8 9 Een ander punt dat het IVN aanroert zijn de grotere bomen in de stad. Wij hebben daar al eerder over gepraat. De stad wordt kaal. Er pleit veel voor om rijen grote bomen te plaatsen, maar dat kan niet omdat dat veel te duur is. Toch zou ik er voor willen pleiten om incidenteel grote bomen te plaat sen. Ik wil in dit verband een voorbeeld geven. Over het Jacobijnerkerkhof wordt veel gesproken. Het plein is plat ontworpen, niet in de hoogte dus, en er staat te weinig op„ Er is sprake geweest van plaat sing van een kunstwerk, maar ook dat blijkt achterhaald te zijn. Toch kan een grote boom veel doen. Een voorbeeld hebben wij hier voor het stadhuis. Op het Jacobijnerkerkhof zouden wel drie grote bomen kunnen worden geplaatst. Ik zou er voor willen pleiten om op dit soort plaatsen - ik noem het Jacobij nerkerkhof, het pleintje van Bij de Put en mogelijk in de toekomst het Zuiderplein - incidenteel een aantal grote bomen te plaatsen. Het IVN vraagt niet om extra voorlichting, maar om gerichte voorlichting. Ik zou de wethouder willen vragen, in aansluiting op toezeggingen die hij gedaan heeft in de Commissie voor Openbare Werken, of er in samenwerking met het IVN en de samenstellers van Aan de Grote Klok iets gedaan kan worden aan die gerichte voorlichting. Daarbij is bijvoorbeeld te denken aan het wijzen op kapvergun- ningen, enz. De heer Niemeijer: Ik ben in de Commissie voor Openbare Werken akkoord gegaan met de beant woording aan het IVN. Ik laat dat onverlet. Maar de heer Ten Hoeve heeft gelijk dat de toon van de beantwoording wat bemoedigender had kunnen zijn. In de commissie heb ik mijn waardering uitgespro ken voor het initiatief dat deze groep tot de gemeente heeft gericht. De zorg die daaruit spreekt over het bomenbestand in onze gemeente - ik heb die zorg ook diverse keren in de commissie geuit - is te recht. Ik ben blij dat het IVN het initiatief heeft genomen om die zorg nog een keer onder woorden te brengen. Wij hebben het in de Commissie voor Openbare Werken ook gehad over het instellen van een ad viesgroep. Ik zie de ruimte voor een dergelijke adviesgroep niet, ofschoon ik, wanneer iemand mij die kan aanwijzen, dan niet a priori nee zal zeggen. Op dit moment zie ik in ieder geval die ruimte niet. In het raadsvoorstel gaat het om het formuleren van het gevoerde beleid. Mijn zorg is en blijft of dat beleid in de praktijk ook zo wordt uitgevoerd. Vanmiddag ben ik nog bezorgd langs de plataan, wiens bladeren ik eens heb bezongen, voor de Beurs gelopen. Er gaat door het wortelgestel van de boom een akelige elektriciteitsleiding, volgens mij van de verkeerslichten. Ik denk dan: wij schrijven nu wel over het gevoerde beleid, maar hoe krijgen wij dat integraal door het gemeentelijk apparaat, zodat er ook ais zodanig mee wordt omgegaan. Dezelfde zorg kun je uitspreken als je denkt aan de discussie over de werkzaamheden op de Spanjaardslaan. Wat dat betreft wordt er volgens mij te gemakkelijk gezegd dat er dan maar een stukje bij de bomen weggehaald moet worden, terwijl de man van de gemeente, die over de bomen gaat en daar op probeert te passen, bezorgd zijn hoofd schudt en zegt dat dat eigenlijk niet kan. Op zich zelf ga ik akkoord met de voorgestelde beantwoording van de brief van het IVN, hoewel de toon wat aansprekender had kunnen zijn. Ik ben er evenwel niet helemaal van overtuigd dat het be leid werkelijk zo consistent is. Het is noodzakelijk dat wij daar allemaal permanent op letten en de gang van zaken bewaken De heer Geerts (weth.): Ik deel de zorg die spreekt uit de brief van