10 Commissie voor Openbare Werken aan de orde gesteld - op het moment dat wij met de inrichting van de binnenterreinen beginnen. Het college kan zeggen: wat een futiliteit, maar ik wil deze opmerking ge bruiken als opstapje voor een vraag die bij onze fractie leeft en die mede is ingegeven door wat infor matie uit de wijk. Ik wil hierop graag een reactie. Het blijkt dat bij de wijk niet helemaal duidelijk is hoe de coördinatie is van het stadsvernieuwingsgebeuren in Heechterp. Stadsvernieuwing, zoals in Heechterp, is een allesomvattend proces. In principe gaat er nogal wat op de schop en wordt er nogal wat veranderd. De woningen worden verbeterd. Wij hebben zijdelings in de raad al eens het punt aan de orde gehad over de wegen- en verkeersstructuur. Nu is het groen voor de binnenterreinen aan de or de. Er is ooit gevraagd of het mogelijk is om dit groen uit te geven aan de bewoners. Die vraag is ook gesteld in de Commissie voor Openbare Werken, maar viel wat in het luchtledige. Men speelde toen niet helemaal in op deze vraag. Ik heb mij zelfs afgevraagd in hoeverre men van die vraag op de hoogte was. Hetzelfde geldt voor de speel voorzieningenEr is iets aan de hand met de riolering en daar moet een aantal dingen aan gebeuren. De vraag hoe het verder moet met de voorzieningen, met name de winkels, in de wijk eist ook nogal wat studie en overleg. Dit soort zaken heeft allemaal met elkaar te maken en vereist overleg met en informatie aan de buurt. Als ik het goed begrepen heb, maar misschien zegt de wethouder dat het anders is, ligt het regulie re overleg met de projectgroep al enige jaren stilEr wordt ad hoe overleg gepleegd over zaken die op het momentaan de orde zijn. Met name het totaalbeeld is wat aan het verdwijnen. Klopt deze informa tie of ligt het toch wat anders? Misschien is er wel overleg, maar dan blijven er toch nog vraagtekens bij de coördinatie van het hele gebeuren. Als dat overleg met de projectgroep tot stand is gekomen, is het dan ook zinvol om dat op te starten? Ik wacht het antwoord even af. De heer Geerts (weth.): Het rapport waar de heer Niemeijer naar vraagt is ongeveer drie of vier jaar geleden op basis van gesprekken met de wijk opgesteld. Het rapport is wel onder de raadsleden ver spreid, maar er is nooit een raadsdiscussie over geweest. De raad heeft het stuk niet vastgesteld. Er wordt overigens wel naar het rapport gekeken en ook wordt er beleid van afgeleid, omdat, zoals ik ge zegd heb, het rapport in overleg met de wijk is opgesteld. Er was destijds een wat vreemde eend in het contact- en projectgroepgebeurenIk weet de naam niet meer van de groep, maar het ging om een soort gemeentelijke ambtelijke groep en bewonersgroep die met de materie bezig is geweest. Vanuit de wijk is herhaaldelijk gevraagd om gestructureerd overleg met de gemeente. Er is nog niet zolang geleden over deze kwestie een brief geschreven aan b. en w. Het college zit met het volgende punt. Het gaat hier om een nieuwe wijk van na de oorlog. In Leeuwarden hebben wij nog een aantal van die wijken. Als wij hier op basis van contact- en projectgroepen gestructureerd overleg zouden starten, dan zouden wij ook aan verzoeken zoals die uit andere nieuwbouwwijken komen op die wijze moeten voldoen. Daaraan zitten op zich nogal wat consequenties. Er zijn ook nog wat andere dingen aan de orde. Waar wij ook mee te maken hebben is het systeem van contact- en projectgroepen in de reguliere stadsgebieden. Wat doen wij met dat overleg als het technische gebeuren afgerond is? Moeter wij dan de contact- en projectgroepen ontbinden of moeten wij al dan niet op een of andere wijze regu lier overleg starten? Dit stuk van