87
De heer Bijkersma: De verleiding is groot om dit voorstel als hamerstuk te behandelen. Het gaat
hier echter om een belangrijke zaak die alle collegeleden aangaat. Aan de orde zijn thans de rekenin
gen en de eindwijzigingen van de begrotingen van de algemene dienst en de takken van dienst over het
dienstjaar 1979; dat is bijzonder laat. Dat feit is ook door het verificatiebureau geconstateerd, dat zegt
dat er daardoor afbreuk wordt gedaan aan de doeltreffendheid van de interne en externe controle.
Voorts wordt hierdoor volgens het verificatiebureau het inzicht in de resultaten van het gevoerde beleid
en de financiële positie van de gemeente verminderd. Dat is een juiste constatering.
In de Commissie voor de Financiën is deze hele zaak aan de orde geweest en daar bleek ons dat de
beantwoording van vragen met betrekking tot de verschillende takken van dienst op een soms wat povere
manier gebeurde. Ik bedoel dat niet negatief, maar ik constateer gewoon. De afdeling EBO belde na
melijk met de betreffende dienst en vroeg dan of de opmerkingen die gemaakt waren al rechtgetrokken
waren. Wij vinden dat niet een juiste gang van zaken, want wij vinden dat de hoofden van dienst zelf
voor de beantwoording moeten zorgdragen. Die beantwoording dient op zijn minst door de betreffende
wethouder(s) te worden gecontroleerd, want dan krijgt men geen herhaling van fouten zoals nu wordt
geconstateerd. Wij zijn van mening dat de beantwoording op een te simpele wijze is geschied en wij
verzoeken het college derhalve aandacht te besteden aan het feit dat de beantwoording via de hoofden
van dienst gebeurt en dat de betreffende wethouder het een en ander goedkeurt.
De heer Kessler (weth.): Het verzoek van de heer Bijkersma kunnen wij wel ondersteunen. Wij zul
len wat meer aandacht moeten besteden aan het door hem geconstateerde feit.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 47 (bijlage nr. 272).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de
Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal, de Dienst Stadsontwikkeling en de Dienst voor Sport en
Recreatie voor het dienstjaar 1983.
Gemeentebegroting.
De heer IJestra: Ik wil op dit vroege uur van woensdagmorgen nog een opmerking maken over het op
bladzijde zes van de raadsbrief genoemde punt 15 Treffen van voorzieningen aan en bij het pand Unia-
buurt 10. Het doet mij genoegen dat de nodige voorzieningen getroffen worden aan het pand Uniabuurt
10. Deze voorzieningen zullen een heel eind tegemoet komen aan het opheffen van de stankoverlast en
de overlast van ongedierte die de bewoners van het naastliggende pand Uniabuurt 13 ondervinden. Op
uitnodiging van de eigenaar van het pand Uniabuurt 12 heb ik genoemde overlast kunnen waarnemen.
Het college heeft de eigenaar van het pand Uniabuurt 12 op één juni 1983 schriftelijk een toezeg
ging gedaan dat het Krisis Informatie Centrum (KRIC) er zorg voor zou dragen dat er in de toekomst van
uit het pand Uniabuurt 10 geen overlast meer zou worden veroorzaakt. In de raadsbrief van 12 juni 1980
schrijft het college dat de verwerving van het onroerend goed Uniabuurt 10 voor de gemeente van be
lang is in het kader van de bevordering van de woonfunctie van de binnenstad. In de raadsbrief van 23
oktober 1980 komt het college met het voorstel om het KRIC te huisvesten in het pand Uniabuurt 10. Dat
voorstel wordt door de raad goedgekeurd. Met dat besluit is onze fractie toen echter niet akkoord ge
gaan. Ik zou alsnog van wethouder Heere willen weten hoe hij denkt over het tijdelijk karakter van
huisvesting van het KRIC in genoemd pand, gezien het feit dat aan dit pand de woonfunctie is toege
kend.
De heer Heere (weth.): Het is wat een uitdagende bezigheid om op dit moment te spreken over tij
delijkheid. Hoe ik over tijdelijkheid denk is wellicht een wijdere beschouwing waard. Maar goed, het
KRIC heeft het pand Uniabuurt 10 tijdelijk toegewezen gekregen. Voor wat betreft de ontwikkeling ten
aanzien van de daar geplande woonfunctie heeft de heer IJestra waarschijnlijk meer aan het oordeel van
wethouder Geerts dan aan het mijne. In mijn sector hebben wij echter besloten om op een termijn van
een jaar eens te gaan kijken naar het functioneren van het KRIC en dat inhoudelijk te beoordelen. Aan
de hand van die discussie zullen wij moeten bekijken wat wij verder met het KRIC moeten doen.
De heer IJestra: Ik kan voorlopig tevreden zijn met het voorstel dat de wethouder doet.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
88
Punt 48 (bijlage nr. 254).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt49a (bijlage nr. 271).
Benoemen adjunct-directeur sociale dienstverlening Gemeentelijke Sociale Dienst.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
de heer O Herder.
Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen.
Punt 49b (bijlage nr. 273).
Benoeming leden van de Commissie voor de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal en van
de Commissie voor het beheer van de Evenementenhal en de IJshal.
a. Commissie voor de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal.
Voordracht van burgemeester en wethouders:
1. de heer J.R. Bijkersma;
2. de heer J.F. Janssen;
3. de heer C. de Jong;
4. mevrouw J. de Jong;
5. de heer J. Hotsma;
6. de heer P. van der Meulen.
Benoemd worden de heren Bijkersma en Janssen, mevrouw De Jong en de heren Hotsma en Van der
Meulen met algemene stemmen en de heer De Jong met 33 stemmen (de heer Sterk 1 stem).
b. Commissie voor het beheer van de Evenementenhal en de IJshal.
Voordracht van burgemeester en wethouders:
1de heer Jde Beer;
2. de heer C. de Jong;
3. de heer H. Meijerhof;
4de heer PDvan der Wa I
5. de heer A. Lok;
6. de heer G.F. Hepkema;
7. de heer W.S. Wijnia.
Benoemd worden de heren De Beer, Meijerhof, Van der Wal, Lok, Hepkema en Wijnia met algeme
ne stemmen en de heer De Jong met 33 stemmen (de heer Sterk 1 stem).
De heren Janssen en Buurman vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter: Wij zijn aan het eind gekomen van deze vergadering. Ik wens u allen een prettige
vakantie
De Voorzitter si uit, om 24.35 uur, de vergadering.