het IVN. Het is heel erg be langrijk dat wij met elkaar zorgvuldig omgaan met ons bomenbestand. Als die intentie niet uit de raads- brief naar voren komt, dan wil ik nu zeggen dat het college van plan is daar erg veel voor te doen. Ik heb sterk de indruk dat er bij de DSO met de nodige zorg met deze materie wordt omgesprongen, Een aantal recente discussies in de Commissie voor Openbare Werken wijst daar ook wel op. Bij de ont wikkeling van plannen houden wij het belang van het bomenbestand altijd heel nadrukkelijk in de ga ten. Wij streven er niet alleen naar nieuwe bomen te planten, maar ook zoveel mogelijk oude bomen te sparen» Er kan sprake zijn van een belangenafweging, maar het zal niet al tijd mogel ijk zijn om het be lang van het sparen van groen te laten prevaleren. Wij moeten er wel van alles aan doen om dit belang sterk in de afweging te laten meespelen. Ik heb niet anders kunnen constateren dan dat die intentie ook bij de DSO leeft. Er wordt volgens mij in het algemeen intern voldoende zorgvuldig mee omgesprongen. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat dit belang goed gediend wordt. De heer Ten Hoeve heeft het gehad over de sfeer waarin het advies van de DSO is gesteld. Wij hoeven daarover nu niet te discussiëren» Ter discussie staat nu de raadsbrief. Ik heb begrepen dat daar uit wat meer zorg zou moeten spreken. Ik heb dat met deze intentieverklaring willen doorgeven. De heer Ten Hoeve heeft gevraagd eens te overwegen wat grotere bomen te plaatsen. Hij heeft daarbij als voorbeeld het Jacobijnerkerkhof genoemd. Op zich zelf is dat een aantrekkelijk idee, maar er moeten wat dat betreft twee kanttekeningen worden geplaatst. In de eerste plaats is het verplaatsen van grote bomen niet gemakkelijk. De kans dat ze doodgaan is vrij groot. Het plaatsen van grote bomen hangt ook af van de plaats waar je dat wilt doen. In de tweede plaats hebben wij te maken met de kos ten. Als je weet wat een nieuwe jonge boom kost, dan zijn er met het gevraagde van de heer Ten Hoeve aanmerkelijk grotere bedragen gemoeid. Daarmee wil ik niet zeggen dat dat nooit zou kunnen. Ik wil er alleen maar mee zeggen dat wij, gezien de krappe financiële situatie van de gemeente op dit moment en de besparingen die juist in deze sector worden aangebracht - deze zijn zodanig dat je je weieens mag afvragen of wij zover mogen gaan -, goed moeten afwegen of wij middelen ter beschikking willen stellen om datgene wat de heer Ten Hoeve vraagt uit te voeren. Ik ben best bereid eens na te gaan of er ter verfraaiing van het Jacobijnerkerkhof een mogelijkheid is om daar één of twee bomen te plaatsen. Ik zeg nadrukkelijk "één of twee bomen", want in die sfeer zullen wij moeten praten omdat er voor een grootschalige aanpak op dit moment gewoon geen geld is. De heer Ten Hoeve heeft ook nog gevraagd of er wat meer gedaan kan worden aan gerichte voor lichting, In de discussie in de Commissie voor Openbare Werken heb ik ai toegezegd dat ik contact op zal nemen met degene die het voorlichtingsartikel altijd regelt in Aan de Grote Klok en dat wij best eens kunnen overwegen om daarin een artikel over dit geheel op te nemen. Ik heb in de genoemde dis cussie ook niet uitgesloten dat het IVN ingeschakeld zou kunnen worden bij een proef, waarbij het groenonderhoud door mensen uit de buurt zelf voor een deel of geheel zou kunnen worden gedaan. Een mogelijke proef is op het ogenblik in onderzoek en ontwikkeling. Er is intern een discussie over, die ook in veel ruimer verband wordt gevoerd. Ik sluit echter niet uit dat het IVN