35 34 werkelijkheid is dat onze contingenten niet zodanig zullen zijn dat wij alle gevallen in één keer kun nen aanpakken. Het lijkt ons daarom een goed systeem - een systeem dat overbodige handelingen ver mijdt - om in die gebieden waar wij al bezig zijn met bestemmingsplannen de nadruk zoveel mogelijk op verdichting te leggen. Een en ander houdt dus niet in dat wij hebben afgezien van het in het college program genoemde onderzoek naar verdichtingsmogelijkheden van de stad. Wij doen dat wel, doch per deelgebied. C. Bestemmingsplannen. Punten 77 t.e.m. 83. De heer Sterk: In verband met de beantwoording van vraag 83 over de modellenstudie van het Sint Anthony-gebied zou ik willen vragen hoe het met De Hofwijck staat. De heer Ten Hoeve: Uit het antwoord op vraag 78 is op te maken dat er thans met name wordt geke ken naar de parkeermogelijkheden in het gebied Hoeksterend. Indertijd, toen de kwestie van de binnen- stadsoosttangent ter sprake was, is de mogelijkheid van een bebouwing op het Hoeksterend naar voren gekomen met daaraan gekoppeld een parkeergarage. Ik zou graag willen weten of nog wordt onderzocht of een gebouw zoals genoemd ook vanuit stedebouwkundig oogpunt nog tot de mogelijkheden behoort. De heer Van der Wal: De Schoolstraat en omgeving komt in vraag 80 aan de orde. Momenteel wordt door het college de toekomstige stedebouwkundige invulling van de Schoolstraat opnieuw bezien. Het verzoek van Wonen in de Binnenstad om ter plaatse woningbouw te verwezenlijken zal bij de studie worden betrokken. Overigens is het verzoek van Wonen in de Binnenstad op verzoek van de wethouder gekomen, maar dit even terzijde. Ik ben het volledig eens met de stelling dat de woonfunctie in de bin nenstad moet worden versterkt. Onze fractie was zelfs de eerste of een van de eersten die met dit credo in de raad is gekomen. Het heeft wel wat lang geduurd maar de laatste jaren wordt er gelukkig hard aan gewerkt om deze doelstelling te bereiken. Ik krijg nu echter het gevoel dat alles ondergeschikt wordt gemaakt aan een mogelijke woonfunctie van de binnenstad. Een binnenstad is per definitie een multi functioneel gebied, een gebied waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt. Ook wordt er onderwijs gegeven en zo zijn er nog wel een paar functies te noemen. Meerderen in de raad, zo ook ik, hebben dit al eens het broeikaseffect van een binnenstad genoemd. In een binnenstadsgebied moeten nieuwe initiatieven tot stand kunnen komen. Een dergelijk door de raad aangewezen gebied is het Schoolstraat- gebied. In het spiksplinternieuwe bestemmingsplan wordt een woon-, werk- maar ook een sociaal-cultu rele functie aangegeven. Alle uitstekend passend in de filosofie van een binnenstad die multifunctioneel moet zijn. In het antwoord op de vraag lees ik echter dat de woningbouw ter plaatse min of meer af hangt van de discussie omtrent de functie en eventuele locatie van Echo. Een paar weken later stelt het college voor Echo de nek om te draaien. Ik wil te zijner tijd wel eens van de huidige portefeuillehouder van Ruimtelijke Ordening uitgelegd krijgen hoe hij een en ander rijmt in relatie met de toezeggingen die hij namens b. en w. heeft gedaan in de tijd dat hij portefeuillehouder van Welzijnsaangelegenheden was. Door de sociaal-culturele functie uit te schakelen wordt de weg vrij gemaakt voor een totale wo ningbouw ter plaatse. De wethouder heeft via projectgroepen al laten weten dat het de bedoeling is om heel veel in het gebied af te breken en een grote bouwstroom nieuwbouw te plegen. Ik protesteer daar tegen. Wij hebben kort geleden in de raad heel bewust een bestemmingsplan vastgesteld voor dit gebied dat paste in het Structuurplan en nu wordt alles op een naar mijn mening veel te eenzijdige manier weer over de kop gegooid. Ik begrijp het ook niet. Het zou anders zijn als wij heel ruim in onze contingen ten zaten, maar hoogstwaarschijnlijk is er hiervoor niet eens contingent beschikbaar gezien het feit dat wij op veel andere plaatsen moeten bouwen. Ik wil daarom graag weten welke weg het college op gaat. Kan een en ander waar worden gemaakt en is het wel wenselijk gezien het feit dat het multifunctioneel karakter van een binnenstad behouden dient te blijven? De heer De Jong: Een opmerking van mijn kant naar aanleiding van vraag 78. Zoals de heer Ten Hoeve al zei, zou er een onderzoek worden ingesteld naar de mogelijkheid van bebouwing op het Hoek sterend met daarin een functie parkeren. Ik heb inmiddels begrepen dat dit onderzoek, in verband met de verontreinigde bodem, enorm zal worden vertraagd. Eventuele uitbreiding van parkeergelegenheid op die plaats is derhalve niet zo snel te verwachten. In antwoord 81 staat dat het college ten aanzien van de ontwikkelingen omtrent de panden St. Jo zef/Amelanderhuis inmiddels enkele gesprekken heeft gehad. Kan reeds een reactie worden gegeven op het resultaat van deze besprekingen? De model lenstudie inzake het Sint Anthony-gebied zal nog dit jaar in de Commissie RO worden be handeld zegt het college in antwoord 83. Dat zou dan op 22 december aanstaande moeten. Is die datum haalbaar? De heer Geerts (weth.): De heer Sterk heeft in relatie met de model lenstudie over het Sint Anthony- gebied gevraagd hoe het met De Hofwijck staat. Wij zullen vijf modellen ontwikkelen en daarin