24
De milieuproblemen van onze eigen vuilverbranding eisen voortdurend nieuwe maatregelen
en nieuwe investeringen. Zeker is voorlopig het ongedaan maken van de verontreiniging door
de verbrandingsgassen om financiële redenen niet haalbaar. Hierbij moeten wij ons realiseren
dat wij alleen nog maar praten over het herstel van fouten die in het verleden zijn gemaakt.
Nieuw toekomst gericht beleid is er nauwelijks; geld ervoor al helemaal niet. Dit onder ver
wijzing naar ons gemeentelijk depot klein chemisch afval, waarover onlangs een voorstel in
de raad aan de orde was. Toch heeft nieuw beleid onze hoogste prioriteit, vandaar dat wij er
in onze tegenbegroting financiële ruimte voor hebben gemaakt.
Ruimtelijke Ordening.
De laatste 20 jaar is het ro-beleid van de gemeente zeer eenzijdig beheerst door de "groei
verwachting". Groei van werkgelegenheid, van de bevolking, van het verkeer, groei van vul
maar in. Dit heeft erin geresulteerd dat er grootschalige en dure plannen zijn gemaakt en uit
gevoerd, gebaseerd op deze verwachte expansie; Leeuwarden als groeikern van het Noorden!
Zoals bekend heeft PAL altijd grote vraagtekens gezet bij deze eenzijdige benadering. Niet
dat er geen groei zou zijn, maar bij lange na niet zoals die werd verwacht in de diverse struc
tuur- en beleidsplannen van de gemeente. Zelfs toen al duidelijk was dat de bomen maar niet
tot in de hemel wilden groeienging Leeuwarden onverdroten voort grootse plannen te ont
werpen. CamminghaburenWiardaburen, noordtangent, westtangent, "oostergowegen" com
pleet met tunnels en fly-overs. Grote gebieden in en bij de binnenstad voor kantoren, wolken
krabbers en upgrading centra. Het kon niet op. Gelukkig zijn onder druk van het meer rea
listische gedeelte van de raad ook de kwaliteiten van de oude stad herkend en zijn de binnen
stad en schil-oost aangepakt. De stadsvernieuwing is goed op gang gekomen, hoewel de toe
komst er financieel gezien niet meer zo rooskleurig uitziet. De raad mag zich gelukkig prijzen
dat hij - tegen de wil van b. en w. in - de grondaankopen in Wiardaburen heeft opgeschort,
anders zaten wij binnenkort met het zoveelste exploitatietekort met enorme renteverliezen.
Want als er iets in Leeuwarden groeit, dan zijn het wel de renteverliezen op de grondplannen.
Helaas was die groei niet voorzien door de beleidsmakers.
Alle inspanningen van het college om Leeuwarden als groeikern aangemerkt te krijgen,
lijken met het verschijnen van de Structuurschets Stedelijke Gebieden 1983 tevergeefs te zijn
geweest. Immers daarin komt Leeuwarden naamloos voor, samen met Delfzijl en Emmen in een
apart vakje zonder enige betekenis. Kortom, het wordt tijd dat het gemeentebestuur snel met
beide benen op de grond komt en die overdreven groeiverwachtingen laat varen. Wij moeten
ons met alle beschikbare middelen gaan richten op de kwaliteitsverbetering van de bestaande
stad en dorpen. Binnen de bestaande stadsgrenzen zijn nog voldoende plekken te vinden
voor nieuwbouw. PAL heeft met haar alternatief voor het Lijempf-terrein een zet in de goede
richting willen geven. Het ziet ernaar uit dat het er binnenkort van zal komen. Zoals blijkt
hebben wij toch een duidelijk genuanceerdere visie op de door de meerderheid van de raad
ondersteunde groei filosofie, die ten grondslag ligt aan de aanwijzing tot stadsgewest. Van
daar dat wij niet zonder meer onze steun aan de ingediende motie hebben gegeven, maar be
hoefte hebben aan een wat diepgaander beraad. In tweede instantie zullen wij hierop terug
komen
Het meedenken van de bevolking in het stadsvernieuwingsproces krijgt van dit college,
blijkens zijn houding, steeds minder waardering. Op alle mogelijke manieren bevordert het
college dat de bevolking zich ook steeds minder betrokken voelt. Aangezien juist dit aspect
in de projectgroepen stadsvernieuwing door de secretarie-afdelingen moet worden ingebracht,
pleiten wij ervoor deze functie te versterken en niet steeds verder te laten afkalven. Als het
zo doorgaat, komen b. en w. straks nog met het voorstel deze hele discipline maar uit het
stadsvernieuwingsbeleid te schrappen. Dan zijn wij weer terug in 1970, toen hadden de tech
nocraten ook alle touwtjes alleen in handen.
