123 tie te vinden in een onderdeel dat in het Provinciaal Afvalstoffenplan Friesland staat en waarvan ons gemeentelijk afvalstoffenbeleid deel uitmaakt. In het Provinciaal Af val stoffenplan Friesland wordt onder 7.2. Gescheiden inzameling, uitdrukkelijk aangegeven: "Een belangrijk element in dit provinciaal af val stoffenplan is het streven - waar mogelijk - de belasting van het milieu door afvalstoffen zoveel mo gelijk te voorkomen of te beperken. De bevordering van hergebruik is hier nauw mee verbonden. Her gebruik kan worden bereikt door de afvalstoffen in de afvalfase te scheiden of de daarin opgesloten energie vrij te maken. In dit hoofdstuk zal worden aangegeven welke mogelijkheden er nog meer zijn om de afvalstroom te beperken. Hierbij wordt met name gedacht aan de gescheiden inzameling van com ponenten uit de huishoudelijke afvalstoffen. Volgens recente gegevens lenen zich hiervoor in eerste in stantie glas en papier." Verder wordt nog ingegaan op de probleemstoffen, maar daarover zal ik straks een opmerking maken. Er moet dus uitdrukkelijk ruimte voor eigen beleid zijn. Ten aanzien van de financiële ruimte heb ik al gezegd dat onze huidige verwerking van huisvuil ook geld kost, zelfs verschrikkelijk veel geld kost. Cijfers daarover variëren een beetje, het is maar hoe je het uitrekent en wat je rekent als onderdeel van gemeentelijk beleid. Uit het Provinciaal Afval- stoffenplan Friesland begrijp ik dat er wat dat betreft een gemiddelde van 100,per ton gehanteerd wordt voor de totale verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. Ik weet echter dat in de meeste ge meenten gesproken wordt over een gemiddeld bedrag van 60,-- per ton aan kosten voor de behande ling van huisafval, transport en verbranding. Financiële ruimte betekent dat de kosten van 60, wanneer je een ton afval afzondert van de gigantische hoop afval die wij bijna dagelijks naar de Vuil verbrandingsinstallatie (VVI) brengen en daar iets anders mee gaat doen, niet gemaakt worden. Dat geld kan gebruikt worden om een stukje financiële ruimte te krijgen om andere dingen te doen met het huis afval Om wat concrete beleidspunten aan te geven gaat onze notitie in op een vijftal punten. In de eer ste plaats op een uitdrukkelijk beleid ten aanzien van probleemstoffen in afval. In de tweede plaats op een gescheiden inzameling van huisvuil, met het doel te komen tot hergebruik. In de derde plaats op het werkgelegenheidsaspect. In de vierde plaats op een eigen gemeentelijk beleid om concreet zelf ge bruik te maken van recyclingproduktenIn de vijfde plaats, om dit alles breder te doen dragen, op een gericht voorlichtingsbeleid hierover. Ik wil eerst ingaan op de probleemstoffen in het afval. Ook onze huishoudens en veel kleine be drijven hebben chemisch afval. De probleemstoffen zijn meestal onopvallend verpakt, maar ze zijn er wel. Deze stoffen zitten bijvoorbeeld in verfresten, in foto-chemicaliën, in batterijen, in TL-buizen, in thermometers en dergelijke. Nu komen de probleemstoffen in het huishoudelijke afval terecht, het geen zich concretiseert in de samenstelling van de sintels, die meestal zijn verontreinigd met zware me talen, en in het feit dat ons rioolslib in toenemende mate verontreinigd is met reststoffen van deze pro bleemstoffen. Dit laatste is overigens een materie op zich in het kader van de behandeling van het ri oolslib. Het is bekend dat voor een aantal van deze probleemstoffen een milieuvriendelijke oplossing is gevonden. Men kan bijvoorbeeld medicijnen, die men niet meer gebruikt, terugbrengen naar de apo theek. Foto-fixeer en dergelijke zijn in principe inleverbaar bij de fotograaf. Ook niet meer gebruikte batterijen zijn daar in te leveren, hoewel ik kort geleden heb meegemaakt dat de fotograaf, toen het potje vol zat met niet meer gebruikte batterijen - ik leverde ook een dergelijk batterijtje in -, zei: "Oh, het potje is vol" en het vervolgens in de prullemand leegde. Dat kan natuurlijk geenszins de be doeling zijn. Deze situatie geeft echter wel aan dat het kunnen kwijtraken van de stoffen waarover wij nu praten, nog steeds moeilijk georganiseerd is. Ik constateer dat niet alleen, ook het Provinciaal Af val stoffenplan Friesland geeft, wat dit punt betreft, uitdrukkelijk het probleemgebied aan en probeert ook te komen tot het stimuleren van een aantal oplossingen. In het Provinciaal Afvalstoffenplan Fries land wordt onder 7.2.3. De gescheiden inzameling van probleemstoffen geconstateerd dat er milieuhy giënische problemen zijn. Bovendien worden hiervan voorbeelden gegeven, zoals ten aanzien van be strijdingsmiddelen, chemicaliën, batterijen en dergelijke. Onder punt 7.2.3. De gescheiden inzame ling van probleemstoffen staat verder: "In dit verband is het aan te bevelen, dat in iedere gemeente een inlevermogelijkheid wordt aangegeven waar de particulieren hun probleemstoffen kunnen afgeven. Het door de provincie te Drachten ingerichte depot voor probleemstoffen" - er is namelijk wel een provinci aal depot - "zou in deze opzet een bufferfunctie kunnen vervullen." Er wordt dus uitdrukkelijk gewe zen op een gemeentelijke taak in dezen. Daarin staat men niet alleen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is kortelings gekomen met een voorstel - ook daarvan is in onze notitie een copie opgenomen - over