De heer Meijerhof heeft gezegd dat het totaal teleurstellend is, maar dat zijn fractie daar node mee akkoord gaat. Ik heb daar kennis van genomen, mijnheer de voorzitter. Verder vraagt de heer Meijerhof of het college van zins is om bij de technische afbouw particuliere bureaus in te schakelen, omdat er misschien onvoldoende kennis bij de gemeente aanwezig is. Wij hebben op dat punt op dit mo ment nog geen duidelijke mening. Er zijn in dit verband enige zaken die heel nauwkeurig de aandacht vragen In de eerste plaats. Wil men over een afbouwvariant spreken - daar worden wij toe gedwongen door de NEOM en het Ministerie van Economische Zaken - dan moet die afbouw op een volstrekt economisch verantwoorde wijze gebeuren. Daarvoor is nodig een inschatting van de gasprijsstijging, de gasprijssce- nario's, en het verloop daarvan. In de tweede plaats. Van erg veel belang is ook - de stukken hebben ter inzage gelegen - de mo gelijkheid die de Vereniging van Exploitanten van Stadsverwarmingsbedrijven in Nederland (VESTIN) heeft aangedragen, om de stadsverwarmingstarieven gelijk te trekken met de blokverwarmingstarieven en het laten gelden van een andere inkoopprijs. Mocht het advies van de VESTIN kans van slagen hebben - op dit moment wordt daar erg hard aan gewerkt - dan moeten wij eerst de afrondende bespreking af wachten voordat wij tot een keuze kunnen overgaan. Op dat moment zullen wij moeten bekijken of wij nog externe deskundigheid nodig hebben. Wij zullen daar echter erg voorzichtig mee moeten zijn. Het zijn uiteindelijk keuzes die gemaakt kunnen worden uit bestaande zaken waar het nieuwe, als ik het zo mag formuleren, wat van af is. De keuze zal moeten passen binnen het systeem dat nodig is. De heer Meijerhof heeft ook de brief van de bewoners aangehaald. Ik heb de indruk dat de bewo ners naar aanleiding van de openbare vergadering van de Commissie voor het Gemeentelijk Eiectrici- teitsbedrijf - een aantal van hen was daar aanwezig en bovendien heeft men het verslag van deze ver gadering gekregen - content zijn met de daar gegeven antwoorden. Wat dat betreft kan ik de heer Meijerhof wel volgen als hij zegt dat er een goed overleg met de bewoners moet worden opgebouwd. Wij zijn daar al hard mee bezig. Ik hoop alleen dat het overleg goed blijft en dat wij het goed kunnen afronden. De heer Meijerhof heeft gevraagd of het resultaat van dit overleg aan de orde gesteld kan worden in de Commissie voor het Gemeentelijk ElectriciteitsbedrijfDat lijkt mij erg goed. Ik zeg graag toe dat de ontwikkeling van deze hele zaak na de zomervakantie in de Commissie voor het Ge meentelijk Electriciteitsbedrijf aan de orde zal worden gesteld, zodat ook de commissieleden in staat zijn de vinger aan de pols te houden. De heer Bijkersma heeft op zijn eigen wijze, hoe die dan ook mag zijn, een aantal woorden ge sproken. Ik heb er geen enkele behoefte aan op alle door hem aangehaalde zaken in te gaan, want dat is niet zo erg relevant. Toch wil ik een aantal opmerkingen maken. Het is een volstrekte misvatting van de heer Bijkersma dat er 10 miljoen gulden is weggegooid. Ik heb er toch behoefte aan om de heer Bij kersma er op te wijzen dat het om 20 miljoen gulden gaat. De heer Bijkersma moet niet alleen over de 10 miljoen van de gemeente praten, maar ook over de 10 miljoen van het rijk. Het valt mij wat van hem tegen dat hij dat niet heeft gedaan. Maar och, ik maak ook wel eens een fout en ik neem het de heer Bijkersma dus ook niet kwalijk. Ik wil hem er echter toch wel even op wijzen. De 20 miljoen gulden is weggegooid, maar ik heb er grote moeite mee als de heer Bijkersma zegt dat er iets is versluierd. Er is niets versluierd! Ik neem het de heer Bijkersma hoogst kwalijk als hij zijn uitspraak motiveert door te zeggen dat het college niet bereid is in te gaan op de financiële gang van zaken. In de eerste commissievergadering was wethouder Kessler aanwezig om op alle vragen van finan ciële aard antwoord te geven. De heer Bijkersma achtte het echter niet nodig hierbij aanwezig te zijn. Dat kan voorkomen, want ook ik ben wel eens een keer ergens niet aanwezig. Je moet dan wel wat voorzichtig zijn met dit soort uitlatingen, maar de heer Bijkersma heeft gemeend dat dat niet noodzake lijk is. Ik meen dat het noodzakelijk is de heer Bijkersma hierop te wijzen, mijnheer de voorzitter. De totale gang van zaken staat in de stukken. Ik neem aan dat de heer Bijkersma die ook gelezen heeft. Ik heb er geen behoefte aan om daar nader op terug te komen. De heer Bijkersma blijft van mening - hierover blijven hij en ik van mening van verschillen - dat het erg verstandig zou zijn om de strop van 10 miljoen gulden ineens af te dekken. Het college heeft een ander voorstel gedaan. Ik wil er de heer Bijkersma en zijn fractie op wijzen dat men bij volledige afbouw en afdekking op dit moment ook de volledige strop op zich neemt. Ook bij verkoop zal dat het geval zijn, maar misschien is dat ook een mogelijkheid. Die mogelijkheid is op dit moment niet aan de orde. Op dit moment is aan de orde: vorig jaar juni de afbouw van het project, nu de definitieve rege ling met het ministerie, de zaken op een rij zetten en verder bekijken hoe het moet. Als wij op dit mo ment de volledige 10 miljoen gulden gaan afdekken, maar er komt uit een aardgasscenario, uit de VESTIN-theorie of uit een afbouwvariant een voordeliger cijfer dan 10 miljoen, dan dient het college evenwel op basis van de opstelling van de VVD-fractie extra bezuinigingen door te voeren die niet noodzakelijk zijn. Het college is daar niet toe bereid en heeft dat voorstel dus ook niet gedaan. 