43
In de betreffende commissie hebben wij vrij uitgebreid gesproken over de vraag of de taak die nu
nog door de h.i.d. wordt gedaan door ons overgenomen zal kunnen worden zonder dat dat direct leidt
tot het verstrekken van kredieten die dan ook nog extern besteed moeten worden. Ik heb van de wethou
der begrepen dat dat niet lukt. Dat feit moet knarsetandend geconstateerd worden, ofschoon ik mij kan
voorstellen dat wij dat knarsetandend af en toe omzetten in een protest naar de rijksoverheid die ons dat
soort zaken aandoet.
Tegen de voorgestelde dekking hebben wij echter dermate bezwaar dat wij daarmee niet akkoord
gaan. De wijze van dekking staat niet in het besluit genoemd, maar wordt wel expliciet in de raadsbrief
vermeld. Ons bezwaar tegen de voorgestelde dekking is dat het hier gaat om een duidelijk toegevoegd
element aan de stichtingskosten en als zodanig aan de woonlasten.
De heer Geerts (weth.): De heer Niemeijer begint en eindigt zijn verhaal met bezwaren te uiten
tegen de door het college voorgestelde dekking. Hij geeft echter niet aan hoe de dekking dan wel zal
moeten plaatsvinden. De wijze van dekking is altijd een probleem als men ergens een krediet voor
vraagt. Er is hier het volgende aan de hand, mijnheer de voorzitter.
Wij willen als gemeente een taak overnemen die tot nog toe door de minister en door de h.i.d.
wordt uitgevoerd. Op zich zelf vinden wij overname van die taak een goede zaak, omdat wij van me
ning zijn dat het beleid dat met die taak te maken heeft deel uit moet maken van het gemeentelijk be
leid. Je zou verwachten - wat dat betreft kan ik helemaal meegaan met de heer Niemeijer - dat dan
ook de gelden voor die taak gedecentraliseerd worden. Ik heb al eens in een commissievergadering ge
zegd dat dat helemaal niet het geval is. Wij krijgen als experimenteergemeente eenmalig het bedrag
van 50.000, Met dat bedrag moeten wij het experiment volledig uitvoeren. Dat kan natuurlijk
niet, want het experiment kost veel meer geld. Men zou verwachten dat wij van het ministerie op de
een of andere wijze meer geld krijgen, want uiteindelijk wordt er gedecentraliseerd. Er worden name
lijk taken bij het ministerie weggehaald, dus houdt men daar personeel, ruimte en geld over. Boeiend is
het om de sociale paragraaf te lezen die is gevoegd bij het decentralisatieverhaal dat de minister aan de
Kamer heeft aangebodenIn deze sociale paragraaf, die ten behoeve van het eigen personeel is opge
steld, heeft hij heel geruststellend gezegd dat er wel een taakvermindering zal optreden, maar dat er
andere taken voor het ministerie opdoemen die in de plaats van de oude taken komen. Met andere woor
den, er wordt geen personeel ontslagen en er wordt dus ook niet bezuinigd. Wij hebben wel eens gesug
gereerd om personeel van de h.i.d. over te plaatsen naar de gemeente, maar dat is niet haalbaar. V/at
kan men dan als gemeente doen?
Wij kunnen protesteren tegen deze handelwijze en dat is door onze gemeente dan ook gedaan. Bo
vendien is er in VNG-verband in dat kader uitgebreid geprotesteerd. Dan zijn de middelen echter wel
uitgeput en kan men alleen maar nagaan hoe men het een en ander dan wel kan oplossen.
Ik heb de heer Niemeijer niets horen zeggen over de door hem voorgestelde wijze van dekking. Wij
gaan uit van de gedachte dat wij door een intensieve begeleiding en een goede procedure de bouwkos
ten kunnen drukken. Met een "goede procedure" bedoelen wij dat het niet meer mag voorkomen, zoals
nu wel gebeurt, dat in een laat stadium van de bouwontwikkeling nog tot wijziging moet worden over
gegaan. Zo'n wijziging werkt kostenverhogend. Wij denken dat aspect door onze procedure te verhin
deren. Vanuit die visie is gezegd dat de kosten die voor inschakeling van een externe deskundige ge
maakt worden via de stichtingskosten betaald moeten worden. Het gaat uiteindelijk niet om enorme be
dragen, want het gaat om een bedrag in de orde van grootte van 150,per woning dat gekapitali
seerd moet worden opgebracht en dat ten laste wordt gebracht van de stichtingskosten van de betreffende
woning
Wij denken echter dat wij de bouwkosten, doordat wij die taak zelf uitvoeren en doordat wij in een
vroeg stadium een goede procedure volgen - over die procedure hebben wij overigens overleg gehad met
de corporaties -, zodanig kunnen drukken dat het bedrag zich zelf terugverdient. Dat is de reden waar
om het college met dit voorstel is gekomen. Het alternatief zou inderdaad geweest zijn om het genoem
de bedrag uit onze algemene middelen te betalen.
