33 32 dat er geen grondkosten hoeven te worden betaald. Men kan dus de grond voor niets krijgen. Wij heb ben er grote zorgen over dat er een situatie ontstaat dat gemeenten zich door het bedrijfsleven tegen ei kaar kunnen laten uitspelen. Het betekent aan de andere kant natuurlijk wel dat wij aan die tendens, als die op grotere schaal wordt doorgevoerd - wij zullen daaraan zelf niet actief meewerken -, niet he- iemaal ontkomen. Dergelijke discussies vinden af en toe binnen het college plaats en wij zullen ons, 01 een en ander echt de spuigaten uitloopt, nader over dit probleem moeten beraden. Werkgelegenheid en bezuinigingen. In het algemeen is de lijn van het college dat wij bij bezuini gingsvoorstellen die projecten zoveel mogelijk willen ontzien waar de werkgelegenheid het meest is. Dat is ook de reden waarom wij indertijd aan het ETIF hebben gevraagd uit te zoeken wat een bezuini ging van 100.000,dat is dan de vuistregel die gei'ntroduceerd is - betekent voor verschillende uitgavencategorieën aan werkgelegenheidseffecten. Met die vuistregel kunnen wij als college en ook als raad proberen die projecten te ontzien waar de werkgelegenheid het meest is. (De heer Buurman: heb gesproken over de huidige middelen die geraamd zijn voor werkgelegenheidsbevorderingDeze mid delen zoveel mogelijk buiten de bezuinigingen te houden is toch een ander verhaal.) De algemene lijn van het college is dat wij die middelen zoveel mogelijk buiten de bezuinigingen zullen houden. Wij sluiten echter niet uit dat er een situatie kan ontstaan dat zelfs aan die middelen moet worden getornd, De heer Siemonsma zegt dat het zicht op de werkelijkheid wordt bepaald door de bril waardoor met kijkt. De tegenpool daarvan is dat de mogelijkheden om de werkelijkheid te beïnvloeden worden be paald door de instrumenten die men als overheid heeft. Het creëren van doorbraken in de zin van fundo mentele beleidsvisies ligt nu eenmaal niet op de weg van de gemeente Leeuwarden. Wij hebben dan ooi heel bewust geprobeerd geen "getuigenisnota" te maken, om het zo maar te zeggen. Wij hebben gepro beerd een heel praktische concrete nota te maken, waarin wij met name op die punten zijn ingegaan waarmee wij iets kunnen doen. Waarom dan wel decentralisatie van een aantal middelen en niet een al gemene discussie? Ik denk dat het toch wel van wezenlijk verschil is of je het hebt over de decentrali satie van een stukje economisch beleid dan wel dat je je als gemeente uitgebreid moet bezighouden met een alternatief sociaal zekerheidsstelsel. Wat mij betreft zitten daar heel wezenlijke verschillen tussen, De positie van de vrouwen moet geïntegreerd worden opgenomen in de nota, volgens de heer Sie monsma. In principe heeft natuurlijk alles met alles te maken. Het mooiste zou zijn als je één volstrekt integraal verhaal zou kunnen schrijven. De realiteit is echter dat rubriceringen moeten worden aange bracht. Dat zal ten aanzien van het hoofdstuk over vrouwen en werkgelegenheid ook moeten worden ge daan, te meer daar ik van mening ben dat het wel wat teveel gevraagd is om de hele nota over te schrijven. Een en ander is echter nog afhankelijk van de vraag hoe wij zullen reageren op de inspraak reacties. Ik denk dat wij, net zoals wij dat doen bij het sociaal-cultureel programma, een nota van wijzigingen aan de raad zullen aanbieden, maar dat is nog een punt van nadere discussie. De hear Miedema (weth.): Wethalder Miedema hat net folie nijs mear, mynhear de foarsitter. Wy hawwe sein dat wy us op neiere foorstellen beriede. De CDA-fraksje seit dat dat yn 1984 barre moat. Dat tiidrek haw ik oernommen. De CDA-fraksje seit dan dat der in bepaalde ferromming komme moat. Dat kin ik op dit stuit net tasizze, safier binne us studzjes net. Wy stribje dêr wol nei, want oars hiener wy net in stjoergroep ynsteld. Wat it opleverje sil, hearre wy skieik wolSa't de moasje der no leit, moat ik dy ut namme fan it kolleezje ofwize. De hear Jansma: Dan is der noch de moasje dy11 giet oer de beliedsfoarnimmens nei oanlieding fan de analyse oangeande de wurkleazens under de jongerein. Ik haw begrepen dat it kolleezje dy moasje oernommen hat. (De Voorzitter: Ja, dat is zo.) Dan is it dudlik en hat it fierder ek gjin sin der oer te praten. (De Voorzitter: U trekt dus de motie in?) Nee, ik hoech dy moasje net yn te luken, it kolleez je nimt him oer. (De Voorzitter: De motie hoeft niet meer in stemming te komen, wij zijn het volstrekt met elkaar eens.) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het onderhavige punt. De heer Siemonsma: Wij willen graag de aantekening dat wij tegen punt I van het besluit stemmen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de overge nomen motie en de toezeggingen van de wethouders en met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen punt I van het besluit. Punten 22 te.m. 27 (bijlagen nrs. 134, 136, 110, 112, 133 en 135). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter sluit, om 23.05 uur, de vergadering. De hear Jansma: Wat de moasje oanbelanget, dy't yntsjinne is oer de nissehutproblematyk, kom ikr mei de folgjende tekst: .draacht it kolleezje fan b. en w. op noch yn 1984 te kommen mei nije foorstellen oangeande de nissehutproblematyk." Ik haw begrepen dat de PvdA dêr mei akkoart giet. (Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Dan is de motie totaal overbodig. De heer Miedema heeft het net aar u toegezegd.) (De Voorzitter: Er is toegezegd dat er in 1984 voorstellen komen.) Dan is it goed, mar de wethalder sei yn twadde ynstansje dat it kolleezje him deroer beriedt. (De hear Miedema (weth.): Oer de foorstellen.) (De heer Pruiksma: In eerste instantie was het volstrekt onaanvaardbaar en in tweede instantie wordt er weer iets anders gezegd. Als hetgeen in tweede instantie is gezegd juist is, dan kunnen wij de motie intrekken, dan is het goed.) (De Voorzitter: De wethouder zal het nog even hardop zeggen.) De hear Miedema (weth.): Yn 1984 komme de foorstellen dy't yn it boek oankundige binne. (De hear Jansma: No is it düdlik, mynhear de foarsitter, en dan hawwe wy fierders ek gjin behoefte mear oan dizze moasje.) De Voorzitter: De motie van de heren Jansma en Pruiksma met betrekking tot de nissenhutproblema- tiek is ingetrokken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 17