zaken heeft te maken met het feit dat je weet dat de stadsvernieu- wingsproblematiek niet alleen heeft te maken met een technisch proces, maar ook met een sociaal pro ces dat mede tot verwording van de wijk geleid heeft. Wat moet je daaraan doen als het technische pro ces klaar is? Dit is een problematiek, ik heb die wat in de breedte geschetst, die nogal wat in zich houdt en waarvan je niet zo maar kunt zeggen: zo en zo doen wij het maar even. In dat geval zal je het voor alle gebieden op die wijze moeten doen en dan zal je daar de mankracht en de financiën voor moeten hebben. Bovendien moet je dan zeker weten dat datgene waarover je praat verwezenlijkt kan worden, want alleen overleggen en niets doen zal erg frustrerend werken. Op het ogenblik houdt een werkgroep zich bezig met deze problematiek. In deze groep zitten wet houder Heere en ik en enkele ambtenaren die met deze problematiek annex zijn. Wij hebben de vragen van de wijk Heechterp op het vlak van het gestructureerde overleg even van ons afgehouden - dat heb ben wij de bewoners ook laten weten - tot wij een wat beter idee hebben over de vraag hoe deze pro blematiek uitgewerkt moet worden. Het is natuurlijk zo dat wij, als wij zo'n overleg starten voor Heechterp, ook voor andere wijken op dezelfde wijze zo'n overleg moeten starten. Dit is niet een ge makkelijke problematiek. Wij zijn een aantal keren bij elkaar geweest. Het gaat om een zaak die erg zorgvuldig bekeken moet worden en daar zijn wij mee bezig. Op het ogenblik wordt volgens mij de zaak wel goed gecoördineerd. Een van de projectleiders is met een groep ambtenaren vrij gedurig in contact met de bewonersgroep van Heechterp. Daarin zijn alle zaken die de heer Niemeijer genoemd heeft aan de orde geweest. Ik vind dat de heer Niemeijer niet kan zeggen dat uit het feit dat de speel- voorzieningen wat later komen blijkt dat de coördinatie niet goed is. Er is nadrukkelijk met elkaar af gesproken dat wij eerst zorgen dat de binnenterreinen ingericht worden en dat wij daarna op zo kort mo ll gelijke termijn iets aan de speel voorzieningen zullen doen. Ik kan mij echter voorstellen dat wethouder Heere daarover iets meer kan mededelen. Er zijn nogal wat zaken aan de orde. Wij zijn nu met de binnenterreinen bezig. Er is een aanvraag gedaan op grond van de regeling Beschikking Rijksbijdrage Experimenten in Verblijfsruimten (BREV-re- geling). Dit is een experimentele regeling die in het kader van de 30 km/uur-proef subsidiemogelijkhe- den geeft. Ik meen dat het om een bedrag gaat van 6.000,per ha. Gebruik maken van de regeling zal niet veel geld opbrengen, maar het helpt toch. Wij kennen de problematiek van de riolering die verzakt is omdat ze eigenlijk te snel is aangelegd. Wij kennen de problematiek van de winkels. Aan al deze zaken wordt aandacht geschonken. Over de vraag of dat in de toekomst ook aanleiding zal geven voor het opstarten van een gestructureerd overleg, dat te vergelijken is met het gestructureerde overleg zoals dat plaatsvindt in de contact- en projectgroepen, zijn wij ons nader aan het oriënteren zoals ik al heb medegedeeld. De heer Heere (weth.): De heer Niemeijer heeft een concrete vraag gesteld over de speel voorzie ningen. Ik kan als volgt op die vraag antwoorden. Wij hebben een paar weken geleden een beslissing genomen over het ter beschikking stellen van financiën ten behoeve van speel voorzieningen in Cammin- ghaburen. Wij hebben toen speciaal met het oog op Heechterp daar een knip in gemaakt, in die zin dat er een bedrag van ongeveer 60.000,over is om dit jaar aan speel voorzieningen in andere wijken en buurten te besteden. Het gaat dan vooral om de Bloemenbuurt, Wytgaard