36 de sportzaal van de gemeentepolitie aan de Holstmeerweg", aldus de notitie van de afdeling Onderwijs, B. en w. hebben zich daar kennelijk nog nauwelijks mee beziggehouden, terwijl dit toch een direct ge volg is van hun voornemen het gymnastiekonderwijs elders, dat wil zeggen aan de Drachtsterweg, onder te brengen. Zonder enig overleg zou de Greijdanusschool dan voor haar gymnastieklessen in de politie- sportzaal worden gesitueerd. Deze zaal kan echter nauwelijks als alternatief worden aangemerkt, daar deze door het ontbreken van de benodigde inventaris in het geheel niet aan de geldende normen voor een gymnastieklokaal voor het voortgezet onderwijs voldoet. De notitie van de afdeling Onderwijs besluit met: "Wellicht ten overvloede zij nog opgemerkt dat de Greijdanus-MAVO geen recht kan doen gelden op het gebruik van het lokaal aan de Drachtster weg." Mijn vraag is: Is het dan wel terecht de Greijdanusschool uit "haar zaal" te zetten, terwijl er voor de Van Sytzamaschool een nieuwe gymzaal beschikbaar is gesteld? Mijnheer de voorzitter, moet dit nu allemaal zo? Gaan wij zo met elkaar om? Is het juist en is het billijk dat b. en w. hun problemen op zo onevenwichtige en onzorgvuldige wijze afwentelen op de Greijdanusschool? Een gemeenteraad die een zorgvuldig bestuur voorstaat, kan dit toch niet over zijn kant laten gaan? Waarom onderzoekt het college de mogelijkheid niet of de gymzaal ergens halverwege de twee scholen kan worden gesitueerd? Wellicht ten overvloede verwijs ik naar de inhoud van een schrijven van de Gereformeerde Schoolvereniging Leeuwarden aan b. en w., waarvan alle raadsleden een afschrift hebben ontvangen. De voorzitter heeft daar aan het begin van de vergadering geen mel ding van gemaakt, maar ik vermoed dat dit komt omdat dit schrijven is gericht aan b. en w. en niet aan de gemeenteraad, Overigens zou ik deze zaak willen uittillen boven het belang van een bepaalde groe pering van de bevolking. Wat de Greijdanusschool dreigt te beleven, kan vandaag of morgen ook een andere school overkomen. Mijn fractie wil graag duidelijkheid. Wanneer b. en w. toezeggen dat zij de wijze waarop het gymnastiekonderwijs van de Van Sytza maschool moet worden ondergebracht in heroverweging willen nemen, het gerezen probleem niet op een onevenwichtige, een onzorgvuldige wijze zullen afwentelen op de Greijdanusschool en in goed overleg met betrokkenen een zodanige oplossing zullen aandragen dat deze school geen nadelige gevolgen van een en ander ondervindt, dan ben ik tevreden. Mochten b. en w. niet met een duidelijke toezegging komen, dan zie ik mij genoodzaakt met een motie te komen. Maar ik mag veronderstellen dat dat niet nodig zal zijn. De heer Visser: Nog een kleine aanvulling op datgene wat de heer Buurman naar voren heeft ge bracht, mijnheer de voorzitter. Ik zou de wethouder willen verzoeken om straks in zijn beantwoording de positie van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden, als eigenaar/be heerder van het lokaal in de J.H. Knoopstraat - dat lokaal is hier in het geding -, goed te belichten. Welke harde afspraken zijn er gemaakt met die vereniging als eigenaar/beheerder van dat lokaal? De heer Bron: B. en w. en ook wij hebben onlangs de brief ontvangen van de Gereformeerde Schoolvereniging Leeuwarden, waarin ongerustheid wordt uitgesproken over de constructie ten aanzien van de bouw van het gymnastieklokaal en de consequenties voor het gebruik van de gymzaal van de Willem de ZwijgerschoolWij vinden dit eerlijk gezegd een detailpunt, omdat wij vanavond de grote lijnen vaststellen. Wij gaan akkoord met het voorstel van b. en w. Mochten zich vooralsnog onoverko melijke problemen voordoen, dan rekenen wij op de inventiviteit van de wethouder en zijn afdeling OnderwijSo Wij hebben er vertrouwen in dat ten aanzien van de gereformeerde MAVO een acceptabele oplossing gevonden zal worden. Bovendien, ik denk dat dat over het hoofd wordt gezien, alvorens de bouw is gerealiseerd, zijn de omstandigheden qua leerlingenaantallen van de betrokken scholen waar schijnlijk dusdanig gewijzigd dat op dat moment op deze problematiek concreet moet worden ingespeeld, De heer De Beer: Wij hebben dit stuk thuis gehad om er op te kunnen reageren. Tot dat moment was de brief mij niet bekend en ik wist zelfs niet dat de MAVO-school gymnastiek hield in het lokaal waar het hier om gaat. Ook ik zou de wethouder willen verzoeken voor deze situatie een oplossing te zoeken en ik sluit mij bij de woorden van de heer Bron aan dat ik er alle vertrouwen in heb dat de afdeling On derwijs met een oplossing kan komen. Wij willen graag in de volgende vergadering van de Commissie voor Onderwijs informatie over een en ander hebben. De heer De Vries (weth.): Het schoolbestuur lijdt het meest van de kwalen die het vreest, want de ze zaak ligt minstens anderhalf jaar vóór ons. In het licht van die situatie is het erg moeilijk om nu al met elkaar te praten over de praktische oplossing van de problemen. Waar wij voor staan is het volgen de Wij hadden gehoopt en verwacht dat bij de nieuwbouw van de Van Sytzamaschool en de Menno van 37 Coehoornschool voor beide een gymnastieklokaal zou kunnen worden gerealiseerd. Dat was in het