ting wij de dekking van het tekort gaan zoeken, want daarmee beperkt men de ruimte die er ons inziens
elders nog wel is. Ik ben het dus niet helemaal eens met die opmerking van de wethouder, of hij moet
zeggen dat hij, naast de twee mogelijkheden die hem nu voor ogen staan, ook nog wel een andere vari
ant, om in termen van de stadsverwarming te spreken, in beschouwing wil nemen. Wij hebben over de
wijze van dekking van het tekort namelijk een andere mening.
Wethouder Miedema is wat kort op mijn betoog ingegaan. Ik zal daarom ook kort reageren, want ik
heb er niet zoveel behoefte meer aan om over een aantal zaken te praten. Met de wethouder ben ik van
mening dat men de externe adviseurs er in deze openbare vergadering van de raad buiten moet houden,
omdat zij zich hier niet kunnen verdedigen. Er is een politiek verantwoordelijk college dat zich moet
verdedigen. De woorden die destijds zijn uitgesproken en de rapporten die op tafel zijn gelegd, zijn op
dat moment woorden en rapporten van het college geworden. Wij moeten daarom niet meer praten over
de externe adviseurs want die staan hier buiten. Wat dat betreft ben ik het helemaal met wethouder
Miedema eens.
De wethouder heeft gezwegen over de interne factor die ik heb genoemd. Ik heb gezegd dat het
college in de raadsbrief een aantal externe factoren aanhaalt. Ik wil duidelijk naar voren brengen dat
dit debacle voorkomen had kunnen worden wanneer de interne factor goed was behandeld. Het financië
le onderzoek had naar mijn mening beter moeten gebeuren en had door het college dienen te geschie
den. De wethouder zwijgt echter over die interne factor en volgens mij is dan het gezegde "Wie zwijgt
stemt toe" van toepassing.
Wethouder Miedema is ook ingegaan op de door mevrouw De Jong ingediende motie. Hij zegt dat
het plaatje, zij het dat dat niet zo gedetailleerd zal zijn als een aantal mensen denkt, in september/
oktober wel te voorschijn zal komen. Dat plaatje zullen wij moeten afwachten en in dat kader heb ik
zeker geen behoefte aan die motie. Ik wacht af hoe straks de financiële zaken met alle "innen en oa-
nen" te voorschijn komen. Dan zullen wij beoordelen of er nog een nader onderzoek gewenst is. In de
Commissie voor de Financiën en in de Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf zal het
plaatje wel gedetailleerder aan de orde komen.
Mevrouw De Jong: Ik wil ingaan op hetgeen de wethouder heeft gezegd over de STEG-variant. Ik
heb een vraag gesteld over het feit hoe het mogelijk is dat de NEOM op 12 april 1983 nog met de
STEG-variant door wilde gaan. De wethouder heeft daar een voor mij onbegrijpelijke verklaring voor
gegeven. De STEG-rapportage zelf is hier niet aan de orde geweest; daar zijn wij niet aan toegekomen.
Ik durf echter wel te stellen dat in die rapportage het elektrisch rendement te hoog is berekend. Het is
bekend dat de SEP stroom in het buitenland inkoopt, ledereen zou dat kunnen weten en moeten lezen.
Men haalt vrij goedkoop en in steeds grotere hoeveelheden stroom uit het buitenland vandaan. Naar
mijn mening zou zeker de NEOM dat feit hebben moeten weten en ook hebben moeten incalculeren.
Wij zitten met een overcapaciteit aan elektriciteitsproduktie. Over visie gesproken! Van de NEOM,
die het beheer heeft over gemeenschapsgelden/subsidiegelden - het gaat daarbij om miljoenen gul
dens -, mag men volgens mij toch wel visie eisen. Als ik de STEG-variant bekijk en het feit in ogen
schouw neem dat men daar op 12 april 1983 nog mee door wilde gaan, dan stel ik dat het de NEOM aan
visie ontbreekt.
Ik heb kritiek geuit op de KEMA. De wethouder distantieert zich daarvan, want hij is blijkbaar
niet helemaal gelukkig met die kritiek en kan die ook niet volgen. Hij heeft er ook zijn twijfels over.
