25 L zijn aan arbeid, vinden wij het in de huidige omstandigheden, 700.000 werklozen bij 20.000 vacatures - in Leeuwarden momenteel 5.400 (17,5%) werklozen bij +60 (0,2%) vacatures -, maatschappelijk on verantwoord en eigenlijk belachelijk om vast te houden aan de sollicitatieplicht voor het verkrijgen van het recht op een uitkering. Mijn fractie is er voorstander van, gegeven de huidige werkloosheidscijfers, de sollicitatieplicht op te schorten. Onder de huidige omstandigheden lijkt het ons bepaald niet nodig door middel van sollicitatiebrieven en afwijzingen aan te tonen dat je buiten je schuld werkloos bent. Maatschappelijke noodzaak voor die sollicitatieplicht is er dus op dit moment niet. Ook zonder sollici tatieplicht zijn er voor elke baan voldoende gegadigden. Moreel is het onaanvaardbaar mensen voortdurend te dwingen in een situatie te leven waarin ze heen en weer geslingerd worden tussen hoop en het gevoel weer gefaald te hebben. Om ons standpunt hierover aan de regering kenbaar te maken dien ik hierbij de volgende motie in. "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 en 12 april 1983 ter behandeling van het ontwerp-beleidsplan 1983-1987, overwegende dat: - aan de gemeente is opgedragen de uitvoering van de sociale zekerheids wetten WWV, RWW, etc.; - de centrale overheid in haar wetgeving een sollicitatieplicht heeft vast gelegd voor diegenen die een sociale uitkering genieten; - in Leeuwarden er 5400 geregistreerde werklozen zijn en slechts 60 vaca tures, is van mening dat de kans op werk langzamerhand een illusie is en dringt er bij de centrale overheid op aan de sollicitatieplicht op te schorten, verzoekt het college van burgemeester en wethouders deze motie ter kennis te brengen van regering en parlement." De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. Nog erger vinden wij het verschijnsel "strafkortingen" die aan mensen opgelegd kunnen worden, als zij zich naar de mening van de Gemeentelijke Sociale Dienst niet gedragen zoals zij zich zouden moe ten gedragen, bijvoorbeeld door het niet nakomen van de sollicitatieplicht. Het is toch voor iedereen duidelijk dat niet valt te leven als op een toch al veel te lage uitkering ook nog eens 5%-10% wordt gekort. Mijn fractie vind het dat het niet aangaat om mensen in dergelijke omstandigheden te brengen en ook nog eens de schijn te wekken dat bij beter gedrag de mogelijkheid om werk te krijgen groter zou zijn. Bovendien heeft onderzoek, dat verricht is bij de Gemeentelijke Sociale Dienst in Den Helder naar de effecten van strafkortingen, ook nog eens aangetoond dat deze niet het beoogde effect hebben. De gemeente heeft niet de plicht een kortingenbeleid te voeren. Wij willen de raad dan ook voorsteller enerzijds er bij de regering op aan te dringen maatregelen te nemen die het middel "strafkorting" af schaft en anderzijds, vooruitlopend daarop, een zodanig beleid te voeren dat in geen enkele situatie een uitkering zodanig verlaagd wordt dat de betrokkene daardoor een uitkering ontvangt die lager is dan de zogenaamde normuitkering. Ook hiervoor hebben wij een motie gemaakt die als volgt luidt. "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 en 12 april 1983 ter behandeling van het ontwerp-beleidsplan 1983-1987, overwegende dat: - het aantal vacatures in geen enkele verhouding staat tot het aantal werk zoekenden; - strafkortingen op uitkeringen, bijvoorbeeld omdat niet in voldoende mate voldaan is aan de sollicitatieplicht, blijkens onderzoek niet tot effect hebben dat sneller werk verkregen wordt; - na toepassing van een strafkorting op een minimumuitkering een bedrag resteert waarvan redelijkerwijs verondersteld kan worden dat daarmee geen menswaardig bestaan gegarandeerd wordt, spreekt als zijn mening uit: 1dat het middel van de strafkorting voor WWV- en RWW-uitkeringen onder de huidige omstandigheden als onrechtvaardig en ondoelmatig beschouwd moet worden; 2. dat het uitgangspunt bij toepassing van beleid zal zijn dat het niet vol doen aan de sollicitatieplicht in ieder geval op dit moment geen grond vormt voor strafkortingen; 3. dat ook overigens de gemeente Leeuwarden het beleidsuitgangspunt zal hanteren dat in geen enkele situatie een zodanige strafkorting toegepast zal worden dat betrokkenen daardoor een uitkering ontvangen die lager is dan de zogenaamde normuitkering, verzoekt de regering maatregelen te nemen om het toepassen van strafkortin gen te be'éindigen De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. Tijdens mijn algemene beschouwingen over het beleidsplan 1982-1986 ben ik uitvoerig ingegaan op het falende sociaal-economisch beleid van de regering, op de alternatieven die vanuit de vakbeweging en de linkse politieke partijen worden aangedragen, maar vooral ook op de noodzaak een gemeentelijk werkgelegenheidsbeleid te voeren, hoe miniem de