6 7 Wij vragen ons evenwel af of de afstand van het parkeerterrein tot de ingang van het ziekenhuis voor veel bezoekers en zeker voor mensen die slecht ter been zijn niet te groot is. Dat bezwaar willen wii ook nog even signaleren. De heer De Jong: Ik verwonder mij wat over de reactie van de heer Timmermans,, In de Commissie voor Openbare Werken en in de Adviescommissie Verkeer is altijd uitgegaan van het modei dat de woonerfstatus pas wordt ingesteld nadat de Rengerslaan is aangelegd. Wij willen graag het voorstel van b. en w. handhaven en wij hebben geen behoefte aan ondersteuning van de motie. Mevrouw De Jong: Nu het parkeerterrein is aangelegd lijkt ook mijn partij dat niets instelling van de woonerfstatus van een deel van de Transvaalwijk meer in de weg staat. Ik zal dan ook van harte de ingediende motie ondersteunen» De heer Geerts (weth.): Het is vanavond niet voor het eerst dat deze kwestie in de raad aan de orde is. De raad heeft bij een vorige behandeling uitgesproken dat wij met de instelling van de woonerfstatus zouden moeten wachten tot het parkeerterrein aan de Rengerslaan gebruikt kan worden, omdat anders het gevaar bestaat dat het gebied volstroomt met auto's waarvan de inzittenden een bezoek brengen aan het ziekenhuis. Als een parkeerterrein wordt aangelegd, dan moet dat ook gebruikt worden. Daarvoor is het nodig dat de Rengerslaan wordt aangelegd. Het is bekend dat wij daarmee bezig zijn. Te verwach ten valt dat op afzienbare termijn de Rengerslaan en dus ook de ontsluiting van het parkeerterrein ge reed is. Dan staat er niets meer in de weg om een deel van de Transvaalwijk aan te wijzen als woonerf, Ik wil toch ook nog even ingaan op de argumenten die de heer Timmermans noemt. Met nadruk wil ik er op wijzen dat het standpunt dat nu door het college is ingenomen het standpunt was van de raad. Het voorgestelde is een consequente uitvoering van dat raadsstandpunt, dat ook het standpunt is van de Adviescommissie Verkeer die speciaal op dit soort zaken is afgericht. De heer Timmermans zegt dat het parkeerterrein er al ligt. Dat is inderdaad zo, maar je moet er ook kunnen komen. Het is natuurlijk altijd de bedoeling geweest dat het parkeerterrein gebruikt zal worden voor het doel waarvoor het is aangelegd. Om dat doel te bereiken is het nodig dat de Rengers laan wordt aangelegd. De suggestie moet worden weggenomen dat uitstel tot afstel leidt. Daar is geen sprake van, want wij hebben met elkaar in dit verband een afspraak gemaakt. Het is natuurlijk niet de intentie van b. en w. om uitspraken van de raad op een slinkse manier ongedaan te maken. De intentie is niets meer en niets minder dan hetgeen in de raadsbrief staat. Als vierde argument noemt de heer Timmermans het positieve advies van de DSO. Ik vind dat wij het negatieve advies van de Adviescommissie Verkeer, waarin een groot aantal deskundigen op dit ge bied en gebruikers zijn vertegenwoordigd, ook zeer serieus moeten bekijken. De heer Niemeijer merkt op dat het onduidelijk is wanneer de Rengerslaan klaar is. Dat heeft ook te maken met de weersomstandigheden. Het is bekend dat wij zoveel mogelijk haast achter de realise ring zetten. Ik verwacht dat in ieder geval op een termijn van een aantal maanden het gevraagde gere aliseerd kan worden. Ik wil hierbij opmerken dat wij wat dat betreft niet stil hebben gezeten. Wij zijn inmiddels gestart met het straten van P-tegels en met het aanbrengen van inritbanden. Bovendien zijn er al borden besteld. Feitelijk zijn wij dus al met de inrichting van het woonerf bezig. Wij wachten nog even met de instelling van het formele begrip "woonerf" tot aan de voorwaarden, die de raad in het verleden heeft gesteld, is voldaan. Op grond van datgene wat ik zonet gezegd heb, hebben wij heel duidelijk geen behoefte aan de motie. Ik vind die motie ook niet erg juist, want een college van b. en w. moet er op kunnen rekenen dat het kan handelen volgens raadsuitspraken. Als je als vertegenwoordiger van b. en w. in de richting van de wijk, die heeft gevraagd eens een keer te willen komen praten, zegt wat de afspraak is die het college met de raad heeft gemaakt en die ook verdedigt ten opzichte van de wijk, dan is het wat moei lijk te verteren als daarna de raad een motie indient waarin het omgekeerde staat. Dat maakt het wer ken voor het college wel erg moeilijk. Wat dat betreft stel ik met enige teleurstelling vast dat de motie is ingediend. De heer Timmermans: Ik wil eerst ingaan op de teleurstelling van de wethouder over het feitdatde motie is ingediend. Hij geeft een interpretatie van een afspraak die b. en w„ met de raad hebben ge maakt. Het gaat inderdaad om een interpretatie, dus wat dat betreft heeft de wethouder gelijk. Wij hebben een