licht van de gewijzigde omstandigheden in de Wet beheersing huisvestingsvoorzieningen ko/lo echter niet mogelijk. Toen moest een keuze worden gemaakt tussen de beide scholen. Er is overleg geweest met het protestants christelijk onderwijs - ik zeg dit ook aan het adres van de heer Visser - en er zijn afspraken gemaakt. De bereidheid was aanwezig een en ander met elkaar te bekijken. Het is zo dat de Willem de Zwijgerschool en de Van Sytzamaschool gebruik kunnen maken van het gymnastieklokaal aan de Dracht sterweg, terwijl de Rehobothschool en de Menno van Coehoornschool welIicht gebruik kunnen maken van het nieuwe gymnastieklokaal dat bij de Menno van Coehoornschool zal verrijzen. Waar wij heel concreet mee zitten is dat in de voorzieningen voor gymnastiekonderwijs de lagere scholen een prioriteit hebben en dat het voortgezet onderwijs daarbij moet worden aangepast. Met die problematiek moeten wij ons nu bezighouden. Vanavond wordt besloten het groene licht te geven om de bouw van de Menno van Coehoornschool mogelijk te maken. In de tussenliggende tijd zullen wij ons best doen om ook voor de Greijdanusschool binnen de mogelijkheden de beste oplossing te zoeken. Eén oplossing zou misschien kunnen betekenen - de heer Bron wees er al op - dat over anderhalf of twee jaar het aantal leerlingen zowel van de ene als van de andere school dermate is teruggelopen dat er uren vrijkomen in het gymnas tieklokaal aan de Drachtsterweg. Een tweede mogelijkheid is dat wij het gymnastieklokaal bij het poli tiebureau van de nodige inventaris voorzien, zodat het adequaat toegerust is en daarvan gebruik kan worden gemaakt. In het licht van de beperktere mogelijkheden die wij de laatste jaren hebben gekregen zullen wij echter moeten roeien met de riemen die wij hebben. Het ligt voor de hand dat voor de kinde ren in de lagere schoolleeftijd moet worden geprobeerd een oplossing "dichtbij huis" te realiseren. Voor de wat oudere kinderen is dat probleem er in mindere mate, omdat zij zich wat gemakkelijker in het verkeer bewegen. Natuurlijk is het sneu voor de Greijdanusschool die al een x-aanfal jaren van het gymnastieklokaal aan de Drachtsterweg gebruik heeft gemaakt. Het is echter altijd de bedoeling ge weest dat primair het lager onderwijs van deze accommodatie zou moeten profiteren. Samenvattend, wij hebben nog anderhalf jaar voor de boeg. Wij zullen ons best doen om een oplos sing te zoeken die alle partijen zoveel mogelijk bevredigt. Ik zeg de heer Buurman graag toe dat ik het bestuur van de Gereformeerde Schoolvereniging, ook naar aanleiding van deze brief, zal uitnodigen voor een gesprek. Ik vind dat wij niets hebben te ver bergen, noch als b. en w. noch als gemeenteraad. Wij moeten deze dingen in alle openheid met elkaar kunnen bespreken en ook in alle openheid met elkaar kunnen zoeken naar een oplossing. De heer Buurman: /Vlag ik concluderen dat de wethouder tegemoet wil komen aan datgene wat ik aan het einde van mijn betoog heb gezegd en dat hij in goed overleg een en ander zal regelen? Ik heb hiervoor termen gebruikt als "niet onevenwichtig" en "niet onzorgvuldig"Zal dat allemaal gebeuren en zal er worden gezocht naar een voor alle partijen bevredigende oplossing? Weliswaar is er gesteld dat de zaak nog anderhalf jaar vóór ons ligt, maar uit de notitie van de afdeling Onderwijs bleek toch wel dat men alles al lang ingevuld had. De wethouder distantieert zich van die notitie, begrijp ik. Natuurlijk is het zo dat in de komende jaren de aantallen leerlingen zich zullen kunnen wijzigen. Uiteraard moet dan op die nieuwe situatie worden ingespeeld. Ik wil nog één opmerking maken ten aanzien van de benodigde inventaris in de sportzaal bij het politiebureau. Ik vraag mij af wie dat betaalt. Als de toezegging wordt gedaan dat de Greijdanusschool van die zaal gebruik kan maken en de nodige inventaris zal moeten worden aangeschaft, dan vraag ik mij af wie daarin voorziet. De heer De Vries (weth.): De heer Buurman zegt dat ik mij distantieer van de inhoud van de notitie van de afdeling Onderwijs, maar dat doe ik niet. Natuurlijk is het zo dat, als de afdeling Onderwijs met bepaalde zaken bezig is, wordt geprobeerd ook een stukje lange termijn filosofie in te bouwen, zonder dat het nog beleid is. Dat beleid moet nog worden gemaakt. Ik doe de heer De Beer de toezeg ging dat wij een en ander van fase tot fase via de Commissie voor Onderwijs zo duidelijk mogelijk met elkaar zullen invullen. Er zal echter rekening moeten worden gehouden met de spelregels die ter zake bestaan. Een van die spelregels is dat voor de lagere schoolkinderen de oplossing zo dicht mogelijk bij huis moet worden gezocht. Voor het voortgezet onderwijs geldt een andere regeling. Dat is dus een ge geven. Ook in het licht van de situatie zoals die er over anderhalf jaar uit zal zien zullen wij echter proberen een goede oplossing te zoeken. Ik heb de indruk dat de inrichting van het gymnastieklokaal bij het politiebureau een post wordt die binnen de rijksvergoedingen zal kunnen worden gerealiseerd, Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w„ met inachtneming van de toezeg gingen van de wethouder.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 19