De heer Niemeijer: In de raadsbrief staat letterlijk: "Uit het vorenstaande volgt dat de bemiddelen
de en controlerende rol van de h.i.d. in het planontwikkelings- en bouwproces van woningwetwoningen
en -eenheden in feite wordt overgenomen door de gemeente." Deze opmerking betekent dat er een taak
wordt overgenomen door de gemeente. Als de wethouder er op voorhand vanuit gaat dat wij het als ge
meente beter gaan doen dan de h.i.d., dan hoor ik dat natuurlijk graag, maar of dat nu onmiddellijk
leidt tot kostenbesparingen vind ik een proces van afwachten. Wij gaan naar een externe kostendeskun-
dige toe wiens kundigheid ik niet wil aanvechten, maar om a priori aan te nemen dat door het inschake
len van deze deskundige de bouwkosten zodanig kunnen worden gedrukt dat het bedrag zich zelf terug
verdient, gaat mij wat te ver. Bovendien streven wij ernaar om de reeds genoemde taak zelf te gaan
44
verrichten. Het is goed dat wij die taak zelf gaan uitvoeren, maar wij weten nog niet eens wie met die
taak zal worden belast. Bovendien moet degene die deze taak moet uitvoeren daarvoor nog worden op
geleid. Om er sowieso vanuit te gaan dat op de door mij reeds genoemde wijze geld terug wordt ver
diend op de stichtingskosten van de woning gaat mij wat te ver.
Wij gaan met zijn allen een experiment aan. Ik vind het dan ook principieel onjuist om de kosten,
die nu om de hoek komen kijken, onmiddellijk ten laste te brengen van de stichtingskosten van de wonin
gen en ze daardoor een stuk van de woonlasten te laten uitmaken. Mijn principiële standpunt is dat de
ze kosten niet ten laste van de stichtingskosten van de woningen moeten worden gebracht. Ik geef toe
dat mijn positie sterker zou zijn geweest, wanneer ik een andere dekking had voorgesteld. De wethou
der weet echter dat dat niet zo simpel is. Wij zullen deze kwestie bij de behandeling van het beleids
plan aan de orde stellen. Ik wil hier geen discussie van "wij hebben gedacht het bedrag daar vandaan te
halen" en dan een discussie van "dat kan helemaal niet"Het gaat op dit moment om een principiële
stelIingname. Dit bedrag behoort niet ten laste te worden gebracht van de stichtingskosten van de wo
ningen
De heer Geerts (weth.): Ik heb niet veel toe te voegen aan datgene wat ik in eerste instantie heb
gezegd. De heer Niemeijer heeft terecht geconstateerd dat wij de specifieke deskundigheid, die voor
dit proces vereist is, nog niet in huis hebben. Dat zal binnen niet al te lange tijd toch wel moeten ge
beuren. In het proces dat ik zojuist heb beschreven willen wij inbouwen dat de specifieke deskundigheid
ook binnen ons eigen apparaat gaat ontstaan.
De heer Niemeijer: Onze fractie wil graag de aantekening dat zij tegen de voorgestelde dekking is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-frac-
tie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de in de raadsbrief voorgestelde dekking.
Punten 20, 21 en 22 (bijlagen nrs. 264, 231 en 261).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 265).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Stadsverwarming.
De heer Bijkersma: Enige maanden geleden hebben wij hier in het kader van de behandeling van het
punt over de stadsverwarming naar voren gebracht dat het het beste zou zijn om te beslissen tot stopzet
ten van het project. Helaas had men daar toen geen oren naar, maar stopzetten komt er dan nu toch
van. Het is een goed koopmansgebruik dat bij het manifesteren van verlies snel wordt overgegaan tot af
ronding en afstoting van de verliesgevende sector. Alvorens te komen tot een beslissing welke onze
fractie hierin heeft genomen, wil ik een aantal kanttekeningen plaatsen. Wij hebben begrepen dat in
een later stadium de meer op de financiën gerichte af bouw voorstel len zullen worden besproken. Op
grond daarvan menen wij dat het niet zinnig is reeds nu daarover een oordeel te geven, alhoewel de dan
te volgen koers wel degelijk door ons is besproken in ons fractieberaadWij denken daarbij niet alleen
in de richting van het aanspreken van het risicofonds, maar daarover later meer.
Mijnheer de voorzitter, vanaf het begin van dit project heeft de fractie van de VVD zich tegen dit
waagstuk verzet. Nu gebleken is dat het project voor Leeuwarden financieel niet haalbaar is - daarvoor
hebben wij steeds gewaarschuwd - zou zwijgen misschien het beste zijn. Helaas wordt in de raadsbrief
slechts gesproken over externe factoren welke het project in zo sterke mate in negatieve zin zouden
hebben omgebogen. Dat is de reden waarom wij wat langer bij deze kwestie willen stilstaan, want wij
vinden namelijk dat er wel degelijk ook interne factoren geweest zijn welke mede hebben gezorgd voor
het /fjoorzaken van deze totale mislukking. Mijn fractie waarschuwde in het begin reeds voor de te
grote financiële risico's voor de gemeente Leeuwarden. Risico's welke naar ons gevoel beter hadden
moeten worden onderzocht omdat ze voor Leeuwarden te groot waren. Er werd destijds helaas te weinig
geluisterd naar onze woorden.
De beraadslagingen van toen werden van de zijde van het college overheerst door optimisme. Te
rugblikkende in de geschiedenis heb ik ergens gelezen dat door iemand achter de collegetafel werd ge
zegd dat dit hele project niet eens gesubsidieerd behoefde te worden omdat het zo winstgevend zou zijn.
ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn met de gemeente Leeuwarden als het project niet
zou zijn gesubsidieerd. Wat er dan zou zijn gebeurd laat zich wel raden. Het optimisme - men sloot de
ogen voor onze argumenten - is een interne factor welke, bij meer zorgvuldigheid van de kant van het