wat andere interpretatie dan de wethouder van wat de raad in het verleden naar voren heeft gebracht. Het verbaast mij dat de raad wordt verweten dat hij zich in het verleden formeel heeft uitge sproken dat de Rengerslaan zou moeten worden aangelegd voordat de woonerfstatus ingesteld kan wor den. Degenen die voor mijn motie zijn, zijn van mening dat feitelijk aan die afspraak is voldaan» Hef is namelijk niet zo dat het parkeerterrein zoals dat er nu ligt niet bereikbaar zou zijn. Het verbaast mij bovendien dat de Adviescommissie Verkeer plotseling als hoogste wijsheid naar voren wordt gebracht en dat de DSO blijkbaar tot mindere deskundigheid in staat wordt geacht. In het advies van de DSO staat dat aan de formele eisen wordt voldaan wat betreft het inrichten van een woonerf. Ik zal mijn motie handhaven Dan nog een opmerking in de richting van de heer De Jong. Het standpunt van de PvdA zoals ik dat naar voren heb gebracht heeft hem verbaasd. Het verbaast mij dat de heer De Jong dat zegt, want hij is voorzitter van de Commissie voor Openbare Werken. Ik neem aan dat hij tijdens de commissievergade ring niet heeft zitten slapen. Hij heeft dus kennis kunnen nemen van de motieven en de redenen waarom wij dit verhaal houden. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik heb het in de eerste instantie niet gezegd, maar men zal uit mijn woorden wel hebben begrepen dat wij tegen de motie zullen stemmen. De wethouder is niet inge gaan op mijn opmerking over het feit dat de afstand van het parkeerterrein tot de ingang van het zie kenhuis vooral voor mensen die slecht ter been zijn wat te groot is. De heer Geerts (weth.): Het is inderdaad waar dat de afstand van het parkeerterrein tot de ingang van het ziekenhuis nogal groot is. Voor de mensen die het aangaat zullen er in de nabijheid van het ziekenhuis oplossingen gevonden moeten,worden. Grootschalige oplossingen zijn daar niet te bedenken. Wij hebben dat vroeger al eens nagegaan, maar dat lukt gewoon niet. In de buurt moeten mogelijkheden zijn - die zijn en blijven er ook wel - voor mensen die slecht ter been zijn. De oplossing Rengerslaan is daar niet geschikt voor. Voor het overige denk ik dat mijn verhaal een herhaling wordt van argumenten en dat lijkt mij niet zinvol De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie. De motie van de heer Timmermans en mevrouw Wielinga—Graansma wordt verworpen met 20 tegen 14 stemmen. (Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames De Haan-Laagland, Jongedijk-Welles, Visscher-Bouwer, Vlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Ten Hoeve, Meijerhof en Timmer mans alsmede de leden van de fracties van PAL en D'66.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 11 (bijlage nr. 330). De Voorzitter: Dit punt luidt: Preadvies met betrekking tot de brief van de afdeling Leeuwarden van het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie van 30 juni 1984, betreffende het beheer van het bo- menbestand in deze gemeente. De heer Ten Hoeve: Ik wil graag een paar opmerkingen maken over de raadsbrief. Ik ben niet zo gelukkig met het raadsvoorstel en helemaal niet met het advies van de Dienst Stadsontwikkeling (DSO). Het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie (IVN) toont bezorgdheid, is niet verwijtend, maar heeft opbouwende kritiek. Dat is terecht. Het college antwoordt in het raadsvoorstel met procedures en gaat niet op de zorg in van het IVN. Het raadsvoorstel is ook erg verdedigend opgesteld. Daarbij komt nog dat de toon van het advies van de DSO wat badinerend, oubollig en niet serieus is. Dat is niet terecht, ledereen kan constateren dat de stad op dit ogenblik kaal wordt en dat is uit een oogpunt van milieu en stadsgezicht jammer. Er zijn veel bomen verdwenen. Soms kon dat niet anders vanwege bijvoorbeeld ziekte, storm, vandalisme, enz. Soms kon het wel anders. Voorbeelden daarvan zijn de Badweg en dat gene wat bij Wickes en bij uitvoeringsplannen is gebeurd. Daarbij is ook te constateren dat er niet uit gegaan wordt van een bestaande structuur. In de raadsbrief wordt gezegd dat er een afweging van groenplannen is. Het IVN heeft de indruk dat die afweging er niet is of, wanneer die er wel is, vaak ten nadele uitvalt van het groen. Die afwe ging moet er wel zijn. Het is wat dat betreft wat vreemd dat de directeur Openbare Werken van de DSO de kapvergunning moet afgeven. Bomen zijn niet inspraakgevoelig, terwijl een AROB-procedure er moeilijk op van toepassing gebracht kan worden. Er pleit dus veel voor om toch te komen tot een ad viescommissie waar het IVN om vraagt. Ik wil de wethouder vragen of hij wil overwegen om zo'n ad viescommissie in te stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 4