20 De Voorzitter: De zaak is betrekkelijk eenvoudig. Er wordt hier een verplichting opgelegd, die de koopster aanvaardt bij het ondertekenen van de overeenkomst. De koopster moet zich te goeder trouw houden aan de uitvoering van die verplichting. In artikel 4 van de verkoopvoorwaarden is een uitste kende regeling opgenomen. Ter beoordeling van de raad van de gemeente Leeuwarden is de koopster, nadat die bij deurwaardersexploit in gebreke is gesteld, verplicht tot een prestatie. Met deze regeling heb je volgens mij de zaak aardig in de vingers en kun je de koopster redelijk aanspreken op grond van de aangegane verplichting. Er is geen enkel probleem om op een zeker moment, wanneer je een behoor lijke ingebrekestelling hebt uitgebracht, te zeggen: u hebt alle tijd gehad, u had nu kunnen presteren door het plan al dan niet aan te pakken. (De heer Van der Wal: Het college spreekt over garanties, maar ik heb die niet kunnen vinden. Wat is dan uw garantie?) Het aangaan van de verplichting, die te goe der trouw door de koopster moet worden nagekomen. (De heer Niemeijer: Wij zullen het op dit moment niet hebben over te kwader trouw, maar je moet met alle mogelijkheden rekening houden. Bij te kwader trouw hebben wij dus geen garanties.) In dat geval gaat men de koopster in gebreke stellen en execute ren. (De heer Niemeijer: Wij hebben dan dus geen garanties.) Ja, natuurlijk heb je garanties. Je hebt namelijk een garantie in de ondertekening van de overeenkomst, waar de partijen over en weer aan ge bonden zijn. (De heer Niemeijer: Er staat toch niet in de overeenkomst voor wanneer het bouwplan gere aliseerd moet zijn? Als dat gebeurt in het jaar 2050 3000 of 3050 dan is dat toch ook nog prima.) Dit gaat volgens mij een vrij vruchteloze discussie worden. Het is niet ongebruikelijk dat partijen in gebreke worden gesteld op grond van de aangegane verplichting, waarvan men veronderstelt dat die te goeder trouw zal worden nagekomen. Als er een boetebeding is, dan kan dat worden toegepast. Ik zie het probleem niet. (De heer Niemeijer: Wanneer vindt u dat de FBTO te goeder trouw moet gaan bouwen? Binnen welke termijn?) De wethouder is daar reeds op ingegaan. Op dit moment kan je een en ander nog niet in een tijd tot uitdrukking brengen. Je zult alle omstandigheden, zoals tijdsomstandighe den en de redelijkheid waarin men de plannen heeft ingediend, in de beschouwingen mee moeten be trekken. Ik begrijp echter dat ik de heren Niemeijer en Van der Wal niet kan overtuigen. Er zit dan ook niets anders op voor hen dan tegen het voorstel te stemmen. (De heer Van der Wal: Dat zullen wij om andere redenen ook wel doen. Maar mij breekt nu wel de klomp hoor!) Wij kunnen de discussie dan heel kort houden. Ik breng thans het voorstel van het college in stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met aantekening dat de PAL- fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 13 t.e.m. 22 (bijlagen nrs. 263, 258, 262, 276, 260, 279, 278, 261, 268 en 281). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 23 (bijlage nr. 270). De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanleg gedeelte oostelijke binnenstadstangent tussen Blokhuisplein en VI ietsterbrug De heer Sterk: Onze fractie heeft bezwaren tegen het aanbrengen van molgoten tussen de rijbaan en de fietsstroken zoals dat in de raadsbrief wordt voorgesteld. Ons inziens zal daardoor in belangrijke mate de verkeersveiligheid voor met name fietsers afnemen, want de situatie wordt gewoon gevaarlijker, mede gelet op de waterkolken die in het profiel verwerkt moeten worden. Wat onze fractie betreft gaal meer verkeersveiligheid boven een vicieuze versmalling van het wegdek. Bovendien geldt het aanbren gen van genoemde molgoten voor de gehele aan te leggen oostelijke binnenstadstangent. Een ander punt is van meer financiële aard. Er is nu reeds een tekort van 479.000,dat gedekt moet worden uit eigen middelen. Verwacht mag worden dat de onderhoudskosten van de weg zullen stij gen. Ook daarvan zeggen wij: liever niet. Om redenen zoals ik die zojuist genoemd heb wenst onze fractie geacht te worden te hebben ge stemd tegen het aanbrengen van molgoten tussen rijbaan en fietsstroken. Hoe wordt de binnenstad bereikbaar gehouden als een aanvang wordt gemaakt met deze werkzaam heden? Wordt dan ook overwogen om onder anderen de Eerste Kanaalbruq weer in beide richtinqen open te