32
lijk niet erg zinvol. Daarom wil ik dat gedeelte van de door mevrouw Brandenburg ingediende motie ook
ontraden
Ik wil nu een opmerking maken over het kantoorgebouw waarbij het om twee dingen gaat. In de
eerste plaats gaat het om de vraag of het kantoorgebouw in een rooilijn moet staan. Mevrouw Branden
burg heeft namelijk terecht opgemerkt dat wij nu spreken over een bebouwingsvlakDe voorkant van dit
bebouwingsvlak loopt evenwijdig met de as van de Spanjaardslaan, hetgeen niet vreemd is in de stede-
bouw. Als men de kaart goed bekijkt dan zal men dat ook kunnen zien. Op zich zelf lijkt mij dat een
niet onlogisch uitgangspunt, maar er is meer aan de hand. Als de suggestie van de fractie van de PvdA
gevolgd zou worden, dan komt men midden op de stoep terecht. Op zich zelf is dat niet zo erg, want
dan maken wij geen stoep of maken wij een kleiner stoepje. Wij hebben echter ook te maken met een
kruispuntoplossing die de nodige ruimte zal moeten hebben. Wij hebben hier een kruispuntoplossing voor
een verkeersstroom vanuit Bilgaard, waarbij ook fietsers voldoende ruimte moeten krijgen. Ik vrees dat
die ruimte, wanneer de suggestie van de fractie van de PvdA wordt gevolgd, niet meer aanwezig is. Op
basis van deze twee redenen wil ik de raad aanraden om ook niet voor dit gedeelte van de motie te
stemmen
Het derde punt van de motie gaat over de bestemming. Daarover hebben wij een aantal maanden
geleden gesproken. Toen is er door het college het voorstel gedaan om op deze plek kantoorbebouwing
te realiseren, hetgeen te maken heeft met het feit dat het hier om een uitstekende plek voor dat doel
gaat. Bovendien hebben wij nog steeds grond nodig voor kantoorbouw, ondanks alle andere verhalen.
Op deze plek hebben wij ook te maken met behoorlijke hinder van verkeersgeluiden, hetgeen nog meer
het feit rechtvaardigt om hier een kantoorgebouw te realiseren in plaats van woningen. In de motie van
de PvdA wordt de suggestie gedaan om twee bestemmingen aan het bebouwingsvlak te geven, maar dat
kan helemaal niet. Men kan wel zeggen dat er een bepaald percentage kantoorbebouwing moet worden
gerealiseerd en een bepaald percentage woonbebouwing, maar en/en kan niet want een bestemmings
plan is eenduidig. Een bestemmingsplan heeft onder anderen als eigenschap dat het duidelijk aangeeft
wat de toekomstige ontwikkeling is, waaraan ook de burger rechten kan ontlenen. Dat is dan ook reden
waarom het in de jurisprudentie niet mogelijk wordt geacht om twee bestemmingen aan te geven. Het is
wel mogelijk om een bepaald percentage op te nemen voor kantoorbebouwing en woonbebouwing. Dat
wordt echter niet in de motie gevraagd en daarom ontraad ik de raad ook, afgezien van de voorgeschie
denis en van het feit dat wij in verband met de verkeersoverlast kantoorbebouwing uitermate gunstig
vinden op deze plaats, om voor dit gedeelte van de motie te stemmen.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik wil eerst ingaan op hetgeen de wethouder heeft gezegd over de
eengezinswoningen en over het exploitatietekort dat zal ontstaan. Ik heb niet gepleit voor woningwet
woningen, want ik vind dat wij best eens een ander type woning kunnen bouwen op de plaats waar het
hier om gaat. Bovendien vind ik dat de zaak wordt omgedraaid wanneer de wethouder zegt dat het plan
financieel niet rond is en dat wij ons dan ook nergens een buil aan moeten vallen. Wij zullen dus wo
ningen gaan bouwen die wij eigenlijk helemaal niet willen. Ik vraag mij af hoe de wethouder, als er
straks een woningbouwvereniging komt die langs de Dokkumer Ee wel de M3 of de M4 woningen wil
bouwen, een manier wil vinden om daarvoor geen bouwvergunning af te geven. Een en ander is dan toch
in overeenstemming met het bestemmingsplan? Wij zullen dan ook in de situatie zitten dat het bedrijf
van Cohen inmiddels is aangekocht, of niet natuurlijk. In ieder geval ligt er verderop langs de Dokku
mer Ee een stuk grond dat helemaal losstaat van de aankopen van het bedrijf van Cohen. Ik wil wel eens
weten hoe men, als iemand'iets wil bouwen dat in overeenstemming is met het bestemmingsplan maar
waarvan het college zegt dat hij dat liever niet wil, dat wil regelen of wil tegenhouden. Ik vind dat de
zaak hier wordt omgedraaid. Laten wij in het bestemmingsplan opnemen wat wij willen. Als een en an
der achteraf om financiële redenen niet kan worden gerealiseerd, dan moet men bij de raad terugkomen
en zeggen dat datgene wat in het bestemmingsplan is opgenomen niet mogelijk is en dat dat anders moet.
