88 87 heeft in dat kader gezegd dat men 1 miljoen moet uitgeven om 4 ton te besparen; ik geef hem wat dat betreft gelijk. (De Voorzitter: Jullie kunnen helemaal niet rekenen!) Als de voorzitter dat in zijn alge meenheid bedoelt, dan zet ik daar grote vraagtekens bij, want er komen nog heel veel zaken waar wij de rekening van gepresenteerd krijgen. Ik wil dan nu ingaan op de sector Onderwijs. Mevrouw Brandenburg heeft in de Commissie voor de Financiën gevraagd om de zaak van de extra overheadkosten eens nader te bekijken. Met dat verzoek heb ik ingestemd. Ik wil nog zeggen dat mijn fractie op geen enkele wijze het instituut "bijzonder on derwijs" wenst aan te tasten. Over het instituut "bijzonder onderwijs" dat in Nederland gevestigd is, is in vroeger jaren een strijd geweest en wat mij betreft komt die strijd niet weer terug. Het bijzonder on derwijs heeft zijn plaats verdiend en mag en moet die plaats behouden. Wij wachten graag de reactie van het college af op het voorstel van mevrouw Visscher over het schoolzwemmen Dan wil ik nu een opmerking maken over de sector Nutsbedrijven. Binnen deze sector wilde men een taakstelling realiseren van 250.000,-- via een afdracht van de Frigas. Een en ander is niet gelukt en nu wil men die taakstelling realiseren via een afdracht van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB). Het gaat hier om een verschuiving die wel wat al te simpel op mij overkomt en die ik niet zo zie zitten. Wij hebben al gesproken over Cambuur en over het Frysk Orkest en dat wil ik nu niet weer herha len. Dan wil ik nu een opmerking maken over de sector Samenlevingsopbouw en Jeugdwerk. Over de wens van de Stichting Echo om een concertzaal te realiseren heb ik mijn twijfels. Er zijn al zoveel goe de zalen in Leeuwarden, ledereen kan wel een zaal willen! Ik ben niet zo geporteerd voor die wens van de Stichting Echo. Ik wil ook nog een opmerking maken over de sector Overige uitgaven en inkomsten. Voor de ver volgstudie met betrekking tot verdere onttrekkingen aan reserves en de verschuiving daarin heb ik wel begrip. Wij hebben reeds eerder gezegd dat de risicoreserve wordt uitgehold wanneer daar geen gelden aan worden toegevoegd. Het uithollen van reserves is bijzonder gevaarlijk. De maatschappij geeft van daag de dag aan dat vele, vele bedrijven ten onder gaan omdat er een uitholling is geweest van de re serves. Volgens mij zal de gemeente niet zo snel failliet gaan, maar dat ligt niet aan de bedrijfsvoering op zich maar meer aan het wezen van het instituut. Maar ook wij moeten de reserves angstvallig bewa ken ten behoeve van bijzondere tegenvallers. Herwaarderen en tekorten van de rijksoverheid beginnen langzamerhand structureel te worden. Volgens mij mogen reserves op generlei wijze voor dat doel wor den besteed. Wij kunnen de gedachte van mevrouw De Haan ondersteunen om aan andere gemeenten te vragen, want meer dan vragen kan het niet zijn, uit solidariteit een bepaalde bijdrage te geven aangaande de Buitenschool. De andere gemeenten mogen best zien dat de gemeente Leeuwarden het voortouw ten aan zien van deze school heeft genomen, ook voor wat betreft inwoners van hun gemeenten. Ik weet dat wij de gemeenten niet kunnen dwingen om een bijdrage te geven, maar een verzoek met een bepaald dwin gend karakter zou niet helemaal overbodig zijn. De motie van de heer Schagen aangaande een voorstel uit de B-lijst van de herwaarderingsvoorstel- len kunnen wij ondersteunen. Wij kunnen ons wel in dat verzoek vinden. De Voorzitter schorst, om 15.35 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 16.05 uur, de vergadering. De heer Van der Wal: |Vandaag hebben wij dus het vervolg van de discussies in november 1982 en voorgaande keren. In onze algemene beschouwingen zijn wij al ingegaan op het somber financieel pers pectief voor de gemeente. Zoals ook in de inleiding van de nota Herwaardering 1983-1987 staat ver meld, dreigen de rijksuitkeringen met circa 9 ton in 1983 en oplopend tot circa 6 miljoen in 1987 om laag te gaan. Dit zijn dus zeer sombere perspectieven. Het college kent ons standpunt dat de gemeente niet tot elke prijs moet vasthouden aan een sluitende begroting. Dat standpunt hebben wij uitvoerig toe gelicht en gemotiveerd in de discussies in juli 1981. Bij de taakstellende herwaardering in november 1982 hebben wij gemotiveerd waarom wij toen, die motivatie geldt ook voor vandaag, hebben meege daan aan de herwaardering op basis van een sluitende begroting. Wij hebben daarvoor discussietechni- sche argumenten aangevoerd die wij staande houden. Het zijn zeker geen "salonfóhige" argumenten ge weest die daartoe hebben geleid. Ik zeg dit maar even voor de goede verstaander. In zijn algemeenheid willen wij over de herwaardering opmerken dat wij de herwaarderingsonder- zoeken tamelijk ondoorzichtig vinden. Ik kom daarop bij de behandeling van een aantal punten nog wel terug. Het hoofdstuk over de werkgelegenheidseffecten is zeer summier. B. en w. praten zelfs over "in dicatief", maar dat is een mooi woord voor "gebrekkig". Enfin, uit de nota Herwaardering 1983-1987 blijkt dat de thans toegepaste methode ten aanzien van de werkgelegenheidseffecten dit najaar zal wor den geëvalueerd en waar mogelijk en nodig