6 heer Buurman heeft onder anderen een vraag gesteld over het punt van het matglas. Er is inmiddels aan de heer Veenstra een bouwvergunning verstrekt. In de brief waarin dat is vermeld, is ook het verzoek van het college gedaan om het raam van matglas te doen zijn. De heer Buurman heeft ook een vraag gesteld over de eigendomssituatie. Er liggen geen gemeente eigendommen meer. De grond is door middel van een akte aan de heer Veenstra overgedragen. Alleen, een en ander is nog niet kadastraal toegepast, want er is wat onenigheid. De heer Veenstra kan wel exact aangeven wat hij bedoelt, maar hij denkt dat hij meer oppervlakte grond gekocht heeft. Dat is kennelijk voor het kadaster een reden geweest om de akte niet toe te passen. Dat gebeurt wel vaker en dan zie je op de tekening dat op een klein gedeelte van het terrein nog een nummertje staat dat op naam staat van de gemeente. De eigendom is echter wel overgedragen. Over de motie van de heer Bijkersma het volgende. In het begin is van de kant van Bouw- en Mi lieutoezicht voldoende getracht om partijen tot overeenstemming te brengen. Als er dergelijke proble men zijn is het altijd zo dat er eerst naar de ene buurman wordt gestapt en daarna naar de andere met het verzoek: kunt u niet instemmen met hetgeen hier aan de hand is. Nou, dat lukt in 90 van 100 ge vallen. In 10 gevallen lukt dat niet en dan komt er een procedure aan de orde, die wij via de raad enz, heel formeel afwerken. In deze formele toepassing past geen informeel overleg. Het college is dan ook niet bereid om informeel overleg te voeren en ontraadt de motie. De heer Bijkersma: Ik heb niet gezegd "informeel overleg", maar "informele initiatieven" in die richting. Dat is natuurlijk wel wat breder. Op regeringsniveau gebeurt het wel eens dat men een com missie van goede diensten in het leven roept. Ik betreur het dat het college dat hier niet wil en dat het geen initiatieven wil ondernemen om het conflict tussen twee burgers van de gemeente Leeuwarden op te lossen. Ik begrijp niet waarom het college dat niet wil doen. Ik denk zo langzamerhand dat het een prestigekwestie gaat worden. De heer Van der Wal: Ik wil ingaan op de motie. Er staat onder meer: "tot uiting brengende datde ze conflictsituatie door de raad wordt betreurd,". Ik heb al in meerdere instanties gezegd, ook bij de behandeling de vorige keer van dit punt, dat ik deze gang van zaken inderdaad betreur voor zover dat te wijten is aan de gemeente. Deze conflictsituatie gaat echter kennelijk verder dan alleen tussen de gemeente en de partijen. De informatie ontbreekt mij of ik op dat gebied iets heb te betreuren. Vervolgens staat er in de motie: "verzoekt het college initiatieven te ontwikkelen in de richting van "informele" oplossing van bovenvermeld conflict,". Dat station is volgens mij al gepasseerd. B. en w. zouden zich in dit stadium van AROB-procedures en dergelijke enorm verzwakken door nu nog der gelijke initiatieven te nemen. Wij stemmen tegen de motie. De heer Janssen: Gehoord hetgeen de heer Geerts zojuist gezegd heeft, zal onze fractie tegen de motie stemmen De heer Pruiksma: Gelet op de juistheid van de stellingname van het college in deze zal mijn frac tie tegen de motie stemmen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie. De motie van de heren Bijkersma en De Beer wordt verworpen met 29 tegen 6 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de VVD-fractie De heer Rommerts verlaat hierna de vergadering. De Voorzitter: Ik ben u nog de mededeling verschuldigd dat mevrouw De Jong wegens vakantie ver hinderd is de vergadering bij te wonen. Ook mevrouw Jongedijk is vanavond verhinderd. Punt 6. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. E. De berichten, de brief en de mededeling worden voor kennisgeving aangenomen. 7 Sub F, G en H. