14
Sub T.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Mevrouw Van der WerfOp bladzijde 8 van de Mededelingenlijst voor de raadsvergadering van 27
juni 1983 staat onder Voor de raadsleden ter inzage gelegd onder anderen opgenomen: Brief van 29 april
1983 van het Leeuwarder Vredesoverleg inzake aanbieding van de vredesboom en het antwoord van b.
en w. op deze brief. Het gaat hier over een brief die gericht is aan de raad en die inmiddels door b. en
w., zoals mij uit de ter inzage gelegde stukken is gebleken, is beantwoord. Ik wil het college verzoe
ken om deze correspondentie op de agenda van de volgende raadsvergadering te plaatsen zodat de raad
dan de gelegenheid heeft om daarop inhoudelijk in te gaan.
De Voorzitter: Ik zeg mevrouw Van der Werf toe dat de volledige correspondentie over deze zaak
op de mededel ingenl ijst van de volgende raadsvergadering zal worden geplaatst.
De heer Timmermans: Ik heb een vraag over de op bladzijde 8 van de Mededel ingenl ijst voor de
raadsvergadering van 27 juni 1983, onder Voor de raadsleden ter inzage gelegd, vermelde brief van een
viertal aan de oostkant van de Schoolstraat gevestigde instellingen, van 13 mei 1983, waarin gevraagd
wordt een haalbaarheidsonderzoek in te stellen naar het cascoherstel van deze straatwand en het ant
woord van b. en w. op deze brief. Het gaat hier om een viertal marginale, deels gesubsidieerde jonge
bedrijven. Het college geeft als antwoord op deze brief dat de panden onderdeel uitmaken van een na
der te ontwikkelen stedebouwkundig plan en dat men daarover nog nader bericht krijgt. Ik denk dat een
en ander een beetje in strijd is met de duidelijke uitspraken van de projectgroep voor dit gebied, de
projectgroep voor de Schoolstraat. Door de projectgroep wordt namelijk duidelijk geconcludeerd dat al
ternatieve bedrijfsmogelijkheden aan de oostwand van de Schoolstraat onmogelijk moeten worden ge
acht. Mijn verzoek is of het mogelijk is om alsnog een onderzoek te doen starten naar de realiteit van
het herstel van de panden. Bovendien is het toch ook van belang om een inzicht te krijgen in wat het
college voor mogelijkheden denkt te gaan bieden aan dit soort jonge, weliswaar marginale bedrijven.
De heer Van der Wal: Ik kan het verzoek van de heer Timmermans ondersteunen. In het betreffende
verslag kan men lezen dat de projectgroep alternatieve bedrijfsmogelijkheden aan de oostwand van de
Schoolstraat bij voorbaat onmogelijk acht. De vertegenwoordiger in de projectgroep van het Gemeente
lijk Woningbedrijf heeft zich daarvan tegenover mij duidelijk gedistantieerd. Hij zegt dat er eerst een
duidelijk onderzoek moet komen, omdat het hier gaat om natte vingerwerk dat onder druk van een per
soonlijk idee van de wethouder tot stand is gekomen. Mogelijkheden van cascoherstel moeten degelijk
onderzocht worden. De vertegenwoordiger van het Gemeentelijk Woningbedrijf in de projectgroep acht
cascoherstel namelijk wel mogelijk, hoewel dat enige tijd en wat geld zal kosten. Het Gemeentelijk
Woningbedrijf heeft een behoorlijke tijd geleden overigens zelf ook al eens om een dergelijk onderzoek
gevraagd. Het wordt dus nu zo langzamerhand hoog tijd dat zo'n onderzoek wordt verricht.
De heer Geerts (weth.): De hele discussie over de Schoolstraat zal in de nabije toekomst, na de va
kantie, plaatsvinden. Dit voorstel staat niet helemaal op zich zelf, want het heeft te maken met de ge
hele invulling van het gebied. Er zijn voorstellen ingediend om te komen tot een centrum voor de Stich
ting Echo, dat in de school tegenover deze panden gerealiseerd zou moeten worden. Daar zitten ook
bepaalde kanten aan vast waarop ik nu niet in wil gaan, maar waarover in ieder geval wel gediscussi
eerd zal moeten worden. Wat er aan de andere kant van de Schoolstraat met de panden moet gebeuren is
toch ook sterk afhankelijk van de uitkomsten van deze discussie. Er is hier natuurlijk ook sprake van een
mooi gebied om woningbouw te plegen, maar daarover zal de raad ook gelegenheid krijgen om te dis
cussiëren. Wij moeten ons oordeel pas geven nadat de raad gediscussieerd heeft.
Er is misschien niet een gedegen onderzoek geweest naar de mogelijkheden tot cascoherstel van de
ze panden, maar er is wel een globaal onderzoek naar gepleegd. Uit dat globale onderzoek komt in ie
der geval naar voren dat het herstel van de panden ongelofelijk hoge bedragen zal gaan vragen. Wij
moeten dus niet al te optimistisch zijn, afgezien van het onderzoek waar ik net over sprak, over de mo
gelijkheden om deze panden op enigszins rendabele wijze te herstellen.
Ik wil nog wel opmerken dat één van de vier instellingen op heel tijdelijke basis een subsidie-ver
houding met de gemeente heeft. De overige instellingen hebben helemaal niet zo'n verhouding.
