16
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ook onze fractie heeft waardering voor het voorstel tot herinrich
ting van diverse straten in het gebied Binnenstad-noord. De straten liggen in een oud en heel apart
stadsgedeelte. Onze fractie heeft echter wel enige moeite wat betreft de aankleding van Bij de Put en
de bereikbaarheid van de aldaar gevestigde winkels. Een en ander komt mede naar aanleiding van de
brief van de Winkeliersvereniging Rondom de Put. Er wordt een stadserf gecreëerd waarin de voetganger
prioriteit heeft. Dat is wellicht geen slechte zaak voor de winkeliers, maar er zijn toch ook nog wel
goederen die met de auto moeten worden opgehaald. Bovendien zijn er mensen die graag met hun auto
vlak voor de winkel willen komen. In ieder geval moeten er ook auto's kunnen komen om de winkels te
bevoorraden. Wij zijn het eens met de visie dat men via de Monnikemuurstraat en de Breedstraat de
winkels aan Bij de Put moet kunnen bereiken. Ook de bewoners hebben met dit model ingestemd. Toch
hebben wij een paar vragen. Hebben de winkeliers, die toch ook tot de bewoners behoren, niet meege
sproken in de bewonerscommissie? Is het mogelijk om door middel van bebording of bestrating de toe
gankelijkheid via de Monnikemuurstraat en de Breedstraat naar Bij de Put te benadrukken? Wij zijn het
evenwel eens met het feit dat de auto's over de trottoirs heen moeten rijden.
De heer Niemeijer: Gezien de uitgebreide discussie in de Commissie voor Openbare Werken heb ik
er geen behoefte aan om nu erg uitvoerig te reageren. Ik wil op twee zaken ingaan. In de eerste plaats
de verlichting. De bewoners hebben in eerste instantie gepleit voor antiek uitziende armaturen in dit
gebied. Wij hebben daarover als commissie wat andere ideeën, uitgaande van de manier van verlichting
die wij voor bepaalde gebieden van de binnenstad geïntroduceerd hebben. Gelet op de herkenbaarheid
hebben wij gezegd dat het beter is om ook in dit gebied bolverlichting aan te brengen. De bewoners
zijn hier niet op teruggekomen, dus ik hoop dat wij wat dat betreft op één lijn zitten.
In de tweede plaats een opmerking over iets wat in de commissie ook aan de orde is geweest. De
Winkeliersvereniging Rondom de Put doet in haar brief de suggestie om de stoepranden niet door te trek
ken om daardoor het andersoortige karakter van het ommetje Monnikemuurstraat-Bi j de Put-Breedstraat
zichtbaar te maken. Ook ik heb mij sterk gemaakt voor deze oplossing. Wij hebben aan dit gebied een
andere status toegekend dan aan de omliggende straten die alleen dienen als ontsluiting voor het bewo-
nersverkeer. De bezoekers komen hier in een erfachtige situatie. Wij hebben gezegd dat de bezoekers
van de winkels, het winkelende publiek, de straten in dit gebied in mogen rijden om te laden en te los
sen en dat dat hun duidelijk moet worden gemaakt. Ik besef best dat er wat dat betreft met verkeersbor
den een heleboel te regelen is, maar dat is een wat arme oplossing die bovendien tot misverstanden aan
leiding kan geven. Een en ander is volgens mij visueel te ondersteunen in de vorm van bestrating, omdat
het hier gaat om straten met een andersoortig karakter. Er zijn wat voorbeelden genoemd. Wij hebben in
de commissie niet de pretentie gehad van: als je het zo doet dan is het goed. Ik kan mij zelfs voorstel
len dat de voorgestelde oplossing van de winkeliersvereniging visueel wordt ondersteund met een aantal
vormgevingselementen of voor mijn part met armaturen.
De wens van de Winkeliersvereniging Rondom de Put om de andersoortige status van de Monnike
muurstraat en de Breedstraat zichtbaar te maken ondersteun ik. Ik zou het op prijs stellen als wij daar
over nog voorstellen in de commissie krijgen.
