebaksmarkt. De hier voorgestelde route is dus niet het herstellen van de oude route, maar het creëren van een gedeeltelijk nieuwe route waardoor er duidelijk knelpunten ont staan die wij graag op een rijtje willen zetten. Met het vaststellen van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan hebben wij gelegenheid om op veel plaatsen het fietsverkeer veiliger te maken. Wij hebben op het Zuiderplein bij de Beursbrug een grote witte "sigaar" geplaatst om te voorkomen dat de fietser wordt weggedrukt door de auto. Door de stadsbus te laten rijden via de route zoals die wordt voorgesteld geven wij echter die bus op de hoek Tuinen-Voorstreek en op de hoek Tuinen-Turfmarkt alle gelegenheid om diezelfde fietser weg te druk ken. Bij de herinrichtingsplannen voor de binnenstad geven wij op de Nieuwestad, op de Wirdumerdijk en in de Peperstraat al Ie aandacht aan de verbreding van het trottoirgedeelte, terwijl het trottoir aan de Nieuwestad z.z. drie keer breder is dan de trottoirs aan de Voorstreek. Bij de herinrichting van de Voorstreek kan de wens van de winkeliers, om de trottoirs wat breder te maken, niet gehonoreerd wor den omdat de stadsbus ruim baan moet hebben. In het rapport Voorstreek-Verkeer staat: "Gelet op de te verwachten intensiteiten op de Turfmarkt en het gebruik van kleinere bussen is er, ondanks dat hier ter plaatse geparkeerd wordt, voldoende rijbaanbreedte aanwezig om een goede doorstroming van de stads dienst te kunnen garanderen." Ook in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is meegedeeld dat er bij de herinrichting van de Tweebaksmarkt-Turfmarkt voldoende ruimte resteert voor de doorstroming van het verkeer. Beide stellingen zijn volgens mij niet juist, mijnheer de voorzitter. In het rapport Voor streek-Verkeer staat ook dat de huidige rijbaanbreedte van de Turfmarkt 4.60 meter is. De bussen heb ben een breedte van 2.30 meter. Wanneer een vrachtauto met een breedte van 2.40 meter of 2.50 meter op de Turfmarkt een bus wil passeren, dan zou ik niet weten hoe dat moet. De rijweg van de Schrans is erg smal geworden. Een woordvoerder van de FRAM verzuchtte dat de man nog geboren moet worden die de situatie nog beroerder kan maken dan op de Schrans het geval is. Op de Schrans is echter voor de fietser toch een vrij breed fietspad aangelegd. Het college wil van 's morgens acht uur tot 'savonds zes uur 260 stadsbussen laten rijden over de Voorstreek-Turfmarkt-Twee- baksmarkt. Voor de veiligheid van de fietser in dit gedeelte doen wij niets. Toch blijven wij met elkaar het fietsverkeer naar de binnenstad bevorderen. Bij het bespreken van het Uitvoeringsplan Binnenstad- Oost is duidelijk een tekort aan parkeerplaatsen aan deze zijde van de binnenstad vastgesteld. Met de busroute over de Tuinen-Turfmarkt zullen er voor de halte op de Tuinen parkeerplaatsen moeten worden ingeleverd, hetgeen stellig ook dient te geschieden voor de halte op de Turfmarkt. Zonder opheffing

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 4