20 Ik vind dat de generaal moet vechten tot en met de laatste man, want het is zo sneu voor de rest als de laatste man overblijft. Dan een reactie in de richting van de heer Bijkersma. Hij heeft gelijk wanneer hij zegt dat zijn fractie steeds tegen de stadsverwarming is geweest met name om de financiële onderbouwing. In 1978 al waren 5 leden van de VVD-fractie, 6 leden van de CDA-fractie en 4 leden van de PvdA-fractie tegen het voorstel om een nader onderzoek in te stellen. Het college kwam twee maanden later, in april, ook tot de conclusie dat dat maar niet door moest gaan. Toen er in 1980 weer een voorstel kwam heeft de woordvoerster van de VVD, mevrouw Waalkens - overigens een bekende naam in VVD-kringen -, met wat andere woorden dan de heer Bijkersma nu naar voren brengt het volgende gezegd - ik citeer "Re sumerend kan ik stellen dat wij zeker positief staan ten aanzien van het stadsverwarmingsplan sec, maar niet kunnen instemmen met het in eigen beheer aanvangen van dit project. Op zijn minst dienen het rijk en de provincie mede risico's te dragen in dit project, vooral gezien het feit dat deze instanties mede verantwoordelijk zijn voor ingrijpende beslissingen, dit project aangaande.Nu wij toch bezig zijn met een stuk geschiedschrijving, het vervolg is geweest dat minister Van Aardenne, toentertijd minister van Economische Zaken, een brief stuurde waaruit ik de zin wil citeren die mevrouw Brandenburg vorig jaar ook heeft geciteerd. Deze zin luidt: "Ik betreur het dat ondanks toezeggingen dezerzijds u niet bereid bent geweest dit project te realiseren." Deze brief hield toch ook datgene in wat de VVD-frac tie wilde: het mee door het rijk dragen van risico's. Ook de provincie was op een bepaald moment in zicht en speelden het Gemeentelijk Electricïteitsbedrïjf en de CCF een rol. Het is vanavond al eerder gezegd dat de CCF op een gegeven ogenblik heeft afgehaakt vanwege een veranderd beleid van het Mi nisterie van Economische Zaken. Het was op dat moment terecht dat ook de provincie zei dat zij het wel had bekeken. Toen stonden dus de gemeente Leeuwarden en het Ministerie van Economische Zaken, dat vertegenwoordigd wordt door de NEOM, samen voor dit project. Vorig jaar hebben wij er uitvoerig over gesproken en gezegd dat er een streep onder moet worden gezet. Dat is dus gebeurd. De heer Bij kersma heeft gelijk dat zijn fractie steeds tegen de stadsverwarming was, maar er is toch wel een nuance tussen zijn woorden van vanavond en het door mij aangehaalde citaat. De heer Bijkersma heeft nogal wat kritiek op de financiële onderbouwing. Ik zit nog te wachten op suggesties die hij dienaangaande zal doen. In de commissie heb ik die suggesties niet gehoord, maar je hoeft ook niet alles in de commissie te horen, want er mag ook wel wat voor de raadsvergadering over blijven. De heer Bijkersma begint meteen over het feit dat de bevolking van Leeuwarden de dupe is van een beslissing die de meerderheid van de gemeenteraad in het verleden heeft genomen. Het gaat om een verlies van 10,5 miljoen gulden; 1,1 miljoen gulden zal er jaarlijks opgehoest moeten worden. Maar dan begint de heer Bijkersma over de reserves: had de raad in het verleden het voorstel van de VVD maar gevolgd om de reserves groter te maken, dan hadden wij nu het verlies van de reserves af kunnen boeken. Het is wel een mooi verhaal, maar ik zou willen vragen: hoe bouwen wij de reserves op? Als wij reserves opbouwen dan moet dat met middelen die wij nu ergens anders voor hebben bestemd, name lijk voor de bevolking van Leeuwarden. Wij hadden de reserves op kunnen bouwen door minder geld er gens anders voor te bestemmen. Hoe je het ook wendt of keert, of wij nu het voorstel volgen zoals het college dat nu alleen maar kan doen of dat wij in het verleden grotere reserves hadden gekweekt, er