De heer De Jong: Wij weten dat bedoelde paaltjes Amsterdammertjes heten. Op de schetsen kunnen
wij zien hoeveel van dergelijke paaltjes wij in dit gebied willen neerzetten. Wij weten ook dat het Ja-
cobijnerkerkhof helemaal omringd is met deze Amsterdammertjes. Wat dat betreft heb ik de indruk dat
wij van de oude stad een nieuw-Amsterdam gaan maken. Ik betreur het dat wij zoveel van zulke paal
tjes moeten plaatsen om enigermate regulerend op te kunnen treden tegenover het autoverkeerHet idee
van de Commissie Welstandszorg om op Bij de Put geen stoepranden en paaltjes te realiseren, dus hele
maal egaal, zou voor ons een ideale situatie zijn. Daardoor zou Bij de Put een allure krijgen zoals wij
dat dolgraag in onze binnenstad zouden willen zien. Nu moeten wij een trottoir aanbrengen dat moet
worden omgeven met paaltjes opdat er geen enkele auto op het trottoir kan worden geplaatst. Een en
ander betekent echter wel dat er om de twee meter een Amsterdammertje moet worden geplaatst. Wij
kennen de situatie bij het Jacobijnerkerkhof en wij moeten aan de hand daarvan vaststellen dat het
voorgestelde voor Bij de Put niet een mooi geheel wordt. Wij zijn volgens mij echter door de verkeerssi
tuatie wel genoodzaakt om dergelijke paaltjes aan te brengen. Ik zou wel willen vragen of de mensen
die het werk straks gaan uitvoeren verschrikkelijk zuinig willen zijn met het aanbrengen van de paal
tjes. Misschien kan een boom of een lantaarnpaal dezelfde functie vervullen als de Amsterdammertjes.
Wij maken dit stukje binnenstad, het gebied Monnikemuurstraat-Breedstraat-Bij de Put, min of meer
autovrij. Ik betreur het dat wij geen laad- en loszone creëren op Bij de Put, gelet op de winkelsituatie
daar en in de Slotmakersstraat, die een duidelijk intensieve winkelfunctie heeft. Het laden en lossen
van goederen voor wat betreft de Slotmakersstraat geschiedt duidelijk vanaf Bij de Put. Wij hebben voor
17
het laden en lossen ten behoeve van Zalen Schaaf en de firma's in de Breedstraat wel een laad- en los
zone gecreëerd. Ik wil ervoor pleiten om van de zeven parkeerplaatsen aan de noordzijde van Bij de Put
twee te reserveren als laad- en loszone voor de neringdoenden in deze omgeving.
De heer Timmermans heeft een opmerking gemaakt over de muurarmaturen waarvan de vorm bij ver
vanging enigszins tegemoet zou moeten komen aan de vorm van bolarmaturenIk vind dat een heel goe
de zaak
Ik wil graag het antwoord afwachten van de wethouder op mijn opmerking over de laad- en loszone.
Eventueel heb ik wat dat betreft een motie achter de hand.
De heer Geerts (weth.): Ik wil eerst een opmerking maken over het doortrekken van de trottoirs van
de Nieuweburen. Het is inderdaad de bedoeling dat de voetganger in dit gebied voorrang krijgt en dat
willen wij zichtbaar maken door middel van doorgetrokken trottoirs. De heer Timmermans koppelt daar
aan dat je consequent moet zijn en dat je dan ook molgoten kunt maken in plaats van trottoirs die je
niet meer nodig hebt in bedoelde straten omdat reeds bij de ingang van het gebied is aangegeven dat de
voetganger hier voorrang heeft. Er zijn twee argumenten om toch trottoirs aan te leggen. In de eerste
plaats het vormgevingsargument. Ik vind - overigens zijn meerdere mensen dat met mij van mening - dat
uiteen oogpunt van vormgeving het het beste is dat er wel trottoirs in dit gebied komen. In de tweede
plaats speelt het argument van de veiligheid. Het kan geen kwaad om nog een extra veiligheid voor de
gebruikers van het gebied in te voeren en dat kan men doen door middel van het aanleggen van trottoirs.
Het college is van mening dat zijn voorstel ongewijzigd moet worden aanvaard.