Ik stel en blijf stellen dat de KEMA fouten heeft gemaakt. De KEMA werkt met gemeenschapsmiljoenen
en heeft, zoals ik reeds eerder gezegd heb, fouten gemaakt die miljoenen guldens kosten. Wat dat be
treft is Leeuwarden niet alleen een uitschieter. Ik hoef slechts te noemen Breda, Dordrecht en Spijke-
nisse, maar ik kan zo nog wel even doorgaan. Ik stel dat men die fouten hier niet had mogen maken. De
fouten zijn gemaakt en die moeten dan ook aan de orde komen. Ten aanzien van de exploitatie-opzet
heb ik duidelijk aangegeven dat men voor Leeuwarden voor wat betreft de warmtevraag 19% en voor wat
betreft de aansluitwaarde 20% te hoog zat. De KEMA was voor dat zelfde feit een halfjaar eerder reeds
op de vingers getikt. Ik begrijp niet dat wij hier dan niet van kritiek mogen spreken. Kritiek heb ik,
kritiek blijf ik houden. Ik stel dat men als gemeente van dergelijke adviseurs, die ook nog een dusdanig
honorarium opstrijken, toch een bepaalde deskundigheid mag verwachten. Als die deskundigheid niet
blijkt, dan moet daar kritiek over op tafel kunnen worden gegooid.
PAL en D'66 hebben een motie ingediend waarin wordt gevraagd om openheid van zaken. Uit het
antwoord van de wethouder heb ik geproefd dat hij het begrijpelijk vindt dat wij dit vragen. De wet
houder zegt dat er openheid van zaken was en dat de rapporten ter inzage lagen. De rapporten lagen
zeker ter inzage. Een gedeelte van de raad heeft de rapporten ook in zijn bezit. Maar ik wil daar toch
iets tegenover stellen. De meeste rapporten waren voorzien van het stempel Vertrouwelijk. De rapporten
hoefden dat stempel helemaal niet, want elk hier aanwezig raadslid zal weten dat men die rapporten
54
rustig op straat kan leggen omdat ze volkomen onbegrijpelijk zijn. De rapporten zijn onleesbaar. Ik heb
over het algemeen 'savonds vaak de neiging om een cryptogram te maken. Het laatste jaar heb ik
KEMAgrammen gemaakt en ik moet zeggen dat er zelden zo moeilijk een antwoord en een oplossing zijn
uitgerold. Het is voor mij onbegrijpelijk dat de commissievergaderingen besloten waren. Wij waren be
zig met een enorm risicolopend iets en juist daarom hoorden de vergaderingen openbaar te zijn. Van
meet af aan moet de burger, dat heb ik vaker gesteld, op de hoogte zijn van waar wij mee bezig zijn,
wat wij doen en hoe dat gebeurt. Wethouder Kessler heeft gezegd dat direct of indirect de strop door de
burgers van Leeuwarden moet worden opgebracht. Dat onderschrijf ik volledig. Juist daarom zeg ik dat
het niet meer dan een naar mijn gevoel normale zaak is dat wij in een motie vragen om duidelijkheid
van zaken
Ik vind het argument van wethouder Miedema dat een en ander een te sterke wissel zal trekken op
de ambtenaren een zwak argument. Ik vind dat argument ook niet opgaan, zeker niet als het een derge
lijke zaak betreft. Deze zaken dienen in alle openbaarheid naar voren te worden gebracht. Een resumé
vind ik daarom ontoereikend. Ik ben toch wel wat gevoelig voor het argument van de wethouder met be
trekking tot zijn ambtenaren en ik bied mij daarom aan als vrijwilliger. Ik wil graag de gelederen ko
men versterken. Wellicht zijn er meer raadsleden die vinden dat de burgers recht hebben op openheid en
dat zij die moeten krijgen. Wij kunnen wat dat betreft het front gaan sluiten en dan zou in ieder geval
de rapportage naar de burgers toe mogelijk worden gemaakt. De voorzitter kan mij dus noteren als vrij
williger. Ik heb werk genoeg, maar ik vind het de moeite waard om aan de rapportage mee te werken.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Wat mij bezighoudt is de opmerking van de heer Buurman dat er