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub De Voorzitter: Dit punt luidt: Reactie van gedeputeerde staten van Friesland naar aanleiding van het spreidingsplan voor het openbaar onderwijs. De heer Siemonsma: Ik wil een woord van waardering uitspreken voor de manier waarop door de ge meente gereageerd is op het beleid van gedeputeerde staten ten aanzien van kleine scholen. Er is snel en adequaat gereageerd. Ook de manier waarop is samengewerkt met andere betrokken gemeenten is bijzonder goed geweest. Het ziet ernaar uit dat gedeputeerde staten op hun schreden terug zullen moe ten keren. Er is op een voortreffelijke wijze voor de belangen van het openbaar onderwijs in Leeuwar den gewerkt. De heer Bron: Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heer Siemonsma. Bij een vorige gele genheid, toen het spreidingsplan hier aan de orde is geweest, hebben wij als conclusie opgemerkt waar dering te hebben voor de wijze waarop b. en w. de belangen van het openbaar onderwijs en die van de kleine scholen in onze gemeente hebben behartigd. Het spreidingsplan was en blijft volgens onze fractie uitstekend onderbouwd, zo evenwel niet in de ogen van gedeputeerde staten. Volgens gedeputeerde Mulder hebben de gemeenten hun huiswerk niet goed gemaakt. In een concept van gedeputeerde staten moeten 25 openbare scholen opgeheven worden en een aantal scholen, onder anderen in onze gemeente, fuseren Drente komt tot 7 opheffingen, Zeeland tot 3, Overijssel tot 5, Gelderland tot 3 en Noord-Hol land en Zuid-Holland elk tot 1. Ofte wel, mijnheer de voorzitter, gedeputeerde staten van Friesland willen evenveel scholen opheffen als in al deze provincies samen. Wij vragen ons dan ook in gemoede af wie zijn huiswerk verkeerd gemaakt heeft. Wij denken eerlijk gezegd dat er geen sprake is van ver keerd gemaakt huiswerk, maar eerder dat de heer Mulder een verkeerd correctieboekje heeft gehan teerd. Hij zal daar intussen achter zijn gekomen en mogelijk biedt hij morgen zijn excuses aan aan de gemeenten en het Friese volk voor de veroorzaakte onrust. Zo niet, en blijft onze gemeente binnen het uiteindelijke provinciale spreidingsplan op een dergelijke wijze onderbedeeld, dan gaan wij er vanuit dat de raad en b. en w. zichzelf serieus nemen. Het huiswerk is correct gemaakt. Wij dringen er bij b. en w. op aan, als dat nodig blijkt, alle werk nog eens door de Kroon te laten corrigeren. Onze steun in dezen heeft u hierbij, mijnheer de voorzitter. De heer De Vries (weth.): Een enkel woord, mijnheer de voorzitter. Ik ben erkentelijk voor de waardering die van de kant van de raad is uitgesproken over de aan de dag gelegde activiteiten rondom het spreidingsplan voor het openbaar onderwijs en al les wat daarmee annex is. Morgen is het uur U, want wij weten dan in de loop van de dag welke beslissing gedeputeerde staten hebben genomen op het spreidingsplan. Deze zaak zal morgen ook nog worden behandeld in b. en w. Er ligt een voorstel om, wanneer er een beslissing door gedeputeerde staten wordt genomen die afwijkt van de beslissing van de raad, in beroep te gaan. Wij zitten in verband met de zomervakanties wel in een moeilijke periode, maar wij gaan formeel in beroep. Wij zullen na de vakantie eventueel met de Commissie voor het On derwijs nader overleggen over de verdere procedures. Ik heb de indruk dat ik met deze mededeling kan volstaan, mijnheer de voorzitter. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub J. De verzoeken worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies. Sub K. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 22 mei 1984 van de Werkgroep Straatverbetering Transvaal- wijk betreffende de inrichting van straten als woonerf. De heer Niemeijer: Het gaat hier om een brief van de Werkgroep Straatverbetering Transvaalwijk

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 4