4
De heer Ten Hoeve: Ik zal een korte reactie op dit punt geven, mijnheer de voorzitter. De heer
Timmermans zou hierover namelijk het woord voeren, maar hij is plotseling wegens familie-omstandighe
den verhinderd. Wij zijn in hoofdzaak tevreden over het bestemmingsplan Huizum-West, deelgebied I.
Het is een goed bestemmingsplan en wij vinden dat het plan op deze manier moet worden uitgevoerd.
Het merendeel van de bezwaarschriften kan volgens ons afgehandeld worden zoals door het college is
voorgesteld
Wel willen wij enkele kanttekeningen maken bij het op bladzijde drie van de raadsbrief, onder
punt D, genoemde bezwaarschrift van het Buurtkomitee Smidsbuurt, de Buurtvereniging Hollanderwijk en
de Wijkvereniging Huizum-West, alsmede van het Platform Eén- en tweepersoonshuishoudens Leeuwar
den. Het bezwaarschrift handelt over de bebouwing/de toekomst van de Smidsbuurt. Mijn fractie hecht
er zeer aan dat er in de Smidsbuurt meer woonfunctie komt. Er is toch op andere plaatsen genoeg ruimte
om kantoorbouw te realiseren? Kan er in de voorschriften een ruimere vrijstellingsbevoegdheid voor wat
betreft woningen worden opgenomen? Kan er bovendien iets gezegd worden over de problemen die dit
eventueel kan opleveren in verband met de complexe eigendomsverhouding? Wij vinden dat dit gebied
niet in gedeelten moet worden aangepakt maar dat, wanneer er een bouwplan - bijvoorbeeld woning
bouw, kantorenbouw of anderszins - uitgevoerd moet worden, het totale gebied aangepakt moet worden.
Tenslotte willen wij graag geïnformeerd worden over de reële mogelijkheden met betrekking tot bij
voorbeeld de 80%-regeling en de lokatie-subsidie.
De heer Sijbesma: Ook van onze kant een korte reactie, mijnheer de voorzitter. Dit punt is een
aantal keren in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde geweest. In de raad is dit punt
voor het laatst in maart 1980 aan de orde geweest en toen zijn de ontwikkelingen voor dit gebied vast
gelegd. Probleem was toen dat wij niet of nauwelijks in aanmerking zouden kunnen komen voor de 80%-
regeling. Als mijn informatie juist is dan is in deze situatie niets veranderd. Een ander bijna vaststaand
feit op dat moment was dat er een plan was dat paste in de ontwikkeling zoals wij die toen hebben vast
gesteld. Dat plan is echter niet doorgegaan en erkend moet worden dat het waarschijnlijk moeilijk zal
zijn om dit plan alsnog op die manier gerealiseerd te krijgen. Desalniettemin vindt mijn fractie dat ten
aanzien van het bestemmingsplan zoals dat nu aan ons is voorgelegd consistent is voortgebouwd op de
uitspraken die de raad in maart 1980 heeft gedaan. Wat ons betreft kan het plan als zodanig dan ook
worden vastgesteld, wat betekent dat wij de reactie van het college op de bezwaarschriften overnemen.
Inmiddels is er in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening uitvoerig gesproken over een groter
aantal woningen in dit gebied. Daartoe is ondertussen door de wijk een plan ontworpen dat op de secre
tarie aanwezig is. Ik heb niet kunnen nagaan hoe het gehalte van dat plan is, in die zin namelijk of het
plan gemakkelijk te realiseren is. Ik krijg de indruk van niet, want volgens mij lopen wij met dit plan
tegen de bestaande eigendomsverhoudingen aan. Er moet echter wel iets gebeuren. Uit de brief van de
Dienst Stadsontwikkeling, die ook handelt over de bezwaarschriften, heb ik begrepen dat er nog be
paalde berekeningen moeten worden gemaakt. Ik wil het college verzoeken om die berekeningen wel te
laten maken en, zodra deze klaar zijn, in de Commissie voor het Grondbedrijf aan de orde stellen. Dit
punt verdient het namelijk wel om zo vlug mogelijk te worden ingevuld, want de situatie staat er belab
berd voor.
De Voorzitter: De brief van het Platform Eén- en tweepersoonshuishoudens Leeuwarden (PEL), die
voor de raad ter inzage is gelegd, vormt mede onderwerp van discussie.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Mijn fractie kan akkoord gaan met de wijziging van de planvoor
schriften en met het gegrond verklaren van de bezwaarschriften zoals die genoemd staan onder de punten
A en B op de bladzijden één en twee van de raadsbrief. Wij gaan ook akkoord met de motivering van
het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift dat genoemd staat onder punt C op bladzijde twee van
de raadsbrief. Ten aanzien van dit laatste bezwaarschrift willen wij wel graag de toezegging hebben dat
reclamant zo nodig inlichtingen en voorlichting kan krijgen als hij gebruik zou willen maken van een
recht op planschade of een dergelijke regeling.