nog geperfectioneerd. Toch blijkt dat er van deze herwaar dering vrij grote en soms niet in te schatten negatieve werkgelegenheidseffecten uitgaan. Daarom willen wij bepaalde herwaarderingsvoorstellen ook niet uitvoeren. Ik ga dan nu in op de verschillende secto ren. Ik wil allereerst iets zeggen over de sector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer. Ten aanzien van de herwaardering van het gemeentelijke RO-takenpakket - je zou kunnen zeggen de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting (ROV) en de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) - is in november vorig jaar besloten om op dat takenpakket een bedrag van ongeveer 7 ton te be zuinigen. Uit de raadsbrief blijkt dat het b. en w. kennelijk niet is gelukt om, op een begroting van de DSO voor 1983 van ongeveer 50 miljoen - de laatste afrekening werd afgesloten met een bedrag van on geveer 80 miljoen -, een procentueel relatief gezien vrij luttel bedrag in deze sector te bezuinigen. Er wordt voorgesteld om voorlopig toch maar de storting in het Fonds voor stadsvernieuwing te verlagen, een nog verdere verlaging van het onderhoudsniveau van straten, pleinen, parken en plantsoenen toe te passen en de leges voor de bouwvergunningen te verhogen. Ik heb al eerder gezegd dat wij tegenstan ders zijn van een nog verdere verlaging van de storting in het Fonds voor stadsvernieuwing. Door wet houder Geerts is gisteren en vanmiddag al gemeld dat het onderhoudsniveau al op het minimum zit. Het is volgens de wethouder moeilijk in te schatten waar dat punt precies ligt, maar volgens hem zitten wij al heel laag. Dat is voor ons de reden om niet verder te bezuinigen op dit onderhoud. Het verhogen van de leges voor bouwvergunningen wordt veroorzaakt door het feit dat de kosten van de directeur Stedebouw en Bouwkunde van de DSO ten aanzien van de advisering in de Commissie voor de Welstandszorg in deze leges worden doorberekend. Uit het vervolg van mijn verhaal zal wel blijken dat wij op dit moment niet voor een dergelijke doorberekening zijn. De rest van het bedrag van de te realiseren taakstelling van 340.000,en wat daar nog bij komt zal, volgens de visie van b. en w., gehaald moeten worden uit de wijze waarop en de mate waarin het gemeentelijke RO-takenpakket wordt uitgevoerd. Het is b. en w. niet gelukt om binnen de DSO het bedrag van 7 ton boven water te krijgen en zij stellen nu voor om een extern organisatiebureau, voor de zoveelste keer, in te schakelen. In de Com missie voor de Financiën is gebleken dat de kosten van het onderzoek door het extern organisatiebureau ongeveer 4 ton bedragen en dat daar, door urendoorberekening door de DSO, nog eens 4 ton bij komt. Het gaat dus om een, eenmalig, bedrag van 8 ton. De ervaring die je als raadslid hebt met dergelijke adviesbureaus leert dat dat bedrag nog wel met enige tientallen procenten omhoog gaat. Als men, uit gaande van dat gegeven, de kosten voor dat onderzoek schat op ongeveer 1 miljoen, dan is dat nog aan de voorzichtige kant. Om het onderzoek te kunnen bekostigen zou er dus per jaar voor 4 ton aan bezui nigingen gevonden moeten worden. Uit publicaties in de pers heeft men al kunnen lezen dat wij dat een belachelijke zaak vinden want op die manier wordt de lak veel duurder dan de brief. Wij vinden deze gang van zaken eigenlijk een symptoom van onmacht van het college. De DSO is duidelijk uit zijn voe gen gegroeid, waarvoor allerlei oorzaken zijn aan te wijzen. De DSO heeft onder meer een veel te zware top. In dat verband is ook wel de opmerking "de DSO met een waterhoofd" gemaakt, leder raads lid, dat wat langer via commissies in de sector Ruimtelijke Ordening werkt, kan zo een hele reeks voor beelden noemen van zaken die fout zitten bij de DSO en ook in de relatie tussen de DSO en de afdeling ROV. De heer Bijkersma is tijdens zijn algemene beschouwingen ook ingegaan op de problematiek aan gaande de DSO. Hij heeft een waarschuwend geluid laten horen, namelijk dat de top van de DSO te zwaar is en dat er wat dat betreft gesaneerd moet worden. Bij de behandeling van de herwaarderings voorstellen heeft de heer Bijkersma nog gezegd dat de VVD daar altijd al voor heeft gewaarschuwd en dat zijn partij nu dus toch eens gelijk krijgt. Als er één fractie verantwoordelijk gesteld kan worden voor het benoemingsbeleid van de top van de DSO, ik doel dan met name op de benoeming van de hoofddirecteur van de DSO en ik moet dan teruggaan naar 1973, dan is het de WD wel. Op voorstel van de fractie van de WD is destijds namelijk besloten om een besloten vergadering te houden waarin, tegen de voordracht van b. en w. in, de kandidaat van de VVD, de huidige hoofddirecteur van de DSO, naar voren is geschoven. Op zich kan men blij zijn dat de WD daar nu op terugkomt, maar om na te stellen dat men dus gelijk heeft gekregen lijkt mij wel de omgekeerde voorstelling van zaken. Ook door andere sprekers is al genoemd en aangegeven waar het binnen deze sector aan schort. Voor de afdeling Bouwkunde van de DSO is bijna geen werk meer. Het werk dat er nog is wordt met moeite naar allerlei projectjes toegeschreven en met de uren gebeurt hetzelfde. Maar het gekke is dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 45