Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 26 juni 1984. RAADSVERGADERING van dinsdag, 26 juni 1984. (vervolg van de vergadering van 25 juni 1984) Aanwezig 32 leden. PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, J.G. Vlietstra (vanaf 20.10 uur) en T. Wielinga-Graansma (tof de pauze) en de heren P. Bron, ir. C.G. H. Geerts (weth.), H. ten Hoeve, J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), H. Meijerhof, J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries (weth.). CDA mevrouw A. Willemsma-de Jong en de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H. Jansma, C. de Jong (tot 21.40 uur), W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser. WD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer, J.R. Bijkersma en J.A.H. IJestra. PAL mevrouw J. van der Werf en de heren JD. Niemeijer (vanaf 20.45 uur), S.F. Siemon- sma en PDvan der Wa I GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman. Afwezig: de dames J. de Jong (D'66), A. Jongedijk-Welles en G. Visscher-Bouwer (beiden PvdA) en de heren R. Burg en H. Dubbelboer (beiden VVD). Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voorts zijn aanwezig: de heren mr. A.D. van Dijk, plv. hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris, drs. A.J. Mewe, plv. hoofd van de afdeling Welzijn, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Er is bericht van verhindering gekomen van de dames De Jong, Jongedijk-Welles en Visscher-Bouwer en van de heren Burg, Dubbelboer en Niemeijer. Mevrouw Vlietstra komt iets later. Aan de orde is de voortgezette behandeling in eerste termijn van agendapunt 22. Ik geef de heer Meijerhof het woord. Punt 22 (vervolg). De heer Meijerhof: De titel van de raadsbrief is: Uitkomsten van de arbitrage inzake het stroomin- koopcontract c.a. Als ik de raadsbrief op zijn inhoud beoordeel dan had de titel beter kunnen luiden: Uitkomsten van de arbitrage en buiten de arbitrage om inzake het stroom inkoopcontract c.a. Er is nogal iets geregeld in der minne. De arbiters zijn daar dus niet aan te pas gekomen. Dat brengt mij meteen weer de discussie in 1982 in herinnering. Toen was namelijk aan de orde de vraag of wij het contract wel of niet moesten opzeggen. Als wij het in deze raadsbrief genoemde resultaat beoordelen, dan zou een voorlopige conclusie kunnen zijn dat het een goede zaak is geweest dat wij in 1982 niet het con tract hebben opgezegd, maar dat wij om arbitrage hebben gevraagd op basis van het voortgezette con tract. Maar - ik had het al over een voorlopige conclusie - als wij zien wat de arbiters hebben besloten dan blijkt dat wij ten aanzien van het punt van de additionele vergoeding, dat voor onze gemeente het zwaarste punt was, geen gelijk hebben gekregen. Voor andere onderdelen is uit de arbitrage voor de gemeente Leeuwarden wel enig voordeel voortgevloeid, maar juist niet ten aanzien van die additionele vergoeding. In het vonnis van de arbiters - de heer Van der Wal heeft gisteren al gezegd dat er in dit vonnis een wat bijzonder taalgebruik wordt gebezigd - wordt hierover gezegd dat, wanneer er belang rijke structurele veranderingen ontstaan in de verhoudingen tussen diverse kostencomponenten bij pro vincie en gemeente en er derhalve voor de gemeente geen redelijk bruto-overschot blijft bestaan, in dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 23