24 Er is een discussie geweest waarin is gesproken over de vraag of dit de goede weg is. Het verslag van de discussie binnen de VEGIN is voor de raad ter inzage gelegd. De VEGIN bepleit een duidelijke verlaging via een andere weg, namelijk door het stellen van de vraag wat een aanvaardbare prijs is. Wij zijn van mening dat dat volstrekt legaal en een goede zaak is en dat de VEGIN daar mee door moet gaan. Daarnaast heeft het college duidelijk de behoefte als zorg voor de inwoners van onze stad om een politiek geluid te laten horen. Dat is een andere ingang dan die van de VEGIN. Wij wenden ons tot de minister en de leden van de Tweede Kamer, tegen wie wij zeggen dat wij in deze situatie niet kunnen accepteren dat aan de ene kant aangedrongen wordt op energiebesparing en dat het gas alsmaar duurder wordt en dat aan de andere kant inkomens worden verlaagd terwijl de eerste levensbehoeften zoveel duurder worden gemaakt. Ik ben het niet eens met de heer Buurman dat deze zaak naar de VEGIN moet in plaats van naar de minister. De VEGIN volgt haar eigen weg. Wij willen ons richten - volgens ons is dat volstrekt legaal - tot de minister en de leden van de Tweede Kamer, tegen wie wij zeggen dat in het kader van de woonlasten verhoging van de aardgasprijs achterwege dient te blijven. Bovendien moet duidelijk worden gemaakt dat op de eerste levensbehoeften geen belasting mag worden geheven die op iedereen even zwaar drukt. Ten opzichte van de lagere en laagste inkomens is dat een volstrekt foutieve zaak. Wij menen dat het volstrekt legaal is dat de raad van de gemeente Leeuwarden deze zaak onder de aandacht van de minister en de Tweede Kamer brengt. Wij menen dat dit een goede ingang is en dat dit, gelet op het feit dat de begroting van Economische Zaken op korte termijn in de Kamer aan de orde komt, de weg is om zo snel mogelijk een reactie in die richting te geven. In dat kader hebben wij dit voorstel gedaan. De heer Meijerhof: Ik wil even een reactie geven op hetgeen de heer Buurman naar voren heeft ge bracht. Hij motiveert zijn instemming met het voorstel - zij het dat hij het er niet helemaal mee eens is - met te zeggen dat de gemeente een gasbedrijf heeft en dat wij daarom in de raad over de gasprijzen kunnen praten. Wij kunnen de zaak ook omdraaien. Waarom hebben gemeenten zelf of, zoals de ge meente Leeuwarden, samen met andere gemeenten een gasbedrijf? Wij hebben niet een gasbedrijf omdat dat nou toevallig in onze gemeente staat. In het verleden is het, net als dat met andere nutsbedrijven het geval is, een bewuste keus geweest dat de overheid daarop en ook op de prijsstelling een bepaalde invloed heeft. Wij hebben hier in het verleden wel eens vaker gepleit voor een, wat wij hebben ge noemd, tweesporenbeleid, ik heb dat in eerste instantie ook al even aangeduid. De VEGIN zit duide lijk op de prijstechnische weg. Zij heeft wat dat betreft een afwijkend standpunt ten opzichte van het Ministerie van Economische Zaken dat pleit voor koppeling van de gasprijs aan die van huisbrandolie. De VEGIN wil een koppeling in de richting van de laag zwavelige stookolie, want dat geeft een prijs voordeel Wij stemmen van harte in met datgene wat het college voorstelt. Wij hebben er ook recht op een politieke uitspraak te doen in het kader van de woonlasten. Ik denk dat de heer Buurman wel overtuigd is door de wethouder - hij zal dat in tweede instantie wel zeggen - dat het hier niet alleen gaat om een zaak die via Frigas en VEGIN moet spelen - dus via de bedrijfstak, om het zo maar eens uit te druk ken -, maar dat het hier ook gaat om een politieke uitspraak. Het is terecht dat het college in het be sluit tevens de minister van Economische Zaken en de leden van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal heeft genoemd. De heer Buurman: Daar gaat het mij nu juist om. Ik wil die hele politieke achtergrond niet. In de circulaire van het WON staat bijvoorbeeld: "Wij verzoeken u te willen bewerkstelligen dat door uw gemeente aan dit protest wordt deelgenomen." Ik vind dat wij daar een regering en een Tweede Kamer der Staten-Generaal voor hebben. Ik hoef geen VVD-minister te verdedigen, maar als mevrouw De Jong zegt dat deze minister er niet van op de hoogte is dat er mensen zijn die het water tot aan de lippen is gekomen, dan zeg ik dat de minister niet achter matglas zit in Den Haag en dat dat ook het geval niet is met de Tweede Kamerle den. In de circulaire van het WON staat bijvoorbeeld ook: "Ondanks alle protesten in de afgelopen ja ren, gaat de regering door met haar prijsopdrïjvingspolitiek.Ik vind dat een zaak voor politieke par tijen en de regering en niet voor de gemeente. Mevrouw De Jong: De signalen vanuit de burgerij bereiken het eerst de gemeenteraad. Als wij met zijn allen constateren dat mensen het water tot aan de lippen komt - ieder raadslid kan dat heel duide lijk constateren, want dat zal daarmee geconfronteerd worden -, dan mogen wij daaraan als gemeente niet voorbij gaan. De heer