40 de naar toe moet verhuizen. Op die vraag is gezegd dat een en ander nog in onderzoek is. Is nu al be kend waar die markt zal worden gehouden gedurende de genoemde periode van drie maanden? De heer Geerts (weth.): Ik heb vandaag in een verslag iets gelezen dat tussen haakjes stond. Mis schien heeft de heer De Jong dat ook gelezen, maar ik zal dat toch even voorlezen. Er staat namelijk dat de directeur van de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal op 9 juni 1983 heeft meegedeeld dat het overleg met de Vereniging voor Ambulante Handel ertoe heeft geleid dat naar zijn mening of de Eewal of het gedeelte Voorstreek tussen de Tuinen en de panden van de Leeuwarder Courant daarvoor in aanmerking kunnen komen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlage nr. 230). Z.h.st. wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 244). De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorzieningen ten behoeve van het (brom-)fietsverkeer. De heer Bijkersma: Op bladzijde één van de raadsbrief staat onder punt 11: Deelname gemeente in een proef met een bewaakte fietsenstalling in de binnenstad. Wat houdt die deelname in? Is er alleen sprake van deelname bij de aanvang van die proef of wordt er werkelijk deelgenomen aan een langduri ge proef, want dan kan het een en ander geld gaan kosten. De heer Janssen: Ik heb een vraag over punt 4 op bladzijde één van de raadsbrief waarin wordt ge sproken over een opgeblazen fiets-opstel-strook in de Carel van Manderstraat. Daarbij wordt de beper king van "zo mogelijk" gemaakt. Ik zou graag de woorden "zo mogelijk" willen schrappen, want het is noodzakelijk dat er in de Carel van Manderstraat een opgeblazen fiets-opstel-strook komt. Volgens mij is daarvoor in deze straat ook ruimte genoeg. De woorden "zo mogelijk" vind ik teveel een slag om de arm. Graag wil ik die woorden geschrapt zien. De heer Niemeijer: In het bij de raadsbrief gevoegde besluit wordt de raad gevraagd om een krediet van 1 .000.000,-- beschikbaar te stellen voor een aantal voorzieningen ten behoeve van het (brom-) fietsverkeer. Wij zullen het besluit vast wel aannemen, maar ik wil wel zeggen dat de voorgestelde éér miljoen gulden niet helemaal voor de voorzieningen ten behoeve van het fietsverkeer ter beschikking komen. Wanneer ik namelijk het eerste punt op bladzijde één van de raadsbrief lees dan staat daar: Parkeerhavens Westerplantage-noordzijdeWij kunnen constateren dat daar mensen zijn die zondigen tegen bepaalde regels en hun auto's neerzetten op een plaats waar die niet horen en daardoor de fietsers in gevaar brengen. Voorzieningen creëren voor deze auto's om ze wat gemakkelijker aan regels te doen laten houden, wil ik op dit moment geen voorzieningen voor het fietsverkeer noemen. Als op die manier budgetten kunnen worden overgeheveld, dan lijkt mij het hek aardig van de dam. Er worden nog enkele van dergelijke punten op bladzijde één van de raadsbrief genoemd. Ik wil daar echter niet moeilijk over doen, omdat die voorzieningen voor een groot deel uit dezelfde pot worden aangelegd. De op bladzijde één van de raadsbrief genoemde lijst met 12 voorzieningen is onderwerp van ge sprek geweest in de Commissie voor Openbare Werken. Wij hebben over deze lijst gesproken en ik heb als commissielid uit dat gesprek geproefd dat wij die lijst als een soort werkvoorstel konden beschouwen. Ik zie nu dat het om een lijst gaat waarover een raadsuitspraak moet worden gedaan. De vraag komt dan bij mij op waarop wij ons vastleggen. In eerste instantie is er nog een aantal urgente gebieden genoemd waarvan wij denken dat daar aanvullende fietsvoorzieningen gewenst zijn. Ik zal zo'n gebied noemen. Tussen de rotonde Harlingerstraatweg en de Vrouwenpoortsbrug ligt een gebied dat duidelijk behoefte heeft aan aanvullende voorzieningen. De wethouder heeft destijds gezegd dat dat stukje aansloot bij de westelijke binnenstadsverdeelring en dat er dienaangaande binnen enkele maanden voorstellen zouden komen. Het was toen 15 maart en wij zijn nu inmiddels drie maanden verder. Ik zeg niet dat die voor stellen er al hadden moeten zijn, maar ik wil alleen zeggen dat de inhoud van die voorstellen of het eventueel achterwege blijven daarvan wel invloed op mij kunnen hebben wat betreft de in de raadsbrief opgenomen prioriteitenlijst. Wij hebben indertijd over deze projecten gesproken die zijn gebudgetteerd zonder dat er inrich tingsvoorstellen bij waren. In de raadsbrief staat dat de inrichtingsvoorstellen terugkomen in de betref fende commissie. Ik geloof dat graag, want het is ook noodzakelijk dat die voorstellen in de commissie terugkomen. Ik kan mij echter voorstellen dat praten over de inrichtingsvoorstellen en ook een aantal principiële oplossingen voor de scheiding van de diverse verkeerssoorten - de voorzitter weet dat mis schien