24
Om twee redenen heb ik in de commissie tegen dit voorstel gestemd. De eerste en belangrijkste reden
was dat er duidelijkheid zou moeten bestaan over, alvorens wij een beslissing nemen, een verhoogde
subsidie van de provincie en het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC). Aan deze
wens is tegemoet gekomen door punt 5 van het besluit. De andere reden is dat wij vonden dat er eerst
een afweging in de sector Cultuur zou moeten plaatsvinden en dat dienaangaande de nota Kunstbeleid
afgewacht zou moeten worden. Op basis van de discussie in de fractie hebben wij besloten toch op dit
moment akkoord te gaan met dit voorstel. Wij doen dat met name vanwege de aantrekkelijke en forse
ISP-bijdrage die beschikbaar is als wij dit gebouw bestemmen voor het museum. Dit gebouw krijgt daar
door een goede bestemming en biedt een goed onderkomen aan het Fries Natuurhistorisch Museum.
De heer Boelens: Onze fractie gaat akkoord met het geven van een museumfunctie aan het Nieuwe
Stadsweeshuis en met het geven van een woonfunctie aan het huidige complex van het Fries Natuurhis
torisch Museum. Het voorstel kost geld, maar wij hebben geconstateerd dat wij een bijdrage krijgen uit
de ISP-pot. Ik wil mijn complimenten maken voor het werk dat tot dit resultaat geleid heeft.
De heer Heere (weth.): Het is dat u mij het woord geeft, mijnheer de voorzitter, maar ik ben er
bijna stil van. Wij kunnen er verheugd over zijn dat dit voorstel zoveel instemming heeft. Niet alleen
de stad, maar ook het museum bewijzen wij met dit besluit een goede dienst. In een brief van 22 sep
tember 1983 van het Wereldnatuurfonds werd dit museum de oudste wees van Leeuwarden genoemd, zijn
de 60 jaar. Ik denk dat deze wees nu weer een goed tehuis heeft gevonden.
Z.h.st. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 22 (bijlage nr. 72).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Goedkeuren van de begroting 1984 van de Stichting tot beheer
en exploitatie van de Théskinkerij Prinsetün en het complex Zalen Schaaf.
De heer Buurman: Het college stelt zich op het standpunt dat de stichting bij het opstellen van de
begroting rekening heeft gehouden met de door de gemeenteraad gestelde randvoorwaarde dat de begro
ting 1984 zonder gemeentelijk subsidie sluitend dient te zijn. Voor het oog is dit ook zo. De vraag is
naar mijn oordeel gewettigd of verschillende onderdelen niet te optimistisch zijn bekeken. Ik denk dan
met name aan de opbrengsten, toegespitst op de bruto-winst verkopen ad 385.000,--. Wij mogen toch
gevoeglijk aannemen dat de dalende koopkracht een neerwaartse druk op deze post zal uitoefenen? Er
varingscijfers zijn een belangrijke steun. De rekening 1982 is wat deze post betreft rond 20.000,--
lager uitgekomen dan begroot was. Een ander gegeven waarmee rekening moet worden gehouden is dat
de reserve, volgens verstrekte mededelingen, inmiddels geslonken is tot een gering bedrag. Dit kon wel
eens verband houden met het feit dat over 1983 een tekort is begroot. Wat zal de werkelijkheid bieden
en hoe zal de stichting een eventueel hoger tekort moeten dekken? Kortom, mijnheer de voorzitter, de
ze begroting staat naar mijn gevoel onder te hoge spanning. Ik merk daarbij op dat van ons niet wordt
gevraagd van deze begroting kennis te nemen, maar dat van ons gevraagd wordt deze goed te keuren.
Tijdens de vergadering van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden op 6 februari j.lheeft de wet
houder toegezegd na te zullen gaan of nadere gegevens, bijvoorbeeld over het eerste halfjaar 1983, be
schikbaar zijn. Wellicht kan hij op grond daarvan mijn bedenkingen wegnemen.
De heer Heere (weth.): Ik heb mij, op de wijze zoals de heer Buurman heeft gezegd, ervan probe
ren te vergewissen dat ons voorstel deugdelijk is. Ik heb namelijk de cijfers die ons ter beschikking zijn
gesteld over de periode van één januari 1983 tot één juli 1983 opgeteld. Als saldo vloeit daar een winst
uit van ongeveer 5.000, Met andere woorden, de stichting is niet alleen de opdracht nagekomen
om het beheer en de exploitatie budgettair-neutraal te laten verlopen, maar heeft bovendien nog een
bescheiden winst gemaakt over het eerste halfjaar 1983. Als je dan over ervaringscijfers spreekt, zoals
de heer Buurman heeft gedaan, dan mag je daaraan de conclusie verbinden dat die een voldoende basis
zijn om ook het komende jaar met vertrouwen tegemoet te zien.
De heer Buurman: Akkoord, mijnheer de voorzitter.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
25
Punt 23 (bijlage nr. 70).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 73).
De Voorzitter: Aan de orde is de problematiek met betrekking tot de Stichting Leeuwarder Manege.
