112
bijlage van onze tegenbegroting is een exemplaar van een dergelijke verordening opgenomen.
Overigens is het niet onze bedoeling deze verordening nu naar voren te brengen, maar een
en ander maakt duidelijk onderdeel uit van het herwaarderingsonderzoek. Het gaat hier om
allerlei dienstverleningen aan het rijk. In de stukken is daarvoor een bedrag van ruim een
half miljoen gulden geraamd, wij hebben dat bedrag voor Leeuwarden begroot op vier ton.
Het vierde dekkingsmiddel betreft het tekort doeluitkering onderwijs in rekening te
brengen bij het rijk. Het tekort is f. 1.300. 000,— te weten het huidige tekort van
f.1. 950.000,minus een reeds aangekondigde aanvulling op het basisonderwijs van
f.650.000, Wij hebben reeds eerder gemeld dat wij het onrechtvaardig vinden dat het rijk
de gemeenten wel taken oplegt maar hun daar vervolgens niet voldoende voor betaalt. Wij
vinden dit een vorm van bestuurlijke ongehoorzaamheid. Als de gemeente dergelijke pogin
gen waagt - wij geven dergelijke suggesties ook in onze actie-strategie, een motie in dit
kader is overigens gisteren verworpen -, dan is het plotseling verschrikkelijk erg. Maar als
het rijk hetzelfde toepast, dan sputteren wij wat tegen. Verder komt er weinig reactie op. In
feite is dit natuurlijk precies hetzelfde. Wij vinden dat wij het betreffende bedrag wel moeten
claimen, gezien de huidige zeer moeilijke financiële situatie. Men kan het een en ander vergelij
ken met de handelwijze die het college toepast bij de 100%-dekking bijstandslasten
Het vijfde dekkingsmiddel betreft rijksbijdragen bodemsanering, decentralisatie volks
huisvesting, enz. Hiervoor zijn p.m.-posten opgenomen. Wij vinden dat er voor de bodemsa
nering fondsen van het rijk moeten komen. Wij hebben in het kader van de bodemsanering
grote bezwaren tegen de f.200. 000, -regeling die nu op stapel staat. Het rijk moet ons in
ziens een veel redelijker bijdrage leveren, evenals dat het geval moet zijn bij de decentrali
satie volkshuisvesting. Dit zijn de p.m.-posten die wij als dekkingsmiddel aangeven. Wij tel
len ze dus niet mee voor de dekking. Wethouder Kessler is daar gisteren ook op ingegaan.
PJevrouw Brandenburg heeft dat overgenomen en de heer Bijkersma heeft dat ook onmiddel
lijk nagezegd. Wij dekken helemaal niets via p.m.-posten. Wij stellen wel inkomsten, maar die
tellen wij verder niet mee. Deze posten worden wel als p.m. opgenomen, om daarmee duide
lijk aan te geven dat het rijk, wanneer het ons dergelijke taken oplegt, de gemeente daar
voor schadeloos stelt. Die p.m.-posten staan opgenomen en daar staat dus geen bedrag bij.
Ik wil graag weten waarom de wethouder en de betreffende fracties de gedachte rondstrooien
dat wij het een en ander via p.m.-posten dekken. Ik ben daar heel nieuwsgierig naar.
Het totaalbedrag voor nieuwe dekkingsmiddelen is f. 3. 850. 000, gerekend over de ge
hele beleidsperiode. Er zullen echter wel wat tegenvallers komen en daarom nemen wij aan
dat deel van dit bedrag in de huidige beleidsperiode gerealiseerd kan wordenzodat er
voor nieuwe dekkingsmiddelen f.2. 570. 000,overblijft. Er blijft dus een verschil bestaan
van ongeveer 1,3 miljoen. Wij houden er gewoon rekening mee dat er hier en daar wel eens
tegenvallers zullen zijn.
