11 De heer Sijbesma: Ik wil nog even reageren op de motie van de heer Van der WalHij zegt dat er om pragmatische redenen in 1980 voor een bepaald uitgangspunt is gekozen. Toen was er inderdaad een plan, maar vooraf was geconstateerd dat een andere oplossing, met name in de woningsfeer, financieel niet haalbaar was. Op dit moment is dat nog het geval, hoewel de wethouder mogelijk wat openingen ziet. Wij doen er verstandig aan om het bestemmingsplan vast te stellen zoals dat nu aan ons is voorge legd en zoals wij dat in het verleden ook hebben uitgewerkt. Er is nog geen plan gerealiseerd, de on mogelijkheid van een haalbaarheid is daarmee echter nog niet aangetoondWij moeten dat spoor vol gens mij open laten. Ik heb er goede nota van genomen dat de wethouder op mijn voorstel heeft gerea geerd om ook in een andere richting te gaan werken. Als de heer Van der Wal en mevrouw De Jong zeggen dat er een plan ligt, dan zeg ik dat er nog geen plan ligt. Wij hebben enige tekeningen gezien, maar een en ander moet nog helemaal doorgere kend worden. Zodra dat rond is is er sprake van een plan. Als het plan reëel is dan horen wij dat van de wethouder. Wij zullen tegen de motie van de heer Van der Wal stemmen. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij hebben goede nota genomen van hetgeen de wethouder heeft gezegd. Wij zijn nu nog wel voor een zakelijke bestemming, maar mocht er een reële mogelijkheid ko men om de Smidsbuurt anders op te vullen, dan zullen wij ons daarover natuurlijk ook weer een mening vormen. Op dit moment hebben wij zeker geen behoefte aan de motie van PAL. Wij wachten de moge lijkheden verderaf. (De heer Van der Wal: Het is de VVD lood om oud ijzer.) De heer Geerts (weth.): Het woord "voorbarig", dat ik in eerste instantie heb genoemd en waar de heer Van der Wal op gereageerd heeft, wil ik nog wel even uitdiepen. De heer Van der Wal heeft vol komen gelijk dat wij nu een besluit nemen over een bestemmingsplan. Als de heer Van der Wal echter zegt dat wij het allemaal anders moeten doen, dan moet hij nu een motie indienen om de zaak te wijzi gen. Het uitgangspunt van het college is dat, als te realiseren valt wat nu in het bestemmingsplan staat, dat een goede invulling van het gebied is. Het is echter ook mogelijk dat wij, als wij namelijk de 80%- regeling straks kunnen toepassen, in dit gebied meer woonbebouwing kunnen realiseren. Wij moeten dar wel allerlei dingen weten over bijvoorbeeld de exploitatie en de verwerving. In dat kader heb ik ge zegd dat de wijziging voorbarig is nu wij bepaalde dingen nog niet weten. (De heer Van der Wal: Het gaat erom welk beleid je wilt.) Dat heb ik al gezegd, als het plan zoals het er nu ligt realiseerbaar zou zijn dan zullen b. en w. daar wel achter staan. Dan het punt of dit plan wel ter visie gelegd had moeten worden. Dit plan maakt natuurlijk deel uit, hoewel een klein onderdeel, van het bestemmingsplan Huizum-West. Wij willen bijzonder graag dat wij bestemmingsplannen zo gauw mogelijk vaststellen, want de raad weet wat de waarde daarvan is. Het was in dit geval ook zo dat de voorbereidingsbescherming dreigde te vervallen als wij het plan nu niet ter visie legden. Daarom is het plan ook ter visie gelegd. Over de procedure dienaangaande is met de wijk uitgebreid gesproken. Als men overweegt om een bestemmingsplan niet ter visie te leggen, dan moet men daar een reden voor hebben, namelijk dat men op korte termijn verwacht dat zich ontwikke lingen voordoen die een wijziging zullen veroorzaken. Die verwachting heeft op dit moment nog geen grond en is er dus ook niet voldoende reden om dit bestemmingsplan niet ter visie te leggen. Ik wil met de heer Van der Wal geen discussie aangaan, die nogal speculatief van karakter is, of een plan met een wijzigingsbevoegdheid zoals hij die aangeeft wel de goedkeuring van Gedeputeerde Staten kan krijgen. Ik heb de indruk dat wij die goedkeuring weieens niet zouden kunnen krijgen, maar dat is en blijft wat speculatief. Het is niet bewezen dat er geen behoefte meer is aan kantoren. Er ligt een Kantorennota waarin nog wel degelijk sprake is van een bepaalde behoefte in de kantorenbranche. Als dit plan op deze wijze valt te realiseren, dan zou dat een goede zaak zijn. Maar als er zi ch andere mogelijkheden voordoen, dan zullen wij daarop inspelen en dan zal de raad te zijner tijd daar over worden ingelicht. De Voorzitter: Dan breng ik nu de motie van de heren Van der Wal en Niemeijer in stemming. De motie van de heren Van der Wal en Niemeijer wordt verworpen met 26 tegen 5 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PAL en D'66.