De heer Pruiksma: Het is met vreugdeloos leedvermaak dat ik wil herinneren aan de omstandigheid
dat mijn fractie zich een jaar of drie geleden tegen de garantieverklaring ten behoeve van de leningen
voor de manege heeft uitgesproken. Wat ik mij ook nog zeer goed kan herinneren is de woede van de
voorzitter van het stichtingsbestuur, die zich afvroeg met welk recht de CDA-fractie dacht enig wan
trouwen ten aanzien van de toen naar voren gebrachte cijfers te moeten debiteren. Als datgene wordt
gelegd naast de situatie van dit moment, dan hadden wij eigenlijk nog steviger moeten optreden. Dat
neemt niet weg dat wij vandaag de dag hebben te handelen naar de omstandigheden van het geval op dit
moment en dat is de situatie dat wij of opnieuw geld pompen in de manege of de zaak laten verzuipen.
Mijn fractie heeft na een kort fractieberaad het standpunt ingenomen dat wij alleen maar voelen voor
verdere financiering van de manege als het bestuur van de stichting binnen de kortste keren aan de ge
meente hypotheek zal verstrekken, dus niet beloven maar doen. Ik heb begrepen dat de hypotheekakte
vandaag inmiddels is gepasseerd, zodat wij in zoverre onze reserve kunnen laten varen. Het is echter
alleen onder die nadrukkelijke voorwaarde dat wij bereid zijn in te stemmen met het lijmen van de
brokken op dit moment. Anders zouden wij het voorstel zonder meer hebben afgewezen.
Wat de personeelsproblematiek betreft het volgende. Er is veel over geschreven, veel over gezegd
en waarschijnlijk ook veel over verzwegen. Vooralsnog is het zo dat de personeelssituatie allereerst een
bevoegdheid is van het bestuur van de stichting en niet van deze raad. Mocht het bestuur bij het uitoe
fenen van zijn bevoegdheden buiten wettelijke grenzen of buiten grenzen van behoorlijkheid zijn getre
den, dan zal, naar wij aannemen, de door b. en w. ingestelde commissie zulks vanzelf rapporteren.
Die rapportage wachten wij af.
Mevrouw De Jong: Ik heb grote moeite met dit voorstelMijn vraag is of er eerst een onderzoek kan
worden gepleegd, waarna wij kunnen kijken welke mogelijkheden er zijn een en ander sluitend te laten
draaien en pas dan overgaan tot het verstrekken van een lening.
Mevrouw Van der Werf: Mijn fractie kan op dit moment niet instemmen met het voorstel de Stichting
Leeuwarder Manege een extra lening te verstrekken van 250.000,-- en wel om de volgende reden.
Een extra lening ter leniging van de financiële problemen bij de manege kan onzes inziens alleen wor
den verstrekt als er op basis van een meerjarenraming een duidelijk perspectief bestaat voor een renda
bele exploitatie van de Leeuwarder manege. Immers, als dat niet het geval is, dan is het risico van de
bodemloze put, waar opnieuw 250.000,in verdwijnt, levensgroot aanwezigEn bodemloze putten
hebben wij in Leeuwarden genoeg, daar hoeft niet nog eentje bij. Die meerjarenraming ontbreekt en
daarmee ook elke zekerheid omtrent een rendabele exploitatie in de toekomst. Het enige wat het stich
tingsbestuur overlegt is een voorstel voor een gewijzigde beheersstructuur en op basis daarvan een be
groting voor 1984, waaruit blijkt dat een kostendekkende exploitatie mogelijk moet zijn. Voor zover
wij die zeer summiere cijfertjes kunnen beoordelen zit daar geen rek in. Met andere woorden: hoe over
twee jaar jaarlijks 54.000,extra opgehoest wordt - het moment waarop de aflossing en de rente van
deze extra lening moeten worden betaald - is volstrekt onduidelijk. Moet dat komen uit een hogere be
zettingsgraad? Cijfers daarover ontbreken. Ik kan alleen maar afgaan op de beweringen in de Commissie
voor Welzijnsaangelegenheden dat die bezettingsgraad ook nu al optimaal is. Met andere woorden: ook
daar zit geen rek in. Bezuinigen op personeel? Dat lijkt mij vrijwel onmogelijk, want in de nieuwe be
heersstructuur blijft er nauwelijks personeel over. Het is heel goed mogelijk dat er wel degelijk toe
komstperspectief is, maar dan wil mijn fractie daarvoor eerst wel meer gegevens op tafel hebben. Een
duidelijke meerjarenraming dus, waaruit valt op te maken op welke wijze men ook in de toekomst ren
dabel denkt te kunnen draaien. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is meermalen een verge
lijking gemaakt met maneges elders in het land, maar voordat op basis van dat soort vergelijkingen ak
koord kan worden gegaan met een voorstel voor een nieuwe beheersstructuur zal er toch wel inzicht
moeten zijn wat de kostenfactoren betreft. De voorgestelde onderzoekscommissie moet, aldus de raads-
brief, ook aanbevelingen doen omtrent het beheer en de exploitatie van de manege in de toekomst. Wij
willen eerst die rapportage afwachten alvorens opnieuw garant te staan voor een extra lening. Boven
dien heeft de wethouder naar aanleiding van onze twijfels over het "louter werken met vrijwilligers" en