6 De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Bron: Mijnheer de voorzitter, u heeft besloten afwijzend te beschikken op het subsidiever zoek van het Actiecomité Scholieren tegen kruisraketten. Wij kunnen daarmee instemmen. Dat heeft niets te maken met het feit of wij al dan niet positief tegenover een dergelijke actie staan. Zo is het een feit dat de Leeuwarder afdelingen van de PvdA achteraf een geldelijke ondersteuning hebben gege ven, waaruit val t op te maken dat de PvdA niet geheel afwijzend en afzijdig is geblevenDat wij met de afwijzing akkoord gaan valt meer te verklaren uit het feit dat de aanvraag ons inziens teveel een ad hoc-karakter draagt en teveel een precedent zal scheppen voor een mogelijk ongebreideld aantal subsi die-aanvragen van diverse actiegroepen. Wij delen evenwel niet geheel de motivatie van het college met betrekking tot de afwijzing. Uit deze motivatie spreekt ons inziens een te algemene opvatting over actiegroepen. Men kan zich immers afvragen waar de begrenzing ligt van het begrip "actiegroep" en vervolgens concluderen dat er via het Sociaal-cultureel Plan groepen worden gesubsidieerd, die bestonder de definitie "actiegroep" zullen vallen als men dit begrip wat ruim interpreteert. Mevrouw Van der Werf heeft daar ook al op gewezen. Ergo, wij zijn het eens met de beslissing van het college, maar wij hebben wat problemen met de alge mene teneur van de motivatie. De motie van PAL zullen wij derhalve niet ondersteunen. De heer De Vries (weth.): Het verzoek van het Actiecomité Scholieren tegen kruisraketten kwam op een moment dat de bijeenkomst op de betreffende dag in april nog gehouden moest worden. De heer Bron heeft terecht opgemerkt dat de aanvraag onvoldoende is onderbouwd. Zij is bijzonder zwak toegelicht. Mevrouw Van der Werf heeft gelijk wanneer zij zegt dat wij wel meer actiegroepen, zoals een actie groep tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika, een subsidie hebben verstrekt. Van geval tot geval wordt echter nagegaan of er een sociaal of een cultureel element in aanwezig is. Dan wordt de zaak gesplitst in een gedeelte dat behoort tot de activiteit van de actie en in een gedeelte dat behoort tot een culturele manifestatie. Als zodanig is er een aantal splitsingen tot stand gebracht dat geleid heeft tot subsidiëring door de gemeente. Wat de onderhavige zaak betreft het volgende. Ik kan mij voorstellen dat deze jonge mensen op een bepaalde manier uiting willen geven aan hun ongenoegen ten aanzien van de problematiek die hier in het geding is. Men zal er dan zelf wel iets voor over moeten hebben. Er is in de brief geen enkele eigen bijdrage genoemd. Wij hebben de indruk dat, wanneer het hier inderdaad zou gaan om een actie van 1.200 tot 1.400 jonge mensen, twee kwartjes per persoon voldoende zou zijn geweest om de totale kosten te dekken. Maar dat is een bijkomstigheid. Waar het om gaat is dat de zaak volledig op ad hoc- basis aanhangig is gemaakt. Vandaag is er een actie tegen de kernraketten, morgen komt er een groep die weer een ander doel nastreeft. Principieel zouden wij moeten stellen dat de mensen ten aanzien van dit soort ad hoc-zaken zelf de consequenties van de activiteiten moeten dragen. Overigens vind ik - ik wil mij dan graag aansluiten bij de suggestie van de heer Bron - dat wij bij de behandeling van de nieu we subsidieverordening deze uitgangspunten nog eens goed met elkaar moeten nagaan en moeten kijken of wij tot een meer structurele benadering, in plaats van een beslissing ad hoc, van dit soort zaken kun nen komen. Mevrouw Van der Werf: Ik verbaas mij hogelijk over de structurele benadering van deze zaak, want ik dacht dat dit soort acties zich juist kenmerkt door het ad hoc-karakter ervan. Ik zou het erg treurig vinden als wij structureel financieel ruimte zouden moeten maken voor acties tegen de kruisraketten. Hoewel het er met de beslissing van de regering van afgelopen vrijdag wel haast op gaat lijken dat wij structureel actie zullen moeten voeren tegen de kruisraketten, verbaas ik mij wel over een dergelijk ar gument. Wat het punt van de eigen bijdrage betreft het volgende. Ik heb de begroting voor mij liggen en daar staan individuele donaties in geraamd tot een bedrag van 150,--. De studentenorganisatie draagt ook 200,bij. Ook dat argument van de wethouder gaat dus niet op. De actie is intussen geweest. Hoe het financiële overzicht er op dit moment precies uitziet weet ik niet, vandaar dat wij ook geen exact bedrag in onze motie hebben genoemd. Als laatste punt wil ik opmerken dat ik mij er eerlijk gezegd over verbaas dat de PvdA deze motie niet steunt. Er is door een aantal vredesgroepen, met medewerking van PvdA en PAL, een notitie over de lokale vredespolitiek geschreven, die intussen is aangeboden aan de gemeenteraad. In deze notitie wordt op bladzijde 9 bepleit dat de gemeente financiële ruimte gaat maken voor het leveren van een fi nanciële bijdrage aan actiegroepen die zich bewegen op het terrein van de vredespolitiek. Ik vind het ook in de lijn van deze notitie liggen dat de PvdA onze motie ondersteunt. 