Nagegaan zal moeten worden wat wij dan kunnen doen. Zoals de zaak nu gaat is niet juist.
Ik wil dan nu een opmerking maken over de rooilijn. Eigenlijk gaat de wethouder niet goed op deze
materie in, want hij zegt dat het bebouwingsvlak evenwijdig ligt met de as van de Spanjaardslaan. Het
bebouwingsvlak wordt maar voor 50% bebouwd. Het ligt misschien in de rede om te veronderstellen dat
men op de meest zuidelijke grens de voorgevel zal bouwen, maar men is niet verplicht om dat te doen,
want men kan ook nog een aantal meters achteruit en dan verdwijnt het gebouw helemaal uit het zicht.
Er is over de rooilijn gewoon niets in het plan geregeld. Ook het bebouwingsvlak regelt daarover niets.
Wat de bestemming van het bebouwingsvlak hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan betreft het volgende.
Ik heb in eerste instantie gezegd dat wij alleen om financiële redenen akkoord gegaan zijn met een
kantoorgebouw op deze plek. Bovendien ging het om een stedebouwkundig accent. De bewering dat be
jaarden niet op een druk punt moeten wonen komt niet van de bejaarden zelf. Het is algemeen bekend
dat ontzettend veel bejaarden langs onze rondweg wonen. Mensen die niet meer zo actief aan het leven
33
kunnen deelnemen, kijken naar het leven en kijken ook naar wat zich op straat afspeelt. Waarom wil
men niet meer in het gasthuis bij de Grote Kerk wonen? De reden daarvan is dat het daar zo doodstil is.
Van bejaarden wordt altijd gedacht dat zij zo naar rust verlangen. Zij willen echter best nog wel eens
meedraaien en kan dat niet actief dan maar passief. Ik vind de genoemde bewering dus niet goed.
Als een dubbelbestemming niet mogelijk is dan wil ik het college verzoeken om ideeën, zoals mijn
suggestie over het Ritske Boelema Gasthuis, eens wat positief op te pakken. Misschien komt mijn sug
gestie wat op een ongelukkig moment, maar zoek een oplossing en ga met de mensen praten of een en
ander gerealiseerd kan worden op deze plaats of ergens anders. Zonet hebben wij hier uitgebreid ge
praat over de brief van de Initiatiefgroep Wonen in de Binnenstad over een oplossing voor de Muziekpe-
dagogische Akademie. Uit dit probleem blijkt dat burgers met een suggestie komen om iets op een wat
andere manier op te lossen en om problemen te combineren met problemen die wij zelf hebben met onze
stad. Men komt het college dan "oer it mad" en dat begrijp ik dan niet. Er zijn problemen. Inventari
seer de problemen eens en leg eens naast elkaar wat wij hebben aan mogelijkheden om die problemen
ruimtelijk op te lossen. Welke problemen zijn er ten aanzien van de benodigde accommodaties, scholen
en instituten. Een en ander moet het college niet "oer it mad" komen. Het college zou eigenlijk het
zojuist door mij genoemde zelf moeten uitvinden, hetgeen ook geldt ten aanzien van mijn suggestie over
het Ritske Boelema Gasthuis.