de inzameling van kleine hoeveelheden probleemstoffen. Een aantal gemeenten is al langere tijd bezig met deze problematiek. Een gemeente die daar sinds kort mee bezig is, is de gemeente Breda. De gemeente Breda heeft een eigen gemeentelijk depot opge zet. Particulieren kunnen daar gratis hun probleemstoffen kwijt en bedrijven kunnen daar tegen beta ling, naar hoeveelheid, hun probleemstoffen kwijt. Men heeft bij de gemeente Breda de hoop dat deze 124 opzet kan leiden tot een kostendekkend beheer van het depot. De VNG heeft een financieel plaatje uitgewerkt, waarbij een aantal kosten toegeschreven wordt. Een en ander kan dus verder worden inge vuld. Als fractie hebben wij er op korte termijn behoefte aan dat gekomen wordt tot de inrichting van een dergelijk depot. Wij hebben het idee dat in elk geval tijdens de opstartfase misschien wat geld moet worden bijgelegd, maar dit geld zal overigens in de toekomst ruimschoots weer op ons afkomen. In dit verband wil ik nog even verwijzen naar de 300 miljoen gulden die is uitgetrokken voor de bodemsane ring. Bij de behandeling van het onderdeel nieuw beleid is er door mijn fractiegenoot, de heer Van der Wal, al op gewezen dat wij de 50.000,die in eerste instantie onder het onderdeel nieuw beleid gereserveerd is voor de brandpreventie, liever voor dit probleem zouden willen reserveren. Wanneer men constateert dat "de boel bijna in brand staat", dan heeft mijn fractie het gevoel dat deze materie veel meer in brand staat en brandender is dan het feit dat de problematiek van de brandpreventie nij pend voor onze gemeente zou zijn. Ik heb daarom een motie gemaakt betreffende dit onderwerp, die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 11 en 12 april 1983, overwegende dat: - chemische verontreiniging van afval een toenemend gevaar voor de sa menleving met zich meebrengt; - als zodanig op korte termijn gemeentelijk beleid ter bestrijding hiervan noodzakelijk is, geeft opdracht aan b. en w. zo spoedig mogelijk een voorstel aan de raad voor te leggen voor het inrichten van een publiek inleverdepot voor gevaar lijke stoffen en de verwachte gevolgen daarvan en daarvoor 50.000,te reserveren uit de ruimte nieuw beleid in plaats van de personeelsuitbreiding brandweer (punt 6 collegevoorstel)." De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal Ik wil dan nu ingaan op de gescheiden vuilinzameling. Gescheiden inzameling van vuil die leidt tot hergebruik van bepaalde componenten is de meest ideale vorm van vuil inzamelen. Oud papier wordt al lang hergebruikt, maar er verdwijnt nog veel te veel papier in de verbrandingsoven. Gemeentelijk gezien zijn er best maatregelen te nemen om de hoeveelheid papier, die in de verbrandingsoven ver dwijnt, verder te beperken. Ik wil hiervoor verwijzen naar de PAL-notitie over huisvuil waarin een co pie is opgenomen van een desbetreffend raadsvoorstel van de gemeente Apeldoorn. Het voorstel van de gemeente Apeldoorn komt er in grote lijnen op neer dat ook in die gemeente gezegd wordt dat vuilver werking de gemeente geld kost en dat elke kilo of ton kranten, die niet aan de vuilverwerking wordt aangeboden, de gemeente geld bespaart. Dat geld kan de gemeente Apeldoorn gebruiken om de verza meling van oud papier te stimuleren en die verzameling, verspreid over de stad, dekkend te laten ge schieden. Om dat doel te bereiken kan het geld gebruikt worden dat vrijkomt doordat bepaald vuil niet verwerkt wordt. Zo zijn er meer voorbeelden te geven. Kort geleden heeft de Friese Milieuraad bij het college een verzoek ingediend om te willen subsidiëren in de kosten van aanschaf van compostcontainers. Gebruik van een dergelijke container is gebaseerd op hetzelfde uitgangspunt dat geldt voor de papierinzameling. Uit de bestudering van de samenstelling van het huisvuil is gebleken dat composteerbaar vuil een zeer groot deel uitmaakt van het totale huisvuil. Dat deel is volgens diverse cijfers ongeveer 50%. Het te rugdringen van die hoeveelheid leidt ook tot besparingen binnen het kostenplaatje. In de PAL-notitie over huisvuil is een copie opgenomen van een artikel uit een krant, waarin wordt verwezen naar een studie die is verricht bij gemeenten die zijn overgegaan tot subsidiëring in de kosten van aanschaf van een compostbak. Subsidiëring geschiedt op grond van het terugdringen van de hoeveelheid vuil, waar door lagere kosten ontstaan bij de verwerking van vuil. Men heeft gemeend de te besparen gelden te kunnen reserveren voor het subsidiëren van de aanschaf van de compostbakken en om een en ander ver der te onderbouwen en te stimuleren. Ik zou zo nog wel even kunnen doorgaan, want er zijn nogal wat experimenten die al verder zijn dan het stadium van experiment en die tot zinvolle oplossingen leiden. Ik wil nog wel wijzen op het zogenaamde "conservenblikjesproject" in Zeist. Elk conservenblik is aan de binnenkant vertind. Tin is een schaars en duur produkt aan het worden en dreigt bij onze huidige vuilverwerking nodeloos te verdwijnen op de grote hoop. In Zeist worden conservenbl ik jes ingezameld. Opmerkelijk genoeg worden die blikjes naar Leeuwarden gebracht, waar een zogenaamde onttinningsfa- briek staat. Het tin wordt daar gerecirculeerd. Alleszins een project voor ons om nader te bestuderen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 63