12
gebeuren, omdat naar mijn informatie van andere mogelijkheden - de bewoners hebben de school in
Nijlan genoemd - geen gebruik kan worden gemaakt. Met de school in Nijlan zijn andere scholen weet
geholpen; dat is dus geen alternatief.
Wij moeten afwegen wat hier nog kan gebeuren. Er is door verschillende ambtenaren met de bewo
ners gesproken en dat is de duidelijkheid niet ten goede gekomen. Ik heb begrepen dat vooral het punt
van het definitieve karakter - maar dat is overigens niet het enige punt - een grote rol speelt. Ik heb
vorige week bij de afdeling geïnformeerd of er niets anders aan deze situatie te doen is. Misschien kan
de wethouder mij nu vertellen of dat onderzoek nog iets heeft opgeleverd. Wij kunnen nu ook een defi
nitieve vaststelling plegen en daarbij afspreken dat, zodra er ruimte vrijkomt binnen het voortgezet on
derwijs, de hier aan de orde zijnde problematiek een van de eerste dingen is die zal worden opgelost.
De heer Geerts (weth.): Wat betreft het voorbereidingsbesluit voor het plangebied Blokhuisplein het
volgende. Er is gezegd dat wij het bestemmingsplan binnen een jaar rond moeten hebben. Mij is meege
deeld dat dat zal lukken. De discussie over datgene wat er met het provinciehuis gaat gebeuren zal op
korte termijn plaatsvinden. Wij hebben de eerste discussies daarover al gehad in de Commissie voor de
Ruimtelijke Ordening. Het college zal zich over deze kwestie binnenkort ook beraden. De besluitvor
ming daarover heeft een heel eind voor het tijdstip van het expireren van het voorbereidingsbesluit
plaatsgevonden.
Dan het voorbereidingsbesluit voor een perceel aan de Nieuwekade/hoek Amelandsstraat. Het is
waar dat de heer Van der Wal eerder bezwaren heeft gemaakt tegen de wijze waarop een en ander is in
gevuld. Door anderen is dat ook, buiten de raad om, gedaan. Wij moeten maar kennis nemen van het
feit dat de heer Van der Wal zal stemmen tegen het nemen van dit voorbereidingsbesluit.
Op het gestelde onder punt V van de raadsbrief zijn, naast de heer Van der Wal, ook mevrouw Van
Dijk en de heren Buurman en Sijbesma ingegaan. Er is heel wat gepraat met de omwonenden toen er
plannen gingen ontstaan om de lokalen nog een vijftal jaren te laten gebruiken door de MTS, omdat de
ze school de lokalen nodig had. Naar mijn informatie is het zo dat er geen alternatief is, maar mis
schien wil wethouder De Vries daar straks nog even op ingaan. Naar aanleiding van dat feit en het ge
geven dat je niet zomaar iets weg doet wat nog goed bruikbaar is, is er gepoogd een oplossing te vinder
waar ook de bewoners mee kunnen instemmen. Er is een aantal voorstellen gedaan dat gehonoreerd is, Er
is volgens mij een goed compromis gevonden tussen de mogelijkheden die er zijn voor de school en voor
de woningen
De heer Sijbesma heeft terecht gezegd dat het bezwaar nu vooral gericht is op het niet tijdelijke
karakter van deze beslissing. Ja, dat is inderdaad het probleem. In de laatste brief van de bewoners is
dat punt ook naar voren gekomen. Daarom heeft de afdeling zich nogmaals op de situatie beraden en
toen is in beeld gekomen de mogelijkheid van toepassing van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke
ordening in combinatie met artikel 12 van deze wet. In laatstbedoeld artikel is het leggen van een
voorlopige bestemming geregeld. Artikel 49, eerste lid, sub d, van de Woningwet koppelt hieraan, in
dien het gaat om bouwwerken, een instandhoudingstermijn voor maximaal de duur van de voorlopige be
stemming. Blijkens jurisprudentie is anticipatie op een dergelijke voorlopige bestemming mogelijk. Nu
het om school voorzieningen gaat, zal er wel enig inzicht moeten bestaan in de uiteindelijke oplossing
voor de school, die nu op deze manier een tijdje vooruit geholpen kan worden. Anticiperen op een
voorlopige bestemming is mogelijk en daar is een voorbereidingsbesluit voor nodig.
Het komt er op het ogenblik op neer dat het college zijn voorstel handhaaft om te komen tot het
nemen van een voorbereidingsbesluit, maar dat het college van plan is daaraan een voorlopige bestem
ming te koppelen met een instandhoudingstermijn van vijf jaar. Als de instandhoudingstermijn afgelopen
is, dan komt de oorspronkelijke bestemming automatisch weer op het bestemmingsplan terug. Dit is vol
gens mij precies wat de bewoners graag willen. Een voorlopige regeling, zodanig dat er na het verdwij
nen van deze schoollokalen niet automatisch andere schoolgebouwen geplaatst kunnen worden.
Overigens is het niet zo, mijnheer Van der Wal, dat er druk op mensen is uitgeoefend. Het bestem
mingsplan biedt mogelijkheden, want het gaat hier om een b.d-terreinAls er conform die bestemming
gebouwd wordt dan is dat mogelijk. Als men in gesprek is met bewoners dan lijkt het mij juist dat daaro:
wordt gewezen, maar dat heeft niets met druk te maken, het is nuchter constateren.
Het voorstel van het college is dus om het voorbereidingsbesluit te nemen en daaraan te koppelen
de toepassing van artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Dat houdt in dat er voor een ter
mijn van vijf jaar sprake is van een voorlopige bestemming.