is het qebeuren bij De Hofwijck betrokken. Deze vijf modellen zullen worden behandeld in de Commissie RO en daar zal worden bekeken hoe en op welke wijze de invulling van de bouw voor De Hofwijck zal wor den gerealiseerd. De Hofwijck is derhalve deel van het onderzoek. De heer Ten Hoeve vraagt op basis van punt 78 of ook nog gekeken wordt naar de mogelijkheid om een gebouw met ook een parkeerfunctie te realiseren op de plaats van het parkeerterrein Hoeksterend. De meerderheid van de gemeenteraad heeft zich er al eens over uitgesproken dat een dergelijk gebouw op die plaats op prijs zou worden gesteld en ik denk dat iets dergelijks in de totale stedebouwkundige conceptie ook wel zal passen. Het is niet onlogisch een en ander in het onderzoek te betrekken, maar het onderzoek richt zich op dit moment alleen op de totale parkeerfunctie in het gebied Hoeksterend. Ik celoof dat het zinnig is als wij, wanneer wij tot de conclusie zouden komen dat het Hoeksterend voor parkeerdoeleinden zal worden gebruikt, tevens in ons achterhoofd houden dat dat ook zou kunnen wor- I den bereikt door middel van een gebouw dat naast een parkeerfunctie ook nog een andere functie zou hebben. Ik proef uit de vraagstelling van de heer Ten Hoeve dat hij het college wil vragen in die rich ting mee te denken en als dat zo is, is het antwoord ja. (De heer Ten Hoeve: Dat geloof ik niet hele maal, want die toezegging is al eerder door het college gedaan. Toen de oosttangent in de raad werd behandeld is het college gevraagd te bekijken hoe de parkeerfunctie op het Hoeksterend geregeld zou kunnen worden. Of dat op de begane grond moest plaatsvinden, op een parkeerdek of in een gebouw. Dat onderzoek is toegezegd en ik vraag nu naar de vordering daarvan. Als antwoord zegt de wethouder dat het college bereid is dat onderzoek te plegen, maar dat was al eerder toegezegd.) Wij kunnen wel veel willen maar wij zitten op die plaats ook nog met verontreinigde grond. De heer De Jong heeft hier zojuist ook al op gewezen. De procedure met betrekking tot bodemonderzoek zal naar verwachting ze- ke,- een jaar 0f langer in beslag nemen en deze problematiek, die vooral met financiering te maken heeft, zal eerst opgelost moeten zijn voordat wij aan bouwmogelijkheden kunnen denken. Zoals ik heb gezegd zullen wij te gelegener tijd, als het mogelijk en nodig is, onze toezegging gestand doen en be kijken of op de bedoelde plaats een gebouw zal kunnen verrijzen met een totale parkeerfunctie of met verschillende functies. Het onderzoek dat op het ogenblik plaatsvindt zal vooral gaan over de parkeer- behoefte in het noord-oostelijk deel van de binnenstad en op het Hoeksterend. Dat zou ook niet anders kunnen, want wij hebben beloofd dat wij in het voorjaar van 1984 met een volledige rapportage daar over zouden komen en die belofte moeten wij ook gestand doen. De heer Van der Wal gaat in zijn betoog over de Schoolstraat en omgeving veel sneller dan het college. Hij zegt dat het college wil dat er alleen een woonfunctie in dat gebied komt. Dat staat ech ter niet in het antwoord. Er staat dat wij eerst met elkaar zullen spreken over de functie en locatie van Echo. Daarover zal de raad een besluit nemen en voortvloeiende uit die beslissing zal blijken of Echo daar wel of niet wordt gehandhaafd. Als Echo niet wordt gehandhaafd, kan men zich afvragen wat er met het gebied moet gebeuren en of er een woonfunctie of een andere functie aan moet worden gegeven. (De heer Van der Wal: B. en w. hebben al lang besloten dat Echo niet in de Schoolstraat komt en dat daar gebouwd zal worden. Ik weet dat dit intern is besloten. Uw collega-wethouder heeft mij dit ver teld toen ik hem aansprak over deze aangelegenheid.) Ik ben geneigd te denken dat de raad besluiten neemt en dat het college hoogstens besluit de raad bepaalde voorstellen te doen. (De heer Van der Wal: De wethouder geeft dus buiten de raad om de projectgroep opdracht een totale woonfunctie in het ge bied Schoolstraat te bestuderen en het zo zien te krijgen dat de uitkomsten van dat onderzoek op wo ningbouw wijzen.) Nee, de wethouder geeft opdracht zich te prepareren op en te oriënteren over toe komstige ontwikkelingen en dat is naar mijn mening een erg goede zaak. (De heer Van der Wal: En ver volgens de feiten zo te rangschikken dat men er niet onderuit kan.) De opdracht aan de projectgroep moet formeel worden vastgesteld door de raad. Bovendien heeft de raad een bestemmingsplan vastgelegd. Als er dus een gewijzigde opdracht aan een projectgroep moet worden gegeven moet de raad dat doen en zal de raad derhalve expliciet zijn eigen bestemmingsplan wijzigen. Het is de raad die dit moet doen maar het is ook de raad die dit kan doen in het geval er gewijzigde inzichten zijn ontstaan voor een be paald gebied. (De heer Van der Wal: De projectgroep heeft al opdracht van u gehad. Men is al lang aan de gang met dat planDat is niet juist, mijnheer Van der Wal(De heer Van der Wal: Ik heb de papie ren niet bij mij, maar ik kan ze u laten zien.) Ik heb inderdaad gezegd dat men zich moet voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen en ik denk dat dat een goede zaak is. De heer De Jong vraagt of er al iets bekend is omtrent de bouwplannen van het Sint Jozef/Amelan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 18