bij een en ander een rol zal kunnen spelen. Het is een goede zaak dat de burgers doordrongen zijn van het feit dat groen erg be langrijk is voor de stad en dat wij meer aan gerichte voorlichting doen. De heer Niemeijer twijfelt eraan of het beleid zoals dat uit de raadsbrief zou moeten blijken ook inderdaad wordt uitgevoerd. Wat het college betreft zal dat wel gebeuren. Wij zullen er alles aan doen om binnen de dienst de procedure zodanig te bewaken dat het beleid ook gestalte krijgt. De heer Ten Hoeve: Ik ben blij met de intentieverklaring van de wethouder, want mijn zorg komt met name voort uit het advies van de DSO en uit datgene wat er in de stad is gebeurd. Ik zal daar ver der geen voorbeelden van geven. De wethouder heeft ook een toezegging gedaan - daar ging het mij ook om - en die wil ik even herhalen. In de Commissie voor Openbare Werken heeft de wethouder de toezegging als volgt geformuleerd: Bekeken zal worden in hoeverre en in welke vorm een adviesgroep of het IVN bij groenbeheer zal kunnen worden betrokken. Ik doelde daar in eerste instantie ook op. Dan nog even een opmerking over de grote bomen. Ik weet dat wij weinig geld hebben. Ik heb niet gepleit voor lange rijen bomen en veel bomen, maar voor incidentele plaatsing van grote bomen. De wethouder is daar duidelijk op ingegaan. In de pot voor monumentale kunst is geld beschikbaar, en ook niet weinig, voor een kunstwerk op het Jacobijnerkerkhof. In gemeentelijk verband ligt dit wat moeilijk en loopt het allemaal niet zo lek ker» Het kunstwerk zal veel duurder worden dan het planten van bomen op dit plein. Wij moeten intern wat flexibel zijn om te kunnen verschuiven, want het gaat ten slotte om de aankleding van zo'n plein. De wethouder is ingegaan op mijn opmerking over de voorlichting. De heer Niemeijer: Op zich ben ik blij met de toezegging van de wethouder dat hij zijn best zal doen om dit beleid integraal in het gemeentelijk apparaat van de grond te krijgen. Ik wil daar genoegen mee nemen, ware het niet dat ik na wat verder denken en ruggespraak vind dat dat nog eens extra be klemtoond moet worden. Als je ziet wat er met de boom voor de Beurs is gebeurd, dan zou je hardstikke kwaad moeten zijn. Ik ben wat dat betreft in ieder geval hardstikke verdrietig, want het gaat om een prachtig exemplaar. De heer Ten Hoeve kan er wel voor vechten om grote bomen in de binnenstad te plaatsen, maar als wij dit soort exemplaren op deze manier behandelen dan is de eerste prioriteit dat wij die beschermen. Het lijkt mij terecht dat ik de wethouder vraag dat hij de Commissie voor Openbare Werken nader informeert over datgene wat hij doet om de diverse diensten er van te overtuigen dat de behandeling op deze manier van dit soort bomen uit den boze is. ledereen kan vanavond kijken hoe die er bij staat. De heer Geerts (weth.): Als de heer Niemeijer met dat laatste bedoelt dat wij dit onderwerp nog een keer ter discussie moeten hebben in de Commissie voor Openbare Werken, dan zeg ik prima. Maar als hij bedoelt dat wij daar een nota over moeten maken, dan ben ik het niet met hem eens. (De heer Niemeijer: Er hoeft geen nota te komen, maar het lijkt mij gewoon zinvol dat u vertelt hoe de diensten hierover geïnformeerd worden, want er is hier iets hardstikke fout gegaan.) Dit is een speciaal geval. (De heer Niemeijer: Dit is een speciaal geval - ik wil dat niet exempiair stellen -, maar ik constateer water met de boom gebeurd is. Dit soort zaken is zo uniek en enkel dat je een dergelijke manier

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 5