14 fractie. Thans spreekt het kleinste deel van de fractie. Ik heb in het verleden al eens gezegd, maar dat hoef ik eigenlijk niet te herhalen, dat deze procedure geen schoonheidsprijs verdient en dat die slordig is. Ik heb de door de heer Van der Wal nog iets krachtiger geuite woorden in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening in een wat afgezwakte vorm onderstreept, zodat in het openbaar onze meningen wat dat betreft ongeveer bij elkaar komen. Ik heb mij vanaf het begin op het standpunt gesteld dat er een gescheiden behandeling zou moeten plaatsvinden van datgene wat er illegaal in Goutum is gebouwd en de procedure van een bouwaanvraag. Als je dat standpunt gewoon volgt, dan kun je ook weinig pro blemen hebben met punt IV van de raadsbrief. Derhalve heb ik ook nog steeds weinig problemen met punt VI van de raadsbrief. De heer Miedema (weth.): Ik heb kennis genomen van de stemverklaring van de heer Dubbelboer. De heer Bijkersma heeft gezegd dat het wel zo zal zijn dat ik de brief van de heer Brouwer vijf mi nuten voor de aanvang van de vergadering heb gezien en dat dat jammer is, maar dat wij er daarmee niet zijn. De heer Bijkersma heeft ook gezegd dat hij aanneemt dat de brief van de heer Brouwer juist is, als de inhoud niet wordt weerlegd. Ik vind die opmerking niet juist. Men kan niet van mij verwach ten dat ik, als ik van een andere vergadering in deze raadsvergadering kom, ieder punt exact op zijn eigen merites kan beoordelen. De heer Bijkersma kan dat niet van mij verwachten, maar dat doet hij ook niet, want hij spreekt alleen een beetje fors. Niet de raad, maar de commissie is de aangewezen plaats om een antwoord te krijgen op de gestelde vragen. Wat de procedure betreft zijn wij het eens, de heer Brouwer heeft alle mogelijkheden die hem volgens de wet toekomen. De heer Van der Wal heeft nog eens opnieuw een uitvoerig betoog gewijd aan de problematiek van de ruimtelijke ordening rond de Willemskade. Hij spreekt in dat verband heel duidelijke taal: dit zal en dit moet. Volgens mij is die tijd een beetje voorbij, mijnheer Van der WalWij zullen in deze tijd toch een enigszins andere lijn moeten volgen, maar het lijkt mij niet verstandig om daar vanavond uitgebreid op in te gaan. Het voorstel en het standpunt van het college zijn uitvoerig in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde geweest. Het merendeel van de commissieleden was het onder deze omstandigheden eens met de lijn die het college heeft uitgezet. Het college blijft die lijn met grote overtuiging volgen. (De heer Van der Wal: Ik heb ook nog een vraag gesteld over punt VI van de raads brief. Ik heb gezegd dat ik er op dit moment niet over wil twisten wat er fout is gegaan, maar dat ik graag een onderzoek wil hebben naar de vraag wat er fout is gegaan en hoe dat heeft kunnen gebeuren.) Als ik goed geïnformeerd ben, mijnheer Van der Wal, heeft de medewerker van de afdeling waar deze fouten zijn gemaakt in de commissievergadering, waar deze voorbereidingsbesluiten aan de orde zijn geweest, zijn excuus aangeboden voor de gang van zaken. Dat moet voldoende zijn en daarop hoe ven wij in deze vergadering niet verder in te gaan. Deze kwestie is in de commissie behandeld en afge daan. (De heer Van der Wal: Ik wil juist deze zaak weer naar de commissie terug hebben. Op het mo ment dat dit voorbereidingsbesluit in de commissie werd behandeld was ons de brief met een waslijst van missers niet bekend. Wat dat betreft sluit deze vraag aan bij de vragen die de heer Bijkersma heeft ge steld. Ik vind dat wij het volste recht hebben om goed op de hoogte te worden gesteld. Een excuus van een ambtenaar is mooi, maar wij hebben hier te maken met een college van b. en w. Datgene wat hier is gebeurd heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van het college. Ik wil daarom graag on derzocht zien hoe zoiets mogelijk is.) Ik heb in drie instanties geantwoord, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-frac- tie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen punt I van het besluit, mevrouw Jongedijk-Welles tegen punt II van het besluit en mevrouw Van Dijk-van Terwisga en de heren De Beer, Bijkersma en IJe- stra tegen punt VI van het besluit. Punten 13 en 14 (bijlagen nrs. 58 en 57). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 14a (bijlage nr. 81). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vervanging walmuren Nieuweweg en Blokhuisplein c.a., reconstruc tie Huizumerbrug en aanleg gedeelte oostelijke binnenstadstangent. De heer Timmermans: Onze fractie gaat in hoofdlijnen akkoord met het voorliggende raadsvoorstel. 