10 Door de voorgenomen bouw van de fiets-/voetgangersbrug bij het Blokhuisplein - ik hoop dat die bouw binnenkort zal plaatsvinden - kan er een zeer aantrekkelijke fietsroute ontstaan. Het langzaam verkeer uit de hele zuid-oosthoek van de stad kan van die brug gebruik maken, wat volgens mij ook zal gebeuren. Die fietsroute naar het centrum van de stad - ik noem gemakshalve even de Peperstraat - loopt via dezelfde slalom bij de Ossekop-Uniabuurt. Wij voorzien daardoor grote conflicten. Als wij moeten kiezen, kiezen wij, geheel volgens het Structuurplan voor de Binnenstad, voor het langzaam verkeer en niet voor de doorgaande route zoals die in het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan vermeld staat. Men kan natuurlijk nooit in de binnenstad voor alle verkeerssoorten optimale voorzieningen tref fen, want het blijft vaak een kwestie van de pijn verdelen. Bij ons staat echter wel voorop dat het langzaam verkeer en het openbaar vervoer de eerste prioriteit hebben. Ik heb daartoe een motie ge maakt die als volgt luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 14 maart 1983, overwegende dat - de in het rapport Voorstreek-Verkeer voorgestelde doorgaande autoroute zuid-noord via Ossekop, Uniabuurt, Berlikumermarkt, Over de Kelders naar Eewal en Nieuweburen en omgeving uit oogpunt van verkeersveilig heid minder wenselijk is; - na realisering van de fiets-/voetgangersbrug over de Zuiderstadsgracht bij het Blokhuisplein het gebruik van de fietsroute via deze brug, Ossekop, Uniabuurt en Berl ikumermarkt naar verwacht mag worden aanzienlijk zal toenemen; - het alternatief voor de zuid-noord autoroute naar Eewal en Nieuweburen en omgeving via de Tweebaksmarkt, Turfmarkt en Tuinen z.z. in één zuid-noordrichting te verkiezen is boven de route via Ossekop-Over de Kelders, besluit - in combinatie met het openstellen in west-oostrichting voor autoverkeer van de Korfmakersstraat, het gedeelte Voorstreek o.z. tussen Korfmakers- straat en Wortel haven af te sluiten voor doorgaand autoverkeer en aldus alleen toegankelijk te maken voor langzaam verkeer en aan- en afvoerau- toverkeer; - de route Tweebaksmarkt-Turfmarkt-Tuinen z.z. in één (zuid-noord) rich ting open te (blijven) stellen voor autoverkeer. De motie is mede-ondertekend door de heer Niemeijer. Wat de busroute betreft kan ik mij aansluiten bij de sprekers die zich voor het voorstel van b. en w. hebben uitgesproken. Ik ondersteun hun argumenten, want het is een kwestie van de pijn verdelen. Wij weten allemaal dat de huidige situatie in de binnenstad voor een aantal functies, waaronder de onder wijsfunctie, niet ideaal is. De situatie bij de school is ook niet ideaal en zal dat naar mijn mening ook nooit worden. Natuurlijk kan er door het herinrichten van de Tweebaksmarkt-Druifstreek-Turfmarkt het een en ander aan die situatie verbeterd worden, maar ideaal wordt die nooit. Ten aanzien van de ge- luidshinderproblematiek en de overige verkeersveiIigheidsaspecten kan ik mij aansluiten bij de vorige sprekers. Mevrouw De Jong: Het voorstel van het college over de Korfmakersstraat vind ik niet de meest ide ale situatie, maar in de gegeven omstandigheden is het wel de meest juiste. Ik ben dan ook voor dat voorstel Wat de busroute betreft ben ook ik van mening dat het openbaar vervoer in de binnenstad hoort en dat het de mensen zo dicht mogelijk bij de winkels moet kunnen brengen. Ondanks het feit dat er mo menteel met kleinere bussen wordt gereden zijn er enorme knelpunten op de Tweebaksmarkt-Tuinen- Turfmarkt-Voorstreek. Afgaande op de tijdelijke maatregelen zoals die op dit moment gelden, kom ik tot de conclusie dat die meer ruimte bieden voor de veiligheid van met name voetgangers en fietsers, de meest zwakke groepen in het verkeer. Ik wil met klem bepleiten om deze situatie te handhaven. Een heel groot knelpunt wordt de parkeergarage van het Provinciehuis op de Tweebaksmarkt. Vlak daarbij ligt de school, waarvan ik mij bewust ben dat de plaats van die school een gegeven is. De situ atie is niet ideaal en zal dat ook niet worden, ook al zouden de bussen hier niet meer langskomen. Dat laatste wil ik bepleiten. De verkeersdruk die ontstaat door de parkeergarage van het Provinciehuis en door de 26 bussen die per uur over de Tweebaksmarkt rijden is teveel van het goede en is ook voor de 11 veiligheid van de kinderen niet meer verantwoord. Ik wil ervoor pleiten om de bussen de route te laten blijven rijden zoals zij die op dit moment rijden. De haltes Hoeksterpad en Blokhuisplein blijven gehandhaafd. Deze haltes liggen zo dicht bij het centrum dat het handhaven daarvan op die plaatsen verantwoord is. Ik wil er daarom voor pleiten de bussen niet weer langs de oude route te laten rijden. De heer Buurman: Wat punt 1betreft van de raadsbrief zijn wij er voorstander van om de