en Heechterp. Wat Heechterp betreft, op dit ogenblik is het enige bedrag dat ooit gevallen is in besprekingen ongeveer 2.500, per speelterrein. Hieruit kan de heer Niemeijer concluderen dat dit bedrag, afgezet tegen de ƒ60.000,betaalbaar moet worden geacht dit jaar. De heer Niemeijer: Een stukje aanvullende informatie is wel goed. Alleen blijft de vraag over de coördinatie van het hele gebeuren. Wethouder Geerts heeft gezegd - ik heb dat ook niet aangevoch ten - dat aandacht aan de dingen wordt besteed. Daar is inderdaad ook duidelijk sprake van. Mijn vraag was met name of de coördinatie voldoende is. Ik verwijs naar het gesprek in de Commissie voor Openbare Werken, waarin ik duidelijk de indruk heb gekregen dat een aantal problemen rond de inrich ting van de binnenterreinen - de speelterreinen en het bij de woningen betrekken van een stuk groen - niet voldoende bekend is en er wat dat betreft niet over het gehele veld overleg is gepleegd. De wijk draagt ook dit soort zaken aan. Ik dacht dat er wat dat betreft nogal wat knelpunten zijn en dat blijkt ook wel uit het feit dat de wethouder zegt dat men nu bezig is om te kijken wat voor soort overleg, dit alles omvattende, moet worden geopend. Anders was dat blijkbaar niet nodig geweest, want dan begrijp ik niet waarom op dit moment studie wordt verricht naar de vraag hoe dat overleg geopend moet worden. Ik kan er vrede mee hebben dat dat overleg niet in de vorm zal zijn van een contact- en projectgroep, maar noem het dan op dit moment iets anders. Strakjes dreigt een groot aantal werkzaamheden te zijn verricht. Als wij dan pas bedacht hebben wat voor overlegstructuur zinnig is, dan is zo'n overleg niet meer zo verschrikkelijk noodzakelijk. Mijn vraag is hoe snel dat overleg er kan komen. Kan er spoedig contact worden opgenomen met de wijk om nog eens een keer naar de wijk toe openheid van zaken te geven? Na de bijeenkomst van elf februari 1981 zou een tweede bijeenkomst volgen - die zou enige tijd daarna plaatsvinden in 1981 -, maar die is afgezegd en daarna is er nooit meer overleg geopend in deze vorm. Is er voor het contact een vorm van overleg te vinden die zinnig is en past binnen onze gedachte? De heer'Geerts (weth.): Ik wil niet in herhaling treden. Ik heb gezegd dat wij met een en ander bezig zijn en dat er sprake is van een nogal omvattende problematiek die goed bekeken moet worden. Wij kunnen niet op één bepaalde manier naar één bepaalde wijk reageren, want die manier zal voor al le wijken dezelfde moeten zijn. Ik heb het in dit verband ook gehad over de financiën, de mankracht en het feit dat er voldoende onderwerpen moeten zijn die zo'n overleg zinvol maken. De heer Niemeij er vraagt zich nog even af of de coördinatie voldoende is geweest. Ik heb er zonet al op gewezen dat er vrij regelmatig overleg is geweest. Daarbij zijn steeds een van de projectleiders en de diverse discipli nes die erbij betrokken zijn aanwezig geweest. De problematiek van het betrekken van het groen bij de woningen is inderdaad in een vrij vroeg stadium aan de orde geweest, ook in besprekingen die wij intern hebben gevoerd. De problematiek is bekend. Ook daar zitten nogal wat haken en ogen aan, dat heb ik de vorige keer in een reactie in de Commissie voor Openbare Werken ook gezegd. Overigens is dit een problematiek die uitstekend nog een keer bekeken zou kunnen worden in de Commissie voor het Woningbedrijf. In deze commissie zit ook wethouder Miedema en als hij dan op deze materie ingaat zal hij ontdekken dat er nogal wat problemen aan vastzitten. Overigens denk ik dat ik geen nadere aanvulling hoef te geven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 6