61 ten aanzien van de bezoekersaantallen uitgegaan van een gemiddelde stijging van 20%, terwijl die stij ging in andere plaatsen varieert van 40% tot zelfs 130%. Dc heer De Beer zegt dat die stijging er al leen tijdens de aanloopperiode is. Akkoord, maar als je in het begin 130% meer bezoekers hebt en je gaat terug naar 20% meer bezoekers, dan verspeel je ook nogal wat. Samenvattend, ik wil het doem denken van VVD en PAL in dit opzicht niet volgen. Ik heb er redelijk vertrouwen in dat dit project aan zijn verwachtingen zal voldoen en dat het op zijn minst rendabel zal zijn. Ik verwacht zelfs dat het overschotten op zal leveren. Door het nemen van deze maatregelen willen wij het bezoek aan de zwem baden, te beginnen met het zwembad Kal verdijkje, opvijzelen. De heer Boelens heeft gevraagd of het bij deze twee voorzieningen blijft. Ik zeg toe dat wij in de commissie nog eens met elkaar overleggen in welke mate en op welke wijze het zwembad Kalverdijkje zich ervoor leent om nog andere elementen te realiseren. Met een beetje fantasie is het best mogelijk om dit zwembad qua sfeer nog wat verder op te fleuren. Wij kunnen daar best eens over praten, maar wij moeten eerst met deze voorzieningen beginnen om te kijken hoe de situatie ligt. Veel ruimte om in het zwembad Kalverdijkje nog andere projecten te realiseren is er niet, maar er zijn wel mogelijkheden om het zwembad nog een extra facelift te geven. Ik kan dus geen garantie geven dat de investeringen binnen de kortste keren terug zijn verdiend. I refereer alleen aan ervaringen die elders zijn opgedaan. Aan de hand daarvan veronderstellen wij dat het hier om op zijn minst rendabele investeringen gaat. De heer Boelens: Ik heb begrepen dat in dit geval het voeren van een actievere reclamecampagne - een element dat ook nog in het rapport wordt genoemd - achterwege blijft. Ik wil nog graag een toe zegging van de wethouder. Hij heeft toegezegd dat wij in de commissie de mogelijkheden gaan onder zoeken om eventueel tot uitbreiding van voorzieningen over te gaan. Moeten wij de thans voorgestelde maatregelen zien als een aanzet tot een vollediger pakket van recreatieve voorzieningen of blijft het bij deze twee maatregelen? Ik heb gevraagd wat het standpunt van het college hierover is - ik neem aan dat dit ook in het college aan de orde is geweest -, want het is wel belangrijk om dat, tegen de achtergrond van het rapport, te weten. Met betrekking tot het recreatieve gebruik van de overdekte zwembaden is ook nog genoemd het feit dat men moet anticiperen op de bezoekers door middel van de openingstijden. Nu hebben wij pas geleden maatregelen genomen om de zwembaden gedurende de zomerperiode een aantal weken te slui ten. Dat druist natuurlijk wel een beetje in tegen datgene wat hier geadviseerd wordt. Ik wil graag duidelijkheid van het college over de vraag of het hier om een aanzet gaat en of de openingstijden hier in de toekomst ook aan aangepast worden, want anders blijven wij toch een groot vraagteken zetten bij het beoogde effect. Als de wethouder stelt dat een en ander geen consequenties heeft voor het tarief dan zullen wij ons niet tegen dit voorstel verzetten. De heer De Vries (weth.): Op de laatste opmerking van de heer Boelens kan ik antwoorden dat wij niet aan het tarief willen sleutelen. Het tarief blijft zoals het is. De meeropbrengst proberen wij te ha len uit de grotere bezoekersaantallen. Het college wil graag een maximaal gebruik bevorderen van de zwembaden. Wij doen daar enkele keuzes voor, die naar ons gevoel een redelijke waarborg geven dat wij erin zullen slagen om de investeringen op zijn minst rendabel te maken. Wij veronderstellen echter dat zij extra inkomsten gaan opleveren. Wat de publiciteit betreft is het natuurlijk zo dat wij, zonder dat er sprake zal zijn van een speci ale campagne, in de persorganen uiting zullen geven van de aanwezigheid van de betreffende voorzie ningen. Wij zullen ook via brochures van de VVV en dergelijke melden wat wij in Leeuwarden hebben op het gebied van de watersportrecreatie en daar vallen deze voorzieningen ook onder. De heer Boelens heeft nog een vraag gesteld over de openingstijden. Wij moeten in de loop van dit jaar eens nagaan of de gl ij baan al leen bruikbaar is bij het zwembad Kal verdijkje en of de gl i jbaan in de ene periode in het buitenbad en in de andere periode in het binnenbad geplaatst kan worden. Wanneer blijkt dat de glijbaan alleen bruikbaar is bij het zwembad Kalverdijkje, dan moeten wij de mogelijkheid onderzoeken of het zomergebruik van dit zwembad kan worden gecontinueerd en of er extra elementen zijn die de aantrekkelijkheid van het zwembad kunnen verhogen. Met wat inventiviteit en fantasie zijn er op dit stuk van zaken wel degelijk mogelijkheden om het rendement van het zwembad Kalverdijkje aanmerkelijk te verhogen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de fracties van VVD en PAL wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd en met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. 