34 De heer Geerts (weth.): Er zijn nogal wat redenen voor een reactie mijnerzijds. Mevrouw Branden burg vraagt wat men kan doen als er iemand komt die langs de Dokkumer Ee wil bouwen. Voor een be langrijk deel kunnen wij daaraan wat doen, omdat wij de grond in dat gebied in eigendom hebben. Een andere reden waarom wij er wat aan kunnen doen is dat wij, zoals bekend is, een heel goede relatie hebben met de corporaties. Als wij aan de corporaties duidelijk maken dat er vanuit de raad de wens bestaat om toch wat andere bouw te realiseren dan op het ogenblik staat aangegeven, dan zullen wij daar een open oor voor vinden. De financiële ondergrond moet dan natuurlijk wel worden aangegeven en de tekorten zullen ergens uit betaald moeten worden. Ik heb al gezegd dat de 37.000,betaald wordt uit het stadsvernieuwingsfonds. Als er grotere verliezen zijn, dan zullen wij grotere bedragen moeten putten uit dat fonds. Een en ander is daarin op het ogenblik niet opgenomen. Overigens hebben wij natuurlijk van belangrijke gedeelten de eigendom in de handen. Wij zijn in dit gebied met ontwik kelingen bezig en afhankelijk van die ontwikkelingen kunnen wij ook de suggestie meenemen die me vrouw Brandenburg heeft gedaan, namelijk om, als het mogelijk is, ook woningen in de vrije sector te bouwen. In dat geval zal de verkaveling er anders uitzien dan op het ogenblik te voorzien is. De rand voorwaarden worden mede bepaald door de resultaten van de onderhandelingen. Dan kom ik nu bij het bebouwingsvlakOver de rooilijn is formeel niets geregeld. Anderzijds ben ik van mening dat iemand, die gaat bouwen, er alle belang bij heeft zoveel mogelijk aan de Span jaardslaan te bouwen, al is het alleen maar uit een oogpunt van representatie. Iemand die een kantoor exploiteert zal volgens mij niet zo gauw een "teruggetrokken" gebouw realiseren. Wat dat betreft heb ik er geen probleem mee als zou worden uitgesproken dat de lijn, die het bebouwingsvlak aangeeft zoals nu wordt voorgesteld in het bestemmingsplan, als rooilijn wordt opgevat. Ik heb het ook gehad over de richting van de rooilijn, mijnheer Dubbelboer. Ik heb namelijk geconstateerd dat het bebouwingsvlak zoals dat nu is aangegeven evenwijdig loopt met de as van de Spanjaardslaan. Als men daar gaat kijken zal men kunnen constateren dat het laatste huis ook niet in één lijn staat met de huizen die er naast lig gen. De knik waar ik het nu over heb, zit er namelijk al in. Het is erg onlogisch om die lijn te volgen, naast het gegeven dat wij dan voor de genoemde kruispuntoplossing te weinig ruimte hebben. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Die knik zal dan moeten worden gecorrigeerd.) Het gaat hier om een reeds be staand huis en die situatie kunnen wij niet meer terugdraaien. Een wijzigingsbevoegdheid is mogelijk, maar ik wil dat de raad niet aanraden. Ik vind het bebou wingsvlak hoek Spanjaardslaan/Rengerslaan een uitstekende plaats - dat vond de raad een aantal maan den geleden ook - voor een kantoorgebouw. Het is natuurlijk waar dat ook bejaarden graag iets willen zien, maar ik moet wel constateren dat de huidige Wet geluidhinder veel hogere eisen stelt aan woning bouw - wat dus ook hogere financiële consequenties heeft - dan aan kantoorbebouwing. Waar ik erg veel moeite mee heb is het punt van: college sta daar niet zo sullig, pak eens ideeën op. Ik probeer de hele dag ideeën op te pakken, hetgeen overigens geldt voor het gehele college. Het is niet zo dat wij sullig aan de kant staan. Wij proberen in te spelen op de ideeën die vanuit de maat schappij binnenkomen. Wij krijgen iedere dag van mensen ideeën aangedragen en wij proberen daarop in te spelen. Er zijn zeer veel voorbeelden te geven die dat ook bewijzen. De suggestie alsof het colle ge sullig aan de kant staat en de zaken maar liever over zich heen laat komen, accepteer ik niet. In dit geval zijn wij ook actief bezig. Er is een ambtelijke werkgroep die met de vertegenwoordigers van het door mevrouw Brandenburg bedoelde tehuis aan het praten is. Wat dat betreft is de suggestie die me vrouw Brandenburg gedaan heeft volstrekt onjuist. De Voorzitter: Ik heb Begrepen dat punt c van de motie gewijzigd moet worden. Is het bekend wat de gewijzigde tekst van punt c van de motie wordt? Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Punt c van de door mij ingediende motie moet als volgt worden gewijzigd: Een wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot de bestemming "kantoren" naar de bestemming "wonen" voor het bebouwingsvlak Spanjaardslaan/Rengerslaan in te bouwen in de voorschriften van het bestemmingsplan. De Voorzitter: Is deze aanduiding voor de raad voldoende? Ik constateer dat die voor iedereen dui delijk en klaar is. Wij zijn het er dus over eens hoe punt c van de motie gelezen moet worden. Ik ga dan nu de verschillende onderdelen van de motie in stemming brengen. Punt a van de motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Timmermans wordt verworpen met 19 tegen 15 stemmen. (Voor punt a van de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-Sjoerdsma, De Haan-Laagland, Jongedijk-Welles, Visscher-Bouwer, VIietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Janssen, Schagen en Timmermans alsmede de leden van de fracties van PAL en D'óó.) 35 Punt b van de motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Timmermans wordt aangenomen met 20 tegen 14 stemmen. (Tegen punt b van de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heren Geerts, Janssen, Kessler en De Vries alsmede de leden van de fracties van CDA en GPV/RPF/SGP.) De Voorzitter: Ik breng dan nu punt c van de motie in stemming met de ingebouwde wijzigingsbe voegdheid zoals zonet is besproken. Punt c van de motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Timmermans wordt verworpen met 19 tegen 15 stemmen. (Voor punt c van de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-Sjoerdsma, De Haan-Laagland, Jongedijk-Wel les, Visscher-Bouwer, Vlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Janssen, Schagen en Timmermans alsmede de leden van de fracties van PAL en D'óó.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van het aange nomen punt b van de motie. De Voorzitter schorst, om 23.15 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor onze werkzaamheden te hervatten. Het is mijn bedoe ling om tot uiterlijk 24.00 uur door te gaan met vergaderen. Agendapunt 24 Stadsverwarming zal zeker vanavond niet meer worden behandeld, maar ik neem aan dat die illusie reeds bij de raad is weggeno men. Deze vergadering zal morgenavond worden voortgezet om 19.30 uur. Ik stel dan nu voor verder te gaan met onze agenda. Punt 11 (bijlage nr. 242). De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorbereidingsbesluiten ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor verschillende (plan-)gebieden en percelen, alsmede verlenging van het voorbereidingsbe- sluit voor het plangebied Breedstraat. Wat dit punt betreft zijn er twee brieven binnengekomen met be trekking tot het perceel De Polle 6 te Goutum van respectievelijk de heren J. Veenstra en W. K. Brou wer. Deze brieven kunnen mede bij de beschouwingen worden betrokken. De heer Pruiksma: Ik wil een paar kritische opmerkingen maken over het voorstel dat voor ons ligt. Met name aan punt VI dat genoemd staat op pagina twee van de raadsbrief is het nodige voorafgegaan. Er was sprake van een voorbereidingsbesluit maar dat is teruggedraaid door deze raad omdat er nogal wat ambtelijke procedurefouten zijn gemaakt. Een nog verder liggend begin van het verhaal is een fout die gemaakt is in het ambtelijk apparaat toen een illegale bouw werd gemeld. Een van de ambtenaren die met het toezicht was belast heeft twee weken lang niets met die melding gedaan. B. en w. zijn voor het handelen en het nalaten van die ambtenaar verantwoordelijk. Uit een oogpunt van rechtsbescherming van de burger vinden wij het huidige voorstel een merkwaardige gang van zaken als je bedenkt dat de normale regel is dat "de vervuiler betaalt". Hier is veel eerder het omgekeerde het geval, want in feite gaan wij hier bezig met het legaliseren van wat men zou kunnen noemen een illegale vorm van eigen richting. Over dat fenomeen heeft mijn fractie tijdens de algemene beschouwingen van 11 april 1983 al gesproken Wat ons niet bevredigt is dat hier in feite het probleem naar "de vervuilde" wordt toegeschoven. Vanuit dat oogpunt had naar ons oordeel geen voorbereidingsbesluit te hoeven worden genomen overeen komstig de gedachten die de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften daarover had. Maar gelet op de omstandigheid dat aan belanghebbende nu geen rechtsingang wordt ontnomen, zullen wij ons niet tegen dit besluit verzetten. Een en ander betekent echter bepaald niet dat wij het aan staande beroep van de heer Brouwer ongegrond zullen verklaren. De heer Dubbelboer: De heer Pruiksma heeft de voorgeschiedenis al even geschetst en ik kan zijn woorden grotendeels onderstrepen. Onze fractie heeft bezwaren tegen de op bladzijde twee van de raadsbrief onder punt VI genoemde legalisering van de bestaande situatie. Wij vinden het een vreemde gang van zaken dat wij een voorbereidingsbesluit moeten nemen om een scheef gegroeide situatie, die is ontstaan door problemen die er geweest zijn - bij de eerste behandeling van dit onderwerp heb ik het gehad over het niet adequate optreden van de afdeling Bouw- en Milieutoezicht -, te legaliseren. Ik

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 18