Het gaat hier om huurders van het Gemeentelijk Woningbedrijf dat ten aanzien van de hoogte van
de huurprijs rekening houdt met de huidige stand van het gebouw. Die stand is zeer slecht zoals ik al
gezegd heb en het zal een probleem worden om daarvoor een goede oplossing te vinden. Ik wil echter
voorstellen om die discussie te voeren nadat over de problematiek in het gehele gebied duidelijkheid is
ontstaan
De heer Timmermans: Ik mis nog een onderdeel in het verhaal van de wethouder. De wethouder
spreekt zich wel uit over een te verrichten onderzoek naar de stedebouwkundige opzet. Hij gaat echter
niet in op de opmerking van de projectgroep dat daar geen alternatieve bedrijven kunnen komen. Ik wil
nog wel eens zien dat het in stadsvernieuwingsgebieden onmogelijk moet worden geacht om bepaalde
soorten bedrijven te vermengen met stadsverbetering, met name ook de woonfunctie daarbinnen. Ik heb
in het verhaal van de wethouder ook een antwoord gemist op mijn vraag naar de algemene lijn die het
college denkt te gaan voeren wanneer het om dit soort marginale bedrijven gaat.
De heer Van der Wal: Het is heel verleidelijk en je komt er bijna ook niet onder uit om nu over een
bestemmingsplan, dat spiksplinternieuw is en nota bene een van de weinige, wat het grootste deel van
de binnenstad betreft, rechtsgeldige bestemmingsplannen is, te praten en het weer volledig over de kop
te gooien. Ik wil het echter nu toch maar bij het cascoherstel houden.
De wethouder zegt dat er niet zo'n gedegen onderzoek naar de mogelijkheden van cascoherstel is
geweest, maar dat er wel een onderzoek heeft plaatsgevonden. Dat is dan waarschijnlijk het bekende
onderzoek van de ambtenaar op de fiets door de straat, dat later in de rapporten een eigen leven gaat
leiden. Bij de gebruikers van de panden is er de laatste twee jaren geen ambtenaar van het Gemeente
lijk Woningbedrijf of van Bouw- en Milieutoezicht gesignaleerd, ondanks het uitdrukkelijke advies om
eens een keer langs te komen. Het onderzoek kan nooit behoorlijk zijn als men niet eens binnen is ge
weest.
Het lijkt mij dat er, mede in relatie met de persoonlijke opvattingen die de wethouder in de pers
heeft geventileerd, heel snel duidelijkheid moet komen. Bij die duidelijkheid horen ook de werkelijke
kosten van het opknappen van de panden, de eventuele subsidiemogelijkheden en de vraag wat redelijke
huurbedragen zijn voor de bedrijven/instellingen en of die zijn op te brengen. Het woord "marginale"
wil ik in ieder geval niet gebruiken voor een paar bedrijven, want die draaien toch met een heel be
hoorlijke omzet. Bij de afweging in verband met de plannen van de Stichting Echo en de culturele be
stemming van het schoolgebouw - het gebouw en de bedrijfjes die nu in dit gebied zijn passen volledig
in het huidige bestemmingsplan - is het gewenst te weten hoeveel het herstel van de panden gaat kosten
en wat de mogelijkheden zijn voor de oostwand van de Schoolstraat.
Ik pleit er nogmaals voor om een haalbaarheidsonderzoek naar cascoherstel in te stellen, vooruitlo
pende op de discussie die daarover nog wel zal worden gevoerd. Wat wij dan met deze brief moeten
doen die ter inzage ligt en die ook al verstuurd is, weet ik niet erg goed. De brief is al verstuurd en die
kunnen wij moeilijk weer intrekken. De wethouder kan misschien toch wel zeggen wanneer op zo vlug
mogelijke termijn over deze materie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening of in welke andere
geschikte commissie ook kan worden gepraat, want wij moeten niet weer voor zulke verrassingen komen
te staan
De Voorzitter: Het is goed om duidelijk te stellen dat datgene wat op de mededelingenlijst onder de
rubriek Voor de raadsleden ter inzage gelegd staat, zaken betreffen die hetzij aan b. en w. zijn gericht
hetzij door b. en w. binnen het raam van hun eigen bevoegdheden zijn afgedaan. Het betreft hier een
aangelegenheid die voor de raad uiteraard van belang kan zijn en daarom is een en ander ook ter inzage
gelegd. Door mevrouw Van der Werf is bij een ander punt gevraagd om ook die kwestie nog een keer op
de agenda te zetten bij de mededelingen. Ik heb daarop geantwoord dat dat zal gebeuren. Wethouder
Geerts heeft zonet al aangegeven dat er een gespreksmogelijkheid is, maar misschien wil hij dat direct
nog eens nader formuleren.
De heer Van der Wal: In dit geval gaat het om een brief die gericht is aan de raad en waarbij een
afschrift van de brief aan b. en w. wordt meegezonden. Het gaat dus gewoon om een brief aan de raad.
De Voorzitter: Het lijkt mij niet erg zinvol om hier lang bij stil te staan, want het gaat hier om een
brief die is geadresseerd aan het college van b. en w. De briefschrijvers hebben ter informatie een af
schrift aan de raad verstuurd, dat is legitiem. De geadresseerde blijft echter het college van b. en w.
Dat is op zich zelf niet erg, want het college heeft naar mijn mening terecht de zaken voor de raad ter
inzage gelegd zodat die daarvan kennis kan nemen en er helderheid over de gang van zaken is. Als van
de kant van de raad gezegd wordt dat men erg zwaar aan deze kwestie tilt en dat men daar toch nog
eens over wil praten, dan heeft de wethouder de vrijheid om te kijken in hoeverre er een gespreksmoge
lijkheid is. Die mogelijkheid heb ik zonet echter al bij hem beluisterd.
De heer Geerts (weth.): De heer Timmermans heeft gezegd dat ik niet ben ingegaan op het feit dat
de projectgroep verklaard heeft dat het onmogelijk is om bedrijven aan de oostwand van de Schoolstraat
te handhaven. Volgens mij heeft de projectgroep dat in openbare stukken tot nu toe niet gezegd. Er is