8
gelegd, te zoeken naar nieuwe initiatieven op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs, maar dat
naar ons gevoelen tegelijkertijd, wanneer dat in de huidige tijdsomstandigheden niet realiseerbaar blijkt
te zijn en gelet op het feit dat wij al geruime tijd met deze materie bezig zijn, er niet aan te ontkomen
is te kijken naar de mogelijkheid om bestaande opleidingen over te brengen naar Leeuwarden. Wij heb
ben wat dat betreft twee suggesties gedaan, namelijk de wetenschappelijke opleidingen pedagogiek en
bedrijfskunde, die zich uitermate goed voegen in de clustering op het gebied van het hbo zoals die in
Leeuwarden plaatsvindt.
Het is de raad wellicht bekend dat de minister aan het eind van zijn telexbericht nog twee punten
heeft genoemd, namelijk het feit dat de beslissing tot beëindiging van de bekostiging van de studierich
ting wel zijns vraagstukken in Leeuwarden thans geëffectueerd kan worden op basis van de door hem ge
dane voorstellen en dat in een voorafgaande afspraak een aanvaardbare invulling is gegeven van een al
ternatief voor de eerder in het vooruitzicht gestelde Algemene Faculteit. Wij zijn het met deze beide
conclusies volstrekt niet eens, want daarvoor vinden wij het te vroeg. Wij vinden dat de voorstellen van
de minister een aantal aangrijpingspunten biedt voor aanzetten die wellicht voor een alternatief verder
kunnen worden ontwikkeld. Deze voorstellen moeten echter nader worden geconcretiseerd. Naast de
mogelijkheden voor het hbo, dient met name in de voorstellen de ontwikkeling van het wetenschappelijk
onderwijs een geheel eigen volwaardig perspectief te krijgen. Niet eerder zullen wij ons kunnen vinden
in de punten 8 en 9.
Dit zijn onze overwegingen geweest bij het formuleren van de brief van 20 februari. Ik zie in de
door de heer Meijerhof ingediende motie een volstrekte ondersteuning van het beleid zoals wij dat ten
aanzien van deze materie graag zouden willen voeren. Wij hebben dan ook van onze kant niet de min
ste moeite met deze motie. Integendeel, wij zullen het aannemen daarvan door de raad van harte toe-
j uichen
Wenst iemand in tweede instantie het woord? Ik constateer dat dat niet het geval is. Ik breng dan
nu de ingediende motie in stemming.
De motie van de heer Meijerhof en de fractievoorzitters van CDA, VVD, PAL, D'66 en GPV/RPF/SGP
wordt met algemene stemmen aangenomen.
De Voorzitter: Ik stel de raad voor de brief genoemd onder punt L van de mededelingen voor ken
nisgeving aan te nemen.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter.
Punt 3a (bijlage nr. 60).
Benoemen van een lid van het bestuur van de Stichting tot beheer en exploitatie van de Théskinke-
rij Prinsetun en het complex Zalen Schaaf.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
de heer S. Kok, Leeuwarden.
Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen.
Punt 3b (bijlage nr. 75).
Benoemen twee leden van het algemeen bestuur van de Stichting Het Nieuwe Stadsweeshuis.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
1. vacature de heer H.L.M. Stek:
a. de heer B. Adema, Leeuwarden;
b. de heer H.A.J. Lemmink, Leeuwarden.
2. vacature de heer J. Krediet:
a. de heer J. Krediet, Leeuwarden;
b. de heer B. de Vries, Leeuwarden.
Benoemd worden de heren Adema en Krediet met algemene stemmen.
Mevrouw Van Dijk-van Terwisga en de heer Timmermans vormden met de voorzitter het stembureau.
9
Punten 5 t.e.m. 9 (bijlagen nrs. 65, 69, 74, 64 en 68).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 10 (bijl age nr. 67).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop van een in deelgebied II van het bestemmingsplan Cammin-
ghaburen aan de Taniaburg gelegen perceel bouwterrein.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Onze fractie is tegen artikel 8b van de verkoopvoorwaarden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de VVD-
fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen artikel 8b van de verkoopvoorwaarden.
