28 de eventuele omzetting van de stichting in een vereniging en wat de fiscale gevolgen daarvan zijn, eventuele privatisering, eventuele totstandkoming van een steungroep in de vorm van een vriendenkring rondom de manege, donateurs dus, enz. enz. Toegestemd moet worden dat het instellen van de commis sie, zonder tegelijkertijd financiële hulp ter beschikking te stellen, geen zin lijkt te hebben. Dit zal dan volgens het voorstel van b. en w. in de vorm van een lening van 250.000,moeten geschieden, hetgeen zakelijk gezien een onmogelijk voorstel moet worden genoemd. Wie gaat er nu goed geld naar kwaad geld gooien? Wanneer wij 250.000,lenen, financieren wij doodgewoon het verlies en tre den wij in de plaats van concurrente crediteuren, die betaling van hun vorderingen verkrijgen. Nu lan ceert de gemeente de lumineuze gedachte zekerheidsstelling in de vorm van hypotheek te nemen, ten einde haar belangen te sauveren. Dat is inmiddels gebeurd, naar ik heb vernomen. Daar is natuurlijk van bestuurlijke kant uit geredeneerd niets tegen, maar alles voor. Wij moeten ons echter wel realiseren dat daardoor de liquiditeit, die eerst ontlast is door 250.000,weer onder druk komt te staan door dat logischerwijs leveranciers sneller en wellicht contante betaling zullen vragen. Daarbij dringt de vraag naar voren of de mededeling op bladzijde 1 van de raadsbrief, waar staat: "Dit tekort zal naar de verwachting van het bestuur per ultimo 1983 zijn opgelopen tot rond 250.000, wel juist is. Wat denkt het college hier zelf van? Ik waag een schot: Zou het ver van de vier ton zijn? Tenslotte nog dit. De betrokkenheid, zoals in de aanhef is vermeld, weegt mij zwaar, maar finan cieel bekeken zie ik weinig bemoedigende factoren. De reactie van het college zal ik in mijn oordeel betrekken De heer Bijkersma: Over de algemene gang van zaken betreffende dit onderwerp heeft mijn fractie genoot, de heer IJestra, al gesproken. Ik wil nog iets naar voren brengen omtrent de financiële para graaf in dit geheel. Een en ander is een beetje verweven in de hele raadsbrief en is mij nog niet geheel duidel i jk De heer Pruiksma is zo vriendelijk geweest om te zeggen dat vanmiddag de hypotheekakte is gepas seerd. Hoewel ik hem natuurlijk graag geloof, vind ik toch dat het college een en ander zelf aan ons had moeten vertellen. Dat is dan ook een van de vragen die ik wilde stellen. Ik vind namelijk dat daar omtrent in het besluit niets wordt vermeld. Er staat wel dat het college meer zekerheid wil en dat een en ander op een gegeven ogenblik zal worden gerealiseerd, maar dat zegt mij natuurlijk niets. Voordat het besluit wordt gemaakt moet vaststaan hoe het contract met de stichting er uit zal zien. Ik vind dat het college daarin te vaag is. Ik vraag mij ook af of niet in het besluit had moeten worden opgenomen dat de hypotheekakte al is gepasseerd. Het besluit dat nu voorligt is op deze wijze eigenlijk een onvol dragen besluit. Dan nog iets over de garantie. Ik ben blij te kunnen merken dat het college zo langzamerhand on gerust wordt over de garanties die wij geven. Ik heb hierover wel eens vaker gesproken. Ik vind dat dergelijke zaken te vaak als hamerstuk worden afgehandeld. Gelukkig is dat in dit geval niet zoIk ben echter van mening dat wij te vaak en te gemakkelijk garanties geven en ik vraag mij af hoeveel ga ranties, die in de loop der tijd door ons zijn gegeven, op de rug van Leeuwarden liggen. Maar dit ter zijde, althans voorlopig, want ik heb een en ander al in de Commissie voor de Financiën aangekaart en wij zullen er daar verder over praten. In de raadsbrief staat op bladzijde 3: "Wij hebben het stichtings bestuur daarom meegedeeld, mede gebruik makend van de bepaling