22 gelezen het voorstel van b. en w., bijlage nr. 213, overwegende dat: - zo veel als mogelijk voorkomen moet worden dat doorgaand verkeer de route Huizumerlaan, Sierksmastraat, Borniastraat of vice versa kiest; - het kruispunt Borniastraat-Verlengde Schrans door toenemend verkeer op die route te onveilig wordt, besluit b. en w. op te dragen alsnog te onderzoeken of het mogelijk is de Sierksmastraat op te nemen in het woonerf, in de Huizumerlaan een sluis met doorgang voor één auto tegelijk te maken en het kruispunt Borniastraat-Ver- lengde Schrans beter te beveiligen zolang de Oostergoweg nog niet is gere aliseerd." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. De Voorzitter: De motie maakt thans deel uit van de verdere beraadslagingen. De heer Van der Wal: Ik heb al gezegd dat wij niet voor de motie zullen stemmen en ik heb ook al uitgelegd waarom wij dat niet zullen doen. Ik heb nog een paar korte opmerkingen. Wij moeten goed in ogenschouw nemen dat wij het hier hebben over de verkeersstructuur voor het gehele gebied. In het be treffende rapport staan allerlei zaken over de Oostergoweg genoemd die van enkele jaren her stammen, zoals bijvoorbeeld een fietspad dat langs die weg moet lopen. Ik wil even zeggen dat wij ons niet ge bonden achten bij de uitvoering van de Oostergoweg, Oostergostraat of welke naam dan ook, aan de in het rapport opgenomen stippel lijntjes, met andere woorden dat een en ander precies conform de stippel lijntjes wordt uitgevoerd. Het lijkt mij verstandig om nog even contact op te nemen met de Hege Wier ten aanzien van de in rit en uitrit van het hoofdgebouw. Een en ander zal ertoe kunnen leiden dat de knip in de Huizumerlaan ongeveer 40 meter naar achteren verplaatst moet worden. In principe maakt dat helemaal niets uit, maar verplaatsing kan in de route naar de Hege Wier wel beter uitkomen. Het is anders namelijk mogelijk dat het verkeer dat naar de Hege Wier moet ook via de Sierksmastraat moet rijden en dat lijkt mij een toe stand die wij niet moeten hebben. Ik wil b. en w. vragen om dit kleine technische detail even na te gaan Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Wij hebben geen behoefte aan de motie. Er is door de wethouder gezegd dat, wanneer de inrichting eenmaal een feit is, zal worden bekeken hoe een en ander zich in de toekomst gaat ontwikkelen. Er is hier geen sprake van een onomkeerbare beslissing, want, hoewel dat altijd wel weer wat geld zal kosten - maar dat zien wij dan wel -, wij kunnen bepaalde dingen altijd weer anders aanleggen. Wij menen dat wij de maatregelen moeten uitvoeren en dat wij moeten afwach ten hoe die werken. Mevrouw De Jong: Dat er iets in dit gebied moet gebeuren is een heel duidelijke zaak. Het voorstel dat nu door b. en w. wordt gedaan lijkt mij het meest redelijke voorstel, vooral ook gezien de opmer king van de wethouder dat de situatie in de Sierksmastraat eventueel nog bekeken kan worden. Ik heb daarom geen behoefte aan de motie van de VVD-fractie. De heer Buurman: Over punt I van het besluit is al gesproken. Een ander punt is dat het mij toe- lijkt dat, wanneer men een sluis maakt, de hinder eerder toeneemt dan afneemt door meer conflicten in de sluis. Het verkeer wikkelt zich dan namelijk druppelsgewijs af, men krijgt te maken met voorrangs kwesties en dergelijke. Men krijgt remmend en optrekkend autoverkeer voor en na de sluis op rammelen de klinkers. Dat is heel wat anders dan de situatie in de Borniastraat, want die straat is namelijk geas falteerd. Over het laatste gedeelte van de motie van de VVD-fractie heb ik het ook in eerste instantie gehad. De wethouder heeft daarvan gezegd dat hij een en ander zal bekijken. Ook ik heb aan de door de VVD-fractie ingediende motie geen behoefte. De heer Geerts (weth.): Ik heb kennis genomen van de verklaring van de heer Van der Wal dat hij zich wat betreft het fietspad langs de Oostergoweg niet gebonden acht doordat hij nu voor dit voorstel zal stemmen. De heer Van der Wal heeft de suggestie gedaan om nog eens even met de Hege Wier contact op te nemen. Er is inderdaad een sluiproute mogelijk via het parkeerterrein van de Hege Wier en dat zou een erg vervelende situatie zijn. Ik ben