10
11
De heer De Jong: Het is jammer dat er vanavond twee brieven op onze tafels liggen, want dit punt
is in allerlei instanties aan de orde geweest. De winkeliersvereniging is in de afgelopen jaren duidelijk
betrokken geweest bij het werk van de contactgroep. Nu het dan zo ver is, vraagt men zich af of de in
richting wel door moet gaan. Ik vind het erg jammer dat de winkeliersvereniging De Oosthoek niet eer
der aan de bel heeft getrokken en nu op het laatste moment meent te moeten zeggen dat de raad zich
moet bezinnen. Dat hebben wij al lang gedaan, maar ik hoor graag wat de reactie van de contactgroep
in dezen is.
Er is ook nog een brief binnengekomen van de heer Van Heuvelen. Ik begrijp uit de brief dat de
Tjerk Hiddesdwarsstraat wordt afgesloten voor autoverkeer, terwijl er in deze straat nog twee in gebruik
zijnde garages zijn. Heeft de wethouder een oplossing voor deze problematiek?
Mevrouw De Jong: Ik wil ingaan op de brief van de heer Van Heuvelen. Het lijkt mij niet verstan
dig om de brief inhoudelijk te betrekken bij het nu aan de orde zijnde raadsvoorstel. In de brief van de
heer Van Heuvelen wordt ingegaan op bepaalde vragen die zouden zijn gesteld op een hoorzitting, maai
waarop geen antwoord is gekomen. Dat verbaast mij hogelijk, maar die klacht komen wij wel vaker te
gen. Ik zou het college met klem willen verzoeken iets meer inhoud te geven aan een hoorzitting. Er
worden voor de hoorzitting mensen uit de buurt uitgenodigd, want uiteindelijk gaat het om hun buurt. Il<
vind het merkwaardig dat mensen na de hoorzitting met onbeantwoorde vragen blijven zitten. Misschien
kunnen deze vragen nu alsnog worden beantwoord.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij hebben de bewuste brieven op onze tafels gevonden. Het gaat
hier om een raamkrediet en dat is ook de strekking van het raadsvoorstel. Wij willen wel graag dat de
brieven worden meegenomen, want uit de raadsbrief blijkt dat de definitieve plannen om advies worden
voorgelegd aan de Commissie voor Openbare Werken. Misschien komen ze ook nog aan de orde in de
Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Ik wil graag antwoord op de vraag hoe het college zich het
een en ander voorstelt.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik kan mij aansluiten bij de opmerkingen van mevrouw Van Dijk.
De heer Geerts (weth.): Ik wil de opmerking van mevrouw Van Dijk bevestigen dat het hier gaat om
een raamkrediet. De plannen met betrekking tot de verkeersstructuur zijn na een uitgebreide discussie ir
de raad vastgesteld. Er zal nog wel een aantal discussies gevoerd worden in de Commissie voor Openba
re Werken over de concrete invulling van de plannen. Dan kunnen ook de opmerkingen over onder an
deren de ontsluiting van een paar garages - de toegang daar heen wordt kennelijk nu afgesloten, maar
ik ken de situatie niet voldoende om dat goed te kunnen beoordelen - aan de orde komen. Het college
gaat er daarbij wel vanuit dat de eerder genoemde besluiten van de raad wat betreft de verkeersstructuu
overeind blijven.
Ik wil ook nog een opmerking maken over de hoorzitting. Onze mensen proberen zoveel mogelijk
antwoord te geven op de gestelde vragen. Ik kan mij voorstellen dat zij niet altijd direct argumenten
voorhanden hebben. Er wordt echter geprobeerd om zo compleet mogelijk - ik weet met welke nauwge
zetheid de mensen die daarvoor worden ingezet dat doen - informatie over alles te geven en zo goed
mogelijk te antwoorden.
Mevrouw De Jong: Ik wil nog even ingaan op de laatste opmerking van de wethouder. Ik kan mij
voorstellen dat de ambtenaren op een gegeven moment niet direct op alle vragen een antwoord voorhan
den hebben. In een dergelijk geval moet de vragensteller gerustgesteld worden door hem te zeggen dat
hij over enkele dagen contact kan opnemen met de betreffende ambtenaar om alsnog het antwoord te
krijgen. Dat is volgens mij een correcte gang van zaken, mijnheer de voorzitter.