Als een dubbelbestemming niet mogelijk is, welnu dan kan dat niet. Wie tegen een dubbelbestem
ming is stemt daar maar tegen, maar ik vind dat het college deze zaak op een andere manier moet bena
deren.
De heer Dubbelboer: Mijn standpunt over de punten a en c van de door mevrouw Brandenburg inge
diende motie heb ik al gegeven. De reactie van de wethouder op punt b van deze motie vind ik toch
wel wat vreemd. Op één november 1982 heeft de wethouder namelijk gezegd dat wij er van alles aan
moeten doen om de wand langs de Spanjaardslaan zo goed mogelijk in tact te houden en die, daar waar
het kantoorgebouw moet komen, meer aanzien te geven. Nu doet de wethouder uitermate stug en weer
barstig om wat aan die rooilijn te doen. Ik verbaas mij daarover. Onze fractie zal bij de stemming voor
punt b van de ingediende motie stemmen.
De heer Van der Wal: Ik wil alleen een opmerking maken over punt c van de motie. Het feit dat het
geven van twee bestemmingen niet mogelijk is zal wel kloppen, maar misschien is de motie van mevrouw
Brandenburg zo te veranderen dat er een wijzigingsbevoegdheid kan worden ingebouwd voor de bestem
ming. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid kan wel en moet dan in de geest zijn van de bedoe
ling van mevrouw Brandenburg, namelijk dat een en ander een rol kan spelen bij het oplossen van een
aantal problemen. Ik doe de suggestie om de motie te veranderen in die zin dat voor het bebouwingsvlak
hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan naast de bestemming "kantoren" een wijzigingsbevoegdheid voor b. en
w. wordt opgenomen voor de bestemming "wonen". Die verandering is mogelijk en dan krijgt men het
zelfde resul taat.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Als datgene wat de heer Van der Wal zegt juist is, dan ben ik
bereid om mijn motie in die zin te wijzigen.
De heer De Jong: Gehoord hebbende de wethouder aangaande punt a van de door mevrouw Branden
burg ingediende motie betreffende de financiële consequenties en de onderhandelingen die nog moeten
worden gevoerd ten aanzien van de aankoop van diverse panden, zal onze fractie niet voor dit punt van
de motie stemmen
De wethouder heeft ook een reactie gegeven wat betreft de rooilijn. In dit verband hebben wij er
geen moeite mee om het voorstel van b. en w. dienaangaande te steunen.
Punt c van de motie wil heel duidelijk de bestemming "kantoren" of de bestemming "wonen". In
een eerdere instantie hebben wij met elkaar afgesproken dat op deze plaats de bestemming "kantoren"
wordt gelegd. Wij voelen er dan ook niets voor om nu alsnog de bestemming "wonen" op deze plaats te
leggen
Mevrouw Brandenburg denkt aan woningen voor bejaarden die uit het St. Anthoon weg willen omdat
het daar zo doodstil is. Zij moet van mij aannemen dat er wel een andere reden is voor deze bejaarden
dat zij uit het St. Anthoon willen vertrekken, dan de reden dat het daar zo doodstil is. (Mevrouw Bran
denburg—Sjoerdsma: Ik heb het helemaal niet gehad over het St. Anthoon. Ik kon niet zo vlug op de
naam van het betreffende gasthuis komen, maar ik bedoelde het Boshuyzen Gasthuis.) Maar dat gasthuis
zit niet in de Grote Kerkstraat, mevrouw Brandenburg. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Dat heb ik
ook niet gezegd, mijnheer De Jong, ik zei: "Bij de Grote Kerk".)