marges daarin ook voorzien. Sindsdien is er wel de gelijk het een en ander veranderd. Het belang daarvan wordt nu breed gesteund in de raad en er is een Commissie voor de Werkgelegenheid ingesteld. Ik wil op de inhoud van dit beleid niet al te uitgebreid ingaan, de PAL-fractie komt binnenkort met een notitie hierover. Vooruitlopend daarop wil ik wel twee punten aanstippen die in alle discussies, die tot nog toe gevoerd zijn, terugkomen. Ten eerste is dat het door rechts ontdekte fenomeen van de deregulering dat, als dat zich doorzet op de manier zoals daar nu door sommigen over gedacht wordt, een regelrechte ondermijning betekent van de voor gemeenten toch vaak al geringe mogelijkheden om een verantwoord ruimtelijk beleid en milieubeleid te voeren. Het kan best zo zijn dat in bepaalde wetten en voorschriften uitwassen gegroeid zijn die voorzichtig weggesnoeid kunnen worden, maar het gevaar is levensgroot aanwezig dat deregu lering misbruikt wordt als dekmantel voor versoepeling van allerlei normen waarvan gebleken is dat ze eerder strenger zouden moeten worden. Want wie roepen er bijvoorbeeld om versoepeling van milieunor men? Precies, die bedrijven die kans hebben gezien onze bodem illegaal en soms zelfs legaal vol met gif te stoppen Op het eerste gehoor klinkt het wijsje van hen die willen dereguleren best sympathiek: minder be tutteling, minder bureaucratische rompslomp, meer ruimte voor eigen initiatieven. Het is alsof het let terlijk uit onze PAL-nota over directe democratie Beslis zelf is overgenomen. Maar bij de deregulering zoals rechts die voorstaat zitten heel wat adders onder het gras: daar gaat het niet om het spreiden van macht naar meer mensen en niet om het gelijker maken van kansen voor mensen, maar om het tegendeel. In onze samenleving, die doortrokken is van vele vormen van ongerechtvaardigde ongelijkheid, is regelgeving onmisbaar om te voorkomen dat geprivilegieerden kans zouden zien hun voorrechten veilig te stellen of zelfs uit te breiden ten koste van anderen. Als deregulering in een adem genoemd wordt met privatisering komt er nog een risico bij: het vacuüm dat door een te grote terughoudendheid van de overheid ontstaat wordt opgevuld door al te gretige particuliere initiatiefnemers die zich maar al te vaak, gedwongen door concurrentie, niet zo strikt aan regels houden van milieu, veiligheid, gezond heid en arbeidsomstandigheden. Verminderen van overheidsinvloed is akkoord, maar dan met het oog op de vergroting van de macht van alle direct betrokkenen en versoepeling van die regels waarin mensen onnodig belemmerd worden in activiteiten waar derden geen last van ondervinden. Maar geen deregule ring gedicteerd door het VNO. Het tweede punt waar ik met betrekking tot het werkgelegenheidsbeleid iets over wil zeggen is de door verschillende fracties tijdens een van de afdelingsvergaderingen bepleite maatregel om vacatures alleen nog maar aan te bieden voor 32 uur of minder. Ik wil beginnen met vast te stellen dat zowel de inkomens als de arbeid binnenshuis en buitenshuis rigoureus herverdeeld zullen moeten worden. Uit gangspunt van PAL is dat ieder mens er een is en niet de helft van een paar, met andere woorden dat de werkweek zolang moet zijn dat dit gecombineerd kan worden met werk binnenshuis en dat inkomens geen kostwinnersinkomens meer zullen moeten zijn. Om die situatie te bereiken moet er drastische arbeids tijdverkorting plaatsvinden - geregeld via landelijke CAO's - en individualisering van inkomens en uit keringen. Een maatregel om alle vacatures voor 32 uur aan te bieden komt aan deze uitgangspunten niet tegemoet, hoe sympathiek zo'n maatregel op het eerste gezicht misschien ook lijkt. Deze gemeentelijke maatregel zou er namelijk toe leiden dat iedereen, hoge en lage inkomens, acht uren loon, dus 20%, moet inleveren. Voor de hoge inkomens is dit wellicht acceptabel, voor de lage in geen geval. Voor deze lagere inkomens zal er dus in ieder geval een bodem ingebouwd moeten worden, met andere woorden deze vorm van arbeidstijdverkorting mag niet doorgevoerd worden los van inkomensnivellerende maatregelen. Bij het onderzoek naar de wenselijkheid van deze maatregel zou dit aspect betrokken moeten worden en wel in die zin dat deze maatregel nooit mag leiden tot een ver plichte daling van de inkomens tot ongeveer modaalOverigens zijn er ook nog andere aspecten aan deze maatregel waardoor wij veel problemen voorzien. Aspecten zoals de positie van de gemeente op de arbeidsmarkt, de positie van nieuwkomers bij de gemeente in vergelijking met de zittende ambtenaren en dergelijke. Wat betreft het terrein van de ruimtelijke ordening hebben wij de indruk dat het gemeentebestuur, na een periode van overspannen verwachtingen en plannen, weer aardig met de beide benen op de grond

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 13