Ook om nog andere redenen waan je je zo af en toe weer in de tijden dat oud-wethouder
Tiekstra nog achter de tafel zat. Toen deed de beleidsvisie van eerst maar eens slopen en dan
zien wij nog wel eens wat daarvoor in de plaats zal komen opgeld. Het valt ons op dat dit ge
luid ook de laatste tijd weer steeds vaker van achter de collegetafel wordt gehoord. Vers in
het geheugen ligt de gang van zaken rond het voormalig DRB-gebouw aan de Schrans. En
een actieve culturele bestemming voor het schoolgebouw in de Schoolstraat? Niks daarvan:
slopen! En dan een grote nieuwbouwstroom erop. Vermenging van functies in de binnenstad?
De binnenstad als broedplaats voor cultuur? Nooit van gehoord. Niet zeuren, maar slopen.
Met recht een s/ogvaardig beleid. Enige fantasie over hoe het zou kunnen, wordt niet op
prijs gesteld. Binnenstad als beschermd stadsgezicht? Och, als je de monumenten die niet in
de weg staan laat staan en het straten- en grachtenbeloop maar niet aantastkan er nog heel
wat gesloopt worden. Zie het gapende gat aan de Snekerkade. Kan het college aangeven wan
neer de herbouw van dit stukje te beschermen stadsgezicht plaats zal vinden? Als nu mocht
blijken dat daar helemaal geen garanties voor bestaandan moet je constateren dat het college
en de meerderheid van de raad zich wederom in de luren hebben laten leggen. Nogmaals:
eerst maar slopen en dan zien wij wel. Als het college en met name wethouder Geerts zich dit
imago niet willen laten aanwrijven, dan zal er wel een ander beleid gevoerd moeten worden.
25
Een beleid dat meer waardering toont voor de kwaliteit van de oude staddeze wil verbeteren
en waar nodig aanvullen met afwisselende bebouwing. Een beleid dat minder eenzijdig gericht
is op getalsmatige groei en grootschalige projecten. Met andere woorden: een beleid met meer
verbeeldingskracht en ruimte voor nieuwe initiatieven.
Wij zijn nu bijna aan het eind gekomen van onze algemene en financiële beschouwingen.
Het zal een druk jaar worden. Druk voor de raad, maar in de eerste plaats voor het college.
Op tal van terreinen hadden ons al initiatieven van het college moeten bereiken. Denk aan
de cultuurnota, de evaluatie van de welzijnsplanning, de subsidieverordening specifiek wel
zijn, de notitie over vredesonderwijs, de werkgelegenheidsnotaBovendien moet het op som
mige punten ambitieuze collegeprogramma ook nog worden uitgevoerd, de tijd dringt. Uit de
memorie van antwoord blijkt dat ook wat dit betreft het college een druk jaar tegemoet gaat:
onderzoek naar cultureel multifunctioneel gebruik van bestaande gebouwen, beleidsnotitie
sociale dienst, een actievere toepassing van de 1%-regeling, gespreksnotitie over binnen
gemeentelijke decentralisatie, voorlichtingsbeleid, enzovoort. Het is nog maar een greep.
College, wij wensen u en trouwens de hele raad, inclusief ons zelf, veel sterkte toe in
het komende jaar. Ook ik wil, volgens een goed gebruik in deze raad, eindigen met het be
danken van alle ambtenaren voor de inzet die zij - ondanks kortingen op salarissen en de
onzekere positie waarin ook zij langzamerhand verkeren - in het afgelopen jaar hebben getoond.
