12 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 16, 17 en 18 (bijlagen nrs. 116, 114 en 115). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 128). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Realiseren van 12 overdekte parkeerplaatsen in het pand Van Cronenburchstraat 38. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Wij kunnen wel met dit voorstel instemmen - ik heb dat ook in de Commissie voor het Grondbedrijf gezegd - gezien de verwachtingen die sedert lang in de wijk zijn ge wekt. Wij willen toch graag een toezegging van het college hebben dat men bij dergelijke zaken met grote zorgvuldigheid de financiële consequenties onderkent en onderzoekt en niet te snel toezeggingen aan een wijk doet. Wij vinden deze voorziening voor 12 parkeerplaatsen, gelet ook op de vrij grote on rendabele top, toch vrij duur. De heer Geerts (weth.): Ik ben het volstrekt eens met mevrouw Van Dijk dat wij niet te snel dit soort toezeggingen moeten doen. Mevrouw Van Dijk zal zich de hele discussie nog wel herinneren over dit gebied. In deze discussie is toen met name de problematiek aan de orde geweest over het aantal par keerplaatsen. In dat kader is gezegd dat wij een plan moeten maken waarin voor voldoende parkeerge legenheid wordt gezorgd. Met mevrouw Van Dijk betwijfel ik of je in deze tijdsomstandigheden met de huidige financiële middelen weer zo'n voorziening zou moeten realiseren. Toen wij met deze materie bezig waren is er een terechte beslissing genomen waarover goed overleg met de wijk is gevoerd. Wij moeten nu op deze weg doorgaan. Ik kan mij echter best voorstellen dat wij in de toekomst zeggen dat dit soort voorzieningen toch te duur zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 20 (bijlage nr. 130). De Voorzitter: Dit punt luidt: Beschikbaar stellen van een krediet voor de verbetering van 234 wo ningen Valeriuskwartier/Nijlan. De heer Niemeijer: Met het beschikbaar stellen van een krediet voor het verbeteren van 234 wonin gen Valeriuskwartier/Nijlan gaan wij graag akkoord. Het is ook daarom niet dat ik reageer, maar meer om het feit dat er in de raadsbrief zaken aan de orde worden gesteld die erg belangrijk zijn. Op zich is dit verbeteringsplan een voortzetting van de weg die wij zijn ingeslagen voor de verbetering van het woningbestand van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Het woningbestand wordt voor een groot deel be paald door woningen van kort na de oorlog, ze zijn iets meer dan 25 jaar oud, en verkeren over het al gemeen in een vrij slechte staat. Wij zijn die weg ingeslagen en dit is een stap op die weg, maar wij zijn er nog niet klaar mee. Met name staat op heel spoedige en urgente uitvoering te wachten de verbetering van 549 flats in het Valeriuskwartier. Die zorg is er de reden van dat ik op dit moment de behoefte heb om te reageren. De verbetering van dit complex heeft grote haast, maar dreigt vast te lopen door enkele zaken die per één januari 1983 zijn gebeurd. De minister heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van het beschikbaar stellen van geld voor dit soort complexen. De veranderingen komen er in hoofdlijnen op neer dat de gemeente nu zelf zal moeten zorgdragen voor financiering van de ingreep en zelf de exploi tatietekorten zal moeten dekken die voortvloeien uit de ingreep. De bijdrage van het rijk valt terug en wordt een bijdrage ineens. Dat heeft grote consequenties en daar wordt in de raadsbrief ook op gewe zen. De exploitatietekorten zullen namelijk moeten worden geput uit de Algemene Bedrijfsreserve (ABR) van het Gemeentelijk Woningbedrijf en zoals in de raadsbrief staat is de bodem van de ABR in zicht. In de raadsbrief staat - ik vind het belangrijk genoeg om dat even te citeren "Door het vervallen van de mogelijkheid tot aanvul lende steunmaatregelen in de vorm van renteloze leningenregeling, dienter vanuit gegaan te worden dat de huidige regeling binnen een sluitende exploitatie van het Gemeentelijk Woningbedrijf uitgevoerd kan worden." De conclusie is volgens mij duidelijk: als er niets gebeurt, dan 13 ebeurt er ook met onze gemeentelijke woningen niets meer. Wij zijn geïnformeerd over het college standpunt, dat wij delen, dat ook de algemene middelen van de gemeente geen ruimte bieden om alsnog wat dit punt betreft beleid te voeren en door te gaan met dit soort plannen. Wat dan nu? Niet zoveel, maar er zijn toch enige lichtpuntjes. Ik wil vragen in hoeverre het college daar al gebruik van gemaakt heeft. Staatssecretaris Brokx heeft bij zijn bezoek op 9 februari gezegd dat voor woningcorporaties en ge meentelijke woningbedrijven, die door de nieuwe maatregelen van de minister in de problemen zijn ge- komen en wier ABR dermate zorgwekkend is, de mogelijkheid bestaat om over deze problematiek te praten. Wat