59
De heer Geerts (weth.): De heer Bijkersma vraagt naar de bekende weg. Het college heeft al meer
dere keren in de raad gezegd dat het zich niet wil beperken tot Leeuwarder aannemers. Het is toeval
dat dat nu wel zo is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 27 en 28 (bijlagen nrs. 221 en 219).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt :9 (bijlage nr. 240).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Subsidiëring van twee werkprojecten in het kader van de ministeriële
circulaire Sociaal-cultureel beleid en werkloosheid: voorrang voor jongeren 1984. Het is ons gebleken
dat het gestelde in de raadsbrief en onder punt 2 van het besluit, namelijk de toekenning van een subsi
die van 85.000,-- voor de realisering van een bakkerij en een kapsalon, niet rijp is voor besluitvor
ming. Wij sluiten niet uit dat een ander project hiervoor in de plaats gesteld moet worden om kans van
slagen te hebben. Er wordt naar gestreefd in de volgende vergadering met een nader voorstel te komen.
Derhalve trekken wij het gedeelte van het besluit, genoemd onder punt 2, en het daarmee corresponde
rende gedeelte van de raadsbrief in. Overblijven dus van het besluit punt 1 en het daarop betrekking
hebbende gedeelte van punt 3.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b.
en w.
De heer De Jong heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punten 30 en 31 (bijlagen nrs. 241 en 247).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 32 (bijlage nr. 242).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Investeringen Dienst voor Sport en Recreatie.
De heer De Beer: Uit de ter inzage gelegde stukken blijkt dat het college, zij het met enige aarze
ling, akkoord is met deze investeringen. Er is enorm veel cijfermateriaal geleverd ten behoeve van dit
raadsvoorstel. Bij nadere beschouwing van het cijfermateriaal blijkt dat alle percentages uitsluitend be
trekking hebben op de eerste maanden nadat men deze voorzieningen heeft getroffen. Ik denk hierbij
aan Amersfoort, waar men uitgaat van de bezoekersaantallen in het eerste kwartaal na ingebruikneming
van de glijbaan, en aan Stadskanaal, waar men wat dat betreft uitgaat van de eerste drie maanden. Bij
nadere informatie is mij gebleken dat de percentages inmiddels enorm achteruit zijn gelopen. In Zwaag-
westeinde heeft de forse teruggang al de nodige vraagtekens opgeworpen. Men vraagt zich daar af of de
bestaande accommodatie nog wel gehandhaafd moet worden.
Men verwacht door de voorgestelde maatregelen in het zwembad Kalverdijkje een bezoekerstoena
me van 20%, hetgeen volgens de stukken neerkomt op 15.400 bezoekers. Ik betwijfel dat percentage
ten zeerste. Het risico is natuurlijk aanwezig dat een erg groot deel van de geraamde 20% extra bezoe
kers, dat normaliter waarschijnlijk in het zwembad Jacob Catsplein zwemt, de eerste maanden naar het
zwembad Kalverdijkje gaat vanwege de nieuwe voorzieningen daar.
Voor de berekening van het rendement van de zonneweide is ook een sommetje gemaakt. Men gaat
uit van 10 uren, 4 kwartier, 7 ligbanken en 46 weken. Wij vinden dat veel te optimistisch en te mooi
voorgesteld
Ik heb aan het begin van mijn betoog al gezegd dat het college, zij het met enige aarzeling, ak
koord is gegaan met deze investeringen. Wij hebben een grote aarzeling en die is zelfs zo groot dat wij
niet kunnen instemmen met dit raadsvoorstel.
De heer Boelens: Het betreft hier een voorstel om te komen tot een hoger bezoekersaantal van de
overdekte zwembaden in de gemeente Leeuwarden. Uitgangspunt van dit voorstel is onder anderen het
rapport Zwembaden, kopje onder? van het Nederlands Economisch Instituut (NEI). Naast maatregelen
60
met betrekking tot kostenbewaking en kostenbeperking, kunnen er ook maatregelen genomen worden die
inkomstenverhogend werken. Ten aanzien van dat laatste kan met name gedacht worden aan het richten
van het beleid op de categorie recreatiezwemmers. In zojuist genoemd rapport wordt gesteld dat uit on
derzoeken blijkt dat er een vrij grote groep potentiële zwemmers bestaat die, na het aanpassen van het
zwembad aan hun eisen, gecombineerd met het voeren van een actieve reclamecampagne, tot een re
gelmatig zwembadbezoek gebracht kunnen worden. Daaruit vloeien dan de inkomsten verhogende effec
ten voor de gemeente voort, die dus een gunstig effect hebben op het reilen en zeilen van het financië
le beleid en de begroting van de zwembaden.
De inkomstenverhogende effecten zijn er alleen wanneer een pakket maatregelen wordt getroffen.
In de ter inzage gelegde stukken staat dat bij het aanbieden van meerdere recreatieve voorzieningen
blijkt dat deze voor wat betreft de aantrekkingskracht op de bezoeker versterkend op elkaar werken.