het met de heer Van der Wal eens dat wij dat moeten proberen te verhinderen. Ik neem aan dat er wel een$ gepraat is met de Hege Wier, maar als dat niet het geval is 23 dan zou in overleg met de Hege Wier nog eens bekeken kunnen worden of er oplossingen zijn die de door mij zojuist geschetste situatie kunnen verhinderen. Er is opgemerkt dat de situatie in de Sierksmastraat nader bekeken zal worden. Ik wil hierover geen misverstanden laten bestaan, wij stellen vanavond de verkeersstructuur vast en op basis daarvan zal een inrichting plaatsvinden. Mevrouw Brandenburg heeft natuurlijk gelijk als zij zegt dat wij, wanneer men constateert dat iets niet werkt zoals de bedoeling was of dat er andere effecten optreden, dat dan altijd kunnen corrigeren hoewel dat wel wat geld zal gaan kosten. Wij gaan er met de inrichting vanuit dat de verkeersstructuur zal verlopen zoals die nu wordt voorgesteld. Namens het college wil ik nog zeggen dat wij geen behoefte hebben aan de motie van de VVD- fractie. De Voorzitter: Wij hebben thans het voorstel in twee instanties behandeld. Ik breng dan nu de mo tie in stemming die door mevrouw Van Dijk is ingediend. De motie van mevrouw Van Dijk-van Terwisga en de heer De Beer wordt verworpen met 30 tegen 6 stemmen (Voor de motie stemmen de leden van de VVD-fractie.) Z.h.st» wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punt 17 (bijlage nr. 222). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 206). De Voorzitter: Dit punt luidt: Toekennen beheersbevoegdheden ten aanzien van de Evenementen en de IJshal De heer Meijerhof. Het voorstel dat nu aan de orde is, is een vervolg op het voorstel inzake de ex ploitatie van de Ijshal dat op 25 april 1983 in deze raad is behandeld. Gelet op de opmerkingen die toen gemaakt zijn door onze fractie, zal het het college denk ik niet verbazen dat wij instemmen met het nu voorliggende voorstel. Op 25 april 1983 is er gezegd dat er enige haast was voor wat betreft de behandeling van dit punt omdat er in verband met het nieuwe seizoen nog van alles georganiseerd en geregeld moet worden. Het heeft toch nog zes weken geduurd voordat dit voorstel ons heeft bereikt, maar dat even terzijde. Ik wil nog een opmerking maken over de Verordening, regelende de samenstelling, de taak en de werkwijze van de Commissie voor het beheer van de Evenementenhal en de IJshal. In artikel 2, sub 1, van deze verordening staat: "De commissie bestaat - naast de voorzitter - uit vijf leden, waarvan twee lid van de Gemeenteraad zijn." Ik heb enkele punten die ervoor pleiten om het aantal raadsleden tot minimaal vier te verhogen. Er is hier namelijk sprake van een commissie met beheersbevoegdheden. Be heersbevoegdheden die deels toebehoren aan de raad en deels toebehoren aan het college. Met name WO: betreft de beheersbevoegdheden die aan de raad toebehoren, zit de kans erin, doordat er maar twee leden in de commissie zitten die lid van de gemeenteraad zijn, dat fracties die niet in het college zijn vertegenwoordigd in feite buiten deze commissie staan. Mijns inziens behoren die fracties daarin wel te worden vertegenwoordigd. Als wij naar de samenstelling van de Commissie voor de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal kijken - deze commissie wordt qua samenstelling iets gewijzigd -, dan blijkt dat daar zeven leden in zitten waarvan vier lid zijn van de gemeenteraad. Dit aantal van vier raadsleden bepleit ik ook voor de Commissie voor het beheer van de Evenementenhal en de IJshal. Als wij naar de begroting van deze twee onderdelen zien dan zien wij dat meer dan 50%, op een bedrag van zes miljoen, omgaat in de Evenementenhal en de IJshal. Dit zijn enkele argumenten die ervoor pleiten om in plaats van twee gemeenteraadsleden vier ge meenteraadsleden zitting te laten nemen in de Commissie voor het beheer van de Evenementenhal en de IJshal. Ik heb een en ander op een stukje papier gezet en ik heb dat dusdanig geformuleerd dat, als het college het met mijn zienswijze niet eens is, dat ook als motie gehanteerd kan worden. De motie luidt als volgt: De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juni 1983,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 12