18 of uitstel mogelijk is. De wethouder heeft echt niet gezegd dat dat niet kan. Hij is weliswaar vaag in zijn beantwoording, maar ik ben er niet van overtuigd dat de mogelijkheden die er nu zijn op een later tijdstip niet meer voorhanden zijn. Ik vind dat de raad dan ook wel enig uitstel kan krijgen wat de be slissing betreft over dit voorstel. Volgens mij gedoogt de eigenaar van de Gouverneurspassage heus wel enig uitstel, zeker in een tijd waarin in Leeuwarden vele kantoorpanden leeg staan en komen te staan. Dit feit had ook duidelijk naar voren moeten worden gebracht. Het nee dat gesuggereerd wordt had in de raadsbrief moeten staan, maar dat is niet gebeurd. Volgens mij kon dat nee er ook niet in staan, want dat is niet gezegd. Was dat wel het geval geweest, dan had dat ook in de raadsbrief gestaan. Zo ver is het college niet gegaan. Dit punt is in de discussie op een ander niveau dan wij nu praten ook niet naar voren gebracht. De heer Van der Wal heeft gezegd dat hij het voorstel een kostbare zaak vindt. Ik ben dat hele maal met hem eens. Ook voor mij gelden echter de arbeidsomstandigheden van het personeel in het hui dige pand, de financiële aspecten en de belangrijkheid van de regiofunctie. Ik heb aan het begin van mijn eerste instantie gezegd dat de motie van 1977 dient te worden uitgevoerd. Sommige raadsleden ne men afstand van die motie - dat is uiteraard hun goed recht -, maar ik vind dat dat bij een gelegen heidsgebeurtenis waar het nu om gaat niet moet gebeuren. Dat moet dan op een andere manier gebeuren, door bijvoorbeeld te zeggen: mensen, wij hebben destijds een motie aangenomen, maar die kunnen wij niet uitvoeren en daarom moeten wij nu iets anders doen. Als de heer Van der Wal zegt dat de afdeling Voorlichting in het pand St. Jacobsstraat 25 zou kun nen, dan vind ik dat hij dat best op een ander ogenblik naar voren had kunnen brengen dan vanavond. Een en ander wil niet zeggen dat zijn opmerking geen waarde heeft, maar in dit verband had die sug gestie niet naar voren hoeven te worden gebracht. De motie uit 1977 ligt er nog steeds. Een raad die zich zelf respecteert moet zeggen dat die motie moet worden uitgevoerd, want waarom hebben wij an ders die motie zeven jaar geleden aangenomen? Men kan natuurlijk zeggen dat het zeven jaar geleden een andere tijd was dan nu, maar er is tussen toen en nu echt wel tijd geweest om het principe dat wij destijds hebben ingenomen te veranderen. Dat standpunt vind ik in het kader van deze raadsbrief niet juist. (De heer Van der Wal: Dan maakt u van het pand toch een informatiewinkel?) De heer Van der Wal zegt dat met zijn ingediende motie niets anders wordt bedoeld dan eens de al ternatieven te onderzoeken die vanavond naar voren zijn gebracht en die te betrekken in het thans voor- I iggende raadsvoorstel. Hij noemt in dit verband het Kooperberghuis, de verplaatsing van de afdeling Voorlichting, de verhuizing van de PTT naar het gebouw aan de Westerparkstraat en de ruimte in het Amicitiagebouw. Een snel onderzoek hiernaar zie ik niet zitten. Het resultaat daarvan zie ik dan ook nog niet voor april a.s„ verschijnen. Ik vind dat ook het gevaar van de motie van de heer Van der Wal, want de tijd gaat dan echt dringen. Mijn fractie kan de motie vanwege het feit dat er teveel zaken aan gekoppeld zijn, niet ondersteunen. Er wordt teveel gevraagd van het college. (De heer Van der Wal: Komt u dan zelf met een motie?) Wij komen nu met een eigen motie, omdat de voorzitter in eerste in stantie heeft gezegd dat hij mijn suggestie ten aanzien van het terugnemen van het voorstel niet over neemt. Wij vinden echter dat dit voorstel beter onderbouwd moet worden, met alle daarbij behorende facetten. De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 1 oktober 1984, behandelende agendapunt 13, constaterende dat alle zaken in deze op onvoldoende wijze naar voren zijn gekomen, draagt het college op het voorstel als bedoeld terug te nemen en een en an der uitvoeriger onderbouwd te presenteren in een volgende vergadering." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. De heer Van der Wal kan nu wel wat glimlachen, maar ik denk dat wij onze argumenten ten aanzien van deze motie beter hebben onderbouwd dan de PAL-fractie ten aanzien van haar motie. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Vlietstra: Ik wil ook even ingaan op de argumenten die u, mijnheer de voorzitter, in eer ste instantie hebt genoemd. U heeft gerefereerd aan de motie uit 1977. Ik hoef daar niet meer op in te gaan, omdat ik in eerste instantie duidelijk genoeg ben geweest over wat wij daar, nog steeds, van vin den. Daarna heeft de voorzitter geschetst onder welke ellendige omstandigheden de ambtenaren in de St. Jacobsstraat hun werk moeten doen. Er is gezegd dat het archief daar niet ondergebracht kan worden en 19 dat het weieens zo kan zijn dat de regio teveel betaalt en te weinig waar krijgt voor haar geld. Ik heb in eerste instantie gezegd dat er geen sprake is van optimale werkomstandigheden. Daaraan heb ik ver volgens de vraag verbonden of die werkomstandigheden zo onaanvaardbaar zijn dat je daar een dermate duur voorstel aan moet verbinden. Ik vind dat dat niet moet. Wat de huurprijs betreft die de regio be taalt het