Mevrouw De Jong: Mijnheer de voorzitter. Ik wil beginnen met het uitspreken van een
woord van waardering aan het adres van onze ambtenaren. Veel werk is door hen verricht
en hun inzet voor onze gemeente is groot. Ik dank hen en mijn mede-raadsleden voor de
goede sfeer waarin ik de afgelopen periode weer met hen heb mogen samenwerken.
De maatschappelijke situatie van het ogenblik wordt door een tweetal internationale ont
wikkelingen beheerst: de algemene economische recessie en de toenemende kernbewapening
in oost en west. Dwingt het eerste een steeds grotere groep mensen onder de grens van het
bestaansminimum, het tweede slokt het schaarse kapitaal op en bedreigt het erfdeel van onze
kinderen. Kapitaal dat had kunnen worden gebruikt om de mensheid een menswaardig bestaan
te geven, wordt aangewend voor een bewapening die geen veilig gevoel geeft, maar angst en
onzekerheid oproept. Deze omstandigheid overheerst onze maatschappij, waarvan ook Leeu
warden deel uitmaakt.
Het gevolg van de economische recessie is een schrijnende stijging van de werkloosheid,
die maatschappelijke relaties ontwricht en de direct betrokkenen in isolement en onzekerheid
stort. Een groep die geen enkel uitzicht wordt geboden en die wij met name willen noemen,
is de grote categorie werkloze jongeren. Het lijkt of er een verloren generatie aan het ont
staan is. Deze gedachte wordt versterkt door een kabinetsbeleid dat geen enkel perspectief
biedt. Een kabinetsbeleid waarvan vooral de zwakkeren in de maatschappij het slachtoffer
zijn. In dit verband werkt het loslaten van de solidariteitsgedachte het groepsegoïsme in de
hand. Het gevolg is dat de onverdraagzaamheid verontrustend toeneemt. Onze democratie komt
steeds meer onder druk te staan.
Zie hier de voedingsbodem voor de groei van de Centrumpartij. De uit de hand gelopen
individualisering en bureaucratisering. De onpersoonlijke schaalvergroting, waarbij het
vroegere buurtgebeuren is ingeruild voor de wereldwijde ellende die ons dagelijks via krant
en t.v. wordt toegediend, maar waar de mens in anonimiteit verloren dreigt te gaan. Waarden
zijn weggevallen en in velen groeit het verlangen om de leegte met iets nieuws te vullen.
Laat heeft de politiek de roep om een nieuw kader onderkend. Een lacune waarop door de
Centrumpartij subtiel is ingespeeld, zich afzettend tegen andere culturen, een nieuw nationa
lisme dus.
Het is wrang te moeten constateren dat het uiteindelijk de economische crisis is die ons
dwingt tot een snelle herwaardering van de verzorgingsstaat. Ja, met het oog op de voort
durende herwaarderingsplannen zelfs een rigoreuze onttakeling. Daardoor komen de zwaksten
in de maatschappij in de knel. Hun economische weerbaarheid is immers uiterst gering. De
geringe maatschappelijke weerbaarheid, het gevolg van de eerder geschetste individualisering,
brengt velen in grote onzekerheid en onvrede. Voor een groeiende categorie lijkt de Centrum
partij het antwoord te geven op die onzekerheid en onvrede. Op haar beurt veroorzaakt de
groei van de Centrumpartij een terechte angst en een zich bedreigd voelen onder de minder
heden in ons land. Zij ondervinden in ons tolerante land dat tolerantie een luxe is, die als
een barometer op en neer gaat met de economische conjunctuur.
Ik sprak over angst onder de minderheden in ons land. Angst, en dat is onze zaak, ook
onder de minderheden in Leeuwarden. Ook al meent het college dat het tegengaan of stimu
leren van bepaalde politieke stromingen niet behoort tot de taak van het gemeentebestuur,
angst en een zich bedreigd voelen onder groepen van zijn burgers is een zorg waaraan het
gemeentebestuur zich naar het oordeel van D'66 niet kan en mag onttrekken. Wij zijn ons be-