in de garantie-overeenkomst dat wij zo nodig nadere voorwaarden kunnen stellen. Wanneer vindt u dat nodig? Na de discussie van van avond of later? Ik vind dat het college daarin duidelijker moet zijn. De zin in de raadsbrief gaat verder met: .dat alsnog aan de gemeente hypotheek moet worden gegeven op de manege tot het bedrag van 1.230.000,het bedrag dat de stichting maximaal aan de gemeente verschuldigd zou zijn indien op korte termijn tot liquidatie zou (moeten) worden overgegaan." Hoe wil het college een en ander reali seren? Daarover wil ik graag zekerheid. Ik vraag mij af of zoiets achteraf nog wel kan worden gedaan. Misschien zijn er wel preferente schuldeisers, die van mening zijn dat er heel andere zaken zijn die moeten worden afgehandeld. Ik wil daarover graag duidelijkheid. De heer De Jong heeft inmiddels de vergadering verlaten. De heer De Vries (wethAls de heer Pruiksma spreekt van "vreugdeloos leedvermaak", dan treedt hij terug in de tijd waarin zijn fractie heeft gewaarschuwd voor de financiële gang van zaken rond de manege. Tevens roept hij in herinnering de situatie waarin de toenmalige voorzitter van de raad hem daarna min of meer hard heeft aangevalIen(De heer Pruiksma: Nee, dat deed niet de voorzitter van de raad, maar de voorzitter van het stichtingsbestuur, die toen op de tribune zat evenals nu.) Die voorzit ter spreekt gelukkig niet mee in de raad, zodat wij over zijn hoofd heen deze opmerking wel kwijt kun nen. Ik begreep dat de voorzitter van de raad dat had gedaan. 29 Wij hebben destijds de manege sec als een belangrijk infrastructureel project gezien voor de paar- desport in Leeuwarden. U weet de nood waarin wij verkeerden. Er had zich min of meer spontaan een manege ontwikkeld aan het Kal verdijkje, waarin de paarden in de "golle" rondom het bintwerk holden met kinderen op de rug. Wij hadden het gevoel dat op een of andere dag een been zou worden fijnge wreven tussen paard en paal. Wij hebben voortdurend gehoopt dat er geen ongelukken zouden gebeuren. Ze zijn gelukkig ook niet gebeurd, maar wij hebben wel de toezegging gedaan dat wij aan het bestaan van die manege een eind zouden maken op het moment dat wij een vervangende gelegenheid voor de paardesport in Leeuwarden tot stand hadden gebracht. Dat was een vrij moeizame affaire, want het was niet zo gemakkelijk om een bouwwerk te ontwikkelen dat binnen een redelijke calculatie mogelijkheden bood voor een sluitende exploitatie. Wij hebben in die tijd ook nog de Raad voor de Sportaangelegen- heden laten rapporteren over het nut van een manege. Men kwam tot een positief advies, waarbij met een werd gezegd dat de maneges die men tot op dat moment had bezichtigd niet kostendekkend exploi tabel bleken te zijn. Een en ander is voor de gemeenteraad aanleiding geweest om op het moment dat er nog een klein scheepje met geld kwam aandrijven een half miljoen te reserveren voor de totstandbren ging van een manege. Dat geld is toen op rente gezet, er is nog zo'n twee jaar nodig geweest om tot realisering van de bouw te komen en toen had zich een bedrag gevormd van 590.000,dat door de gemeente fonds perdu in de stichtingskosten werd gedropt, met de gedachte dat daarmee de mogelijke exploitatietekorten voor de toekomst waren gedekt. Welnu, deze prognose is helaas niet bewaarheid ge worden. Er waren toch aanmerkelijk meer lasten dan waarop gerekend was en het gevolg was dat het stichtingsbestuur vanaf het prille begin gezeten heeft met een permanent liquiditeitstekort. Dat is ook de aanleiding geweest voor het stichtingsbestuur om eind 1982/begin 1983 aan b. en w. toestemming te vragen voor het sluiten van een lening, ten einde deze liquiditeitsproblemen het hoofd te kunnen