volgendeAls het inderdaad zo is dat de regio te veel huur betaalt, dan moeten wij haar een voorstel doen om de huur te verlagen, want dat lijkt mij niet meer dan billijk. Ik kan mij dus voorstel len dat het college een en ander eens aan de regio voorlegt. Een ander bezwaar dat de voorzitter noemde was dat de alternatieven, die hier naar voren zijn ge bracht, zouden betekenen dat de regio weg moet uit het centrum, wat als nadelen zou hebben dat zij geen gebruik meer kan maken van de faciliteiten van het stadhuis en dat zij geen direct contact meer heeft met de functionele afdelingen. Dat bezwaar is op zich natuurlijk terecht, maar de vraag is hoe zwaa- je daaraan tilt en of je daar inderdaad een zo fors bedrag voor over hebt om daaraan tegemoet te komen. Bovendien zijn er volgens mij wel meer afdelingen die wat verder weg zitten, ik denk daarbij aan de afdeling Personeelszaken, die toch ook heel veel te maken heeft met alles wat in de directe om geving van het stadhuis speelt. Ik heb niet de indruk dat het niet functioneert in Amicitia. In dat verband is de voorzitter ook even ingegaan op de afdeling Onderwijs. Wij hebben in eerste instantie de suggestie gedaan om te bekijken of die afdeling mogelijk naar het Kooperberghuis zou kun nen verhuizen. Daarvan heeft de voorzitter gezegd dat dat niet kan, omdat de afdeling Onderwijs dicht bij het vuur moet zitten. Het is natuurlijk ideaal als dat allemaal kan, maar als dat niet kan dan zou je misschien toch eens moeten overwegen om te roeien met de riemen die je hebt. De voorzitter is uitvoerig ingegaan op de financiële consequenties die zouden kunnen ontstaan als de regio zou besluiten om het regiosecretariaat uit Leeuwarden vandaan te halen. Wanneer dat zou ge beuren zou dat een inkomstenderving betekenen van 65.500,-- plus een bijdrage van 50% van onze gemeente in de kosten van een nieuw te zoeken huisvesting. Die som klopt wel, maar er zit de aanname in dat de regio zo'n stap zal zetten. Ik moet zeggen dat ik, uit wat ik tot nu gehoord en gelezen heb - in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden, uit de ter inzage gelegde stukken en uit het ant woord dat wethouder Miedema zostraks gegeven heeft -, nu niet direct de indruk heb dat dat gevaar heel groot is. Ik vind dat je daar op dit moment niet zo zwaar aan moet tillen dat je op basis daarvan voor het voorstel zou moeten stemmen. Daarvoor vind ik het voorstel te slecht onderbouwd. Er is ook nog gezegd dat niet nu beslissen zou kunnen betekenen dat de hele zaak niet doorgaat. Dat is ook een aanname en ook een kwestie van hoe je dat in wilt schatten. Nogmaals, net als bij het vorige punt heb ik het idee dat wij daar op dit moment weinig mee kunnen en dat wij dat wel of niet voor waar aan kunnen nemen, in ieder geval is het voor mij aanleiding om te zeggen dat ik een en an der te weinig onderbouwd vind om op dit moment ja te zeggen tegen dit voorstel. Dat brengt mij tot de conclusie dat er teveel onzekerheden zitten in het voorstel en dat er teveel vragen onbeantwoord blijven. Dat betekent dat wij het liefste zouden zien dat het voorstel op dit mo ment niet in stemming wordt gebracht, maar wordt teruggenomen en dat daarbij een aantal andere moge lijkheden - ik heb in eerste instantie het Kooperberghuis genoemd, maar ik kan ook nog andere panden die dichterbij iiggen noemen zoals de oude Hofschool en de St. Anthonyschool die op termijn vrijkomt; misschien zijn er nog wel meer suggesties te doen - wordt onderzocht. Ik denk dan niet aan een zwaar onderzoek. Ik heb van de heer Van der Wal begrepen dat hij in zijn motie ook niet uitgaat van een zwaar onderzoek, maar van een vrij snel op een rijtje zetten van de behoeften en mogelijkheden. Als die motie inderdaad zo bedoeld is dan kunnen wij die steunen. De heer Bijkersma dient een soortgelijke motie in naar mijn idee. Ik dacht even dat hij zou vragen om het resultaat van het onderzoek in de volgende raadsvergadering aan de orde te stellen, maar hij formuleerde heel nadrukkelijk een volgende raadsvergadering, ik zie het verschil niet zo tussen de twee moties. Mocht de motie van PAL het niet halen, dan zullen wij de motie van de VVD steunen, omdat die ook aansluit bij wat wij willen. Halen beide moties het niet, dan zien wij ons genoodzaakt tegen het voorstel te stemmen Mevrouw De Jong: Ik wil toch nog even ingaan op het punt betreffende de Commissie voor Bestuur lijke Aangelegenheden, fk heb het gevoel dat alle zaken die de voorzitter in eerste instantie naar voren heeft gebracht ook uitputtend in deze commissie aan de orde zijn geweest. In deze raadsvergadering zijn volgens mij geen nieuwe facetten aan het licht gekomen. Ik heb destijds in de Commissie voor Be stuurlijke Aangelegenheden tegen het voorstel gestemd. De voorzitter is ingegaan op de motie uit 1977 betreffende de winkelbestemming van het pand St. Jacobsstraat 25. Ik ben daarop in eerste instantie al uitvoerig ingegaan. Iemand die zijn winkel wil verkopen, zal zich wel tien keer bedenken om dat op dit moment te doen. De voorzitter heeft het ook gehad over de verantwoordelijkheid die de gemeente heeft ten opzichte van het personeel. Ik onderschrijf die opmerking van harte.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 10