Mevrouw De Jong daarentegen heeft geconstateerd dat de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegen heden haar wel de informatie heeft gegeven die vanavond over de tafel is gegaan. Zij heeft geen nieu we facetten gehoord. Niettemin is de herhaling van de reeds bij haar bekende informatie voor haar geen aanleiding geweest om met het voorstel van het college mee te gaan. Wij hebben daar kennis van geno men. Ten slotte heeft de heer Buurman te kennen gegeven dat hij door de zakelijke argumentatie van het college is getroffen. Samenvattend, wij hebben geen behoefte aan beide moties. Ik breng die dan nu in stemming. Aan de orde is de stemming over de motie van de heer Van der Wal De motie van de heren Van der Wal en Niemeijer wordt verworpen met 19 tegen 15 stemmen. (Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames De Haan-Laagland, Jongedijk-Welles, Visscher-Bouwer, Vlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Ten Hoeve, Janssen, Meijerhof en Timmermans alsmede de leden van de fracties van PAL en D'66.) De Voorzitter: Aan de orde is thans de stemming over de motie van de heer Bijkersma. De heer Van der Wal: Wat betreft de motie van de VVD wil ik graag een stemverklaring afleggen. De formulering van deze motie is iets anders dan onze motie, maar de bedoeling ervan komt exact op hetzelfde neer. Wij zijn niet zo kinderachtig om tegen de motie te stemmen, omdat die toevallig door de VVD is ingediend. Wij zullen voor de motie stemmen. De Voorzitter: De interpretatie die ik gegeven heb is de interpretatie die het college bezighoudt bij deze motie. Aan de orde is de stemming over de motie. De motie van de heren Bijkersma en De Beer wordt aangenomen met 21 tegen 13 stemmen. (Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heren Geerts, Kessler en De Vries alsmede de leden van de fracties van CDA en GPV/RPF/SGP.) De Voorzitter: Ik heb geconstateerd dat de motie is aangenomen. Derhalve blijft het voorstel uit staan tot een volgende vergadering. Het college beraadt zich op de inbreng die daarbij geleverd zal worden Punt 14 (bijlage nr. 348). De Voorzitter: Dit punt luidt: Gasprijzen. De heer Pruiksma: Het voorstel betreft alleen de gasprijzen. Maar als onderwerp zijn de gasprijzen natuurlijk niet los te zien van de problematiek met betrekking tot de woonlasten in het algemeen van de burger in dit land en dus in deze gemeente. In zijn algemeenheid is die woonlastenproblematiek in haar volle breedte weliswaar hier nog niet aan de orde, althans nog niet geweest - dat komt nog -, maar uit perspublikaties zal men begrepen kunnen hebben dat die problematiek in onze fractie al uitvoerig on derwerp van discussie is geweest, ik verwijs wat dat betreft naar de standpunten die van onze kant zijn ingenomen in de forumdiscussie van het Woonlasten Overleg Leeuwarden van enige maanden geleden. Volledigheidshalve herhaal ik hier nog maar eens dat het naar ons oordeel in het licht van de woonlastenproblematiek uiterst gewenst zou zijn op landelijk niveau, dus in het verband van de Vereni ging van Gasbedrijven in Nederland (VEGIN), te zoeken naar de mogelijkheid van een tariefsdifferen tiatie. Met de details dienaangaande zal ik de raad nu niet vermoeien. Nu de tariefsdifferentiatie en wellicht nog andere concrete mogelijkheden voor de lagere inkomensgroepen om de woonlasten wezen lijk te verlagen op zeer korte termijn niet voor verwezenlijking vatbaar lijken, is mijn fractie in zijn geheel van harte akkoord met het voorstel van het college om de gasprijs voor kleinverbruikers te doen stabiliseren op het huidige niveau, in ieder geval voor 1985. Wij zullen van harte voor het voorstel stemmen De heer Meijerhof: Het zal u niet verbazen, mijnheer de voorzitter, dat wij, gelet op onze stand puntbepaling van de laatste jaren met betrekking tot de gasprijzen, van harte met het voorstel van het college instemmen. De reden waarom ik het woord heb gevraagd is de volgende. Wij vinden het voorstel namelijk zo goed, met name wat de motivering betreft en de overwegingen die in het besluit staan, dat wij dat niet onbesproken in de raad kunnen laten. Wij willen hef college 23 een compliment maken voor datgene waf hier wordt voorgesteld, met name omdat de uitgangsfilosofie, die het college in de raadsbrief hanteert, niet overeenkomstig datgene is wat in VEG IN-verband naar voren is gebracht. Het college geeft zelf al in de raadsbrief aan dat er wat de VEGIN betreft een tech nische kwestie aan de orde is. Op zich is die stellingname van de VEGIN natuurlijk goed, want daar mee wordt aangegeven dat de filosofie die op dit moment gehanteerd wordt - de koppeling van de gas prijs aan de olieprijs - aan