62 Punt 33 (bijlage nr. 236). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 34 (bijlage nr. 249). De Voorzitter: Aan de orde is thans: De huisvesting van de gemeentelijke Pedagogische Academie voor Basisonderwijs en de gemeentelijke Muziekpedagogische Academie in de Bouhof aan de Damme- laan. De heer Ten Hoeve: Onze fractie gaat akkoord met deze raadsbriefWij hebben toch nog wel een paar kanttekeningenIn de vergadering van de raad van 27 en 28 juni 1983 heeft het college toezeg gingen gedaan betreffende een onderzoek naar de mogelijkheid van huisvesting van de Muziekpedagogi sche Academie (MPA) in het gebied van de BonifatiuskerkIk heb inmiddels verslagen gelezen van be sprekingen met mensen van het Ministerie van Onderwijs. Die besprekingen vonden plaats met name op het moment dat er ruimte kwam in het complex de Bouhof. Opvallend is dat er in deze verslagen maar één keer sprake is van een mededeling dat er nog een toezegging van het college aan de raad loopt. De verslagen wekken de indruk dat de toezegging van het college niet serieus is genomen. De verslagen en de rapporten zijn ook duidelijk voorbeelden van sectordenkenAlleen vanuit de sector onderwijs wordt deze zaak bekeken, terwijl wij destijds heel duidelijk gezegd hebben dat het hier niet alleen gaat om een onderwijszaak, maar ook om een, wat de huisvesting betreft, monumentenbeleid. Uit een oogpunt van onderwijs lijkt vestiging van de MPA in de Bouhof misschien wel goedkoper, maar de gemeente heeft ook de taak andere sectoren van het gemeentelijk beleid mee af te wegen. Eigenlijk zou dat ook voor het rijk moeten gelden, want ook andere ministeries zijn bij deze zaak betrokken. Wij willen het college daarom met klem verzoeken serieus te gaan bekijken of de MPA in het ge bied rondom de Bonifatiuskerk gehuisvest kan worden. Onze fractie vindt dat deze school uitstekend past in de binnenstad. Er is van alles aanwezig: concertruimte, oefenruimte, orgels, enz. Een concen tratie van instellingen voor hoger beroepsonderwijs hoeft naar ons gevoel niet te betekenen dat ook de huisvesting beslist op één plaats moet zijn. Ons streven is twee vliegen in één klap te vangen: een goe de huisvesting voor de MPA en functieversterking van een gebied van de binnenstad dat er momenteel slecht aan toe is. Vandaar ons klemmend verzoek om een deugdelijk onderzoek. Bovendien heeft de Dienst Stadsontwikkeling geconstateerd dat stedebouwkundig en bouwkundig gezien de MPA in het ge bied rondom de Bonifatiuskerk gehuisvest kan worden. De heer Van der Wal: Onze fractie sluit zich van harte aan bij het dringend verzoek van de heer Ten Hoeve. De heer De Vries (weth.): Het desbetreffende onderzoek is toegezegd en wordt thans afgerond. Ik denk dat wij met een week of vier, vijf een heel eind in de goede richting zijn. Wij hebben er tegen over het rijk nooit een geheim van gemaakt dat deze zaak in Leeuwarden een dubbele ingang heeft. Aan de ene kant de nieuwbouw van de MPA en het onderzoek van mogelijkheden ter zake in het gebied van St. Jozef en de Bonifatiuskerk. Aan de andere kant het feit dat het rijk vanaf het begin heel na drukkelijk heeft gesteld dat de Bouhof als een belangrijk element in dit geheel meespeelt. Wij blijven alert ten aanzien van deze zaak of een combinatie reëel haalbaar en mogelijk is. De gemeente is echter ten aanzien van de plannen die op dit stuk van zaken ontwikkeld worden afhankelijk van de toestem ming van het rijk. Het rijk zal wat dat betreft de laatste tonen van de muziek spelen. De heer Ten Hoeve: In dit verband wil ik toch nog opmerken dat het dan ook van belang is om in de besprekingen te zeggen dat het rijk deze zaak niet al leen vanuit de sector onderwijs moet bekijkenDat willen wij als gemeente niet en dat moet het rijk ook niet doen. De wethouder zegt een nadere rapportage toe. Wanneer kunnen wij die verwachten? In de raads brief wordt namelijk gesteld dat een deel van de MPA al na de zomervakantie in de Bouhof gehuisvest kan worden. Het gevaar bestaat dan natuurlijk dat dat deel, wanneer dat eenmaal ergens is gehuisvest, baar niet meer vandaan komt. Die kant moet het niet op. De heer De Vries (weth.): Het is juist dat de MPA een bescheiden ruimte van de Bouhof gaat ge bruiken. Er is nadrukkelijk het voorbehoud gemaakt dat deze zaak teruggedraaid wordt, wanneer de plannen ten aanzien van de MPA gaan in de richting van de Bonifatiuskerk. Wij hadden gewoon de mo gelijkheid gebruik te maken van een stuk moderne apparatuur in de Bouhof. Het gaat hier om een situa-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 32