15 Wel vragen wij aandacht voor een onderdeel, namelijk het profiel en het materiaalgebruik van de rij weg met aanliggende fietspaden. In het voorstel wordt uitgegaan van een rijweg met een breedte van 6.30 meter en twee aanliggende fietspaden met elk een breedte van 1.70 meter. De uitvoering zal ge- schieden door middel van een asfaltverharding. Naar aanleiding van een besloten vergadering van de Commissie voor Openbare Werken is het voorstel naar voren gebracht om, ter voorkoming van een al te vlak profiel, een differentiatie in de profielopbouw te creëren en verschillend materiaal te gebruiken voor de rijbaan en de fietspaden. Waarom brengen wij dit punt nu naar voren? Voor ons ligt het voorstel om tot uitvoering over te gaan van een onderdeel van de binnenstadsoosttangent. Als wij met dit voor stel akkoord gaan, betekent dat in feite dat een dergelijk profiel, namelijk een asfaltplaat van 10 meter breed, in essentie ook zal worden gehanteerd in het overige deel van de binnenstadsoosttangent en wel licht ook bij volgende binnenstadstangenten. Wanneer wij ons zo'n profiel voorstellen op bijvoorbeeld de Oosterkade, dan zijn wij wel op de verkeerde weg. Onze fractie is van mening dat, gelet op de schaal van de historische binnenstad, het zonder meer noodzakelijk is te voorkomen dat één asfaltplaat wordt aangelegdWij vinden namelijk dat er gekozen moet worden voor een verschil in behandeling van fietspaden en de rijweg. Hoewel wij ons realiseren dat ons voorstel enige kostprijsverhoging zal gaan inhouden, vinden wij dat toch zo essentieel dat wij op dit moment reeds aangeven dat dat principe wat ons betreft ook bij de verdere planuitwerking zal moeten worden gehandhaafd. De heer Niemeijer: Het is enigszins vermakelijk wat zich hier op dit moment afspeelt. Enige tijd geleden is in de raad een vrij heftige discussie gevoerd over de oostelijke binnenstadstangent. De PvdA- vertegenwoordiger sprak zich toen in vele woorden uit over het feit hoe verkeerd het was dat PAL streed voor kleinschalige oplossingen in de binnenstad en dat PAL zich toch wel hopeloos vergiste met het voorstellen van andere oplossingen die toen op tafel lagen. Nu ligt een voorstel op tafel met het ver zoek daarover een beslissing te nemen. Ik heb destijds diverse keren gewaarschuwd voor de beslissing die wij namen. Toen heb ik ook gewezen op de grootschalige - ik vind dat dat woord te pas en te onpas wordt gebruikt - gevaren die aan de gekozen oplossing zaten. Wij moeten nu een inrichtingsbesluit ne men. De PvdA schrikt thans van haar eigen ei. Dat zij dan zo. Wat nu aan suggesties en eventuele al ternatieven is ingebracht, daar zijn wij in de laatstgehouden vergadering van de Commissie voor Open bare Werken niet uitgekomen - in de raadsbrief wordt geschreven dat zal worden onderzocht of het mo gelijk is het wegprofiel visueel te versmallen -, is het gevolg van een in het verleden genomen beslis sing. Principieel is toen gekozen voor een oplossing ten aanzien waarvan de PvdA ontkent dat die grootschalig is. In de raadsbrief staat dat wij ons best moeten doen ervoor te zorgen dat het wégprofiel zo smal mogelijk lijkt. Dat noem ik kleinschalig. Wij zullen wel zien of dat allemaal lukt. De discussie moet nu maar worden stopgezet. Ik wil alleen wel graag de toezegging dat, wanneer wij er morgenavond niet uitkomen, de beslis sing ter zake door de raad wordt genomen. De manier waarop de uitvoering nu wordt voorgesteld en de beslissingsvolgorde zijn wat raar. Ik heb echter begrip voor de druk die achter de beslissing zit. Wij moeten maar even afwachten of wij er morgenavond uitkomen. Als dat onverhoopt niet mocht lukken, dan wil toch wel graag de toezegging dat de beslissing wordt genomen op de plek waar die behoort te worden genomen, namelijk in de raad. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Er wordt hier een krediet gevraagd voor het onderdeel verhardin gen. Ik begrijp nu dat er ook gesproken wordt over een andere wijze van verharden. Ik neem aan dat dat kostenverhogend werkt. Kan de wethouder daar nog iets over mededelen? De heer De Jong: Deze raadsbrief is vrij laat binnengekomen bij de raadsleden. Wij hebben dit voorstel niet in onze fractie kunnen bespreken. Ik pleit ervoor om de behandeling van dit agendapunt uit te stellen tot de volgende vergadering. De heer Miedema (weth.): Er is een aantal opmerkingen gemaakt, deels van procedurele aard en deels van inhoudelijke aard. Ik wil beginnen met de opmerkingen van inhoudelijke aard. De heer Tim mermans zegt dat zijn fractie dit voorstel nog eens heeft overwogen. Bij nader inzien heeft de PvdA heel duidelijke bezwaren tegen de grote asfaltplaat. De fractie van de PvdA wil graag dat de profiel keuze en de materiaalkeuze opnieuw worden bekeken, zodat er een aanvaardbaarder geheel komt. Wij hebben het hier over een totale investering van bijna drie miljoen gulden. Als men, wat materiaal- en profielkeuze betreft, met dat bedrag gaat schuiven, dan weet men niet precies waar men terechtkomt. Een ding is wel zeker, namelijk dat het bedrag wel hoger wordt, maar niet lager. Op dit moment kan ik niet verder gaan dan toezeggen dat wij gaan bekijken wat mogelijk is en wat de financiële consequen ties zijn. Een verhoging van het budget is nauwelijks voorstelbaar. Misschien valt er wat te schuiven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 8