bie den. Dat was ook het signaal waarop wij hebben gezegd: Er ligt een keiharde afspraak, de gemeente zal niet verder subsidiëren in de kosten van het paardrijden en tegen die achtergrond vindt het college dat wij hieraan geen medewerking kunnen verlenen. Successievelijk is nadien duidelijk geworden, met name bij het gereedkomen van de jaarrekening 1982, dat de financiële problemen toch wel in ernstige mate een verder functioneren van de manege in de weg zouden staan. Deze financiële problematiek heeft mede invloed gehad op de personeelsproblematiek, die zich successievelijk ontwikkelde en die gemaakt heeft dat met name de manege in de loop van 1983 bij herhaling in de schijnwerpers heeft ge staan en dan helaas op een negatieve manier. Er is geen melding gemaakt van de vele voortreffelijke dingen die zich hebben afgespeeld. Er is geen melding van gemaakt dat er week in week uit tientallen gehandicapte kinderen in de manege op een vreugdevolle manier konden paardrijden. Er is ook niet ge zegd hoe het bestuur er in die tijd voor geijverd heeft om allerlei activiteiten naar de manege te halen, ten einde te proberen de exploitatieverliezen die op het bestuur afkwamen zoveel mogelijk te beperken. Mevrouw Van der Werf vraagt waarom het college niet eerder met het water voor de dokter is geko men. Wij konden dat eenvoudigweg niet, omdat wij op dat moment geen kompleet overzicht hadden om trent de situatie. Wij meenden niet dat wij konden ingaan op de voortdurende acties die er werden ge voerd. Er lag een stuk verantwoordelijkheid bij het stichtingsbestuur zelf ten aanzien van de personeels problematiek en wij hebben aanvankelijk, heel terecht naar mijn mening, de boot afgehoudenToen bleek dat het bestuur de financiële problemen toch niet het hoofd kon bieden, hebben wij in het najaar van 1983 gevraagd om een verdere analyse van de financiële situatie, naast een rapportage over de per sonele problematiek. Een en ander heeft ertoe geleid dat wij nu bij de raad komen met het verzoek een lening te verstrekken van 250.000, en wel met een tweeledig doel. In de eerste plaats om te voor komen dat de manege een speelbal wordt van speculanten in de stad. Een nog belangrijker doel is het bestuur een herkansing te geven te proberen alsnog deze voorziening in stand te houden. De gemeente Leeuwarden pretendeert een centrumpositie en stadsgewestelijke allures te hebben. Welnu, in dit geheel past toch op zijn minst dat wij voor de paardesport proberen mogelijkheden in stand te houden. Tegen die achtergrond en alles overziende hebben wij gezegd: Wij zullen alsnog trachten, ook in aansluiting op de vele negatieve publiciteit die er is geweest, een onafhankelijke commissie samen te stellen, die nog eens nagaat hoe de organisatorische en personele situatie van dit complex zich heeft ontwikkeld. Daarnaast moet de commissie eventuele tekorten of gebreken daarin onderzoeken en aanbevelingen doen hoe tot opheffing van deze tekorten kan worden gekomen. Wij vinden dat deze twee punten op dit mo ment centraal staan. De commissie is, mede om zich te oriënteren omtrent de achtergrond van het ver zoek van b. en w., één keer in vergadering bijeen geweest, waarbij wij als het ware het startsein heb ben gegeven om de werkzaamheden te beginnen. De commissie is dus bezig met een eerste verkenning en wij hebben gevraagd - ik kom dan meteen op de vraag op welke termijn de rapportage wordt ver wacht - omtrent de eerste twee in het voorstel van b. en w. genoemde punten zo mogelijk nog voor de zomervakantie aan b. en w. te rapporteren. Ten aanzien van het derde punt, waarnaar de commissie een onderzoek moet doen, namelijk aanbe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 15