7 De heer De Vries (weth.): Er zijn nauwelijks nieuwe elementen toegevoegd in tweede instantie. Wij blijven bij ons standpunt dat wij niet in elk geval allerlei mensen aan de bel van het stadhuis kunnen laten trekken om een bijdrage. Een en ander zal van tevoren moeten worden ingekaderd. Een actiegroep moet weten dat zij primair zelf haar best moet doen om de zaak financieel voor elkaar te krijgen. Daar was in dit geval allerminst sprake van. Wij hebben helemaal niet de indruk dat het hier om een nood druftige zaak gaat, want het gaat maar om een betrekkelijk gering bedrag. Wij zijn van mening dat de jeugd die actie wil voeren niet eerst aan de bel van het stadhuis moet trekken, maar primair zelf moet proberen in eigen kring de zaken financieel voor elkaar te maken. Wat de notitie betreft die door de fracties van PvdA en PAL is ingeleverd het volgende. Wij zullen daar binnenkort op terugkomen. De Voorzitter: Dan is nu de stemming aan de orde over de door mevrouw Van der Werf ingediende motie. De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Siemonsma wordt verworpen met 30 tegen 4 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Mevrouw Vlietstra is inmiddels ter vergadering gekomen. Sub O. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 2 mei 1984 van het Provinciaal Overleg Revalidatie met betrekking tot de herinrichting van het voorterrein bij de Harmonie. De heer Niemeijer: Een korte stemverklaring namens onze fractie. Het gaat over het punt dat in het eerste deel van de brief van het Provinciaal Overleg Revalidatie wordt aangeroerd met betrekking tot de herinrichting van het voorterrein bij de Harmonie. Het in dit deel van de brief verwoorde standpunt is vrijwel identiek aan het standpunt dat onze fractie in een vorige raadsvergadering heeft vertolkt over de inrichting van dit gebied. Het ging in die vergadering om de voorrijmogelijkheden en de in- en uitstap- mogelijkheid van bezoekers. In het licht van die standpuntbepaling gaan wij niet akkoord met het voor liggende voorstel van b. en w. als zodanig. De Voorzitter: Heeft wethouder Geerts nog behoefte om te reageren? (De heer Geerts (weth.): Nee, mijnheer de voorzitter.) Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen het door de heer Niemeijer genoemde onderdeel. Sub P. De Voorzitter: Aan de orde is thans: Brief van 3 mei 1984 van het bestuur van Wonen in de Binnen stad betreffende het in voorbereiding zijnde ontwerp-bestemmingsplan Breedstraat. De heer Van der Wal: Op twee woordjes na kunnen wij wel instemmen met het onder punt P van de mededelingen voorgestelde antwoord van b. en w. Het gaat over de zorg van Wonen in de Binnenstad dat het hele bestemmingsplan niet op tijd ter visie kan worden gelegd. Het Vijzelblok maakt namelijk deel uit van het bestemmingsplan Breedstraat en wat dat betreft wordt er gewacht op de behandeling van de geluidsproblematiek. B. en w. antwoorden hierop: "Wij streven ernaar het ontwerp-bestemmingsplan tijdig d.w.z. vóór 12 oktober a.s. ter inzage te leggen." Als de wethouder toe wil zeggen dat deze zin wordt veranderd in: "Het ontwerp-bestemmingsplan zal voor 12 oktober ter visie worden gelegd.", dan zijn wij geheel tevreden. Wil de wethouder dat niet toezeggen, dan is er de mogelijkheid dat het ontwerp-bestemmingsplan niet voor 12 oktober ter inzage wordt gelegd. Op zich is er dan niets aan de hand met het Vijzelblok, want dat is in handen van de gemeente. Wel vervalt dan de voorbereidingsbe scherming van de Breedstraat en daarmee het recht van het bestemmingsplan. Wij lopen dan weer kans op allerlei ongewenste bouwontwikkelingen die wij niet kunnen tegenhouden. Daar gaat de brief van Wonen in de Binnenstad ook over. Ik wil er voor pleiten dat het ontwerp-bestemmingsplan voor 12 okto ber a.s. ter visie zal worden gelegd, want dan is er geen enkel probleem. Is dat niet mogelijk dan ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 4