Punt 11 (bijlage nr. 66).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 12 (bijlage nr. 76).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimte
lijke ordening voor een perceel aan de Westerkade hoek Willemskade, een perceel aan de Hoekstersin-
gel hoek Oldegalileën, een gebied aan de Pasveerweg, de percelen Schrans 17 en Singelstraat 22-22a
te Leeuwarden en het perceel Pundyk 9 te Wytgaard, alsmede een aanvullend voorbereidingsbesluit voor
het perceel de Pol Ie 6 te Goutum. Met betrekking tot het laatste punt is een brief binnengekomen van
de heer Brouwer. Deze brief is op de tafels van de raadsleden gelegd. De inhoud daarvan kan in de dis
cussie worden meegenomen.
De heer Pruiksma: Wij willen graag aandacht voor twee punten uit dit raadsvoorstel, namelijk de
punten IV en VI
Ik wil met punt VI beginnen. Het zou naar ons oordeel een gotspe zijn om te zeggen dat de proce
dure rond dit perceel geen schoonheidsprijs verdient. De gemeente heeft kans gezien blunder op blunder
te stapelen en dat alles met een zodanig gemak dat een beetje jurist het geheel zal bestempelen als het
mogelijk maken van willekeur. In het verleden hebben wij ons standpunt omtrent dit voorbereidingsbe
sluit duidelijk kenbaar gemaakt. Wij zijn daar tegen geweest. Die slag hebben wij echter verloren, dus
zullen wij niet opnieuw tegen stemmen. Wij doen dat echter in de wetenschap dat aan belanghebbende,
de heer Brouwer, nog rechtsmiddelen ter beschikking staan om zijn grieven door de administratieve
rechter behoorlijk te laten toetsen.
Over punt IV van de raadsbrief nog het volgende. Hoewel wij in essentie particulier initiatief van
harte steunen, lijkt het ons toch nauwelijks in overeenstemming met bestaande wettelijke voorschriften
en procedures dat iemand spontaan een lichtbak aan de muur hangt, het vet op kooktemperatuur brengt
en zonder de vereiste bestemmingsbevoegdheid patat gaat bakken. Strikt genomen hebben wij de neiging
om tegen punt IV van de raadsbrief te stemmen. Wij realiseren ons echter dat de twee buren van het
pand Schrans 17, die bezwaar hebben tegen de komst van deze mijnheer, nog rechtsmiddelen hebben om
hun gram ter plekke te halen. In zoverre is er voor ons onvoldoende aanleiding tegen punt IV van de
raadsbrief te stemmen, maar onze hartelijke instemming heeft dit punt bepaald niet.
Mevrouw Jongedijk—Welles: Ik wil een stemverklaring afleggen met betrekking tot het nemen van
een voorbereidingsbesluit voor het perceel Hoekstersingel hoek Oldegal ileënIn het huidige bestem
mingsplan is de Hoekstersingel met de bestaande bebouwing gehandhaafd. Voor de bebouwing aan de
Oldegalileën werd uitgegaan van twee bouwlagen met een schuine kap. Door de brand in het pakhuis
Rusland is een andere situatie ontstaan. Het bouwplan dat nu gemaakt is en waarvoor dit voorbereidings
besluit nodig is, wijkt maar liefst twee meter af van de huidige rooilijn aan de Hoekstersingel. Mijn be
zwaar richt zich daar echter niet zozeer tegen, maar wel tegen het halsstarrig vasthouden van de rooilijn
aan de Oldegalileën. Ik ben van mening dat, wanneer de rooilijn aan de Oldegalileën ongeveer één
meter naar achteren wordt geplaatst en mede gelet op de thans voorgestelde hoge bebouwing van drie
lagen met een platte kap, het voor de huidige en de toekomstige bewoners plezierig wordt om in deze
straat te wonen. Om deze reden zal ik tegen dit voorbereidingsbesluit stemmen.