30
dat maakt een rooilijn in het verlengde van de bestaande rooilijn van de woningen aldaar onmogelijk.
Binnen het bebouwingsvlak kan met het gebouw worden geschoven, zodat het vanaf de Spanjaardslaan
helemaal uit het zicht kan verdwijnen. Wij zijn van mening dat in het plan moet worden opgenomen dat
het gebouw aan de kant van de Spanjaardslaan zo moet worden gebouwd dat het ligt in het verlengde
van de reeds bestaande naastgelegen bebouwing. Bovendien zijn wij van mening dat op het bebouwings
vlak een dubbele bestemming moet worden gelegd, namelijk ook de woonbestemming. Destijds zijn wij
om financiële redenen akkoord gegaan met een kantoorgebouw op deze plek. Daar zat verder niets ach
ter, want het ging om een stedebouwkundig accent.
Wij vinden deze plek nu ook bij uitstek geschikt als plaats voor het wonen door bejaarden. Op de
ze plek gebeurt namelijk iets, het is een druk punt en er is een park naast de deur. Wij hebben boven
dien te maken met het probleem rond het Ritske Boelema Gasthuis, een monument aan het Droevendal,
dichtbij de binnenstad, dat momenteel leegstaat en in ieder geval niet meer voor de oude functie zal
worden gebruikt. Het bestuur van het gasthuis heeft van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg toe
stemming gekregen om het gebouw te slopen. Wij zijn daar niet gelukkig mee. Misschien kunnen wij
genoemd probleem oplossen door met het bestuur van het Ritske Boelema Gasthuis eens te gaan praten
over de lokatie bij het Rengerspark.
Wij stellen daarom voor om op de bebouwingsplek hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan niet alleen de
bestemming "kantoor" te leggen, maar ook de bestemming "wonen" mogelijk te maken. Ik heb voor de
drie genoemde wijzigingen een motie gemaakt, waarvan de onderdelen A, B en C, als het nodig is,
apart in stemming kunnen worden gebracht. De motie luidt als volgt.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 27 juni 1983,
behandelende het punt: Vaststelling van het bestemmingsplan Camstraburen-
Zuid,
besluit:
a. Langs de Dokkumer Ee vanaf de Dirk Zeperweg tot aan de twee reeds be
staande eengezinswoningen voorbij de Dekamastraat de bestemming M3 te
wijzigen in "eengezinswoningen";
b. In de voorschriften op te nemen dat voor een gebouw op de hoek van de
Spanjaardslaan/Rengerslaan, aan de Spanjaardslaan een voorgevel-rooi
lijn moet worden aangehouden die ligt in het verlengde van de reeds be
staande naastgelegen bebouwing;
c. Op het bebouwingsvlak Spanjaardslaan/Rengerslaan naast de bestemming
"kantoren" ook de bestemming "wonen" te leggen."
De motie is mede-ondertekend door de heer Timmermans.
De Voorzitter: Ik twijfel aan het drie keer in stemming brengen van de motie. De motie zal in haar
geheel in stemming komen, tenzij mevrouw Brandenburg straks zelf tot splitsing van de motie overgaat.
Voorlopig heb ik geconstateerd dat de motie voldoende is ondersteund. De motie maakt thans deel uit
van de beraadslagingen.
De heer Dubbelboer: De vaststelling van het bestemmingsplan Camstraburen-Zuid geeft onze fractie
aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. In de raadsbrief wordt aangegeven dat in het nu
voorliggende plan nadere aandacht is besteed aan de situering en de vormgeving van het kantoorgebouw
dat is geprojecteerd op de hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan. Als men datgene wat hierover in de raads
brief staat leest, dan is dat heel erg logisch want de wethouder Ruimtelijke Ordening heeft in de verga
dering van de raad van één november 1982 toegezegd dat de figuratie van het kantoorgebouw qua situe
ring en vormgeving zodanig moet worden ingevuld dat het gebouw past in de omgeving, want, volgens
de wethouder, gaat het om een kostbare wand. De wethouder sprak in dit verband over de Spanjaards
laan. Ik vind het prachtig dat de wethouder deze toezegging heeft gedaan. Wie schetst dan vervolgens
mijn verbazing dat er in de raadsbrief staat dat dit gebouw qua schaal en maat een overgang moet vor
men naar de toekomstige nieuwbouw langs de Rengerslaan. Ik kan een en ander niet helemaal meer vol
gen. Wellicht kan de wethouder deze verandering in beleid binnen een paar maanden toelichten.
De procedure die wordt voorgesteld voor de eventuele bouw van eengezinswoningen heeft onze in
stemming. Ik wil hierbij direct betrekken punt a van de door mevrouw Brandenburg ingediende motie.
Gezien het voorgaande zal het duidelijk zijn dat wij aan punt a van die motie geen behoefte hebben.
Datgene wat het college aangaande dit punt heeft verwoord en met name voor wat betreft de financiële
afweging die daarbij plaats zal vinden ten opzichte van het totale plan vinden wij een goede gang van
zaken.
Wat betreft punt b van de motie van mevrouw Brandenburg mag duidelijk zijn uit de aanloop van
31
mijn betoog, waarin ik gezegd heb dat wij in de raadsvergadering van één november 1982 gevraagd
hebben om de nodige aandacht te besteden aan de wand langs de Spanjaardslaan, dat dat punt, dat gaat
over het handhaven van de rooilijn op die plek, onze instemming heeft.