Dan de verlichting. Er is algemeen instemming betuigd met het feit dat er moderne armaturen wor
den aangebracht. De heer Timmermans heeft gevraagd om bij vervanging van de muurarmaturen eens te
kijken naar een ander model daarvan. Hij vindt het model van de huidige muurarmaturen nogal lelijk,
zo vertaal ik het maar even. Wij kunnen dat best eens met elkaar bekijken op het moment dat de arma
turen vervangen moeten worden. De aanwezige en reeds gemaakte armaturen kunnen wij nu niet af
schaffen. Wij kunnen best eens met elkaar bekijken of het mogelijk is om een wat betere vorm van de
muurarmaturen te realiseren.
Ik ga dan nu in op de opmerkingen over de paaltjes. Er is gevraagd of er een eigen Leeuwarder ont
werp kan worden gemaakt voor de Amsterdammertjes, zodat de paaltjes als zodanig kunnen worden her
kend. De heer Timmermans heeft het in dit verband over "Leeuwardertjes"Op zich is dat een aardige
suggestie, alleen moeten wij wel afspreken dat een en ander geen extra geld mag kosten. Onder deze
voorwaarde wil ik best een keer bekijken of er een Leeuwarder variatie op de Amsterdammertjes kan
worden toegepast. (De heer Janssen: Via een opdracht in het kader van de Beeldende Kunstenaars Rege
ling (BKR) bijvoorbeeld!) Misschien is zo iets via de BKR mogelijk, maar dat lijkt mij iets voor wethou
der Heere om na te gaan. Voorwaarde blijft dat een eventueel Leeuwarder type geen extra geld mag
kosten
Dan nu het punt van de toegankelijkheid van het gebied voor auto's. Aan de ene kant moeten de
automobilisten kunnen zien dat zij met hun auto's in het gebied kunnen komen, maar aan de andere kant
ook niet. Wij trekken de trottoirs natuurlijk door om aan te geven dat de voetgangers hier prioriteit
hebben. Ik vind het dan niet erg logisch om tevens maatregelen te nemen waardoor automobilisten wor
den uitgenodigd om met hun auto's in het gebied te komen. Voor bezoekers van winkels is het natuurlijk
volstrekt bekend hoe men daar moet komen, dat zij over de stoep en door de straten mogen rijden. Ik
zie eigenlijk niet goed welke maatregelen men zou moeten nemen. (De heer Niemeijer: Ik heb het gehad
over het zichtbaar maken van de andersoortige status van dit gebied.) Mevrouw Van Dijk heeft gezegd
dat er borden moeten worden geplaatst waarop bijvoorbeeld staat dat er ook auto's in mogen rijden. Ook
dat vind ik niet consequent. (Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik doel meer op een verwijzing naar be
paalde winkels of iets dergelijks.) De reden van het doortrekken van trottoirs is om auto's te weren. Het
is dan niet erg logisch om een of andere maatregel te nemen die het autoverkeer weer gaat stimuleren.
Het moet echter in ieder geval wel zo zijn dat men moet weten dat de winkels bereikbaar zijn. Ik denk
dat dat voor de mensen die de winkels willen bezoeken wel voldoende duidelijk is.
De heer De Jong heeft het nog even gehad over het gebruik van de paaltjes. Volgens hem moet er
zuinig worden omgesprongen met het gebruik daarvan en er moeten niet meer paaltjes worden geplaatst
dan strikt nodig is voor het doel waarvoor ze gezet worden. Ik ben dat op zich wel met hem eens.
De heer De Jong wil graag dat twee van de zeven parkeerplaatsen worden aangewezen als laad- en
loshaven. Wij hebben hierover ook een discussie gehad in de Commissie voor Openbare Werken. Daar is
toen geantwoord dat er eigenlijk geen bedrijven meer zijn waar aanvoer voor nodig is. De heer De Jong
Leeft reeds gezegd dat er in de Breedstraat een laad- en loshaven is gecreëerd. Ik heb van de project
leider vernomen dat dat ook in overeenstemming is met datgene wat de winkeliers willen. Mij lijkt de