19 Ik ben mevrouw De Jong er erkentelijk voor dat zij de heer Bijkersma antwoord heeft gegeven op een aantal zaken. Ik kan dat dus overslaan. Verder gaat mevrouw De Jong akkoord met de bijstelling van het tarief en het uiteindelijke voorstel. De heer Van der Wal heeft ook een aantal opmerkingen gemaakt. Ik wil hem er op wijzen dat hij toch enigszins de geschiedschrijving vervalst. Hij heeft gezegd dat PAL en D'66 een actie gevoerd heb ben om eerder met het project te stoppen en dat er nadien nog 5 miljoen gulden is geïnvesteerd. Dat zou er dus op kunnen duiden dat er 5 miljoen gulden is weggegooid. Waren wij op dat moment gestopt, mijnheer de voorzitter, dan was er geen 10 miljoen gulden van het Ministerie van Economische Zaken gekomen. In de contracten staat namelijk heel duidelijk, dat is de raad ook wel bekend, dat stoppen alleen in gezamenlijk overleg en met gezamenlijk goedvinden zal leiden tot terugbetaling door het mi nisterie. Ik neem aan dat dat ook de reden was dat de VVD toen opgewekt voor heeft gestemd. Nu net doen alsof men 5 miljoen had kunnen besparen is niet helemaal de werkelijkheid. De PAL-fractie is ak koord met de onderhandelingen. Ik ben het volstrekt eens met de heer Van der Wal dat de nadere subsi diemogelijkheden feitelijk zijn afgebouwd. Wij hebben als college tot het laatst toe getracht de stelling overeind te houden, maar voor dit moment is dat niet gelukt. Een goed generaal vecht tot de laatste man/de laatste loopgraaf, dus wij komen wel terug. De heer Van der Wal is van mening dat het uitgangspunt "niet meer dan anders" goed is ingevuld. Hij heeft ook opmerkingen gemaakt over de technische zaken, maar ik heb daarop zostraks al antwoord gegeven De heer Van der Wal heeft mij gevraagd wat verstaan wordt onder "goed". Ik ben best bereid dat gene wat ik daarover in de commissie heb gezegd hier te herhalen. De problemen moeten goed worden opgelost. Wat onder "goed" wordt verstaan is niet exact te omschrijven. Het uitgangspunt "niet meer dan anders" duidt niet alleen op prijzen, maar ook op het comfort. Als je hoort dat iemand met twee kleine kinderen 'savonds om zeven uur thuis komt en dat pas om elf uur de radiator iets warm wordt, dan is dat niet goed. Ik vind dat het huis 'savonds warm moet zijn. Ik wil op dit moment niet discussiëren over de vraag of dat om acht uur of om kwart over acht moet zijn. Een normaal gerief dat een c.v.-in stallatie biedt moet ook bij dit systeem mogelijk zijn. Wij moeten een en ander in een goed overleg met de bewoners oplossen. Ik heb dit in de commissievergadering ook gezegd, maar ik ben best bereid om een en ander op verzoek van de heer Van der Wal hier nog eens te herhalen. Als het oplossen van deze problematiek onverhoopt een investering met zich mee zal brengen, dan zal ik niet schromen daarvoor een voorstel aan de raad te doen. Als er fouten zijn gemaakt, dan zullen die hersteld moeten worden. De Voorzitter: Ik ben nog een reactie verschuldigd aan het adres van de heer De Beer, die ge vraagd heeft in te grijpen wanneer badinerend over bewindslieden wordt gesproken. Ik kan hem zeggen dat ik daarin uitermate terughoudend zal zijn, want ik ben van mening dat een raadslid veel moet kun nen zeggen en de vrijheid moet hebben om daar zijn eigen formulering voor te kiezen. Iets anders wordt het wanneer denigrerend over wie dan ook gesproken gaat worden een doel in zichzelf wordt. Op dat moment mag men van mij verwachten dat ik ingrijp. Maar wanneer het gaat over het beoordelen van het politiek functioneren van iemand, onafhankelijk van de vraag van welke politieke kleur een bewinds man of wie dan ook is, ben ik van mening dat er ruimte moet zijn om dat in eigen gekozen bewoordin gen in het geding te brengen. Het gaat in de politiek niet om stijldansen waar je - tenminste zo stel ik mij dat voor - als je een douw krijgt, omvalt. Je moet in de politiek tegen een douw kunnen en dat zal ik ook in het beoordelen van de vraag of er al of niet moet worden ingegrepen mee in de beschouwingen betrekken. Ik zal derhalve uitermate terughoudend blijven om daarmee een optimale ruimte aan de indi viduele raadsleden te verzekeren. De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.40 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de tweede termijn van agendapunt 16. Punt 16 (vervolg) De heer Meijerhof: Ik wil even een korte reactie geven op het antwoord van de wethouder. Hij heeft namelijk de heer Bijkersma gecorrigeerd toen die het over bepaalde bedragen had. Ik wil de wet houder ook even corrigeren, maar ik wil hem die fout niet kwalijk nemen. Er is namelijk geen sprake van 20 miljoen, maar van 21 miljoen. De wethouder heeft ook nog gesproken over het feit dat een goed generaal tot de laatste man vecht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 10