Wij willen een aantal posten op de A-lijst niet voor herwaarderingsonderzoek in aanmer
king laten komen. Wat de behandeling van dit punt betreft hebben wij ook in het kader van
spreiding van werkzaamheden het werk verdeeld. Ik zal de posten langslopen waarover ik
iets moet zeggen. Aangezien de heer Niemeijer er niet is zal ik ook zijn deel meenemen. Met
de posten in het ontwerp-dekkingsplan die wij niet noemengaan wij akkoordf
Wat betreft de aanpassing van de storting in het Fonds Stadsvernieuwing wordt voorge
steld de jaarlijkse storting te verlagen met f.406.000, Er wordt nog steeds, en met recht,
gesteld dat dit fonds de hoogste prioriteit heeft. B. en w. stellen dat er sprake is van ren
te- en kostenvoordelen en dat die bedragen in mindering gebracht kunnen worden op de
jaarlijkse storting. Het gaat nu om een incidentele meevaller, maar volgend jaar kan er spra
ke zijn van een tegenvaller en dan zitten wij plotseling met een gat in het Fonds Stadsver
nieuwing waarvoor alsnog dekking gezocht moet worden. Als je genoemde prioriteit stelt,
dan moet je het Fonds Stadsvernieuwing niet belasten met dit soort zaken. Het incidentele
meevallertje dat wij nu hebben moet in het fonds blijven, want wij zullen later zeker ook wel
incidentele tegenvallers krijgen. Ook al zal er naar aanleiding van de Wet op de stadsver
nieuwing voor Leeuwarden een veel gunstiger verdeelsleutel van toepassing zijn, toch zullen
wij alle zeilen moeten bijzetten om de stadsvernieuwing een beetje op peil te houden. Wij
kunnen dus niet instemmen met een verlaging van de storting in het Fonds Stadsvernieu
wing.
Over de verlaging van de taakstelling onderhoud plantsoenen en de verlaging van de
taakstelling onderhoud straten en pleinen het volgende. Wij vinden dat er met betrekking tot
het onderhoud van straten en pleinen al genoeg is bez-uinigd. Volgens ons kan de taakstel
ling niet lager, ook niet gezien de negatieve werkgelegenheidseffecten. Wij zien nog wel wat
mogelijkheden in een verlaging van taakstelling onderhoud plantsoenen. B. en w. hebben
een bedrag opgenomen van f384. 000, Dat bedrag vinden wij te hoog. Wij willen voor de
verlaging taakstelling onderhoud plantsoenen een bedrag van f.188. 000,opnemen.
Wij zijn het niet eens met de vermindering van de kosten van de parkeercontroleNu wij
een mogelijkheid zien - wij niet alleen trouwens - om de inkomsten uit parkeergelden in gro
tere mate aan de gemeente toe te laten vloeien, vinden wij het niet juist op dit moment te
gaan snoeien in de controle op de parkeergelden. Juist nu de baten naar ons toe kunnen ko
113
men, gaan wij op deze controle bezuinigen. Dat lijkt wel een heel tegenstrijdige manier van
besturen. Wij zijn om die reden niet tegen controle op de parkeergelden. Als wij de door mij
genoemde mogelijkheid met betrekking tot de parkeergelden hebben ingevoerd, kunnen wij
altijd nog over een vermindering van de kosten van de parkeercontrole praten.
Mijn fractiegenoot, de heer Siemonsma, zal praten over privatisering gladheidsbestrij-
ding.
De post Reinigingsrechten heeft te maken met de verdere invoering van minicontainers
Wij hebben destijds tegen het besluit tot invoering van de minicontainers gestemd. Het gaat
hier om een uitvloeisel van dat besluit. Ook daar zijn wij tegen, omdat een en ander weer
een bijdrage levert aan de stijging van de woonlasten.
Wij zijn tegenstander van het kostendekkend maken van waren- en wijkmarkten. Het
gaat hier om een verhoging van 6%, die uiteindelijk wordt doorberekend in de kosten voor
levensonderhoud. De verhoging zal toch ergens vandaan moeten komen en die zal dan weer
terechtkomen op de zwakkeren in de samenleving. Ook aan deze materie zit een privatise
ringsaspect
De voorstellen van de B-lijst zal mevrouw Van der Werf behandelen.