huidige toestand te handhaven. Wij steunen derhalve het voorstel van b. en w. Ten aanzien van punt 2. van de raadsbrief menen wij dat een goede bediening door het openbaar vervoer voorop moet staan. Dit pleit ervoor om de route van het centrumgebied over de Voorstreek-Tui- nen z.z. en Tweebaksmarkt te laten lopen. Voor onder meer bejaarden is de afstand Oosterkade-Voor- streek nog vrij groot. De Voorstreek kan het busverkeer nu wel weer verdragen, gezien de versterking van de walmuren. De bezwaren van de winkeliers delen wij niet. Vroeger reden er toch ook bussen over de Voorstreek? Nu zijn er zelfs geluidsarme, kleine, smalle bussen. Houden de betrokken winkeliers wel voldoende rekening met hun belangen? Dan nog een opmerking over de Willem LodewijkschoolZonder bussen over de Tweebaksmarkt te laten rijden zijn de problemen ook groot. Elke 2\ minuut een bus betekent slechts een geringe toename van de totale intensiteit van het verkeer en van de daaruit voortvloeiende hinder. Gezien de ligging van de school zouden de problemen, die nu door de stadsbussen ontstaan, door andere maatregelen moe ten worden opgelost. Wij steunen ook wat punt 2. van de raadsbrief betreft het voorstel van b. en w. Het centrum moet voor een ieder zo goed mogelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De heer Geerts (weth.): De sprekers van de verschillende fracties hebben vrij uitgebreid de door hen voorgestane keuze gemotiveerd. Ik wil die motivaties niet allemaal herhalen. Trouwens, dat zou ook een herhaling zijn van de discussie die gevoerd is in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Ik wil volstaan met het aangeven van de hoofdlijnen van de ideeën van het college en daaraan wat con clusies verbinden. Wij willen graag dat er parkeerplaatsen in de binnenstad worden ontsloten, waarbij ik bijvoorbeeld denk aan de parkeerplaatsen op de Brol. Men moet natuurlijk wel bij die parkeerplaatsen kunnen komen, maar het mag niet zo zijn dat daardoor het doorgaande verkeer door de binnenstad wordt bevorderd. De route naar die parkeerplaatsen moet men dus wat minder logisch maken. Iemand die echt van deze par keerplaatsen gebruik wil maken zal die route dan moeten nemen. Daarom is de "moeilijke kronkel" bij de Ossekop ook geconstrueerd, zodat men bij die parkeerplaatsen kan komen waar men wil parkeren. Als wij het voorstel van de heer Van der Wal zouden volgen, dan zou er een pracht van een doorgaande route zuid-noord gecreëerd worden die dwars door de stad loopt. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij dat nu juist niet willen. In het verkeerscirculatieplan staat dat wij daarvoor de binnenstad-oosttan gent willen gebruiken. Het voorstel van de heer Van der Wal gaat dwars in tegen het gestelde in het verkeerscirculatieplan. Er moeten mogelijkheden gegeven worden om de bedoelde parkeerplaatsen te ontsluiten, maar de route daar naar toe moet niet zo ideaal zijn dat die het doorgaande verkeer uitno digt er ook gebruik van te maken. Daarom wil ik de raad ook voorstellen om niet voor de motie van de heer Van der Wal te stemmen. In mijn visie betekent zijn voorstel namelijk - ik kan het niet anders zien en ik denk dat de heer Van der Wal dat ook niet ontkent - dat er toch een doorgaande route door de binnenstad komt. Daar zijn wij niet voor. Dan kom ik bij het openbaar vervoer. Er zijn twee argumenten in de visie van b. en w. waarom het openbaar vervoer zo dicht mogelijk langs de binnenstad zou moeten rijden. Een van de argumenten zijn de halteplaatsen. Verschillende sprekers hebben daarop ook gewezen. Een aantal bejaarden moet ge bruik maken van de bus. Zij moeten zo dicht mogelijk bij de binnenstad kunnen uitstappen. In dit ver band past ook de vraag van de heer Janssen of er een halteplaats bij het hoofdpostkantoor kan komen. Ik kan nu niet op die vraag antwoorden, maar die kan onderdeel uitmaken van het overleg met de FRAM. De suggestie van de heer Janssen in dezen wil ik graag meenemen. Een halte op die plaats geeft moge lijkheden om meteen in het winkelgebied te komen. De heer De Jong heeft gezegd dat ik niet gemeend kan hebben dat het openbaar vervoer door de binnenstad moet. Ik meen dat wel, want ik vind namelijk dat het openbaar vervoer door de binnenstad moet opdat de passagiers zien dat de binnenstad er is en die binnenstad kunnen beleven. In het verleden zijn argumenten gebruikt die ervoor pleitten dat èn het openbaar vervoer èn het fietsverkeer op een goede wijze in de binnenstad kunnen komen. Welnu, daar wordt op deze manier voor gezorgd. (De heer De Jong: De zuidzijde van de Nieuwestad is ook verschrikkelijk mooi met zijn prachtig mooie Waag!) Als de Nieuwestad in de lijn had gelegen dan was het niet onlogisch geweest om daarover ook een bus route te laten lopen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 6