De heer Geerts (weth.): Ik kan mij datgene wat mevrouw De Jong zegt wel voorstellen. Ik weet
overigens niet wat er zich in dit feitelijke geval allemaal heeft afgespeeld. Op dit ogenblik kan ik dus
niet goed beoordelen of er geen antwoord is gegeven of dat dat antwoord niet helemaal goed is begre
pen. Als de ambtenaren echter geen goed antwoord kunnen geven op gestelde vragen, dan is de gang
van zaken zoals mevrouw De Jong die heeft beschreven een juiste.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 1).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Vervanging verkeersregelinstallatie op het Valeriusplein
De heer Janssen: Onze fractie gaat graag akkoord met dit voorstel. Deze vervanging van de ver
keersregelinstallatie door een gemoderniseerd systeem betekent een stuk minder wachttijd en zal de
doorstroming van het verkeer bevorderen. Voor de mensen die op de vliegbasis werken betekent het een
en ander dat zij dagelijks vlugger op hun werk zullen zijn.
Toen dit punt in de Commissie voor Openbare Werken besproken werd, is toegezegd dat bekeken
zou worden of er bij de installatie op het Valeriusplein rateltikkers aangebracht zouden kunnen worden.
Het aanbrengen daarvan zou afhankelijk zijn van het al of niet slagen van de proef met rateltikkers bij
de installatie op het kruispunt Schrans-HuizumerlaanIk heb deze toezegging gemist in de raadsbrief.
Tijdens de discussie in de commissie over de rateltikkers hebben wij ook nog even gesproken over de
mogelijkheid van een langere groenfase voor lichamelijk gehandicapten. Deze mensen - ik doel voorna
melijk op rolstoelgebruikers - hebben vaak moeilijkheden met het oversteken en hebben daar meer tijd
voor nodig. Een langere groenfase zou, evenals de rateltikkers, beïnvloed kunnen worden door middel
van een zendertje. Daarvoor is echter waarschijnlijk wel overleg nodig met de bond van invaliden en
andere instanties. Ik zou graag zien dat het een en ander nog eens bekeken wordt.
Samenvattend: ik pleit voor het aanbrengen van rateltikkers en verlenging van de groenfase ten be
hoeve van gehandicapten.
De heer Geerts (weth.): De mogelijkheid van de rateltikkers, de langere groenfase en het zendertje
is inderdaad vrij uitgebreid aan de orde geweest in de Commissie voor Openbare Werken. Van onze kant
is toen gezegd dat wij, als de proef met de rateltikkers slaagt, ook op het Valeriusplein een dergelijk
systeem zouden kunnen aanbrengen. Wij hebben ook positief gereageerd op de vraag naar een wat lan
gere, zelf te regelen groenfase. Ik begrijp echter dat de heer Janssen graag datgene wat is gezegd in de
commissie in de raad bevestigd wil hebben. Ik doe dat bij dezen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de wethouder.
Punt 17 (bijlage nr. 26).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Structuurschets Stedelijke Gebieden 1983.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Bij de algemene beschouwingen is door ons met betrekking tot dit
onderwerp al veel over de positie van Leeuwarden gezegd. Kortheidshalve wil ik daar naar verwijzen.
Destijds is Leeuwarden, na grote druk vanuit de Tweede Kamer, groeipool geworden. Het lijkt ons
noodzakelijk dat alle politieke partijen ook nu druk uitoefenen op hun Kamerfracties om te bereiken dat
Leeuwarden verder kan op de ingeslagen weg en dat onze mogelijkheden niet worden teruggedraaid. De
economie blijkt weer wat aan te trekken. Maar Leeuwarden zal, gezien zijn ligging, nooit een koplo
per kunnen zijn in zo'n ontwikkeling. Een goede ondersteuning van het landelijk beleid is daarom voor
ons van levensbelang. Op 17 januari heeft het college een gesprek met PvdA-KamerledenIk zou graag
willen weten welke plannen er bestaan voor het benaderen van andere fracties en dan met name de frac
ties van de regeringspartijen.
In de raadsbrief wordt onderaan op bladzijde 6 gesteld dat een verdere bevolkingsconcentratie in
Leeuwarden moet plaatsvinden. Dat verplicht ons om met gedeputeerde staten in de slag te gaan over
toegewezen aantallen woningen. Nu is het aantal woningen gerelateerd aan het inwonertal van Leeu
warden ten opzichte van heel Friesland. Als de provincie Leeuwarden wil helpen, zal ze bij de toewij
zing van woningen zeker ook rekening moeten houden met het aantal arbeidsplaatsen en de taakstellinq
in het Streekplan.
Wij gaan akkoord met het door het college opgestelde commentaar. Wellicht is het nuttig de door
de raad op 20 december aangenomen motie nogmaals mee te zenden en de Raad van Advies voor de
Ruimtelijke Ordening (RARO) van meer documentatie met betrekking tot Leeuwarden te voorzien. De
bijlage, die hoort bij het Commentaar van de gemeente Leeuwarden op de Structuurschets Stedelijke
ebieden 1983, vind ik voor mensen die wat verder van onze problematiek afzitten wat te mager. Wij
kunnen onze stad wel wat beter verkopen.
De heer Pruiksma: Wij kunnen volledig instemmen met de reactie van het college. Volledigheids-