4
van een klein voorbereidingsbesluit dat ten slotte een aantal definitieve resultaten zal opleveren waar
men later aan vastzit, het gehele veranderde idee over het bestemmingsplan Oldegalileën in algemene
zin te bekijken. Dit veranderde idee zou misschien kunnen ontstaan naar aanleiding van het afbranden
van pakhuis Rusland. Ook rooilijnkwesties die aan de orde kwamen hebben daarbij een rol gespeeld,
maar ik zal daarop niet verder ingaan. Dit is een van de voornaamste gronden geweest waarom de com
missie vindt dat het doorgaan van dit kleine deelplan bepaald ongewenst is. Volgens de commissie moet
de raad zich eerst beraden en uitspreken over het geheel van het bestemmingsplan Oldegalileën, omdat
door het afbranden van pakhuis Rusland misschien nieuwe opvattingen het licht zouden kunnen doen
zien
Ik meen hiermee ook de spreekster en sprekers te hebben beantwoord, die overigens meer stemver
klaringen hebben gegeven dan dat zij nieuwe argumenten hebben aangevoerd.
De Voorzitter: Wenst iemand in tweede termijn het woord? Ik constateer dat dat niet het geval is.
Ik oreng dan nu het advies van de meerderheid van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Be
zwaarschriften in stemming.
Het meerderheidsadvies van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften wordt
verworpen met 26 tegen 8 stemmen.
(Voor het meerderheidsadvies stemmen van de fractie van de PvdA mevrouw Jongedijk-Welles, van de
fractie van het CDA mevrouw Willemsma-de Jong en de heren Jansma en Pruiksma en van de fractie van
de VVD de heren De Beer, Burg, Bijkersma en IJestra.)
De Voorzitter: Ik heb geconstateerd dat het voorstel is verworpen. Ik concludeer dat de raad hier
mee tot uitdrukking heeft willen brengen dat derhalve tot ongegrondverklaring is besloten.
Ik dank de heer Keuning voor zijn aanwezigheid.
De heer Keuning verlaat hierna de vergadering.
Punt 3.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t.e.m.
De berichten, de brieven, het besluit en de beschikkingen worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub J, K en L.
De verzoeken, de brief met notitie en de brief worden in handen gesteld van b. en w. om pread
vies.
Sub M.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 9 mei 1984 van de PvdA-Federatie Leeuwarden, PAL en
F NV-Leeuwarden om een standpunt te bepalen omtrent de door hen uitgebrachte Woonlastennota.
De heer Niemeijer: Ik heb een informatieve vraag. Onder punt M van de mededelingen wordt de
nota gememoreerd van PvdA, PAL en FNV over het woonlastenbeleid. Ik heb begrepen dat wij de ko
mende raadsvergadering zullen stemmen over de gemeentelijke Nota Uitgangspunten Volkshuisvesting.
Een van de punten in die nota is het woonlastenbeleid. Mijn vraag is of wij de uitgangspunten volks
huisvesting en het woonlastenbeleid gezamenlijk gaan behandelen, want een en ander vertoont nogal
raakvlakken. Gezamenlijke behandeling lijkt mij erg zinvol. In het voorstel van b. en w. onder punt M
van de mededelingen wordt daar niet naar verwezen.
De heer Geerts (weth.): In de Nota Uitgangspunten Volkshuisvesting wordt niet uitputtend ingegaan
op de problematiek met betrekking tot de woonlasten. Zoals men weet is het de bedoeling dat wij dat
gaan doen bij de Nota Volkshuisvesting, die op deze uitgangspuntennota moet volgen. In de Nota Uit-
gangspunten Volkshuisvesting is wel een hoofdstuk opgenomen over de woonlasten. Het is echter de be
doeling, dat li-kt mij ook beter, dat een gedegen standpuntbepaling plaatsvindt in het kader van de
5
Nota Volkshuisvesting. Het stramien waarop dat zal moeten gebeuren is aangegeven in de Nota Uit
gangspunten Volkshuisvesting. De uitwerking en de echte definitieve reactie zullen moeten plaatsvinden
bij de behandeling van de Nota Volkshuisvesting en dat zal nog wel enige tijd kosten.
