92 De hear JansmaMefrou Vlietstra seit dat wy it net iens wêze soenen mei wat yn it kol- leezjeprogramma stiet. No, dat binne wy wol. Wy binne it mei it kolleezjeprogramma iens op deselde wize as it kolleezje it dêrmei iens is. Dan wurdt der praat oer in falske tsjinstelling dy't ik makke haw troch ek oare groepearringen - ik soe leaver in oar wurd brüke wolle, mar dat wol my sa gau net yn it sin komme - oan te fieren. It is wier dat ek dêrby üngefear deselde ferhalding, nammentlik 50-50, spiletMei myn ferhaal haw ik lykwols de klam lizze wollen op de grutte wurkleasheid under de jongerein, dy't oardeljier lyn doe't dit kolleezje programma makke waard en doe't ek de politike programma's fan de oare partijen opsteld binne noch net sa grut wie as hjoëd-de-dei. Wy wolle graach mei de tiid meigean, ek op dit punt, en dêrom woenen wy der ekstra oandacht oan jaan. De heer Kessler (weth.): Toen ik de begrippen "kwaliteit" en "middelmaat" noemde, heb ik er nadrukkelijk bij gezegd dat ik een en ander op een zwart-witte manier naar voren bracht, met name om de essentie van een politieke keuze die moet worden gemaakt te benadruk ken. Ik heb daarmee natuurlijk niet bedoeld - als ik die suggestie zou hebben gewekt wil ik die bij dezen wel intrekken - dat vrouwen per definitie "middelmatig" zouden zijn. Dat heb ik helemaal niet gezegd. Ik had ook de trits kunnen gebruiken "voldoende-beter-best". Uit eindelijk gaat het om de vraag of voor kwalitatief zo goed mogelijke mensen wordt gekozen of voor geschikte mensen. Die keuze is mijns inziens heel simpel. De argumenten zijn in voldoen de mate naar voren gebracht en ik denk dat de raad nu wel in staat is om te kiezen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie van mevrouw Vlietstra, waarin het woord "rechtvaardige" is vervangen door "evenredige". De gewijzigde motie van mevrouw Vlietstra en de heer Janssen wordt verworpen met 20 tegen 15 stemmen. (Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-SjoerdsmaDe Haan-Laagland, Jongedijk-WellesVisscher-BouwerVlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Janssen, Meijerhof, Schagen en Timmermans, alsmede de leden van de fractie van PAL. De Voorzitter: De heer Timmermans zal spreken over het instellen van een onderzoek naar de realisering van een centraal archiefdepot via een samenwerking tussen alle (semi-) overheidsinstellingen, die in Friesland archieven beheren. De heer Timmermans: Op de agenda staat dat de heer Ten Hoeve over dit onderwerp zal spreken. Nu hij er niet is, zal ik het voor hem doen. Wij hebben dit punt geclaimd, omdat wij er behoefte aan hebben de plaats van uitbreiding van het gemeente-archief ter discussie te stellen. Waarom? Niet omdat het gemeente-archief voor ons een lage prioriteit heeft, integendeel, wij vinden een goed opgezet en toegankelijk archief van groot belang. Ook niet omdat wij het in de Nota Archiefruimte naar voren gebrach te voorstel bestrijden, want wij vinden dat op zichzelf, ook wat betreft het aantal benodigde vierkante meters, een redelijk voorstel. Ook niet om via de omweg van een verzoek tot onder zoek te komen tot uitstel, om daarna via een volgende herwaarderingsoperatie tot afstel te geraken, dus niet met de achterliggende gedachte een poging te doen alsnog te bezuinigen op het bedrag dat voor deze uitbreiding van capaciteit is gereserveerd. De eigenlijke reden waarom wij van mening zijn dat er toch nog eens moet worden gekeken of het voorstel zoals het er ligt ook moet worden uitgevoerd is dat wij constateren dat hetgeen hier aan de orde is in feite strijdig is met het Structuurplan voor de Binnenstad zoals dat in 1974 is vastgesteld. Het gaat hier namelijk om het zoveelste voormalige woonpand dat wordt aangewend voor de uit breiding van instellingen van de overheid en de semi-overheid. Als ik mij beperk tot datgene wat in de jaren vanaf 1974 tot nu in het gebied Grote Kerkstraat - om alleen maar even dat gebied te noemen - heeft plaatsgevonden, dan constateer ik dat voor het Princessehof twee panden zijn gebruikt, waarvan één aan het Heer Ivostraatje recentelijk is toegevoegd, voor de Fryske Kultuerried één pand, voor het Frysk Letterkundich Museum één benedenetagevoor de Fryske Akademy één pand aan de Doelestraat, en onlangs nog één voor het eigen gemeente archief, namelijk het pand Grote Kerkstraat 27. Een en ander geeft aan dat hier sprake is van een wat sluipend proces, waardoor het multifunctionele karakter van de binnenstad op de proef wordt gesteld. Waarom dan een onderzoek? Omdat er naar onze mening wellicht meer oplossingen zijn om het capaciteitsprobleem van het archief op te lossen. Een van de redenen waarom wij onze twijfels hebben bij de voorgestelde oplossing is dat het onderzoek, zoals dat is opgezet en zoals dat ook is verwoord in de Nota Archiefruimte, duidelijk een sectoraal opgezet onderzoek