niet, maar wij hebben er in het verleden weieens van mening over verschild hoe dat zou moe ten - wellicht kan leiden tot een andere budgettering voor het betreffende onderdeel. Kortom, dat soort zaken zou de in de raadsbrief genoemde lijst nog weieens door elkaar kunnen halen. De op bladzijde één van de raadsbrief genoemde projecten zijn genummerd. Betekent dat een num mering in prioriteit? De lijst zoals die nu wordt gepresenteerd was eigenlijk niet mijn bedoeling, want ik heb deze lijst meer als een interne werklijst gezien waarmee je uit de voeten kunt. Ik vraag mij af waarop wij ons op dit moment vastleggen als wij akkoord gaan met het raadsvoorstel. De heer Geerts (weth.): De heer Bijkersma vraagt naar de bedoeling van de op bladzijde één van de raadsbrief onder punt 11 genoemde voorziening: Deelname gemeente in een proef met een bewaakte fietsenstalling in de binnenstad. De bedoeling is dat wij de investeringskosten, die met deze proef ge paard gaan, uit de 50.000,gaan betalen. Het is bekend dat er vorig jaar in het beleidsplan een bedrag van 10.000,-- op jaarbasis is opgenomen voor nieuw beleid. Het gaat daarbij om een bijdrage in de exploitatiekosten. Hier gaat het om eenmalige investeringskosten die voor het realiseren van de genoemde voorziening nodig zijn. De heer Janssen wil graag dat de onder punt 4 op bladzijde één van de raadsbrief genoemde woor den "zo mogelijk" worden geschrapt. Ik zou dat goed vinden wanneer ik wist dat een opgeblazen fiets- opstel-strook inderdaad kan worden gerealiseerd. Ik neem graag iets aan op gezag van de heer Janssen, maar de woorden "zo mogelijk" zijn toch met een bepaalde bedoeling opgenomen. Er zijn namelijk des kundigen die hun twijfels hebben over zo'n strook. Ik stel mij voor dat wij over deze opgeblazen fiets- opstel-strook nog weieens een gesprek zullen hebben in de Commissie voor Openbare Werken. De inten tie van het college is in ieder geval wel om een opgeblazen fiets-opstel-strook in de Carel van Mander straat te realiseren. De heer Niemeijer vraagt zich af of er wel sprake is van voorzieningen voor het fietsverkeer wan neer men het heeft over parkeerhavens aan de Westerplantage-noordzijde. Een en ander is een vervolg op de discussie over de binnenstadsoosttangent, waarbij de heer Niemeijer heel duidelijk heeft gemaakt dat een aantal automobilisten iets doet wat men eigenlijk niet zou moeten doen, namelijk parkeren op de rode fietspaden. Om die situatie te vermijden hebben wij gezegd dat wij parkeerhavens moeten aan leggen zodat de fietsroutes vrijliggen. De onder het eerste punt op bladzijde één van de raadsbrief ge noemde voorziening is inderdaad een wat afgeleide manier om voorzieningen voor het fietsverkeer te re aliseren, maar men moet dat maar opvatten als een ruime interpretatie. De heer Niemeijer vraagt zich af hoe wij dit voorstel moeten zien. Er wordt hier een krediet ge vraagd voor de in het voorstel genoemde projecten. Als de plannen gedetailleerd worden, kan het best eens zijn dat wij daarover heel verschillende ideeën hebben hetgeen tot gevolg zal hebben dat wij de budgetten moeten veranderen. Dat zullen wij op dat moment moeten bekijken. Als het nodig is zal er een aanvullend krediet gevraagd moeten worden. Gaat de uitvoering van de plannen minder kosten, dan hoeven wij natuurlijk geen extra krediet te vragen, want dan kunnen wij de plannen met het in dit be sluit genoemde krediet uitvoeren. Ik heb in de Commissie voor Openbare Werken reeds toegezegd dat al deze voorstellen voor de detaillering terug zullen komen in deze commissie, ledereen kan dan zijn zeg je daarover doen. In principe zijn de in de raadsbrief genoemde twaalf voorzieningen de voorzieningen die wij volgend jaar willen realiseren. Wat mij betreft zit daar geen prioriteitenstelling in. Wij willen gewoon alles uitvoeren. Het krediet van één miljoen gulden willen wij overeenkomstig het nu voorge stelde besteden. De heer Janssen: Ik wil nog even terugkomen op de woorden "zo mogelijk". In de Carel van Man derstraat is volgens mij maar één verkeerssoort die daar een beperking op kan leggen aan de fietser en dat is de bus die daar drie keer per uur langs komt. Hoewel de bus de grootste breedte heeft van alle verkeerssoorten die door deze straat gaan, moet het volgens mij met een kleine aanpassing mogelijk zijn dat de fietser ruimte houdt. Ik ben blij met de woorden van de wethouder dat het uitgangspunt van het college is dat deze opgeblazen fiets-opstel-strook wel gerealiseerd wordt. De heer Niemeijer: Gezien de vrijheid die wij nog houden om in de toekomst over de verschillende onderdelen te beslissen, gaan wij akkoord met het raadsvoorstel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 24.00 uur, de vergadering tot 28 juni 1983, 19.30 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 21