De heer De Vries (weth.): De heer Buurman heeft gevraagd of er in Nijlan een school vrijkomt en
zo ja of die ook gebruikt kan worden. Er komt inderdaad een school vrij. Wij hebben echter behoefte
aan een accommodatie die zo dicht mogelijk bij de MTS ligt, zodat die organisatorisch gezien in het
13
totale schoolgebeuren kan worden ingepast. De afstand naar de school in Nijlan is te groot om de MTS
zo te laten functioneren dat dat onderwijskundig verantwoord zou zijn.
Ik wil nog een mededeling doen in aansluiting op de opmerking van wethouder Geerts. De progno
ses voor het voortgezet onderwijs liggen op het moment zo dat wij er redelijkerwijs vanuit kunnen gaan
dat de MTS omstreeks 1988-1990 haar bevolking binnen haar accommodatie van dit moment zal kunnen
herbergen
De heer Van der Wal: Ik vind dat de MTS zo snel mogelijk een betere lokatie moet zoeken. Er zijn
wat dat betreft terreinen zat vlak naast deze schoolBijvoorbeeld het terrein waar het noodgebouw van
de apotheek staat of het gebied aan de andere kant van de kruising. Deze terreinen liggen praktisch
naast de MTS, dus ik zou zeggen: bouw daar een noodschool of verplaats de huidige noodlokalen daar
naar toe als dat nog kan. Dat lijkt mij verreweg de beste oplossing, want dan zijn alle voorzieningen
van de MTS vlak naast elkaar.
Wethouder Geerts heeft een nieuw element ingebracht, namelijk artikel 12 van de Wet op de ruim
telijke ordening. Dat is voor mij een vrij nieuw fenomeen. Het besluit zoals dat geformuleerd is noemt
dat element ook niet, het gaat alleen uit van het voorbereidingsbesluit. Zo op het eerste gezicht klinkt
het wel alsof het toepassen van dit artikel tegemoet komt aan de verlangens van de bewoners. Ik kan
echter op dit moment niet de juridische ins en outs van artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening
beoordelen. Ik zou het college willen vragen om de beslissing over dit punt uit te stellen tot na de va
kantie en het nog een keer aan de orde te stellen in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Mis
schien zijn er wel helemaal geen problemen, maar dan nemen wij wel een afgewogen besluit. Ik ben ei
genlijk een tegenstander van het op dit moment inbrengen van zo'n nieuw element.
Dan nog een opmerking over het punt dat er geen druk op de bewoners zou zijn uitgeoefend. De
bewoners ervaren dat heel anders. Als een ambtenaar zo iets tegen mij zou zeggen, dan zou ik die op
merking niet zozeer als druk ervaren omdat ik wel weet hoe de zaak in elkaar zit. Maar bewoners, die
leek zijn op dit gebied, voelen zich op vreemd terrein en daarom veel sneller onder druk gezet. Met
dat feit is kennelijk onvoldoende rekening gehouden. De bewoners hebben mij verteld dat een en ander
zo ervaren wordt. Ik vind de geschetste gang van zaken geen goede manier van onderhandelen met bur
gers. Ik wil het college adviseren eens met de ambtenaren op te nemen dat dergelijke zaken bij de bur
gers veel gevoeliger kunnen liggen dan de opvattingen hierover van de leden van de Commissie voor de
Ruimtelijke Ordening.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ons eerste idee was: wij blijven tegen, want als er eenmaal een
voorbereidingsbesluit is genomen is de noodzaak voor de sector Onderwijs om naar een andere oplossing
te zoeken weggenomen en zitten de bewoners opgescheept met de lokalen. Wethouder Geerts heeft ech
ter artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening in het geding gebracht. Nu ben ik en is ook mijn
buurman aan mijn linkerzijde niet zo goed op de hoogte in deze materie dat wij direct kunnen overzien
wat dit artikel precies inhoudt. Wij zouden dan ook graag willen dat deze kwestie nog eens wordt be
handeld in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Ik kan mij wel aansluiten bij het verzoek van
de heer Van der Wal om de beslissing van dit punt uit te stellen, zodat wij nog eens in alle rust over
genoemd artikel kunnen overleggen. Misschien dat een voorlopige bestemming en een toezegging dat de
instandhoudingstermijn voor een beperkte tijd is wel de oplossing is, maar ik handhaaf nu nog maar mijn
bezwaren tegen dit voorbereidingsbesluit.
De heer Buurman: Ik heb begrepen dat wethouder Geerts geen balletje opgooit, maar dat hij wel
overwogen artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening te berde brengt. Ik heb er voldoende ver
trouwen in dat dat juist is.
De heer Sijbesma: Mijn informatie over de school in Nijlan is kennelijk niet juist als ik de heer De
Vries hoor. Het is een duidelijke zaak dat de gebouwen van een school zo dicht mogelijk bij elkaar
moeten liggen, want dat werkt het prettigst en is het meest efficiënt.
Er is gesproken over de koppeling met artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Ik val in
dezen de heer Buurman bij. De wethouder zegt met een zodanige stelligheid dat deze constructie moge
lijk is dat ik aanneem dat zo iets kan. In dat geval gaat onze fractie akkoord met deze constructie.
Mocht een en ander onverhoopt niet kunnen of loopt men ergens anders tegen aan dan vind ik wel dat
het college terug moet komen bij de raad.
De heer Geerts (weth.): Ik heb de constructie van artikel 12 van de Wet op de ruimtelijke ordening
met zoveel stelligheid genoemd, omdat ik nogal wat vertrouwen heb in de juristen die dat voor ons heb-