is, waarbij andere aspecten, zoals de stedebouwkundige aspecten, nauwelijks aan de orde zijn geweest. In de tweede plaats is er sprake van slechts één gecombineerde oplossing, waarbij opslag en loketfunctie in één lokatie worden ondergebracht. De vraag is of dat niet wat anders zou kunnen. Wij denken dan bijvoorbeeld aan een loskoppeling van de opslag functie in combinatie met micro-fiches ten behoeve van de toegankelijkheid. Zo'n voorstel is 93 niet aan de orde geweest. Vervolgens kan worden gedacht aan een oplossing in regioverband dus aan een centrale opslagfunctie. Ook dat is naar onze mening niet onderzocht. Ik wil ook nog verwijzen naar een recent artikel in het Friesch Dagblad, waarin tot uitdrukking komt dat er in Friesland bij 28 gemeenten sprake is van een niet goed ingevulde archiefruimte; men voldoet op geen enkele manier aan de huidige wetgeving. Een ander argument is dat hier sprake zou zijn van een verbouwing van een pand, zodanig dat na 25 jaar dit pand zonder enige moeite weer zou kunnen worden omgebouwd als woning. Als met de huidige investering al wordt geconstateerd dat er geen ruimte is om nu te kiezen voor een verplaatsing naar elders in of rondom de binnenstad, dan lijkt het mij onwaarschijnlijk om over 25 jaar, nadat wij eerst weer een grote investering hebben gedaan, te besluiten het pand weer om te bouwen. Overigens is dat op zichzelf toch een pijnlijke zaak, omdat wij nu niet weten of over 25 jaar, gelet op de wetgeving, de behoefte aan opslagcapaciteit is toegenomen. Mijns inziens moet de discussie nu dan ook wat principiëler worden gevoerd. Een andere overweging om een nader onderzoek te doen is dat op dit moment in het betreffende gebied op nogal omvangrijke wijze aan herverkaveling wordt gedaan dan wel zal worden gedaan. Een en ander heeft ons doen besluiten de volgende motie in te dienen. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 20 decem ber 1983, overwegende dat - gelet op het gestelde in het Structuurplan voor de Binnenstad 1974 bezwaren bestaan tegen de toenemende ingebruikneming van voormalige woonpanden ten behoeve van overheids- en semi-overheidsinstellingen - thans onvoldoende is onderbouwd dat andere oplossingen moeten worden uitgesloten draagt het college op om, voordat aan de raad definitieve voorstellen betreffende de uitbreiding van het gemeente-archief worden gedaan, met spoed een onderzoek in te stellen naar andere mogelijkheden dan verbouw van het pand Grote Kerkstraat 25". De motie is mede-ondertekend door mevrouw Brandenburg. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Pruiksma: De gedachte achter de motie komt mijn fractie sympathiek voor, mede gelet op hetgeen over dit onderwerp is gezegd in de betreffende afdelingsvergadering door met name de heer Ten Hoeve. Wij zullen de motie dan ook steunen, zij het met een kritische kanttekening. Wij zouden namelijk graag een soort randvoorwaarde zien ingebouwd, waaruit blijkt dat een onderzoek, waaraan wij ook het nodige belang hechten niet een al te zeer geldvretende affaire wordt De heer Bijkersma: Ik denk dat mijn fractie in principe geen bezwaren heeft tegen het voorgestelde onderzoek, omdat het, zoals ook de heer Timmermans al heeft aangehaald, best besparend zou kunnen werken. Alleen de basis waarop dat onderzoek moet worden gedaan - in de motie staat dat het Structuurplan voor de Binnenstad teveel wordt aangetast - geldt voor mij niet zozeer. Wel geldt voor mij dat er misschien een goedkopere en effectievere oplos sing mogelijk is. Daarom willen wij de motie op zich wel ondersteunen, maar de argumentatie willen wij liever wat afgezwakt zien. De heer Van der WalWat dit onderwerp betreft kunnen wij ons aansluiten bij de woorden van de eerste twee sprekers. Mevrouw De JongDe motie en de argumentatie die er achter zit ondersteun ik van harte. (De Voorzitter: De efficiency neemt toe.) De heer Kessler (weth.): Ik denk dat ik bijna niets meer hoef te zeggen, want de stem ming is al bepaald. Ik wil toch nog graag aangeven waarom het college heeft besloten om in eerste instantie de uitbreiding van het archief in het pand Grote Kerkstraat 25 onder te brengen. Wij hebben bij de keuze voor de uitbreiding van het archief, dat moet worden uitgebreid omdat er een grote ruimtebehoefte is, een aantal randvoorwaarden in acht genomen. Ten eerste: er moet op korte termijn een oplossing komen voor de problemen van het archief. Ten tweede: het moet een goede oplossing zijn, die vanuit het belang en de toegankelijkheid van het archief de kritiek kan doorstaan en het moet bovendien een oplossing zijn die relatief betaalbaar is. De mogelijkheden die wij in dit kader hebben bekeken waren de volgende. Wij hebben, zij het heel terloops, overwogen of een geheel nieuwe lokatie tot de mogelijkheden behoorde, die,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 47