stellen? De heer Niemeijer: ;lk had willen volstaan met een stemverklaring, omdat het profiel van de ooste lijke binnenstadstangent al eens een keer heel uitgebreid in de raad aan de orde is geweest en onze fractie daar ook zeer uitgebreid op is ingegaan. Het ging daarbij toen om zowel het materiaal, asfalt, 21 als om profielaanpassingen. Ofschoon, naar aanleiding van een langdurige discussie in de Commissie voor Openbare Werken, de profielaanpassing door middel van molgoten voor ons gevoel stedebouwkun dig een betere oplossing is dan wat in eerste instantie als oplossing dreigde, kan onze fractie toch niet haar steun geven aan de voorliggende oplossing. Vandaar dat wij geacht willen worden tegen te hebben gestemd. Nu er door de heer Sterk enkele punten naar voren zijn gebracht, wil ik daar toch even op reage ren. Over de verkeersveiligheid is gediscussieerd. Ik heb echter gemerkt dat je voorzichtig moet zijn met argumentenWie schetst namelijk mijn verbazing toen deze week bij asfaltaanpassingen op de Groeneweg de bovenlaag geschraapt werd, het rode profiel bleef liggen op volle hoogte en de toplaag weer keurig werd ingewalst? Naar mijn gevoel wordt een aantal van de argumenten, dat de onderhavige constructie duurder zou zijn in onderhoud, daardoor nogal onderuit gehaald. Ik heb er behoefte aan om daar morgen in de Commissie voor Openbare Werken wat meer toelichting op te krijgen. Maar het blijkt dus dat je inderdaad voorzichtig met argumenten om moet gaan. Wij hebben in het verre verleden een aantal alternatieven aangedragen voor het materiaalgebruik en de schaal ten behoeve van de aanpassing van met name de Oosterkade. Ons rest nu slechts aanteke ning te willen hebben dat wij tegen de thans voorgestelde oplossing zijn. De heer Geerts (weth.): Ik zou uitgebreid allerlei argumenten kunnen noemen waarover wij ook al in een twee uur durende zitting van de Commissie voor Openbare Werken met elkaar van gedachten hebben gewisseld. Ik wil dat niet doen. De keuze van het college voor het aanbrengen van molgoten is gebaseerd op het meerderheidsadvies van de commissie. Dat advies heeft de vorm bepaald van het voor stel zoals de raad dat nu bereikt heeft. De heer Sterk heeft nog gevraagd hoe de binnenstad bereikbaar zal blijven als deze werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. De bereikbaarheid tijdens uitvoering van werkzaamheden wordt altijd door de dienst bekeken in overleg met de belanghebbenden. Het is in ieder geval wel de bedoeling, of het lukt is een tweede, dat elke plaats van de binnenstad, op elk moment en op welke wijze ook bereikbaar moet zijn. Dat uitgangspunt zal ook hier gehandhaafd worden. Maar ik weet nog niet hoe dit uitgangs punt praktisch ingevuld moet worden. Morgenavond zal er op voorstel van de voorzitter van de Commis sie voor Openbare Werken worden gediscussieerd over het wel of niet openstellen in beide richtingen van de Eerste Kanaalbrug. Wat betreft het antwoord op de vraag van de heer Sterk daarover wil ik ver wijzen naar de discussie. De heer Niemeijer heeft gezegd dat zijn fractie in het verleden een ander standpunt heeft ingeno men, dat zij voor een andere profielopzet is dan nu wordt voorgesteld en dat zij geacht wil worden te gen te hebben gestemd. Ik vind dat een consequent standpunt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met aantekening dat van de CDA-fractie mevrouw Willemsma-de Jong en de heren Boelens, Jansma, De Jong, Pruiksma, Sterk, Sij besma en Visser wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen het aanbrengen van molgoten tussen de rijbaan en de fietsstroken en de leden van de PAL-fractie tegen het gehele voorstel. Punt 24 (bijlage nr. 285). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.15 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 25 (bijlage nr. 284). De Voorzitter: Dit punt luidt: Kredietoverschrijding organisatie-onderzoek Dienst Stadsontwikke ling en Bouw- en Milieutoezicht. De heer Pruiksma: Deze zaak is hier al eens vaker aan de orde geweest. In het verleden heeft onze fractie ingestemd met het krediet dat nodig was om het onderzoek door Twijnstra Gudde NV bij de Dienst Stadsontwikkeling te doen uitvoeren. Wij hebben daar toen aan toegevoegd dat wij ons, vooral om financiële redenen, hadden kunnen voorstellen dat het onderzoek niet aan Twijnstra Gudde NV maar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 11