Met andere woorden, een zo breed mogelijk scala van recreatiemogelijkheden, zodat het publiek een
keuze heeft. Het college doet thans een voorstel voor realisatie van een waterglijbaan en een zonne
weide. Het rapport Zwembaden, kopje onder? noemt als mogelijkheden om het bezoekersaantal te ver
hogen onder anderen nog een restaurant, een zit- en lighoek, een sauna, een fitness-centre, zonneban
ken, een whirlpool - ofte wel een bubbelbad -, sfeerverlichting en onderwaterverlichting. De gemeente
heeft geïnventariseerd welke van genoemde voorzieningen in onze zwembaden aanwezig zijn. Er is ge
constateerd dat er bij het zwembad Kalverdijkje een restaurant aanwezig is. De keuze om de voorge
stelde voorzieningen ook te realiseren in het zwembad Kalverdijkje ligt voor de hand. Onze fractie
gaat in principe akkoord met het voorstel van het college.
In de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie is door de directeur van de dienst gezegd
dat dit voorstel eigenlijk een aanzet moet zijn tot het bieden van een vollediger pakket van recreatieve
voorzieningen. Mijn vraag aan het college: blijft het bij deze twee maatregelen of is het de bedoeling
dat er straks nog andere voorzieningen komen zoals een sauna, een bubbelbad of zonnebanken? Ik vraag
dit omdat deze maatregelen, zoals ook meergenoemd rapport stelt, alleen effect hebben wanneer het
hele pakket van voorzieningen wordt aangeboden. Het is maar de vraag of de verwachte opbrengst na 5
of 10 jaar, dit zijn de afschrijvingstermijnen van de investeringen, gerealiseerd wordt. Het is in andere
gemeenten gebleken dat het bezoekersverhogend effect van een aantal maatregelen na een halfjaar
wegebt.
Ik ben eigenlijk ook niet zo overtuigd van de motivatie van het college en de cijfers die het aan
draagt. Wat verwachten de bezoekers eigenlijk? Daar is niets van bekend. Er wordt wel gezegd dat wij
eens in Workum of Zwaagwesteinde moeten kijken hoe de glijbanen daar functioneren. Ik ben er niet
van overtuigd dat dat een voldoende grondslag is om de thans voorgestelde beslissing te nemen.
Ten slotte nog een vraag. Zijn er financiële consequenties met betrekking tot de huidige tarieven
en ook wanneer blijkt dat het verwachte extra aanbod van bezoekers niet gehaald wordt?
Mevrouw Van der Werf: Ik kan na de voorgaande sprekers erg kort zijn. Mijn fractie is tegen dit
voorstel en wel op basis van dezelfde argumenten die zojuist genoemd zijn. Wij vinden de ter inzage
gelegde cijfers een te wankele basis bieden voor het doen van deze investering en om op grond daarvan
te verwachten dat er van een hoger bezoekersaantal sprake zal zijn. Een ander argument is, de heer
Boelens heeft dat ook naar voren gebracht, dat ook wij uit het rapport Zwembaden, kop onder? gecon
cludeerd hebben dat alleen een hoger bezoekersaantal kan worden verwacht wanneer het pakket maatre
gelen in zijn geheel wordt ingevoerd.
Wij zijn niet overtuigd en vinden dan ook dat de voorgestelde investeringen niet moeten worden
gedaan
De heer De Vries (weth.): Ik constateer dat zowel mevrouw Van der Werf als de heer De Beer dit
avontuur niet ziet zitten. De heer Boelens heeft een aantal kritische vragen gesteld, waaruit toch ook
wel een ondertoon van enige twijfel klonk. Wij hopen te bereiken dat wij door de thans voorgestelde
maatregelen het aantal bezoekers aan het zwembad Kalverdijkje drastisch kunnen opvijzelen. In het ad
vies van de directeur van de dienst heeft men kunnen lezen dat deze voorstelde in beide zwembaden een
dergelijke glijbaan aan te brengen. Wij hebben gezegd dat wij eerst een proef met zo'n glijbaan willen
nemen in het zwembad Kalverdijkje, omdat dat het meest is afgestemd op recreatieve mogelijkheden,
meer ruimte heeft, enz. Vandaar dat het college de commissie gevolgd heeft en daarom de raad voor
stelt om in het zwembad Kalverdijkje een proef te nemen met de glijbaan en de zonneweide.
Wij kunnen geen enkele garantie geven dat deze investeringen binnen de kortste keren terug zijn
verdiend. Wij moeten wat dat betreft afgaan op de ervaringen in andere plaatsen. Vastgesteld kan wor
den dat in Workum in twee jaar tijd de gehele investering is terugverdiend. Het is natuurlijk zo dat de
piek die zich in eerste aanleg zal voordoen zich niet zal handhaven. Wij zijn echter in de prognoses