Buurman denkt dat de minister niet achter matglas zit. Ik hoop dat met hem, want de mi 25 nister zal dan precies dezelfde conclusies trekken zoais het college dat heeft gedaan en de voorstellen die eraan dreigen te komen snel intrekken. De heer Miedema (weth.): De heer Buurman heeft wat moeite met het woord "protest". Dat spreekt mij wel aan, alleen ik ben mij er niet van bewust dat wij met een protest bezig zijn. Ook het college wordt dagelijks geconfronteerd met omstandigheden waar een deel van onze burgers in verkeert. Wij hebben als laagste bestuursorgaan, dat het dichtst bij de burgers en bij de nood van die burgers staat, de plicht om de rijksoverheid te wijzen op de situatie aan de basis. Het gaat daarbij niet om een protest, maar om een vingerwijzing: Rijksoverheid let op uw zaak. Meer doen wij niet en dat is volstrekt legaal. De heer Buurman: Ik ga mee met het voorstel, mijnheer de voorzitter, maar wel met een aanteke ning, zoals door mij is verwoord. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15 (bijiage nr. 347). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Opheffing geblokkeerde rekening ten behoeve van atoom- stroom. De heer Niemeijer: Met het voorstel over te gaan tot opheffing van de geblokkeerde rekening ten behoeve van atoomstroom heeft het college het juridische recht aan zijn kant. Op 22 februari 1984 heeft de rechter negatief beslist over de opzet van de familie Kuiper en degenen die haar volgden, die principieel weigerden financieel bij te dragen aan de opwekking van atoomstroom. Juridisch is de zaak thans geklaard, maar principieel is er niets opgelost. Vandaar nog een aantal opmerkingen mijnerzijds. Voor ongeveer 225 mensen uit onze stad voorzag de rekening in een behoefte, ondanks het feit dat het een wat gekunstelde constructie was. Degenen die van de mogelijkheid gebruik maakten om een deel van hun elektriciteitsnota te storten op de 2,7%-rekening bleven immers gewoon atoomstroom ont vangen. Voor velen van hen levert het opheffen van de rekening nu echter een conflict op en rijst de vraag wat er nu verder gedaan moet worden. Een en ander zal ongetwijfeld leiden tot nieuwe weigerac- ties, afsluitingen en alle ellende van dien. Dit laatste zal ongetwijfeld weer leiden tot uitspraken van mensen die vinden dat daarmee de democratische rechtsorde wordt aangetast. De rechter heeft immers gesproken. Die mensen wil ik het volgende onder ogen brengen. Hoe men ook denkt over het circus dat enige jaren geleden door ons land getrokken is, onder de naam Brede Maatschappelijke Discussie, ruimte voor nieuwe kerncentrales werd daarin zeker niet gege ven. Het zou goed zijn dat die zelfde democratische bezorgdheid ook doorgetrokken werd naar de heer Van Aardenne en zijn maten, want die zijn al lang weer bezig plannetjes voor nieuwe kerncentrales uit te broeden. Over democratische gezindheid gesproken! Alleen die gang van zaken rechtvaardigt al nieuwe acties. Gaat de discussie hierover tussen tegenstanders van kernenergie en rijksoverheid over de hoofden van gemeentebestuurders heen? Niet helemaal, lijkt mij. Ten eerste gaat het om een relatief zeer gering bedrag, ongeveer 2.700,-- - dat bedrag is binnen onze gemeentebegroting echt wel er gens op te hoesten -, en de principiële bestemming daarvan. Recht doen aan de principiële bezwaren - diverse mensen hebben met het accepteren van de consequenties laten zien dat het werkelijk principi ële bezwaren zijn - zou ons als gemeentebestuur ertoe kunnen brengen zelf het bedrag van 2.700,-- dat bestemd is voor het elektriciteitsbedrijf, maar bij te lappen en de 2.700,van de 2,7%-rekening te storten in een te stichten gemeentelijk alternatief energiefonds. Het gaat niet om veel geld, maar zo'n energiefonds is dan wel een eerste stap van de gemeente naar een milieubewuster en kleinschaliger energiebeleid, zoals dat wel vaker door onze fractie is bepleit. Want laten wij eerlijk zijn, hoewel wij als gemeente niet hebben geslapen op het gebied van ener giebesparing, veel verder dan het uitvoeren van maatregelen, als genoemd in de gratis bij de postkanto ren op te halen strooifolder van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieube heer (VROM), zijn wij ook niet gekomen. Wat dat betreft wil ik verwijzen naar enkele inspirerende voorbeelden in het land. De gemeente Naaldwijk heefteen aantal initiatiefvoorstellen voor haar eigen energie-opwekking ontwikkeld. De gemeente Schiedam - bij de voorzitter wel bekend - heeft een scala van mogelijkheden ontwikkeld voor eigen energiebeleid. Eigenlijk droom ik nog altijd van een lezing door de burgemeester met lichtbeelden over datgene wat hij daar allemaal heeft meegemaakt. Misschien is hij ook op de hoogte van wat er op dit moment allemaal nog gebeurt in de gemeente Schiedam. Bij ons schijnt een en ander helaas niet te lukken. Het college mag er op rekenen dat wij, wanneer het college niet met voorstellen komt, met nieuwe

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 13