Dan kom ik nu bij het nieuw beleid. De post Kwijtschelding gemeentelijke heffingen komt
overeen met wat in de wandeling wordt genoemd de Opsterland-constructieAlleen, wij wil
len het nu niet bij mooie woorden en beloften laten. Wij schuiven de dekking van de Opster
land-constructie niet voor ons uit, wij geven de dekking nu aan. Een dergelijke gedachten-
gang zal de raad en zekerMe wethouder van Financiën moeten aansprekenHoe wil de wet
houder een en ander dekken als over drie maanden de notitie aan de orde komt? Het kan na
tuurlijk ook zo zijn dat hij er nu al vanuit gaat dat wij daar niet mee in zee willen gaan en
dat die dekking niet nodig is. Ik neem echter aan dat dat niet de bedoeling is en daarom zul
len wij nu toch een vorm van dekking moeten vinden. Overigens, dat moet gebeuren in het
kader van een onderzoek. In onze tegenbegroting staat op bladzijde 13, onder 8.3.1. Nieuw
beleid ter compensatie inkomstenderving minima, een verantwoording opgenomen. Ik zal die
niet herhalen, maar het gaat om een kwijtschelding van f.140,per persoon. Mevrouw Van
der Werf heeft het in de algemene beschouwingen al gehad over de compensatie van gemeen
telijke tariefsverhoging door een eenmalige uitkering. Het gaat hierbij om verhogingen van
allerlei entrees. Kwijtschelding en compensatie zijn bedoeld voor een duidelijk gedefinieerde
groep. Ik begrijp de heer Bijkersma in dit verband ook niet, want het lijkt net alsof hij voor
het eerst in aanraking komt met gemeentepolitiek. De echte minima komen in aanmerking voor
de eenmalige uitkering en daar bestaan heel duidelijke criteria voor. Voor die groep, waarbij
het in Leeuwarden, voor zover wij dat op dit moment kunnen overzien, om ongeveer 4.000
mensen gaat, willen wij onze gemeentelijke tariefsverhogingen compenseren door een eenmali
ge uitkering van f. 50,
Dit is het voor wat betreft mijn gedeelte van de toelichting op de tegenbegroting.
De heer Niemeijer is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Siemonsma: Ik zal ingaan op een aantal posten die wij hebben samengevat onder
het punt Werkgelegenheidsbeleid en personeelsbeleid. Een eerste constatering hierbij is dat
de gemeente door de bezuiniging op het gemeentefonds en de doeluitkeringen in feite ge
dwongen wordt hetzelfde beleid te voeren als de rijksoverheid, namelijk het diep snijden in
de gemeentelijke collectieve voorzieningen. Stimuleren kunnen wij eigenlijk alleen maar in de
richting van de private sector en volgens mij ligt daarin misschien de verklaring dat de VVD
op dit moment geen tegenbegroting heeft ingediend en niet hoeft op te stellen. De heer Bij
kersma krijgt op deze manier in grote trekken toch al behoorlijk zijn zin. Het enige waar hij
dan ook nog voor hoeft op te komen is wat extra stimuleren en daar doet hij dan ook zijn
best voor.
Wij willen toch nog wel wat bijsturen. Uit bijlage III van het ontwerp-dekkingsplan 1984-
1988 blijkt dat herwaardering nogal ingrijpt op de werkgelegenheid. Het is erg triest te moe
ten constateren dat het gemeentelijk beleid in aanzienlijke mate bijdraagt aan het verlies van
arbeidsplaatsen. Bij benadering gaat het om 460 volledige arbeidsplaatsen in de komende be
leidsperiode. Als zo iets bijvoorbeeld zou plaatsvinden bij de vestiging van de Postgiro in
Leeuwarden, dan zou dat in deze zaal inslaan als een bom en zouden wij op onze achterste
benen gaan staan. Ik stel dan ook voor met de nieuwe dekkingsmiddelen, die wij denken te
hebben gevonden, minder te bezuinigen op bestaande taken. In principe zijn wij het eens
met een van de uitgangspunten die met betrekking tot werkgelegenheidsbeleid wordt ge
noemd, namelijk een evenzeer treffen, als er bezuinigd moet worden, van beleidsvoorberei-
dende als beleidsuitvoerende plaatsen. Wij hebben echter wel de indruk dat de lagere func
ties, ofte wel de uitvoerende taken, zwaarder worden getroffen. Op grond daarvan, maar
ook om inhoudelijke redenen, vinden wij dat een verlaging van de taakstelling wat betreft
personeelsvermindering bij onderhoud plantsoenen, straten en pleinen zou moeten plaatsvin
den. Bovendien zou ook het herwaarderingsonderzoek met betrekking tot beperking perso
neel bij de gesubsidieerde instellingen in de beleidssectoren Maatschappelijke Aangelegenhe-