De matigingspolitiek heeft de verzorgingsstaat niet veilig gesteld. Een nog verdere aantasting van ver worven sociale rechten dreigt. De groep van mensen die men tot de zwakkeren zou kunnen rekenen wordt steeds groter. De financiële en daarmee sociale bestaansvoorwaarden van deze groep worden uit gehold door voorstellen en maatregelen als: - opnieuw 5% inleveren door de minima; - afschaffen van bijstand voor 16- en 17-jarige thuiswonenden; - afschaffen van de WWV voor mensen onder de 23; - 10% verlaging van minimumjeugdlonen; - eigen bijdrage voor ziekenfondspatiënten, enz., enz. Gezondheidszorg, culturele activiteiten, rechtshulp, vervoer, huisvesting: al deze voorzieningen be ginnen weer een voorrecht voor de beter gesitueerden te worden. Een eerlijker verdeling van inkomen willen wij? In de plannen voor de wijziging van het sociale zekerheidsstelsel lijkt het alles omvattende doel geworden om de dagelijks groeiende stroom van uitke ringstrekkers minder te betalen tot op een zo laag niveau dat een menswaardig bestaan bedreigd wordt. De grens van pure armoede komt voor veel mensen angstwekkend dichtbij Solidariteit met zwakkeren? Door het uitgekiende, koele en asociale beleid van rechts (WD en CDA), wordt de solidariteit op alle manieren ondermijnd: werkenden en mensen met een uitkering, jon geren en ouderen, mannen en vrouwen, Nederlanders en buitenlanders, worden schaamteloos tegen el kaar uitgespeeld. In plaats van een verbetering van sociale bestaansvoorwaarden, wordt de bevrijding van allerlei onderdrukkende verhoudingen in de weg gestaan. Het traditionele gezin is weer troef: op echtscheiding en op zelfstandig wonen van jongeren wordt armoede als straf gesteld. In plaats van op te groeien onder sociale verhoudingen waarin solidariteit het uitgangspunt is, worden de jongeren van nu in het nauw gedreven. Zij hebben niets meer te veroveren en niets meer te verliezen. Voor de jongste generatie zal alleen nog gelden: vechten voor je zelf in plaats van opkomen voor elkaar, rancune in plaats van solidariteit, haat in plaats van idealen. Ziedaar de ruimte voor rechts-extreme avonturiers. Voeg bij deze omstandigheden de geneigdheid van deze regering de nu al volstrekt niet toereikende budgetten van de gemeente steeds verder naar beneden te schroeven en je hebt de voorwaarden waaron der je vrijwel onmogelijk gemeentelijk beleid kunt maken dat gestoeld is op solidariteit en gericht is op een meer gelijke verdeling van arbeid, kennis, inkomen en macht. Onze opvattingen over het zojuist geschetste regeringsbeleid hebben wij neergelegd in de volgende motie. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 en 12 april 1983 ter behandeling van het ontwerp-beleidsplan 1983-1987, overwegende dat: - de rijksoverheid er steeds meer toe overgaat haar bezuinigingen op een onevenredige wijze af te wentelen op het gemeentelijk niveau; - het door de huidige regering gevoerde financieel en sociaal-economisch beleid feitelijk leidt tot een toename van de werkloosheid en onaanvaard bare afbraak van het stelsel van sociale zekerheid en geen perspectief biedt op een effectieve bestrijding van de huidige economische crisis; - het sociaal-economisch beleid van deze regering omgebogen dient te wor den naar daadwerkelijke bestrijding van de werkloosheid door middel van een gericht stimuleringsbeleid; - verzet geboden is tegen het genoemde regeringsbeleid, besluit het sociaal-economisch beleid van de rijksoverheid in het algemeen en het politiek-financieel beleid ten aanzien van de gemeenten in het bij zonder af te keuren en hiervan blijk te geven aan het parlement en de rege ring. De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal Het is een uiterst somber en ook pessimistisch stemmend beeld dat zojuist door mij geschetst is. An derzijds zijn er ook duidelijk hoopvol stemmende tendensen aanwezig. Ik doel dan met name op de steeds krachtiger wordende oppositie van vakbeweging en nieuwe sociale bewegingen, bijvoorbeeld van vrouwen tegen het patriarchaat, van homo's tegen overheersende heteronormen, van buitenlanders tegen discriminatie, maar ook bijstandsvrouwen die zich organiseren, uitkeringsgerechtigden die zich samen sterk maken, arbeidsongeschikten die voor hun rechten op komen en ga zo maar door. De zware opgave om onder de huidige omstandigheden een gemeentelijk beleid te voeren dat verder gaat dan puur defen sief verdedigen wat er is, kan ons inziens alleen maar aangrijpingspunten vinden in een nauwe samen werking met deze sociale bewegingen. Een samenwerking die zich op lange termijn richt op het door breken van de machtsverhoudingen. Daar het zich niet laat aanzien dat de resultaten direct zichtbaar zijn door meer geld in het laatje, zal het op korte termijn gaan om een samenwerking teneinde met (te) beperkte financiële middelen een zo links mogelijk gemeentelijk beleid te voeren. Het zal toch over duidelijk zijn dat voor deze samenwerking gericht op linkse politieke machtsvorming, een ondubbelzin nig afwijzen van samenwerking met rechts, ook op lokaal niveau, een voorwaarde is. Uit krantenberichten bleek ons dat bij sommigen in de PvdA de opvatting schijnt te leven dat sa menwerking met het CDA op lokaal niveau juist nu van groot belang is, omdat dit zou kunnen leiden tot een afwijzing door lokale CDA-bestuurders van hun eigen landelijk CDA-regeringsbeleid. Dit zou de meest effectieve strategie zijn om de hechte landelijke rechtse samenwerking te doorbreken. Die opvat ting delen wij bepaald niet. Ten eerste zit het CDA in Nederland bijna overal in de colleges van b. en w. en dit heeft er tot nu toe toe geleid dat het rijk deze uiterst loyale gemeentebesturen zonder noe menswaardige tegenstand onevenredige bezuinigingen heeft kunnen opleggen. Ook de samenwerking tussen CDA en PvdA in Leeuwarden heeft tot nog toe in onze ogen niet geleid tot een ondubbelzinnig afwijzen van en verzet tegen deze bezuinigingspolitiek. Maar wie weet leidt de zojuist door ons inge diende motie tot meer duidelijkheid op dit punt. Ten tweede, dit telt voor ons eigenlijk het zwaarst, legt deze "visie" de nadruk op de parlementaire beïnvloeding van dit rechtse kabinet, terwijl de kracht van links op dit moment daar niet ligt, zeker niet nu CDA en WD samen een meerderheid in de Kamer hebben. Eensgezinde samenwerking van links, van partijen en al die brede sociale bewegingen die veel en veel meer mensen organiseren en aanspreken dan de "enge" partijpolitiek, moet het antwoord zijn op het huidige beleid. Dat is dus heel wat anders dan eisen van sociale bewegingen af te zwakken of zelfs tegen te werken omdat straks weer met het CDA geregeerd moet worden. Dat ook de genoemde sociale bewegingen de gemeenten aan hun kunt willen vinden blijkt uit een vandaag aan ons overhandigd manifest van het No-nonsense-overleg. Naast een algemeen protest tegen het crises-bevorderende bezuinigingsbeleid vragen zij gemeentelijke uitspraken op een tweetal punten: - de noodzaak van verhoging van de minimum-uitkering; - opschorting dan wel afschaffing van de sollicitatieplicht. Zoals bekend heeft mijn fractiegenoot Siemonsma al bij de afdelingsvergadering duidelijk gemaakt dat de PAL-fractie vindt dat een gemeentelijke standpuntbepaling over beide zaken dringend noodzakelijk is en niet achterwege mag blijven. Per slot van rekening wordt de gemeente met haar Gemeentelijke Sociale Dienst hier voortdurend mee geconfronteerd. De bijstandsmoeders hebben bij hun landelijke en ook gemeentelijke acties hun eisen met duidelijke berekeningen onderbouwd. Die zijn simpel en moei lijk te weerspreken: zo heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau al in 1979 berekend dat met name de bijstandsmoeders een tekort van 200,per maand hadden. Door prijsstijgingen en kortingen die sinds dien zijn toegepast is dat bedrag tot 400,-- opgelopen. Het zal duidelijk zijn dat het voor minimum loners en andere uitkeringstrekkers die het met vergelijkbare bedragen moeten doen, net zo beroerd ge steld is. De, nu nog, kleine linkse fracties in de Kamers hebben duidelijk met berekeningen laten zien dat de eisen voor verhoging van de minimum-uitkeringen en minimum-lonen haalbaar zijn. Wij willen de raad dan ook door middel van de volgende motie een uitspraak vragen om deze gerechtvaardigde eis te ondersteunen "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 en 12 april 1983 ter behandeling van het ontwerp-beleidsplan 1983-1987, overwegende dat: - het steeds duidelijker wordt hoe slecht de situatie is van hen die van een uitkering op bijstandsniveau moeten zien rond te komen; - onder druk van de bezuinigingen en stijgende woonlasten hun positie zo danig is verslechterd dat veelal van armoede gesproken kan worden; - in het bijzonder voor alleenstaande bijstandsouders de mogelijkheden om uit deze positie te geraken vrijwel nihil zijn door een minimale kans op werk en door onvoldoende betaalbare kinderopvang; - genoemde positie nog verder aangetast dreigt te worden door de voorge stelde maatregelen inzake uitkeringen, kinderbijslag en de inhouding van bijverdiensten, is van mening dat de voorgestelde verslechteringen tegengegaan moeten worden en dat tegelijkertijd gestreefd moet worden naar een aanzienlijke verhoging van het bijstandsniveau, verzoekt het college van burgemeester en wethouders deze mening ter kennis te brengen van regering en parlement." De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal Hcr.wel naar de mening van de PAL-fractie het recht op inkomen en uitkering gekoppeld dient te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 12