Wat betreft het geven van een dubbele bestemming hebben wij ons altijd op het standpunt gesteld
dat er op de hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan een kantoorpand moet komen. Die overtuiging heeft onze
fractie nog steeds en wij hebben dan ook geen behoefte aan punt c van de door mevrouw Brandenburg
ingediende motie. Ik wil mevrouw Brandenburg vragen om de motie te splitsen, opdat wij elk onderdeel
apart in stemming kunnen krijgen.
De Voorzitter: Ik heb inmiddels begrepen dat deze raad gewend is dat een motie, die is onderver
deeld in punten, per punt in stemming wordt gebracht. Ik sluit mij graag aan bij die gewoonte. Wat dat
betreft kunnen de raadsleden in alle vrijheid voor en tegen stemmen, al naar gelang het hen uitkomt.
De heer Van der Wal: Het is de tweede keer binnen korte tijd dat de vaststelling van het bestem
mingsplan Camstraburen-Zuid in de raad aan de orde is. De eerste keer dat het bestemmingsplan in de
raad werd behandeld, hebben wij tegen het bestemmingsplan gestemd. Vervolgens is het plan ook door
gedeputeerde staten afgekeurd. Vandaar dat nu een aangepast bestemmingsplan op de agenda prijkt. Het
bestemmingsplan ziet er, hoewel niet op alle punten, een stuk beter uit. Deze keer zullen wij voor het
bestemmingsplan, zoals dat nu in grote lijnen wordt voorgesteld, stemmen. Wij willen echter wel de
motie van mevrouw Brandenburg en de motivering die zij heeft gegeven ondersteunen.
Mevrouw De Jong: Ik ben het in grote lijnen eens met het bestemmingsplan Camstraburen-Zuid. Wat
betreft de motie die door mevrouw Brandenburg is ingediend het volgende. Met de in deze motie ge
noemde punten a en b kan ik volledig instemmen. Met punt c van deze motie heb ik wat meer moeite.
Volgens mij moet de financiële haalbaarheid van het gehele plan niet in gevaar worden gebracht. Wat
die financiële haalbaarheid betreft spreekt punt c van de motie zich duidelijk uit over het vastleggen
van de bestemming "wonen" naast de bestemming "kantoren". In die zin kan ik wel meegaan met punt c
van de motie, want ik neem aan dat ook de financiële haalbaarheid naar de raad terug wordt gekoppeld.
De heer De Jong: Alvorens wij een uitspraak doen over de door mevrouw Brandenburg ingediende
motie, willen wij graag eerst de reactie horen van het college.
De heer Geerts (weth.): Ik ben blij met de laatste woorden van de heer De Jong, want ik zat mij af
te vragen wat ik zou moeten zeggen nu bijna iedereen in eerste instantie zijn standpunt al kenbaar heeft
gemaakt. Het zou dan volgens mij ook niets helpen of ik nu kort of lang praat omdat de standpunten al
vastliggen. Ik begrijp echter dat ik in ieder geval ten behoeve van de CDA-fractie mag uitleggen waar
om het college vindt dat men niet met de motie in moet stemmen. (De heer Schagen: Dat is weer eens
iets anders dan het preken voor eigen parochie!) Ik wil eerst een opmerking maken over de eengezins
woningen langs de Dokkumer Ee. Toen een aantal maanden geleden het ISR-uitvoeringsplan in de raad
ter discussie was, is vanuit de raad de wens geuit te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor de bouw
van eengezinswoningen. In dat stadium waren wij al erg ver gevorderd met het nu voorliggende bestem
mingsplan. Wij werden toen voor de keuze gesteld of het bestemmingsplan nog een tijdje uit te stellen,
hetgeen op procedurele bezwaren stuitte, of, zoals nu gebeurd is, het bestemmingsplan ter visie te leg
gen, waarbij tevens een financiële onderbouwing gegeven werd. Wij hebben goed in ogenschouw geno
men dat de raad een duidelijke mening heeft gegeven over het feit dat wij met elkaar moeten pogen om
hier eengezinswoningen te realiseren. Om twee redenen waren wij daartoe op dat moment niet goed in
staat.
Mevrouw Brandenburg heeft één reden genoemd, namelijk de financiële onderbouwing. Degene die
de stukken heeft gelezen zal geconstateerd hebben dat het plan nu sluit met een tekort van
ƒ37.000, Te verwachten is echter dat bij de realisering van meer eengezinswoningen het tekort zeer
aanmerkelijk zal toenemen, waarbij ik moet spreken over een tekort van tonnen. De tweede reden is dat
wij op dit moment nog met een paar gegadigden in onderhandeling zijn over aankopen. Als deze aanko
pen gerealiseerd kunnen worden, zal de aangepaste verkavelingsschets er heel anders uit zien dan wan
neer die aankopen niet gerealiseerd kunnen worden. Wij moeten daarom een wat flexibele procedure
volgen die als volgt is. Het bestemmingsplan Camstraburen-Zuid zal nu kunnen worden vastgesteld door
he raad met de toezegging van het college dat er alles aan gedaan wordt om op de suggestie van de raad
in te gaan, maar dan wel op basis van de kennis die er op dat moment bestaat. Dat laatste heeft te ma-
hen met de ontwikkelingen die met de onderhandelingen annex zijn. Deze gang van zaken leek en lijkt
ons nog steeds praktisch, want wanneer wij nu zeggen dat hier eengezinswoningen moeten komen, zon
der dat wij precies weten hoe die verkavel ingsschets eruit zal komen te zien, dan lijkt mij dat persoon-