Het moeilijkste punt is natuurlijk de Smidsbuurt, al jarenlang een moeilijk oplosbaar probleem
waarover ook al vaak is gesproken. Het gaat om een lelijke hoek zoals die er nu bij ligt. In het struc
tuurrapport wordt aan deze hoek de kwalificatie "winkels/dienstverlenende bedrijven" toegedacht, aan
sluitend aan de functie van het eerste gedeelte van de Schrans en daarachter grenzend aan de woonbe
stemming van de Hollanderwijk. Wij hebben altijd aangedrongen op een zakelijke bestemming, zoals
winkels, kantoren en/of bedrijven, niet alleen op financiële gronden maar ook vanwege de ligging van
het gebied dichtbij het stadscentrum, het NS-station en het busstation. In maart 1980 stonden wij dan
ook achter model drie waarin de zakelijke bestemming hoofdzaak is en op grond waarvan het bestem
5
mingsplan is gemaakt. Jammer dat het plan toen niet is gerealiseerd. Wij kunnen echter instemmen met
het voorstel van het college voor wat betreft het bezwaar van de Smidsbuurt. Het plan dat de Smidsbuurt
heeft ingediend willen wij nog wel graag nader bekijken op de mogelijkheid of het op deze wijze in het
bestemmingsplan zou kunnen worden gerealiseerd. Wij gaan akkoord met de gemengde bestemming voor
de Smidsbuurt, met het accent op de zakelijke bestemming met eventueel een woonfunctie boven en aan
de achterzijde van de panden.
De heer Van der Wal: Op één uitzondering na zijn wij het eens met de raadsbrief. Over het alge
meen vind ik het wel een goed bestemmingsplan. Er verandert niet zo gek veel, behalve dan bij de
Wijnhornsterstraat waar de Nederlandse Spoorwegen een parkeerterrein ten behoeve van het Park-and-
Ride systeem willen realiseren. Daardoor zal de Wijnhornsterstraat als het ware worden verlegd. Mijn
vraag is hoe het staat met de realiseringskansen van het Park-and-Ride systeem met daaraan gekoppeld
de voor de Hollanderwijk belangrijke verlegging of eigenlijk verplaatsing van de Wijnhornsterstraat.
Misschien kan de wethouder daarover de huidige stand van zaken geven. Met de beantwoording van de
bezwaarschriften zoals die genoemd staan onder de punten A, B en C op de bladzijden één en twee van
de raadsbrief gaan wij akkoord.
Dan kom ik nu bij de Smidsbuurt. In maart 1980 lagen er in deze raad drie modellen ter beoorde
ling, waarvan er eigenlijk nu nog twee meespelen: het bewonersmodel, hoofdzakelijk wonen met een
kleine zakelijke bestemming, en een model op basis van een destijds concreet bouwplan, hoofdzakelijk
kantoren met een beetje woningen. Ook toen was ons standpunt al dat men bij het ruimtelijk beleid het
oordeel niet teveel moet laten afhangen van plannen die op dat moment naar boven komen. Bovendien
zien wij en ook de bewoners de bestemming wonen op deze plaats erg goed zitten. De kantorenfunctie op
deze plaats en in deze vorm zagen wij in maart 1980 niet zitten. Wij hebben dan ook destijds voor het
bewonersplan gestemd en tegen het plan op basis van kantoren vestiging. Het plan van de projectontwik
kelingsmaatschappij is om allerlei redenen niet doorgegaan. Nu zitten wij eigenlijk met de gebakken
peren. Op zich hebben b. en w. juist gehandeld door op basis van de eerdere raadsuitspraak het be
stemmingsplan vast te stellen, alleen de grond waarop destijds de raad tot die keuze is gekomen is aan
het plan ontvallen. Mevrouw Brandenburg heeft in dat verband ook opgemerkt dat haar fractie destijds
om louter pragmatische redenen voor het kantorenplan heeft gestemd. De pragmatische reden is nu ver
vallen en op dit moment lijkt het veel reëler om van een woonbestemming uit te gaan.
Van dezelfde projectontwikkelaar ligt er nu een plan dat bestaat uit 112 woningen en 1 .200 m2
kantoorruimte. Een woonplan dus met een ondergeschikte zakelijke bestemming en met 85 parkeerplaat
sen. Mede in het licht van de 80%-regeling, die nu wel weer naar het schijnt van toepassing is voor
Leeuwarden - de heer Ten Hoeve heeft hier ook naar gevraagd - lijkt de nadruk op de functie wonen in
dit gebied de meest haalbare zaak. Natuurlijk is het zo dat er op het ogenblik een complexe eigen
domssituatie is, maar het ware waarschijnlijk ook beter geweest dat het bestemmingsplan in dit verband
een paar maanden later ter visie was gelegd, want dan was het probleem ondertussen misschien opgelost
geweest. Maar zo goed is het plan niet getimed en nu zitten wij voor het feit dat wij een ruimtelijk be
leid voor met name dit markante punt in de stad moeten vaststellen. Wij houden vast aan onze oorspron
kelijke opstelling, die ook na drie jaar de juiste is gebleken. Om die redenen dien ik per motie een
wijziging op het bestemmingsplan in. De motie luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op dinsdag 5
april 1983,
behandelende de vaststelling van het bestemmingsplan Huizum-West, deel
gebied I (bijlage nr. 121),
overwegende de bezwaren die tegen dit bestemmingsplan zijn ingediend door
het Buurtkomitee Smidsbuurt, de Buurtvereniging Hollanderwijk en de Wijk
vereniging Huizum-West, alsmede door het Platform Eén- en tweepersoons
huishoudens Leeuwarden,
besluit:
- de bezwaren, genoemd onder D van de raadsbrief, gegrond te verklaren;
- het bestemmingsplan als volgt te wijzigen:
artikel 15, Gemengde Doeleinden, onder B, sub I: "op of in deze gron
den mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van winkels, ambachtelijke
bedrijven en/of dienstverlenende bedrijven of instellingen worden ge
bouwd, in combinatie met woningen, met dien verstande dat 75% van het
totale vloeroppervlak van de hoofdgebouwen zal bestaan uit woonhui-
II.
zen
- een wijzigingsbevoegdheid van het college van b. en w. op te nemen die