De heer Niemeijer:Ik wil toch nog wel iets toevoegen aan het betoog van de wethouder. Hij heeft
namelijk gesproken over een gedegen standpuntbepaling. De fracties van PvdA en PAL en ook de FNV
vinden dat zij een gedegen standpuntbepaling hebben vastgelegd in hun Woonlastennota. Ik stel voor om
deze Woonlastennota de volgende keer uitgangspunt te laten zijn voor de formulering van het woonlas
tenbeleid. Gelijktijdige behandeling van deze twee zaken lijkt mij zinvol. Bovendien wordt bij agen
dapunt 26, Gemeentelijk beleid ten aanzien van de "echte" minima, ook besloten tot zo'n gelijktijdige
behandeling. Op bladzijde 6 van het onder agendapunt 26 genoemde raadsvoorstel staat namelijk onder
punt 2. Woonlasten: "De discussie en beleidsbepaling omtrent de woonlastenproblematiek zal naar onze
mening (verder) gevoerd moeten worden bij de behandeling van de genoemde concept-nota Uitgangspun
ten Volkshuisvesting."
De heer Geerts (weth.): Ik zal de laatste zijn die beweert dat die nota geen gedegen standpunt zou
hebben, mijnheer Niemeijer. Het college zal daar echter ook gedegen op moeten reageren en daar is
wel enige tijd voor nodig. In het verleden is nadrukkelijk gezegd dat de woonlastenproblematiek be
trokken zal worden bij de Nota Volkshuisvesting. Als de heer Niemeijer een gedegen reactie van het
college verwacht, dan zal hij wat dat betreft toch nog enige tijd moeten wachten. Er zal namelijk ook
studie gepleegd moeten worden. In de Nota Uitgangspunten Volkshuisvesting is globaal aandacht be
steed aan de woonlastenproblematiek. Als er een gedegen reactie wordt verwacht van het college, dan
heeft dat enige tijd nodig. De heer Niemeijer is uiteraard vrij om in de raadsdiscussie die komt zijn
standpunt over deze zaak naar voren te brengen.
De brief wordt in handen gesteld van b. en w. om preadvies.
Sub N.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van het Actiecomité Scholieren tegen kruisraketten met het
verzoek om subsidie voor de scholierenmanifestatie.
Mevrouw Van der WerfIk ben het om twee redenen niet eens met het voorstel van b. en w. In de
eerste plaats subsidiëren wij wel vaker actiegroepen. In het antwoord van b. en w., dat genoemd staat
onder punt N van de mededelingen, staat dat zij van oordeel zijn dat het subsidiëren van actiegroepen
niet tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort. In het kader van het Sociaal-cultureel Plan
subsidiëren wij actiegroepen tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Een dergelijke actiegroep
vraagt dan subsidie aan voor een manifestatie. Wij subsidiëren bijvoorbeeld ook een actiegroep Vrouw
en Arbeid. Zo zijn er nog veel meer groepen op te noemen. Wat dat betreft lijkt mij het standpunt van
b. en w. niet in overeenstemming met het beleid dat wij op andere terreinen voeren.
In de tweede plaats, en dat is eigenlijk belangrijker, zijn wij het niet eens met het standpunt van
het college, omdat wij dat niet vinden liggen in de lijn van eerdere standpunten, die wij in deze raad
hebben ingenomen over de gemeentelijke taak in de strijd tegen de kernbewapening. Wij vinden het in
de lijn van eerder in de raad ingenomen standpunten liggen dat wij een dergelijke actiegroep tegen de
kruisraketten in principe wel subsidiëren. Ik heb daarvoor dan ook een motie gemaakt, die als volgt
luidt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 4 juni
1984,
overwegende dat:
- uit eerder door de gemeenteraad van Leeuwarden ingenomen standpunten
de conclusie getrokken kan worden dat de raad voor zich zelf een taak
ziet weggelegd op het gebied van de strijd tegen de kernwapens;
- subsidiëring van acties tegen de kruisraketten binnen dit beleid past,
besluit deze activiteit in principe wel voor subsidiëring in aanmerking te la
ten komen,
en draagt b. en w. op in het verlengde van deze uitspraak met een voorstel
naar de raad te komen."
De motie is mede-ondertekend door de heer Siemonsma.