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg gingen van de wethouder en met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht te hebben ge stemd tegen het onderdeel Smidsbuurt. Punten 11 t.e.m. 15 (bijlagen nrs. 116, 131, 122, 129 en 123). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage nr. 125). De Voorzitter: Dit punt luidt: Jaarrekening 1981 Stichting Kinderdagverblijven en Buitenschoolse Opvang Leeuwarden. De heer IJestra: Met het voorstel zoals dat voor ons ligt zal mijn fractie akkoord gaan. Mijn fractie heeft wel behoefte om het college er op te wijzen dat het overschrijden van toegekende subsidies nauw lettend in de gaten dient te worden gehouden. Wij hebben hier te maken met het saneren van een nega tief vermogen. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden heb ik van wethouder Heere begrepen dat de administratie van de Stichting Kinderdagverblijven en Buitenschoolse Opvang Leeuwarden niet op professionele wijze is uitgevoerd. Ik wil het college er met klem op wijzen dat het zijn plicht is het be heer van de geldmiddelen te bewaken en zich tussentijds van de stand van zaken dienaangaande op de hoogte te stellen. Hiermede kan worden voorkomen dat raadsleden pas op het laatste moment met deze problematiek worden geconfronteerd. De heer Boelens: Ik wil ook een opmerking maken over het saneren van het vermogen van de Stich ting Kinderdagverblijven en Buitenschoolse Opvang Leeuwarden. Wij kunnen ons voorstellen dat, wan neer de stichting erin geslaagd is om een nieuw bestuur te krijgen - op zich is het altijd moeilijk om een nieuw en deskundig bestuur te krijgen -, dat bestuur met een schone lei begint. Wij hebben ten aanzien van het onderbrengen van de administratie bij de Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW) in de Commis sie voor Welzijnsaangelegenheden al de vraag gesteld of het bestuur van de stichting niet bij machte is om de administratie zelf te organiseren. Wij willen dan ook aan het college vragen dat er voortaan, wanneer er een directeur wordt aangesteld, niet alleen op agogische kwaliteiten en waarden wordt gelet maar ook op financiële en organisatorische kennis van zaken en verantwoordelijkheden. De Voorzitter; Wij zijn het met beide sprekers eens en ik kan hun de verzekering geven dat wij al les in het werk zullen stellen dat een en ander zich in de toekomst niet weer herhaalt. De heer Schagen: Hoe denkt u invloed te willen uitoefenen op de benoemingsprocedures van de on afhankelijke stichtingen, mijnheer de voorzitter? De Voorzitter: Wanneer wij twijfelen aan het nakomen van bepaalde spelregels is het gebruikelijk dat wij overleg plegen met het desbetreffende bestuur. In het geval waar het hier om gaat is het bestuur autonoom om diegene aan te wijzen waarvan het bestuur meent dat die persoon op de betreffende plaats moet zitten. Als wij terechte opmerkingen maken en het bestuur zou daar geen rekening mee kunnen of willen houden dan zullen wij op andere wijze, bijvoorbeeld in de subsidievoorwaarden, zodanige maat regelen moeten treffen dat toch datgene wordt nagekomen dat de sprekers hier zopas noemden. De heer Schagen: Maar daarbij kunt u geen invloed uitoefenen op het benoemingsbeleid. De Voorzitter: Ik heb duidelijk gezegd hoe wij erover denken. Ik begrijp dat de heer Schagen het daarmee eens is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 17 en 18 (bijlagen nrs. 124 en 126). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 127). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Verlenen van medewerking bij de uitbreiding van het clubge bouw van de plankzeilvereniging De Wielen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 6