en hoe heeft de staatssecretaris niet aangegeven, maar er valt op zijn minst eens met hem te praten over de vraag hoe hij zijn opmerking bedoeld heeft. Ik heb begrepen dat de h.i.d. Volkshuis vesting na een werkbezoek op 28 maart aan de woningen in het Valeriuskwartier soortgelijke dingen heeft gezegd, maar dan binnensmonds. Een en ander geeft toch wel voldoende ruimte om te zeggen dat wij ons dat geen twee keer moeten laten zeggen en dat wij moeten vragen wat de mogelijkheden zijn. Het is duidelijk dat wij dan twee dingen voor elkaar moeten hebben. In de eerste plaats moeten wij een goed onderhoudsplan hebben voor ons gehele woningbezit. Daar zijn wij ook steeds mee bezig. In de tweede plaats moeten wij een goede voorlichting hebben over de financiële stand van zaken van ons woningbedrijf. Ook daar zijn wij mee bezig. Misschien kan dat wat vlugger worden gerealiseerd, want wij liggen eigenlijk wat te ver achter. Ik ben benieuwd wat de initiatieven van het college op dit mo ment zijn geweest. Tot slot wil ik wel even zeggen, want daar ligt het allemaal aan, dat wij grote vraagtekens zetten bij het hap-snap beleid van de huidige regering ten opzichte van het volkshuisvestingsbeleid. Dit beleid noopt ons voortdurend om een beroep te doen op bijzondere regelingen die in het leven worden geroe pen. Men heeft allemaal kennis kunnen nemen van de zogenaamde terugploegregelingIk heb een boer gevraagd hoe hij over terugploegen dacht. Hij heeft mij een tijdlang verbaasd aangekeken en heeft mij vervolgens voor gek verklaard. Toen ik de boer uitlegde dat de terugploegregel ing is bedacht door een regering die eerst veel te veel bezuinigd heeft, daarna ontdekte dat dat nu echt helemaal de spuigaten uitgelopen was en nu weer wat geld begon terug te strooien, zei hij: Oh, bedoel je dat. Dat betekent zo iets van: als ik teveel grond heb weggehaald, dan gooi ik die grond weer met handjesmaat terug. Dat lijkt mij een weinig efficiënte manier van werken. (De hear Jansma: Fryslan hat der ek in rol yn spile, hear, en netallinne it regear!) Dat Friesland daarin een rol heeft gespeeld is bekend. Van de andere kant vindt onze fractie dat het, als deze bijzondere regelingen zich aandienen, zinvol is om daar gebruik van te maken. Wij zullen proberen het dan maar met dit soort regelingen te doen, maar wij zullen er niet mee leren leven. Wij vinden namelijk dat het huisvestingsbeleid op ande re en consistentere maatregelen gestoeld moet zijn dan op een opeenvolging van te vérgaande bezuini gingen en wat halve terugdraairegelingenIk geloof dat een en ander niet zozeer bedoeld is voor de wethouder om te beoordelen, tenzij hij er ook last van heeft, want dan mag hij best een oordeel geven. Het gaat mij met name om de vraag in hoeverre staatssecretaris Brokx benaderd is en wat het college in dat kader heeft gezegd. De heer Sterk: Aan de orde is het beschikbaar stellen van een krediet-voor de verbetering van 234 woningen Valeriuskwartier/Nijlan. De verdeling komt uiteindelijk uit op 148 woningen in het Valerius kwartier en 86 woningen in Nijlan. Het gaat hier om achterstallig onderhoud, hetgeen een investering vergt van vijf miljoen gulden. Van dat bedrag komt, na aftrek van de rijksbijdrage, ruim drie miljoen gulden ten laste van de ABR van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Ik kom daar aanstonds nog op terug. Om tot een aantal geriefsverbeteringen te komen is in overleg met de huurdersverenigingen een zo genaamd keuzepakket aangeboden. Hierbij is het wel zo dat deze verbeteringen door middel van een huurverhoging betaald moeten worden. De huurders zijn vrij om al dan niet van het keuzepakket gebruik te maken en dat lijkt onze fractie redelijk. Als ik de raadsbrief goed heb gelezen dan is die vrijheid er niet voor wat betreft de elektrische in stallatie. Dat zou verband houden met de eisen die Frigas stelt, namelijk dat het aantal groepen, in het kader van de vernieuwing van de elektrische installatie, met één groep moet worden uitgebreid. Voor deze uitbreiding zou een huurverhoging van 7,50 per maand nodig zijn. In hoeverre valt met Frigas nog te onderhandelen over de noodzaak van genoemde uitbreiding en met de h.i.d. Volkshuisvesting om deze uitbreiding alsnog aan te merken als zijnde groot onderhoud? De kosten van isolatie zijn rendabel te maken in de exploitatie van het WoningbedrijfVeronder steld mag worden dat dat ook het geval zal zijn in de richting van de huurder, want die zal minder m3's gas nodig hebben voor de verwarming van zijn woning. Ik neem aan dat, als het anders zou zijn, het college niet met dit voorstel zou zijn gekomen. De heer Niemeijer heeft reeds gesproken over de ABR van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Ik had

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 7