in de hele redenering in ieder geval één achilleshiel zit. Ik zit te denken op welke manier wij een
tweede achilleshiel kunnen vinden, om het ministerie te dwingen in ieder geval meer te betalen dan
men op dit moment van plan is. In het verslag van de bespreking met het Ministerie van Economische
Zaken staat dat het bereid is als titel voor een bijdrage in het tekort te gebruiken het feit dat partijen
in goed overleg hebben moeten constateren dat afbouw van het project de enige mogelijkheid is en gro
tendeels wordt veroorzaakt door exogene factoren. Vervolgens staat er in het verslag dat de NEOM en
het Ministerie van Economische Zaken samen de ene helft en Leeuwarden de andere helft van het tekort
dragen. Het college heeft in de beantwoording meegenomen dat het daar tegen is. Ik vind dat het col
lege wat dat betreft gelijk heeft. De bezittingen van de gemeente Leeuwarden staan ten opzichte van
de bezittingen van het rijk natuurlijk helemaal niet in een één-één verhouding. Dat is misschien een
achilleshiel waar het college het ministerie mee kan pakken, want de bijdrage in het tekort is voor het
rijk natuurlijk een fluitje van een cent, maar voor onze gemeente betekent het bijna de ondergang.
Men begrijpt dat ik naar beide kanten toe wel wat overdrijf.
Ik wil nog even ingaan op de zaak die de heer Van der Wal aansneed, namelijk de positie van het
GEB. Ik meen mij te herinneren dat wij tijdens één van de behandelingen van dit onderwerp bij motie
de angel eruit hebben gehaald door te zeggen dat wij niet over het GEB praten als het gaat over stads
verwarming, maar dat wij daarover alleen praten als wij over het Coconut-rapport praten. Naar onze
opvatting is het GEB op dit moment hoe dan ook helemaal niet in het geding.
De heer Van der Wal: Ik wil eerst een opmerking maken over de ingediende motie. Wethouder Mie
dema heeft gezegd dat alles ter inzage ligt en dat er niets is te verbergen. Ik heb hier het eerste rapport
van de KEMA met het stempel Vertrouwelijk er op. Gelet op de woorden van de wethouder neem ik aan
dat het woord "Vertrouwelijk" weggelaten kan worden, wat ook het geval is met het zinnetje, dat in de
rapporten staat, dat niets openbaar mag worden gemaakt of mag worden vermenigvuldigd. Ook wil ik
mijn medewerking toezeggen, in navolging van mevrouw De Jong, voor de totstandkoming van de volle
dige rapportage. In de motie staat overigens niet dat die rapportage al in september klaar moet zijn.
Het lijkt mij verstandiger om ook het resultaat van de onderhandelingen met het Ministerie van Econo
mische Zaken in de rapportage op te nemen. Wij moeten zo tegen het eind van het jaar de rapportage
rond hebben.
Wethouder Miedema zegt toe dat er de volgende keer, wanneer wij weer over deze kwestie praten,
een resumé zal zijn. Hij gaat er al bij voorbaat vanuit dat dat niet volledig of niet exact genoeg zal
zijn. Dat lijkt mij niet zo'n geweldig goed uitgangspunt.
Na de voor mij verwachte woorden die wethouder Kessler aan de financiële effecten voor de burge
rij heeft gewijd, hebben niet alleen de raadsleden maar ook de burgers van onze stad recht op inzage
met betrekking tot de gang van zaken. Het rapport moet niet al te ambtelijk en technisch worden, maar
een beetje leesbaar; dat zou dan uitzondering worden in deze materie.
Wethouder Miedema heeft de KEMA nogal verdedigd. Op zich zelf is het prijzenswaardig als een
lid van het college zijn deskundigen, waarvan het de rapporten heeft overgenomen, blijft verdedigen.