is gewoon minder te besteden. Ik had dan ook van de heer Bijkersma verwacht dat hij, toen hij praatte over de bevolking van Leeuwarden, de bevolking van Camminghaburen en met name dat deel van deze wijk dat is aangesloten op stadsverwarming in zijn verhaal zou betrekken. Wat is er aan de hand? Deze mensen betalen te hoge tarieven. Het college heeft terecht het voorstel gedaan om deze tarieven te verlagen en een terugbetaling te realiseren over de afgelopen jaar. In eerste instantie is door diverse sprekers, ook ik heb dat gedaan, melding gemaakt van het feit dat er nog steeds technische onvolkomenheden zijn aan de installaties. Niet alleen wordt het woongenot daardoor minder, maar is het risico aanwezig dat de meters niet goed functioneren waardoor de mensen grote bedragen moeten betalen. Als je je oor te luisteren legt bij de mensen in Camminghaburen, dan blijkt dat er jaarlijks nogal een bepaald bedrag voor de stadsverwarming moet worden opgehoest. Wat dat betreft doet het college vanavond een goed voorstel om de tarieven naar beneden te brengen en gel den terug te betalen. Misschien wil de heer Bijkersma in tweede instantie eens uitleggen wat hij nu eigenlijk bedoelt met het financiële plaatje. Er staat toch duidelijk in de raadsbrief dat het hele project 21 miljoen gulden kost en dat het rijk en de gemeente ieder de helft van dat bedrag voor hun rekening nemen. Dat plaatje laat niets aan duidelijkheid te wensen over. De heer Bijkersma: Het is in de geschiedenis wel vaker voorgekomen dat een brenger van een slech te boodschap werd gegeseld. Deze gedachte kwam bij mij op toen iedereen in mijn richting in toom ont stak. Het was vaak zo dat de brenger van de slechte boodschap gelijk had. Ik kan deze vergelijking rustig blijven hanteren. 21 Wij zijn vanavond op een aantal facetten bezig geweest met geschiedschrijving. Ik ben begonnen met te zeggen dat ik niet zozeer in details wil treden, maar dat ik in grote lijnen wil zeggen waarom wij vanaf het begin tegen het stadsverwarmingsproject zijn geweest. Het ging daarbij om de financiële onderbouwing. De wethouder zegt dat ik gezegd zou hebben dat het college de zaak heeft versluierd. Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gezegd dat de financiële onderbouw er door de vele technische rappor ten versluierd uit te voorschijn is gekomen. Dat was misschien niet de opzet, maar het is wel zo. Wij hebben dat gesignaleerd. Het college had daar wat meer oren naar moeten hebben. Er is ook over commissievergaderingen gesproken. Ik voel mij helemaal niet geroepen om het ver haal dat ik in een commissie afsteek ook weer in de raad af te steken. Sommige raadsleden doen dat mis schien wel, ik doe dat niet. Ik heb er wel mijn teleurstelling over uitgesproken dat de wethouder, die belast is met de financiële aangelegenheid in deze raad, nu niet aanwezig is. Op het feit dat deze wethouder ook bij andere vergaderingen niet aanwezig kon zijn, wil ik nu niet ingaan. Ik vertel hem dat liever zelf. Het spijt mij en het stelt mij teleur dat de wethouder niet aanwezig is, omdat het finan ciële plaatje, dat ook nu weer zo vaag naar voren komt, bij mij een grote ongerustheid teweegbrengt. In de raadsbrief wordt gezegd dat de dekking gezocht zal worden bij de komende begrotingen. De heer Meijerhof zegt dat je de reserves, als je die wilt aanspreken, ook moet hebben en moet aanvullen. Ik ben dat helemaal met hem eens. Maar het rustig opbouwen van reserves kun je bekijken. De reserves kan men voor een vast percentage vastzetten. Nu moeten wij plotseling dekking zoeken voor het tekort in de begrotingen van een aantal jaren. Vele sectoren van onze samenleving wachten met angst en be ven af: zal men het tekort wel of niet bij ons zoeken? Het tekort zal wel ergens gezocht moeten wor den. (De heer Meijerhof: Wat bedoelt u met "rustig opbouwen", mijnheer Bijkersma?) Wij hebben bij de behandeling van de begroting in het jaar waarin de huidige wethouder van Financiën voor het eerst als zodanig optrad, gezegd dat het geen goede zaak is dat hij de reserves niet wilde aanvullen. Volgens ons moet dat wel gebeuren, maar de wethouder heeft ons verzoek afgewezen en er werd verder niet over gediscussieerd. Het is de wethouder zijn goed recht om ons voorstel af te wijzen, maar wij hebben een en ander in ieder geval gesignaleerd. Naar mijn idee moet je de reserves opbouwen - je hoeft je niet af te laten leiden door een bedrag - door het stellen van een vast percentage. De heer Meijerhof heeft gezegd dat ik geen suggesties heb aangedragen om deze zaak op te lossen. Ik had graag in de Commissie voor de Financiën en misschien ook in een andere commissie eens bekeken of er geen alternatieven zijn. Volgens mij gaat u, mijnheer Meijerhof, te snel akkoord met het in de komende begroting zoeken van een dekking. Ik heb een aantal voorbeelden genoemd. Op mijn suggestie over het aanwenden en aanvullen van de reserves heb ik geen antwoord gekregen. Verkoop van het 'nele project is nu niet aan de orde zegt de wethouder, maar de mogelijkheid van verkoop zou je best eens kunnen onderzoeken. Dan heb je al weer een alternatief. Ik heb het ook gehad over de verkoop van an dere gemeente-eigendommen, maar ik vind daar nergens iets van terug. Ik had deze mogelijkheden graag bij het totale plaatje willen zien. Dan zou je namelijk kunnen kiezen uit een stuk of vier, vijf mogelijkheden. Nu is er maar één mogelijkheid naar voren geschoven, namelijk het dekking zoeken bij de begrotingen met als argument dat de reserves niet toereikend zijn om het verlies ineens te dekken. Dat argument vind ik gewoon te simpelIk had dat argument graag uitgebreider gezien, want het gaat, ik herhaal het nog een keer, om meer dan die 10 miljoen gulden. De wethouder heeft mij er op gewezen dat de 10 miljoen 20 miljoen moet zijnDe heer Meijerhof spreekt even later over 21 miljoen. Ik vind dat een beetje een "understatement". Waar is dat voor nodig? Waar ik het vanavond over heb is de meer dan 10 miljoen gulden voor de bevolking van Leeuwarden. De rest is ook even erg hoor, maar vol gens mij zal de minister daarover ook nog wel eens aangevallen worden. Ik kan daar niet over oordelen, maar het zou best eens kunnen. Ik wil nog even in de geschiedenis teruggaan. Ik heb de agenda van de afgelopen jaren niet bij mij, maar het zou best eens mogelijk kunnen zijn - na het kabinet Van Agt-Wiegel is er een ander ka binet geweest - dat de brief, waarop mevrouw De Jong doelde, geschreven is door een minister van een andere signatuur. Mevrouw De Jong zou dat misschien eens na kunnen zoeken, want dat doet zij zo graag. Wij hebben hier uiteraard niet met het regeringsbeleid te maken. Maar er is na het kabinet Van Agt-Wiegel, waarin de heer Van Aardenne minister was, een kabinet geweest waarin de heer Terlouw minister was. Maar ik wil hem over deze zaak niet aanvallen, dat doe ik niet. Ik heb ai geantwoord op datgene wat de heer Meijerhof vroeg. Men kan de opbouw van de reserve rustig volgens een bepaald percentage doen. Dat hebben wij destijds aan de orde gesteld, maar men wilde dat niet. Nou, akkoord. (De heer Meijerhof: Maar wat is nu het verschil, mijnheer Bijkersma?) Het grote verschil, mijnheer Meijerhof, is dat wij, als wij reserves hadden opgebouwd volgens het stra mien van de afgelopen jaren, een grotere reserve hadden gehad. Dan was die reserve misschien niet maar amper 10 miljoen geweest. De reserve had dan best groter kunnen zijn en dan hadden wij het ver lies daaruit kunnen betalen, want daar zijn reserves voor. (De heer Meijerhof: Maar ten laste waarvan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 11