twijfel onderhevig is en dat daar net zo goed iets anders tegenover gesteld kan worden. Die stellingname komt ons gunstig uit, omdat de prijsverhouding dan in een wat gunstiger situatie komt. Als het om prijstechnische zaken gaat staan wij wel achter dit punt. Het voorstel van het college gaat toch wat verder en heeft ook een andere invalshoek. Met name die andere invalshoek wil len wij van harte ondersteunen. Onze complimenten voor het college. De heer Buurman: Het voorstel van b. en w. somteen vijftal overwegingen op. Op zich is daar geen speld tussen te krijgen. Ik kan het daarmee dan ook eens zijn. Ik denk niet dat er veel burgers zijn in Leeuwarden die er anders over denken. Vervolgens wordt gevraagd uit te spreken dat in de huidige situatie een verhoging van de gasprijs voor kleinverbruikers in 1985 achterwege dient te blijven. Ook daarmee kan ik wel instemmen. Ik vermoed niet dat hier prompt gemeenteraadsleden aantreden die een verhoging gaan bepleiten. In de raadsbrief wordt vermeld dat het Woonlasten Overleg Nederland (WON) "op de hoogte wordt gebracht". Wij spreken over "ter kennis brengen van" als het gaat om de minister van Economische Za ken en wat er verder volgt. Kunnen b. en w. mij duidelijk maken waarom dit verschil in benadering wordt aangebracht? Behoort het overigens tot de gemeentelijke invloedssfeer uitspraken in deze zin te doen? Het antwoord is mijns inziens bevestigend, omdat gemeenten gasbedrijven exploiteren. Nu, dan is het zaak ons standpunt kenbaar te maken daar waar het hoort, via Frigas naar de VEGIN0 Dit lijkt mij de procedure. De gemeente heeft volgens mij een beperkte invalshoek. Nu zouden wij onze uit spraak ook ter kennis moeten brengen van de minister van Economische Zaken en de leden van de Twee de Kamer der Staten-GeneraalMoet de gemeente dit doen of zijn politieke partijen hier de geëigende kanalen? Resumerend, mijnheer de voorzitter, ik kan meegaan met het voorstel van b. en w., maar zie niet in dat wij over het hoofd van de VEGIN heen ons ook zouden moeten richten tot de minister van Econo mische Zaken en de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De heer Van der Wal: Enige jaren geleden heeft mijn fractie voorstellen gedaan om de gasprijs voortaan te bevriezen. Wij zijn zeer verheugd dat het college met een voorstel komt dat wij niet beter hadden kunnen motiveren en formuleren dan nu het geval is. Wij zijn zeer tevreden dat dit voorstel nu vanuit het college aan de raad wordt voorgelegd. Keer op keer hebben wij tijdens de algemene be schouwingen de woonlastenproblematiek aangehaald. Afijn, een en ander wordt ook in de raadsbrief uit de doeken gedaan. Ook de vorige sprekers zijn op de woonlastenproblematiek ingegaan. Ik mag die problematiek dus als bekend veronderstellen. Wij stemmen dus graag in met het voorstel. Mevrouw De Jong: Ik wil beginnen met het maken van een compliment in de richting van het colle ge voor het feit dat het gekomen is met dit voorstel. De argumentatie van het college kan ik alleen maar onderschrijven. Het is een zeer goede zaak dat het door de raad te nemen besluit ter kennis wordt gebracht van de minister van Economische Zaken en de leden van de Tweede Kamer. Met name de mi nister van Economische Zaken schijnt er blijkbaar niet van op de hoogte te zijn dat er mensen zijn die het water tot aan de lippen is gekomen, gezien de voorstellen die inmiddels zijn gedaan. Ik kan volle dig met het voorstel van b. en w. instemmen. Nogmaals mijn complimenten. De heer Miedema (weth.): Het is verheugend dat alle fracties akkoord gaan met het voorstel van b. en w. Wij hebben daar met waardering kennis van genomen. De heer Pruiksma heeft gezegd dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel, maar dat een beter voorstel zou zijn te zoeken naar een tariefsdifferentiatie,, Het lijkt mij niet zinvol om daarover van avond te discussieren, ik wil er echter wel een opmerking over maken, namelijk dat er volstrekt geen verband is tussen inkomen en verbruik van gas. Dat gegeven maakt iedere mogelijkheid voor tariefsdif ferentiatie erg moeilijk. Ik zie dat de heer Pruiksma iets wil zeggen - dat mag natuurlijk wel -, maar volgens mij moeten wij hierover samen op een rustige achternamiddag maar eens praten, zodat ik hem uit die droomwereld kan helpen. (De heer Pruiksma: Dan zullen wij met name discussiëren over de vraag of het om een inkomenskwestie gaat of om de vraag wat tot de basisbehoeften behoort. Ik dacht dat het laatste het geval is, maar dat zien wij dan wel.) Ik heb a! gezegd dat ik hierover nu niet wil discussië ren, omdat dit feit in wezen niet relevant is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 12